Logisch, maar niet realistisch
Persbericht: "Thuiskopievergoeding op MP-3 spelers en DVD-recorders wordt (wel) ingevoerd. De onderhandelingen over de introductie van een Thuiskopievergoeding op portable digitale audiospelers (kortweg MP-3 spelers) en dvd-recorders bevinden zich in een laatste stadium. Deze onderhandelingen worden gevoerd in een aparte organisatie. Daarin zijn betalingsplichtigen en Stichting de Thuiskopie vertegenwoordigd. De voorzitter van deze onderhandelingsstichting is benoemd door de minister van Justitie. Zo wordt een zorgvuldig onderhandelingsproces gewaarborgd. De introductie van de vergoeding op MP-3 spelers en dvd-recorders wordt, volgens planning, begin 2006 verwacht.
ICT Office en Fiar, brancheorganisaties van betalingsplichtige importeurs en fabrikanten, hebben in een persbericht bezwaar gemaakt tegen de introductie van een thuiskopievergoeding op genoemde producten. Dat is logisch, maar niet realistisch. Het is begrijpelijk dat zij zo veel mogelijk van genoemde apparaten willen verkopen, maar het is niet terecht dat zij het bestaan van de wettelijke regeling niet accepteren. Ook wordt door deze organisaties gesuggereerd dat het Innovatieplatform, onder voorzitterschap van minister-president Balkenende, tegen deze vergoedingen zou zijn. Dat is pure misleiding.
Het Innovatieplatform roept op om terughoudend te zijn bij het grootschalig introduceren vanthuiskopievergoedingen op apparaten. Stichting de Thuiskopie is het daar helemaal mee eens. Er zijn vele apparaten waarmee ook kan worden gekopieerd. Die zijn echter primair bedoeld voor iets anders. Denk aan telefoontoestellen met MP-3 speler, een elektronische agenda met geheugen capaciteit voor muziek. Stichting de Thuiskopie pleit er niet voor om ook daar een thuiskopievergoeding op te berekenen, hoewel daar gezien het grote gebruik wellicht wel aanleiding voor zou zijn. Wij gedragen ons dan ook geheel volgens de wensen van onze minister-president en zijn Innovatieplatform. De introductie van een redelijke vergoeding op MP-3 spelers en DVD-recorders is volstrekt in lijn met de wettelijke regeling en met hetgeen in het buitenland gebruikelijk is." Lees volledige persbericht hier. Artikel op Webwereld.nl hier.
Effe wachten
Trammelant in pizzaland, zo meldt Nu.nl. New York Pizza beschuldigt het Duitse Dr. Oetker ervan drie pizza's in Nederland op de markt te hebben gebracht drie zeer sterke gelijkenissen vertonen met die van New York Pizza. "Dr. Oetker introduceert een 'BBQ Chicken' die qua naam en receptuur identiek is aan die van ons. De 'Hot Texas' is een kopie van onze 'Mexican Hot & Spicy' en met de 'Pizza New York' maken ze het helemaal bont", aldus de directeur Vorst van NYP.
Vorst gaat verder: "Deze actie gaat over de grens van wat wettelijk toelaatbaar is. Wij gaan dagvaarden". Dr. Oetker moet niet alleen een einde maken aan de campagne, ook wil NYP dat Dr. Oetker de hierboven genoemde pizza's niet meer zal produceren en de producten uit de winkels zal halen. Binnenkort zal Dr. Oetker dus een dagvaarding thuis bezorgd krijgen. Lees bericht hier.
Door het dal
Connexxion biedt treinreizigers op het traject Ede - Amersfoort vanaf september 2007 de mogelijkheid te kiezen tussen stiltecoupe's en dancewagons. Deze laatste wagons zijn speciaal bedoeld voor de jeugd en zullen voorzien zijn van plasmaschermen met videoclips en speakers met muziek.
Hoewel de muzikale invulling van de muziek die uit de speakers zal schallen nog niet bekend is, heeft Conexxion wel bekend gemaakt (hier) dat de treinstellen onder de naam "Dance Vallei lijn" zullen gaan rijden. Vallei verwijst in dit geval naar de Gelderse Vallei waarvan het traject tussen Ede en Amersfoort deel uit maakt. UDC, organisator van het jaarlijkse Dance Valley is niet blij met de keuze van de naam en heeft stappen aangekondigd. UDC heeft eerder succesvolle procedures gevoerd tegen het gebruik van de namen Indian Valley en Dance Hill. Lees hier meer.
Stappenplan
Rechtbank 's-Gravenhage, 9 november 2005, Bonar Technical Fabrics tegen Ludvig Svensson International. Eis tot vernietiging van het octrooi.
