IEF 21272
2 april 2025
Artikel

DeLex zoekt juridisch redactioneel stagiair voor juli 2025 t/m september 2025

 
IEF 22696
13 mei 2025
Uitspraak

Stokke moet proceskosten betalen na intrekking kort geding over vermeende auteursrechtinbreuk op Tripp Trapp-stoel

 
IEF 22693
13 mei 2025
Uitspraak

Merkinbreuk door gebruik van "ICE" voor cryptovaluta door Ice Labs

 
IEF 1971

Intracommunautaire inbreuken

Alvast voor morgen (hier): Kamerstuk 30411, nr. 6, 2e Kamer. Regels omtrent instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (Wet handhaving consumentenbescherming.

Nota n.a.v. het verslag. Reactie Staatssecretaris Van Gennip.

- Voorts is van belang dat de ConsumentenAutoriteit zo veel mogelijk voortbouwt op het private fundament van vormen van zelfregulering zoals de Stichting Reclame Code, de Stichting Geschillencommissies en de Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 411, nr. 6 4 consumentenorganisaties. Daarom voorziet het wetsvoorstel in samenwerking van de ConsumentenAutoriteit met dergelijke organisaties.

- Op grond van het wetsvoorstel zal de ConsumentenAutoriteit bevoegd zijn om intracommunautaire inbreuken en nationale inbreuken op het gebied van onder meer colportage, prijsaanduiding, misleidende reclame, koop op afstand en overstapbelemmeringen (voor zover deze aan te merken zijn als een onredelijk beding in een contract) aan te pakken, voor zover er sprake is van een collectief belang. Zoals eerder aangegeven geeft de verordening voor de intracommunautaire inbreuken aan wanneer de ConsumentenAutoriteit optreedt.

- De ConsumentenAutoriteit kan in beginsel niet optreden tegen bedrijven die gebruik maken van vrouwonvriendelijke reclame. Het behoort niet tot de bevoegdheid van de ConsumentenAutoriteit om over dergelijk ethische vraagstukken te oordelen. De ConsumentenAutoriteit kan hiertegen echter wel optreden als de reclame bijvoorbeeld ook misleidend is. De Reclame Code Commissie kan overigens wel over vrouwonvriendelijke reclame oordelen en (via de zelfregulering) hiertegen optreden.

- Vooralsnog zullen geen andere private geschillenbeslechtende instanties met een rechtmatig belang bij de beëindiging of het verbieden van intracommunautaire inbreuken worden aangewezen. De Stichting Reclame Code (SRC) zal worden aangewezen als instantie met een rechtmatig belang bij de beëindiging of het verbieden van intracommunautaire inbreuken op de EU-richtlijn misleidende reclame. Hiermee kan de SRC, in het kader van wederzijdse bijstand aan bevoegde autoriteiten in andere lidstaten, op verzoek van de ConsumentenAutoriteit als bevoegde autoriteit, optreden tegen intracommunautaire inbreuken. Hierbij moet een kanttekening geplaatst worden. De verzoekende buitenlandse instantie dientconform artikel 8 van de verordening- het er mee eens te zijn dat handhaving door de SRC ten minste even doelmatig en doeltreffend is.

IEF 1970

Behalve

Kamerstuk 23490, nr. BE/412,1e/2e Kamer. Ontwerpbesluiten Unie-Verdrag; Brief ministers met geannoteerde agenda (met thans beschikbare documenten) voor bijeenkomst Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 27 en 28 april 2006 

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en van de Raad betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen (Rome II)  (…) Bij intellectuele eigendom geldt het recht van het land waarvoor bescherming wordt gevraagd, behalve bij Europees geharmoniseerde rechten.

IEF 1969

Overeenkomsten en verschillen

Kamerstukken 21501-30, nr. 135. Tweede Kamer. Overeenkomsten en verschillen tussen het Nederlandse Kabinetsstandpunt en de door het Europees Parlement aangenomen amendementen op de dienstenrichtlijn en het nieuwe Commissievoorstel (bijlage bij 21501-30, nr. 135).

Uitzonderingen:  NL wenst aantal uitzonderingen op het land van oorsprongbeginsel in artikel 16 en 17:  Specifiek dient een aantal zaken van het lvobeginsel te worden uitgezonderd in art. 17, o.a. dierenwelzijn, fraudebestrijding, het collectief beheer van auteursrechten, het publieke omroepbestel, geldtransport, geldvordering en taken van gerechtsdeurwaarders.

IEF 1968

Kunnen wij dat namaken?

De Telegraaf van 18 april bericht dat het  OM bij de rechtbank in Haarlem een half jaar voorwaardelijke gevangenisstraf, 240 uur werkstraf en 10.000en  euro’s  boete heeft geeïst voor de handel in nagemaakte Bob de Bouwer-poppen, Nijntjes en Winnie the Pooh-beren.

