IEF 22174
2 augustus 2024
Uitspraak

Optrekkend geluid van een auto heeft geen onderscheidend vermogen

 
IEF 22172
2 augustus 2024
Uitspraak

Hof van Beroep van UPC vernietigt beslissing omtrent verzoek tot bewijsbewaring

 
IEF 22175
1 augustus 2024
Uitspraak

Geen auteursrechtelijke openbaarmaking

 
IEF 18019

Bijdrage ingezonden door Bas Kist, Chiever.

Bas Kist - Kavanaugh bier? 'Als het maar bitter is...'

Heeft de Amerikaanse Brian William goud in handen met zijn aanvraag tot merkregistratie voor het merk Kavanaugh Beer? Brian William, een Amerikaan uit de staat Ohio, denkt vermoedelijk dat hij goud in handen heeft. Op 27 september, op de dag dat rechter Brett Kavanaugh zijn emotionele betoog hield voor de Amerikaanse Senaatscommissie voor Justitie, diende William in de Verenigde Staten een aanvraag tot merkregistratie in voor het merk Kavanaugh Beer.

IEF 18015

Geen bevoegdheid Nederlandse rechter octrooiprocedure "Salahieh octrooifamilie"

Hof Den Haag 9 okt 2018, IEF 18015; ECLI:NL:GHDHA:2018:2607 (Boston Scientific Scimed tegen Edwards Lifesciences Corporation), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-bevoegdheid-nederlandse-rechter-octrooiprocedure-salahieh-octrooifamilie

Hof Den Haag 9 oktober 2018, IEF 18015 (Boston Scientific Scimed tegen Edwards Lifesciences Corporation) Procesrecht. Partijen zijn sinds 2016 verwikkeld in octrooiprocedures over met behulp van een katheter implanteerbare kunstmatige hartkleppen, de ‘Salahieh octrooifamilie'. Boston Scientific heeft in toevoeging van de octrooifamilie EP 2 985 006 A1 aangevraagd. Geïntimeerde heeft het EOB verzocht de verleningsprocedure te schorsen, plus een opeisingsprocedure aanhangig gemaakt bij het Verwaltungsgericht München, waarbij zij de mede-eigendom claimt. Het EOB heeft de verleningsprocedure geschorst. Boston Scientific voert aan dat Lifesciences Corporation onrechtmatig jegens haar handelt door het bij het EOB indienen van een verzoek tot schorsing in de wetenschap dat de daaraan ten grondslag liggende opeisingsactie in Duitsland kansloos is. Daardoor lijdt zij schade: ze krijgt niet het Europese octrooi. Zij betoogt dat de Nederlandse rechter daarom als rechter van de plaats van de schade bevoegd is op grond van art. 6 sub e Rv. De voorzieningenrechter verklaarde zich echter onbevoegd op grond van hetzelfde artikel. Het hof gaat daar in mee. De vordering van Boston Scientific is ook gericht om de schorsing van de verleningsprocedure bij het EOB op te heffen. Nu het gaat om een verdragsrechtelijk systeem van bevoegdheidstoedeling, waarbij de aan de orde zijnde bevoegdheid bij verdrag is toegekend bij de door dat verdrag in het leven geroepen supranationale organisatie, ligt onbevoegdverklaring immers het meest voor de hand (en niet niet-ontvankelijkverklaring).

IEF 18014

Landgericht Düsseldorf: ABC nietig wegens strijd met 3 c) ABC-Verordening

Duitse Gerechten 1 okt 2018, IEF 18014; (MSD tegen Ratiopharm), https://ie-forum.nl/artikelen/landgericht-d-sseldorf-abc-nietig-wegens-strijd-met-3-c-abc-verordening