Svensson is houder van het Europees octrooi met betrekking tot een 'flame-retardant, long-time UV-stabilized drapeable screen', voor het geven van schaduw en besparen aan energie voor kassen. Bonar vordert dat de rechtbank het Nederlandse deel van het octrooi van Svensson zal vernietigen. Bonar stelt daartoe dat het octrooi nietig is, aangezien het niet voldoet aan het vereiste van inventiviteit. De rechtbank hanteert ter beoordeling de probleemoplossingsmethode (problem-solution approach).
Allereerst wordt de meest nabije stand van de techniek geïdentificeerd. "In de meest recente versie van de “Guidelines for Examination in the European patent Office (Guidelines, versie juni 2005, red.)” wordt het begrip meest nabije stand van de techniek als volgt omschreven: The closest prior art is that combination of features, disclosed in one single reference, which constitutes the most promising starting point for an obvious development leading to the invention. In selecting the closest prior art, the first consideration is that it should be directed to a similar purpose or effect as the invention or at least belong to the same or a closely related technical field as the claimed invention. In practice, the closest prior art is generally that which corresponds to a similar use and requires the minimum of structural and functional modification to arrive at the claimed invention." De rechtbank komt tot het oordeel dat de door Bonar geproduceerde schermen als meest nabije stand van de techniek wordt aangemerkt.
De volgende stap is het vaststellen van het objectieve technische probleem dat diende te worden opgelost. "To do this one studies the application (or the patent), the closest prior art and the difference (also called “the distinguishing features(s)” of the invention) in terms of features (either structural or functional) between the invention and the closest prior art and then formulates the technical problem", aldus de EOB-richtlijnen.
Als laatste stap resteert de vraag of de als voormeld door het octrooi geboden oplossing voor het in de tweede stap geformuleerde probleem op de prioriteitsdatum voor de gemiddelde vakman op voor de hand liggende wijze uit de stand van de techniek voortvloeide. "The question to be answered is whether there is any teaching in the prior art as a whole that would (not simply could, but would) have prompted the skilled person, faced with the objective technical problem, to modify or adapt the closest prior art while taking account of that teaching, thereby arriving at someting falling within the terms of the claims, and thus achieving what the invention achieves."
De vordering van Bonar wordt in concreto afgewezen, omdat de rechtbank wel inventiviteit aanwezig acht. "Waar het immers om gaat is, dat geenszins is komen vast te staan dat voor de hand lag dat het toepassen van de combinatie van bedoelde materialen zou leiden tot het doel van de uitvinding, welk doel niet slechts inhield het brandveiliger maken van het scherm maar ook (en juist) het handhaven van de andere positieve eigenschappen daarvan. Illustratief in dat verband is, dat Bonar niet heeft weersproken dat het -eerder- toepassen van brandvertragende garens in kasschermen weliswaar leidde tot een brandwerend scherm, doch dat dit scherm overigens slecht bruikbaar was vanwege het (komen te) ontbreken van andere eigenschappen, zoals voldoende waterdampdoorlatendheid. Het keuze van de materialen die de uitvinding volgens conclusie 1 van het octrooi verschaft is dan ook geen juixtapositie van -casu quo een voor de hand liggende keuze uit- reeds bekende materialen, maar een keuze die berust op uitvinderswerkzaamheid en die daarmee inventief is. Voor de afhankelijke volgconclusies geldt hetzelfde. Dat betekent dat aan de vordering van Bonar de grondslag komt te ontvallen zodat die vordering zal worden afgewezen."
Lees hier het vonnis.
Terecht beslagen
Rechtbank 's-Gravenhage, 9 november 2005, Rolnr. KG05/1175, Dutch Mobile-Bos tegen SISVEL.
Kort geding tot opheffing beslag in douanezaak. De Haagse Voorzieningenrechter maakt in mildere dan de gebruikelijke bewoordingen korte metten met de vorderingen.
De Italiaanse onderneming SISVEL heeft op Schiphol telefoons met MP3 functie in beslag genomen die aldaar door de douane waren tegengehouden. De telefoons werden ingevoerd door Dutch Mobile en vervoerd door Bos Transport. SISVEL is door de douane gewaarschuwd omdat zij licentieneemster is op de door een aantal grote electronicafabrikanten geoctrooieerde MP3-compressietechniek. Dutch Mobile en Bos spannen tevergeefs een kort geding tot opheffing van het beslag aan.