“In 2002 verkocht het bedrijf een partij van ruim 38.000 vervalste Bob de Bouwer-poppen aan het Kruidvat. De drogisterijketen ging ervan uit dat het om de originele poppen ging. (…) Volgens verkoopleider Van der S. handelde hij te goeder trouw: „In mijn beleving waren ze uitdrukkelijk in orde.” Ook zei hij dat hij een monster uit China en de originele poppen had laten zien bij het Kruidvat en dat men daar ook geen argwaan had gekregen.

De verdachte gaf wel toe dat hij e-mails aan de Stichting Namaakbestrijding had vervalst om de schade in de zaak van de Nijntjes te beperken. „Dat waren misstappen.” (…) Officier van justitie A. Drogt vond bewezen dat de verantwoordelijken bij de groothandel bewust inbreuk hebben gemaakt op het merkenrecht. „Hier is winst gemaakt over de rug van de rechthebbenden.” Volgens advocaat A. van Voorthuizen was er geen sprake van opzet.”

Lees hier meer.

IEF 1967

Te verleiden

Zibb.nl bericht dat “Automakers strijd voeren om letters. S, Z en X zijn populaire achtervoegsels in namen van autotypes. O, P, U en Y daarentegen worden zelden gebruikt om de kopende automobilist te verleiden.

(…) Met het toenemende gebruik van letters wordt het echter steeds moeilijker voor de automakers om zich te onderscheiden. Er zijn immers maar 26 letters, die bovendien ook niet allemaal even gewenst zijn.  De M heeft een uitgesproken positief imago. BMW en Nissan waren eerder dit jaar in Canada verwikkeld in een juridisch gevecht. De Duitse autofabrikant sprak van inbreuk op zijn merkrecht van M3, M5 en M Roadster, maar uiteindelijk trok het Japanse Nissan met zijn Infiniti M35 en M45 aan het langste eind.”

Lees hier meer.

IEF 1966

Maar dit gaat te ver

De Gelderlander bericht dat “VVD-Kamerlid Gert-Jan Oplaat, tevens voorzitter van de Markelose Oranjevereniging, vindt dat Buma ‘te ver gaat’ met het heffen van auteursrechten bij optredens van muziekkorpsen op Koninginnedag. Oplaat reageert daarmee op het conflict tussen de Goorse Oranjevereniging en de auteursrechtenorganisatie Buma, die dit jaar voor het eerst een aanslag heeft gestuurd voor een openlucht-optreden van harmonie-orkest Apollo op Koninginnedag.

(…) Oplaat kan zich de ergernis bij de Goorse Oranjevereniging goed voorstellen. ‘Het is goed dat er op auteursrechten wordt gelet, maar dit gaat te ver. Koninginnedagactiviteiten worden door vrijwilligers georganiseerd. Dan auteursrechten heffen op een optreden van een plaatselijk muziekkorps, gaat ten koste van het draagvlak’, weet Oplaat, als componist van het Brookduo zelf aangesloten bij Buma.

(…) De kwestie speelt overigens ook in Delden. Ook Delden is niet van de portemonnee te trekken. ‘Een principe-kwestie.’ De hoogte van de aanslag bedraagt circa 80 euro.” Lees hier meer.

IEF 1965

Aanstaande woensdag

Even inlezen voor de IEForum.nl Wereld IE Dag Borrel 2006:

Persbericht WIPO: World IP Day 2006 focuses on the power of ideas. The power of ideas as the seedbed for innovation and creativity is theme of this year’s World Intellectual Property (IP) Day on April 26, 2006.

In his message to mark the sixth World IP Day, Dr. Kamil Idris, Director General of the World Intellectual Property Organization (WIPO), emphasized the limitless value of ideas in inspiring the work of inventors and creators from which we all ultimately benefit. He said that "World Intellectual Property Day is an occasion to reflect on how human creativity and innovation help provide a better world for everyone.

Dr. Idris released the following message:

“ World Intellectual Property Day is an opportunity to encourage people to think about the role played by intellectual property in everyday life, and about its importance in stimulating and safeguarding innovation and creativity. This year we celebrate the starting point of all intellectual property, the seeds from which all innovations and creative works grow – ideas.

Mankind’s inexhaustible capacity for producing ideas makes us unique. Yet this extraordinary ability is often taken for granted. We hardly notice the countless ideas we generate every day, or how much of what we value is the fruit of others’ ideas: labor-saving inventions, pleasing designs, life-saving technologies.