Landgericht Düsseldorf 1 oktober 2018, 4bO39/18; IEF 18014; IEFbe 2760; LS&R 1647 (MSD tegen Ratiopharm) (EN/DE) ABC-recht. MSD heeft een Duits ABC verkregen voor de combinatie ezetimibe en simvastatine. Eerder verkreeg MSD een ABC voor ezetimibe alleen, welk ABC inmiddels verlopen is. Beide ABCs steunen op hetzelfde basisoctrooi, EP0720599, dat een nieuwe groep azetidinonverbindingen met cholesterolverlagende werking beschermt (waaronder de stof ezetimibe). MSD verkrijgt in Duitsland op basis van haar combinatie-ABC ex parte verboden tegen meerdere generieke partijen. In inter partes kort geding procedures oordeelt het Landgericht Düsseldorf dat de geldigheid van het ABC voor de combinatie twijfelachtig is, omdat het ziet op hetzelfde resultaat van de uitvinderswerkzaamheid als waar het eerder verleende ABC voor ezetimibe op ziet. Met verwijzing naar de arresten Actavis/Sanofi (C-443/12; IEF 13336) en Actavis/Boehringer (C-577/13; IEF 14750) van het HvJ EU, oordeelt het Landgericht dat artikel 3 c) van de ABC-Verordening eraan in de weg staat dat de houder van een basisoctrooi een nieuw ABC kan verkrijgen telkens als hij een geneesmiddel in de handel brengt dat bevat, ten eerste, de als zodanig door zijn basisoctrooi beschermde werkzame stof, die de belangrijkste uitvinderswerkzaamheid van dit octrooi vormt, en, ten tweede, een andere, als zodanig door dit octrooi niet beschermde werkzame stof. Het Landgericht acht het voor de beoordeling van de geldigheid van het ABC van belang dat het combinatiegeneesmiddel slechts een additief effect vertoont t.o.v. ezetimibe alleen en dat het basisoctrooi ook geen andere onverwachte, voordelige effecten openbaart met betrekking tot dit combinatiegeneesmiddel. Dit wijst erop dat de belangrijkste uitvinderswerkzaamheid van het basisoctrooi betrekking heeft op ezetimibe, niet op het combinatiegeneesmiddel. Het Landgericht oordeelt dat, hoewel het combinatieproduct kan worden geacht te zijn beschermd door het basisoctrooi, het ABC in strijd met artikel 3 c) ABC-Verordening is verleend. Dit betekent dat gerede twijfel bestaat over de geldigheid van het ABC. Om die reden heft het Landgericht de opgelegde verboden op. Op 11 juni jl. oordeelde de voorzitter van de rechtbank Den Haag reeds dat het Nederlandse ABC voor de combinatie ezetimibe en simvastatine op voorhand nietig te achten was (C/09/552040 / KG ZA 18-405; IEF 17763).

IEF 18013

Bescherming van intellectuele-eigendomsrechten: nieuw EU-douaneactieplan goedgekeurd door de Raad

, IEF 18013; https://ie-forum.nl/artikelen/bescherming-van-intellectuele-eigendomsrechten-nieuw-eu-douaneactieplan-goedgekeurd-door-de-raad

Ontwerp - conclusies van de Raad over het EU - douaneactieplan tegen inbreuken op intellectuele - eigendomsrechten (IER) voor de jaren 2018 - 2022. De Raad heeft vandaag een nieuw EU-douaneactieplan tegen inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten (IER) onderschreven. Het nieuwe actieplan bestrijkt de periode van 2018 tot en met 2022. Het behelst de effectieve handhaving van IER, de aanpak in de hele internationale toeleveringsketen van de handel in goederen die een inbreuk maken op IER en een versterking van de samenwerking op dit gebied met het Europees Waarnemingscentrum en met relevante rechtshandhavingsautoriteiten. De Commissie zal uiterlijk in het voorjaar van 2019 een stappenplan opstellen voor de uitvoering van het nieuwe actieplan. Ook zal zij deze uitvoering monitoren en jaarlijkse verslagen aan de Raad voorleggen. De Commissie zal uiterlijk in het voorjaar van 2019 een stappenplan opstellen voor de uitvoering van het nieuwe actieplan. Ook zal zij deze uitvoering monitoren en jaarlijkse verslagen aan de Raad voorleggen.

IEF 18012

De wirwar van connecties binnen en rond Buma/Stemra

Overig 5 okt 2018, IEF 18012; https://ie-forum.nl/artikelen/de-wirwar-van-connecties-binnen-en-rond-buma-stemra

'De wirwar van connecties binnen en rond Buma/Stemra', ntb.nl 5 oktober 2018; IEF 18012 Volgende week publiceert de VCTN in de Muziekwereld, het magazine van Kunstenbond vakgroep Muziek/Ntb, over de wirwar van connecties binnen en rond Buma/Stemra en over het verloop van het nieuwe onderzoek naar de organisatie. Het plaatst vraagtekens bij de zorgvuldigheid van het onderzoek en de onafhankelijkheid van het toezicht. VCTN en Ntb/Kunstenbond bepleiten onderzoek door het ministerie van Justitie en Veiligheid naar het functioneren van het College van Toezicht Auteursrechten (CvTA) en stellen vragen bij de verantwoordelijkheid van ook de leden van de interne Raad van Toezicht. Lees hier het artikel ‘In en rond Buma/Stemra - Het is een kwestie van connecties’ En lees hier (pdf) de reactie van VCTN op het ‘nader onderzoek’ en het vertrek van Buma/Stemra-directeur Wim van Limpt.

