IEF 22225
5 september 2024
Uitspraak

A-G: Reciprociteitsclausule Berner Conventie niet toepasbaar onder Unierecht

 
IEF 22224
5 september 2024
Uitspraak

KPS B.V. maakt geen inbreuk op IE-rechten van FZI B.V.

 
IEF 22223
4 september 2024
Uitspraak

Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht

 
IEF 18888

Proceskostenveroordeling vastgesteld op grond van artikel 1019h Rv

Hof Arnhem-Leeuwarden 10 dec 2019, IEF 18888; ECLI:NL:GHARL:2019:10564 (Haerst tegen Lizard Apps), https://ie-forum.nl/artikelen/proceskostenveroordeling-vastgesteld-op-grond-van-artikel-1019h-rv

Hof Arnhem-Leeuwarden 10 december 2019, IEF 18888, IT 2966; ECLI:NL:GHARL:2019:10564 (Haerst tegen Lizard Apps) Partijen twisten over de vraag of op de proceskostenveroordeling in eerste instantie artikel 1019h Rv (Haerst) of artikel 237 e.v. Rv (Lizard Apps) van toepassing is. Lizard Apps heeft aan haar vordering een inbreuk op het haar toekomende auteursrecht op de door Haerst gebruikte software ten grondslag gelegd. Zij heeft een verbod ten laste van Haerst gevorderd verdere inbreuken op haar auteursrecht te maken. Daarmee is sprake van een vordering tot handhaving van een auteursrecht, wat betekent dat de artikelen 1019-1019i Rv van toepassing zijn. Dat Haerst als verweer heeft gevoerd dat zij op grond van een licentieovereenkomst gerechtigd was de auteursrechtelijk beschermde software te gebruiken, verandert niet het karakter van de handhavingsvordering. Voor de toewijsbaarheid van de vordering was weliswaar beslissend of de licentieovereenkomst al of niet kon worden opgezegd, een vraag uit het algemene verbintenissenrecht, maar die omstandigheid doet er niet aan af dat de grondslag van de vordering handhaving van het aan Lizard Apps toekomende auteursrecht was. Dat betekent dat de proceskostenveroordeling moet worden vastgesteld op grond van artikel 1019h Rv. Het daarop ziende verweer van Lizard Apps wordt verworpen.

IEF 18887

Artikel ingezonden door Rudi Holzhauer, The Legal Group.

Rudi Holzhauer: banaankunstwerk en de grenzen van IE

Vorige week verschenen tal van berichten over het – al dan niet vermeende – banaan-kunstwerk Comedian van de Italiaanse kunstenaar Maurizio Cattelan. Collega-kunstenaar David Datuna heeft op een kunstbeurs in Miami consternatie veroorzaakt door het werk van zijn collega van de muur te halen en op te eten. Het gaat om een overrijpe banaan die met ducttape aan de muur was geplakt. Beveiligers namen Datuna mee. Cattelan heeft er overigens meer gemaakt dan die ene banaan die op de beurs werd tentoongesteld. Afgelopen week werden er drie geveild, voor bedragen tussen de 120.000 en 150.000 dollar per stuk. Hoogleraar IE in Leiden Dirk Visser leverde een eerste commentaar [IEF 18879], waarbij hij mede in gaat op het feit dat een Nederlandse studente al in 2014 een soortgelijk iets/(kunst)werk had gemaakt. Lees hier de opinie van Rudi Holzhauer over deze kwestie.

IEF 18886

Uitspraak ingezonden door Mattie de Koning, Simmons & Simmons.

Geen inbreuk octrooi monopool-antenne

Rechtbank Den Haag 10 dec 2019, IEF 18886; ECLI:NL:RBDHA:2019:13184 (Fractus tegen Xiaomi c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-inbreuk-octrooi-monopool-antenne

Vzr. Rechtbank Den Haag 10 december 2019, IEF 18886; ECLI:NL:RBDHA:2019:13184 (Fractus tegen Xiaomi c.s.) Kort geding. Fractus ontwikkelt en verkoopt telecommunicatie-antennes en is houder van een octrooi op de monopool-antenne. Xiaomi Technology is een Nederlands technologiebedrijf. Fractus stelt dat Xiaomi c.s. met de Xiaomi-telefoon inbreuk maakt op het octrooi. De vorderingen van Fractus zijn niet toewijsbaar. De beschermingsomvang van het octrooi kan niet zo ruim worden uitgelegd als Fractus voorstaat. Als wel van de omtrek uitgegaan zou worden, maakt het octrooi niet duidelijk bij welke breedte of dikte van de stralingsarm niet langer de vorm van de stralingsarm zelf, maar de vorm van de omtrek relevant wordt. De Xiaomi-telefoons vallen niet onder de beschermingsomvang van het octrooi, omdat de vorm van de stralingsarm van de antennes van de Xiaomi-telefoons niet voldoet aan kenmerk 1.6. De stralingsarmen van de Xiaomi-antennes vormen geen “closed loop”. Ook de vorderingen op grond van een onrechtmatige daad worden afgewezen.