Ideas shape our world. They are the raw materials on which our future prosperity and heritage depend. This is why it is important to provide environments in which innovative ideas are encouraged and rewarded. This is why intellectual property exists.

From the words, music and images which move us, to the brands which attract us; from the bicycle to bio-fuel; from the microchip to mobile phone – it all starts with an idea.

WIPO member states decided, in 2000, to designate a World Intellectual Property Day to raise awareness of the role of intellectual property in our daily lives, and to celebrate the contribution made by innovators and artists to the development of societies across the globe. April 26 was chosen as this was the date on which the Convention establishing WIPO entered into force in 1970. WIPO and its member states have celebrated World Intellectual Property Day on April 26 each year since its inception in 2001.
WIPO is committed to promoting an intellectual property culture in which there is broad-based understanding of the role and value of intellectual property. Through well-balanced IP systems and structures, WIPO seeks to help creators across the globe to generate economic value from their creations, and so to contribute to the social, cultural and economic advancement of their own societies and of the wider world.

IEF 1964

Stalen variatie

Rechtbank Arnhem, 23 maart 2006, LJN AW2870. Leoxx B.V. tegen J.K. B.V.

Leoxx beticht JK van auteursrechtinbreuk op haar stalenboeken. Leoxx en JK houden zich beiden bezig met de handel van projectvloerbedekking. Om vloerbedekking aan potentiele afnemers te kunnen presenteren gebruiken beide partijen stalenboeken.

Naar het oordeel van Leoxx komt aan haar stalenboeken auteursrechtelijke bescherming toe: "uniek in haar presentatiewijze, dat deze is uitgewerkt in een aantal op kleur gesorteerde stalenboeken. Zij stelt in afwijking van de stalenboeken van de andere aanbieders bewust gekozen te hebben voor een rangschikking zowel aan de binnen- als buitenzijde op kleur, waarbij de buitenzijde aangeeft welke kleur de binnenzijde bevat. Ook uniek is de vermelding van richtprijzen in drie prijsgroepen, het afwijkende formaat van de stalenboeken, de gevarieerde indeling met gevarieerede grootten van stalen en de zilveren bedrukking.." JK oordeelt dat  aan  kleur, elementen van praktische aard, stijl- en vormelementen en op van anderen overgenomen elementen geen auteursrechtelijke bescherming kan toekomen.

De rechter loopt alle aangedragen elementen na en concludeert dat aan het werk inderdaad auteursrechtelijke bescherming toekomt.

a. kleur. Het stalenboek van Leoxx is afwijkend omdat de stalen van de verschillende kwaliteiten / soorten vloerbedekking op kleur bijeen zijn gebracht in één stalenboek: alle rode stalen in het rode stalenboeken. Gebruikelijk is om kleuren van een bepaalde kwaliteit in één stalenboek bijeen te brengen.

b. kleur van de kaft.
Deze kleur duidt de kleur van de in dat boek gepresenteerde vloerbedekking aan. Deze kleur is, samenhangend met de ordening op kleur, specifiek en creatief.

c. prijsgroepen.
De rechter oordeelt dat het vermelden van een prijs opzich zeer gebruikelijk is. De wijze waarop Leoxx de prijs weergeeft, namelijk gerubriceerd in categorieen prij en kwaliteit, is nieuw volgens de rechter.

d. gevarieerde grootte stalen. de variatie in de overige stalenboeken [is] minder groot en van een andere orde dan in de boeken van Leoxx, waar de stalen per pagina tenminste twee á drie verschillende groottes laten zien

e.  de zwarte achtergrond, de zilverkleurige letters, het lettertype, de vermelding pictogrammen en het logo. Deze elementen komen ook in de andere stalenboeken voor en kunnen de stalenboeken van Leoxx geen eigen oorspronkelijk karakter geven danwel daarop een persoonlijk stempel van Leoxx drukken en dienen in de beoordeling aldus buiten beschouwing te worden gelaten.

De combinatie van elementen in ogenschouw nemend, oordeelt de rechter dat  Leoxx een aantal persoonlijke en niet objectief bepaalde keuzes heeft gemaakt die resulteren in  stalenboeken met een eigen oorspronkelijk karakter die het stempel van de maker dragen. Het is niet aannemelijk dat de betreffende elementen voortvloeien uit  de functionele eisen waaraan een stalenboek zou moeten voldoen.

Met betrekking tot de inbreukvraag oordeelt de rechter dat "vooropgesteld wordt dat de inbreukbescherming, vanwege de aard van het stalenboek als een werk van toegepaste kunst minder sterk is dan bijvoorbeeld bij een werk van vrije kunst ". Daar de stalenboeken van JK op sortering op kleur, de buitenzijde die aangeeft welke kleur de binnenzijde bevat, de variatie in grootte van stalen en de indeling in drie (richt)prijsklassen niet (wezenlijk) afwijkt van de stalenboeken van Leoxx, concludeert de rechter dat JK inbreuk maakt.