 

IEF 18011

"Op het einde van de registratieperiode" dient niet worden uitgelegd als het einde van automatische jaarlijkse verlenging van domeinnamen

Gerechtshoven 18 sep 2018, IEF 18011; ECLI:NL:GHAMS:2018:3432 (Hostway tegen Stichting Justitio Zuid), https://ie-forum.nl/artikelen/op-het-einde-van-de-registratieperiode-dient-niet-worden-uitgelegd-als-het-einde-van-automatische-j

Hof Amsterdam 18 september 2018, IT 2645; IEF 18011; ECLI:NL:GHAMS:2018:3432 (Hostway tegen Stichting Justitio Zuid) A. heeft 217 domeinnamen laten registreren door Hostway. De activiteiten en domeinregistraties zijn van A. overgegaan op People Business. A heeft alle domeinnamen in 2010 per brief en fax opgezegd per de verscheidene vervaldata. Hostway heeft vóór het eind van de registratieperiodes domeinnamen vrijgegeven die op naam van A. stonden geregistreerd. A. meldde dat dit niet de bedoeling was, waardoor Hostway de meeste domeinnamen weer op naam van A heeft geregistreerd. Hostway voerde aan dat zij verward was over de strekking van de opzegging. Zij dacht dat A. de domeinnamen wellicht had willen "verhuizen" naar een andere host, en dat het in de brief ging over vervaldata van de domeinnamen die jaarlijks geregistreerd worden. Het hof oordeelt dat de bewoordingen in de brief dat de registraties worden opgezegd "op het einde van de registratieperiode" zijn, in samenhang met het kopje "vervaldatum" en de daaronder genoemde data, zo duidelijk dat zij redelijkerwijs niet anders kunnen worden uitgelegd dan dat A. de overeenkomsten tot registratie in die zin opzegde dat de registraties dienden voort te duren tot aan de data die onder dat kopje worden genoemd. Het hof gaat mee met het oordeel van de rechtbank dat Hostway toerekenbaar tekortgekomen is in de nakoming van de met A. gesloten overeenkomsten door de registraties eerder te beëindigen dan zij mocht doen als gevolg van de opzeggingen in de opzeggingsbrief.

IEF 18004

Lucky Duck geen misleidende bedrijfsnaam voor eendproducten

13 sep 2018, IEF 18004; (Lucky Duck), https://ie-forum.nl/artikelen/lucky-duck-geen-misleidende-bedrijfsnaam-voor-eendproducten

Vz. RCC 13 september 2018, IEF 18004; RB 3212; dossiernr. 2018/00649 (Lucky Duck) Afwijzing. Misleiding. De uiting betreft de bedrijfsnaam tekst “Lucky Duck International B.V.” op de vrachtauto van adverteerder. Blijkens het verdere opschrift op de vrachtauto handelt adverteerder in eend-, varkens- en kipproducten. De klacht. Klaagster acht de bedrijfsnaam “Lucky Duck International B.V.” in strijd met de artikelen 2 en 7 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), nu de eenden, voordat zij tot voedselproducten worden verwerkt, "een vreselijk leven" hebben gehad en "een gruwelijke dood" sterven.

IEF 18010

Uitspraak ingezonden door Tobias Cohen-Jehoram en Gertjan Harryvan, De Brauw Blackstone Westbroek.

AG concludeert tot verwerping cassatieberoep: hardware-AMvB's zijn niet onrechtmatig

Hoge Raad 5 okt 2018, IEF 18010; ECLI:NL:PHR:2018:1177 (HP tegen Staat der Nederlanden en Stichting De Thuiskopie), https://ie-forum.nl/artikelen/ag-concludeert-tot-verwerping-cassatieberoep-hardware-amvb-s-zijn-niet-onrechtmatig

Conclusie AG HR 5 oktober 2018, IEF 18010; ECLI:NL:PHR:2018:1177 (HP c.s. tegen Staat der Nederlanden en Stichting De Thuiskopie) Thuiskopie ex 16c lid 1 Auteurswet. Bij AMvB zijn er, overeenkomstig het SONT-advies, nieuwe voorwerpen aangewezen ex 16c Aw en nieuwe thuiskopievergoedingen vastgesteld. De rechtbank verklaart de hardware-AMvB's in strijd met verbod op willekeur [IEF 14552]. Het hof vernietigt dit vonnis voorzover de vorderingen van HP zijn toegewezen, de uitvaardiging door de Staat is niet onrechtmatig [IEF 16819]. Conclusie AG: verwerping van cassatieberoep.