IEF 18885

Artikel ingezonden door Willem Hoyng, HOYNG ROKH MONEGIER.

De rechtbank is de weg kwijt (II)

Op 11 december jl. heeft de jaarlijkse octrooi-jurisprudentiebespreking georganiseerd door DeLex plaatsgevonden. Tijdens de voorbereiding stuitte ik op een bijdrage van Tsoutsanis op Boek9 (B15885) waarin hij mijn notitie [IEF 18547] met betrekking tot het vonnis van de rechtbank in de pemetrexed-zaak (d.d.19 juni 2019) [IEF 18534] ongenuanceerd noemt zonder overigens verder op mijn notitie in te gaan. Zijn bijdrage ging verder over een bijdrage van Kleemans.

Aangezien Tsoutsanis aanwezig zou zijn dacht ik dat het aardig voor de discussie zou zijn om (als er tijd voor zou zijn) een paar kanttekeningen bij de bijdrage van Tsoutsanis te plaatsen. Er was helaas geen tijd maar mijn kanttekeningen stonden wel op de slides die waren uitgedeeld. Ik heb toen toegezegd om die slides te publiceren en bovendien Tsoutsanis uitgedaagd voor een door DeLex te organiseren openbaar debat. Die uitdaging werd (nog niet) aanvaard.

Hieronder derhalve de slides waarbij ik aanteken dat slides natuurlijk niet alles weergeven wat ik over de verschillende punten had willen zeggen, maar belofte maakt schuld en derhalve gaan de slides hierbij.

Willem Hoyng

IEF 18884

Handelsnaaminbreuk touringcar afgewezen vanwege langdurig gedogen

Hof Den Haag 12 feb 2019, IEF 18884; ECLI:NL:GHDHA:2019:1530 (CCC tegen BV), https://ie-forum.nl/artikelen/handelsnaaminbreuk-touringcar-afgewezen-vanwege-langdurig-gedogen

Hof Den Haag 12 februari 2019, IEF 18884; ECLI:NL:GHDHA:2019:1530 (CCC tegen BV) Merkinbreukvordering afgewezen. CCC en BV zijn ondernemingen in touringcardiensten. BV is houder van Benelux-woordmerken en domeinnamen. Zelfs als zou moeten worden aangenomen BV niet wist dat CCC haar handelsnamen op haar touringcars gebruikte en die onwetendheid haar ook niet te verwijten was, zijn de overige omstandigheden van dit geval (het gedogen van handelsnamen op de touringcars en oldtimerbussen, de langdurige samenwerking tussen partijen en de gezamenlijke grootvader als oorsprong van de handelsnamen) voldoende om aan te nemen dat CCC gerechtvaardigd heeft vertrouwd dat geïntimeerde zich niet zou verzetten tegen het gebruik door CCC van de handelsnaam Almere-Tours op haar touringcars. Het vonnis van 10 mei 2017 [IEF 16780], verbeterd in het herstelvonnis van 28 juni 2017, wordt vernietigd.

IEF 18883

Aanscherping Wet Toezicht op collectieve beheersorganisaties

De Tweede Kamer behandelt volgend jaar veel wetgevingstrajecten op het gebied van het auteurs- en naburig recht. Zoals de implementatie van de nieuwe Auteursrecht- en Omroeprichtlijn en evaluatie van het Auteurscontractenrecht, maar ook een wijziging van de Wet Toezicht op collectieve beheersorganisaties. Een aanscherping vooral.

IEF 18882

Uitspraak ingezonden door Nadine Reijnders en Tjeerd Overdijk, Vondst.

Tenuitvoerlegging bodemvonnis langlopende orchidee-zaak geschorst

Hof Den Haag 2 dec 2019, IEF 18882; ECLI:NL:GHDHA:2019:3709 (VG Colours tegen HE Licenties), https://ie-forum.nl/artikelen/tenuitvoerlegging-bodemvonnis-langlopende-orchidee-zaak-geschorst

Hof Den Haag 2 december 2019, IEF 18882; ECLI:NL:GHDHA:2019:3709 (VG Colours tegen HE Licenties) Zie ook [IEF 17517], [IEF 18535] en [IEF 18796]. Arrest in incident in octrooizaak met betrekking tot de schorsing van de tenuitvoerlegging van het bodemvonnis. HE Licenties maakt onderdeel uit van de Hanson groep. Zij houdt zich bezig met het beheren van octrooirechten in de sierplantenindustrie en is houdster van het Nederlandse octrooi NL1040904. VG Colours is een onderneming die zich bezighoudt met het kunstmatig kleuren van witte orchideeën. Het beroep van HE Licenties op niet-ontvankelijkheid wordt verworpen.  Dat de rechtbank bij de beoordeling een aantal verweren ten onrechte buiten beschouwing heeft gelaten, brengt niet zonder meer mee dat het eindoordeel over de inbreuk onjuist is. Dat moet in de hoofdzaak worden bepaald. Wel staat daarmee vast dat de beoordeling onvolledig is geweest. De ten uitvoerlegging van het tussen partijen gewezen vonnis van de rechtbank Den Haag van 19 juni 2019 [IEF 18535] wordt geschorst.