Lees het vonnis hier.

IEF 1963

Hemelwater

Rechtbank Breda, 20 maart 2006, LJN: AW2868. Rheinzink tegen Prefa Trading Nederland.

Rheinzink is producent van onder andere zinken hemelwaterafvoer-, dak-, en gevelsystemen. Zij verkoopt haar producten wereldwijd. In Nederland worden haar producten verkocht door het bedrijf Wentzel B.V. Prefa Trading is leverancier in Europa voor aluminium dakpannen, dakshingles, dakgoten en afvoerbuizen voor gevelbekleding.

In een advertentie in december 2005 in een speciale editie van het dagblad Cobouw heeft Prefa Trading een advertentie geplaatst, met daarin (onder meer) de volgende passage:

“De nieuwe regelgeving op het gebied van het milieu, heeft bij Prefa Trading Nederland in Oosterhout een ware revolutie te weeg gebracht. Deze regelgeving zegt dat daar waar hemelwater op het oppervlakte water wordt geloosd, géén zinken dakgoten mogen worden toegepast.(…) Aluminium biedt veel meer voordelen dan alleen het sparen van het milieu. Aluminium blijft ook na vele jaren nog mooi en kwalitatief hoogwaardig. Het milieu vraagt ons aller aandacht. Zeker ook de afvoer van regenwater. Zinken dakgoten zijn uit den bozen. Ze logen uit en zijn zwaar milieubelastend. (….)”

Volgens Rheinzink is dit “misleidende (vergelijkende) reclame”.

De voorzieningenrechter stelt op grond van de door partijen overgelegde rapportages van de deskundigen vast dat er tussen de deskundigen (nog) discussie bestaat over de vraag of en zo ja in welke mate, zink milieubelastend is. Nuancering van de mededeling van Prefa Trading dat zink “zwaar milieubelastend is”, ligt derhalve in de rede, zoals Prefa Trading ook heeft erkend.

Voorts leest de voorzieningenrechter in de door Rheinzink zelf overgelegde rapportage van Professor mr. Freriks dat artikel 1 Wvo een verbod inhoudt voor directe lozing van uitgeloogde bouwmetalen op het oppervlaktewater, zoals zink, via bijvoorbeeld een dakgoot of regenpijp, behoudens de mogelijkheid van ontheffing van dit verbod door middel van een vergunning. De passage in de advertentie dat er regelgeving bestaat die zegt dat daar waar hemelwater op het oppervlaktewater wordt geloosd, géén zinken dakgoten mogen worden toegepast, is derhalve in beginsel juist. Echter: het vergunningenbeleid is belangrijk. Bovendien is van belang dat genoemd verbod niet geldt voor afwatering vanuit zinken goten en pijpen op “werken”, zoals een riool, welke situatie zich vaak voordoet. Rheinzink heeft voorts onbetwist betoogd dat de mate van uitlogen afhankelijk is van (onder andere) de vraag of op de betreffende dakgoot of regenpijp een coating is aangebracht. Deze aangevochten passage is dus door zijn onvolledigheid misleidend, want suggereert een algemeen verbod voor toepassing van zinken hemelwaterafvoer, terwijl de werking van het verbod slechts zeer beperkt is.
De juistheid van de gewraakte passage dat aluminium in tegenstelling tot zink na vele jaren nog mooi en kwalitatief hoogwaardig is, is ter zitting niet waargemaakt, zelfs niet verdedigd.

De door Prefa Trading in de aangevochten reclame gedane mededelingen zijn dus deels door ongenuanceerdheid en onvolledigheid, misleidend geweest en anderdeels feitelijk onjuist. Deze reclame-uiting was daardoor onrechtmatig (6:194 a B.W.) jegens Rheinzink. Rheinzink heeft recht op en belang bij een rectificatie in Cobouw. De gevraagde rectificaties in 2 edities van Cobouw komen voor als passend middel om eventueel reeds opgetreden nadeel te compenseren evenals uit oogpunt van proportionaliteit. De gevorderde rectificaties op de eigen website van Prefa Trading en de website van Cobouw zullen worden afgewezen omdat de genoemde rectificaties al voldoende en proportioneel worden geoordeeld.

Lees het vonnis hier.

IEF 1962

Kronieken (2)

Deze maand in de IER: de jaarlijkse  kroniek "van de brug af gezien". Een overzicht van de belangrijkste IE-wetgeving, -jurisprudentie en -literatuur van 2005. Lees kroniek hier (alleen voor abonnees). (Eerder kroniekbericht hier).