HP c.s. beogen met deze procedure de voor Nederland vastgestelde thuiskopievergoedingsregeling die is uitgewerkt in een aantal AMvB's onverbindend verklaard te krijgen wegens strijd met de Auteursrechtrichtlijn (ARL of ARI)1 of het willekeurverbod. Volgens HP c.s. volgt uit rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) dat de "billijke compensatie" uit art. 5 lid 2 onder b ARL alleen ziet op thuiskopieën die ten koste gaan van de verkoop van een origineel. Alleen dan lijden rechthebbenden volgens HP c.s. schade. De billijke compensatie moet dan ook volgens het substitutiemodel worden bepaald en niet volgens het licentiemodel, terwijl dat laatste model in het zijdens de Staat gehanteerde Sman-rapport ter onderbouwing van de thuiskopieschade figureert, dat aan de basis ligt van de hofbeslissing, hetgeen zodoende onjuist is volgens HP c.s.

IEF 18009

Uitspraak ingezonden door Wouter Pors, Wieke During en Nina Dorenbosch, Bird & Bird.

FLÜGEL - Alcoholhoudende dranken en energydrinks zijn geen gelijksoortige waren

Gerecht EU (voorheen GvEA) 4 okt 2018, IEF 18009; ECLI:EU:T:2018:641 (FLÜGEL), https://ie-forum.nl/artikelen/fl-gel-alcoholhoudende-dranken-en-energydrinks-zijn-geen-gelijksoortige-waren

Gerecht EU 4 oktober 2018, IEF 18009; IEFbe 2758; ECLI:EU:T:2018:641; T-150/17 (FLÜGEL) Eerder werd FLÜGEL doorgehaald vanwege slogan RED BULL VERLEIHT FLÜGEL [IEF 15454]. Het Gerecht EU vernietigt de beslissing van EUIPO's Kamer van Beroep voor zover de Cancellation Division het merk FLÜGEL nietig verklaarde voor alcoholische dranken. Red Bull had oppositie ingesteld tegen een merkdepot van Flügel. Er is onvoldoende bewijs voor gedogen van merkgebruik door Red Bull, omdat niet voldoende aannemelijk is dat Red Bull zich in de relevante periode bewust moet zijn geweest van dat gebruik in Oostenrijk. Alcoholhoudende dranken en energydrinks zijn geen gelijksoortige waren. Dat betekent dat de oppositie voor zover die op die grond was ingesteld alsnog afgewezen moet worden.

IEF 18008

Opvallende vorm van een flesverpakking die indruk kan maken op het relevante publiek

Gerecht EU (voorheen GvEA) 3 okt 2018, IEF 18008; ECLI:EU:T:2018:638 (flesverpakking Wajos), https://ie-forum.nl/artikelen/opvallende-vorm-van-een-flesverpakking-die-indruk-kan-maken-op-het-relevante-publiek

Gerecht EU 3 oktober 2018, IEF 18008; IEFbe 2757; ECLI:EU:T:2018:638 ; T-313/17 (flesverpakking Wajos) 3D-merk. Absolute weigeringsgrond. Wajos meldt een 3D-merk aan voor klassen 29, 30, 32 en 33 voor o.a. vloeistoffen, dranken en oliën. EUIPO Kamer van Beroep wees de aanvraag af vanwege ontbreken van onderscheidend vermogen. De combinatie van elementen is daadwerkelijk bijzonder en niet alledaags: een glazen deksel een een opvallend uitgedoste kraal. Bovendien loopt het onderste deel aanzienlijk smaller uit. Deze elementen vormen een opvallende vorm die gemakkelijk indruk kan maken op het relevante publiek. Deze combinatie geeft de betreffende container dus een speciaal uiterlijk, dat deze ook onderscheidt van de flessen die gewoonlijk op de markt verkrijgbaar zijn, rekening houdend met het algehele esthetische resultaat, aangezien consumenten niet gewend zijn aan containers met een duidelijk gebogen vorm in het midden. De beslissing van de EUIPO Kamer van Beroep wordt vernietigd.