Als eerste grondslag voeren zij aan dat de licentieneemster op een octrooi (SISVEL dus) niet zelfstandig verbodsvorderingen met nevenvorderingen kan instellen. Hiermee zien eiseressen volgens de Voorzieningenrechter echter over het hoofd dat SISVEL niet als licentienemer zelfstandig verbodsvorderingen instelt. SISVEL beschikt over een akte, waaruit blijkt dat zij gemachtigd is om namens de octrooihouders op te treden krachtens procesvolmacht. SISVEL heeft zodoende niet namens zichzelf (en zelfstandig) het verzoek tot verlof ingediend en vervolgens beslag laten leggen, maar namens Philips c.s., hetgeen naar Nederlands procesrecht mogelijk is. Of e.e.a. reeds bleek uit het beslagrekest blijkt niet uit het vonnis.
Ten tweede stellen eisers dat de Rb. Haarlem onbevoegd zou zijn geweest om verlof tot beslag te geven. De Voorzieningenrechter te Den Haag is volgens eisers immers bij uitsluiting bevoegd om over octrooizaken te oordelen. Eiseressen zien er aldus aan voorbij dat die uitsluitende bevoegdheid geen betrekking heeft op het treffen van conservatoire maatregelen. Hiervoor geldt onverkort het bepaalde in Rv. De goederen bevonden zich in het arrondissement Haarlem, dus de Voorzieningenrechter daar was bevoegd het verzochte verlof te verlenen.
Tot slot oordeelt de Voorzieningenrechter nog dat niet gebleken is dat het summierlijk van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht blijkt, wat overigens ook niet is gesteld, en dat de het beslag niet 'onnodig' in de zin van art. 70 lid 2 Rv is gelegd. Bij dit laatste oordeel weegt de rechter mee dat partijen nog hebben onderhandeld teneinde het onderhavige geschil op te lossen. Alle vorderingen worden afgewezen.
Lees hier vonnis.Eerst even voor jezelf lezen
Smurfen en gesmurft houden
"Father Abraham hires an IP attorney: Having been toasted in a recent Belgian children's cartoon, Smurfs are now on the counter-attack, mounting an intellectual property rampage against domain name holders. Studio Peyo, which owns the rights to the Smurfs trademark and copyright, has been sending out threatening letters to webmasters who use the name in their web addresses.
The letters are fairly indiscriminate, notes East Bay ISP Robin Bandy. He received one for a nine year old web page he hosts that translates English into Smurf language. He told them to take a Smurfing hike." Lees hier meer (The Register)
Ondertussen in Haarlem
Het Amerikaanse blootblad Penthouse eist dat een seksclub in Haarlem met dezelfde naam direct een andere naam zoekt. Gisteren diende hierover een kort geding bij de rechtbank in Haarlem. De club bestaat al bijna dertig jaar, maar de Amerikaanse uitgever kwam de naam eerder dit jaar voor het eerst tegen op internet. Volgens het bericht zou Penthouse haar merk in Europa ook willen gaan gebruiken voor „gentlemen's clubs.”
"Volgens de advocaat van de seksclub, K. van der Leij, zijn de Amerikanen veel te laat met hun eis. Maar de advocate van Penthouse, M. Smallegange, stelde dat de Amerikaanse uitgever van Penthouse niet in verband wil worden gebracht met een seksclub in Nederland. De rechter vroeg zich af of de uitgever van Penthouse er geld voor over heeft om de seksclub tot een nieuwe naam te bewegen. De advocate van Penthouse gaat onderzoeken of de Amerikanen daarvoor voelen. Mochten de partijen er niet uitkomen, dan doet de rechter 22 november uitspraak." Lees hier meer. (En wie het vonnis in handen krijgt mag het uiteraard mailen).
Op de tocht
ADR regeling voor .eu domeinnaam
INTA (International Trade Association) heeft gisteren een live webcast gehouden over de uitgifte van de .eu domeinnamen. Het panel dat sprak tijdens de webcast bestond uit Wolter Wefers Bettink (Houthoff Buruma), Matthew Harris (Norton Rose, V.K.) en John Slafsky (Wilson Goodrich & Rosati V.S.).
Deze online seminar biedt achtergrond informatie over .eu-domeinnamen en strategische handvaten met betrekking tot de .eu-domeinregistratie. De webcast had de primeur om als eerste de ADR regelgeving voor de .eu extensie openbaar te maken. Je vindt de ADR regelgeving voor de .eu extentsie hier.
Besproken zijn onder andere de volgende onderwerpen:
- Eligibility requirements for owners and licensees of European trademarks and other "prior rights"
- Guidelines for participating in the pre-launch "Sunrise"
- .EU domain name registrations and the rules for the .EU alternative dispute resolution program to be administered by the Czech Arbitration Court
- Best practices for trademark owners seeking to take advantage of teh commercial opportunity presented by .EU