IEF 18881

Verzet tegen hoogte griffierecht in cassatieberoep auteursrechtenzaak ongegrond

Hoge Raad 6 dec 2019, IEF 18881; ECLI:NL:HR:2019:1912 (Opposant tegen griffier ), https://ie-forum.nl/artikelen/verzet-tegen-hoogte-griffierecht-in-cassatieberoep-auteursrechtenzaak-ongegrond

Hoge Raad 6 december 2019, IEF 18881; ECLI:NL:HR:2019:1912 (Opposant tegen Griffier) ING bank heeft cassatieberoep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Het betreft een springcassatie. Het griffierecht is vastgesteld op 6591,- euro: het tarief voor voor niet-natuurlijke personen voor zaken met een betrekking tot een vordering met een beloop van meer dan 100.000,- euro. Bij verzoekschrift is in verzet gekomen tegen de hoogte van het bedrag. Volgens opposant ziet de vordering waar het in de genoemde cassatieprocedure om gaat enkel op een verklaring voor recht dat ING geen geldig pandrecht heeft gevestigd op auteursrechten ten aanzien van een door gefailleerde ontwikkelde software. Er zou daarom sprake zijn van een vordering van onbepaalde waarde. De procureur-generaal concludeert dat het verzet ongegrond moet worden verklaard. Hij stelt daartoe dat voor de berekening van het griffierecht moet worden aangeknoopt bij de waarde van de vordering waarover de rechter tegen wiens uitspraak het beroep in cassatie is gericht, had te beslissen, ook indien niet de betaling van een geldsom is gevorderd. Het verzet wordt bij beschikking ongegrond verklaard.

IEF 18880

Schikkingsregeling snijplaten-octrooi blijft in stand

Hof Den Haag 7 mei 2019, IEF 18880; ECLI:NL:GHDHA:2019:3224 (Jet Set tegen BIS), https://ie-forum.nl/artikelen/schikkingsregeling-snijplaten-octrooi-blijft-in-stand

Hof Den Haag 7 mei 2019, IEF 1880; ECLI:NL:GHDHA:2019:3224 (Jet Set tegen BIS) X is houder van het octrooi EP1507630. Het betreft een systeem voor het snijden van staalplaten. Jet Set exploiteert de door X ontwikkelde snijmachines. Tussen Jet Set en Brielle Industrie Services is een regeling overeengekomen, de schikkingsregeling. In deze schikkingsregeling tussen Jet Set en BIS is onder meer bepaald dat BIS elke inbreuk op het octrooi zal staken. In eerste aanleg werd het Nederlandse deel van EP 630 vernietigd. De schorsing van de schikkingsregeling die voorafgaand aan de bodemprocedure is getroffen omtrent het onthouden van handelingen die inbreuk maken op EP 630 werd niet toegewezen. Strijd met de schikkingsregeling werd evenmin toegewezen omdat een elektrisch aangedreven motor niet binnen de beschermingsomvang valt. Jet Set is niet ontvankelijk in haar principaal appel. Door BIS wordt een incidenteel appel gestart. De gewezen vonnissen worden bekrachtigd. 

IEF 18878

Prejudiciële vraag: is overgenomen website-informatie merkinbreuk?

Duitse Gerechten 9 sep 2019, IEF 18878; (MK Advokaten ), https://ie-forum.nl/artikelen/prejudici-le-vraag-is-overgenomen-website-informatie-merkinbreuk

Oberlandesgericht Düsseldorf 9 september 2019, IEF 18878, IEFbe 3003; C-684/19 ( MK Advokaten) Via MinBuza. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Verzoekster met de naam “MBK Rechtsanwälte” is een advocatenmaatschap. Verzoekster is tevens houder van datzelfde Duitse woordmerk dat staat ingeschreven voor onder meer “advies bij rechtszaken; juridisch advies; advocatendiensten; dienstverlening”. Verweerster is ook een advocatenmaatschap die enige tijd actief was onder de namen “mbk rechtsanwälte” en “mbk advokaten”. Landsgericht Düsseldorf verbood verweerster om juridische diensten aan te bieden onder het teken “mbk”. Na dit vonnis heeft verzoekster aangevoerd dat er nog steeds vermelding op internet zijn te vinden van “mbk advokaten”. Deze vermeldingen zijn overgenomen uit een lokaal telefoonboek waar verweerster stond vermeld. Echter, deze vermelding heeft verweerster na het vonnis laten verwijderen. Zij was niet verplicht verdere inspanningen te leveren. In eerste aanleg is verweerster een boete opgelegd omdat zij als gevolg van het vonnis niet alleen de vermeldingen diende te verwijderen waar zij zelf opdracht toe had gegeven, maar ook alle andere vermeldingen die haar economisch voordeel verschaften en gebaseerd waren op de rechtstreeks door haar aangevraagde vermelding. Tegen deze beslissing heeft verweerster beroep ingesteld bij de verwijzende rechter.