Uit Zweden
Uit een persbericht van de Stichting Brein: “De piraten hebben nu een onderkomen gezocht bij NFOrce die op haar beurt weer bij Leaseweb staat. Deze Nederlandse hosting providers staan internationaal bekend als gastheer voor meerdere illegale bittorrentsites.
Niet alleen bezorgen zij Nederland daarmee een slechte naam als vrijhaven voor internetpiraterij, zij belemmeren daardoor ook Nederland's concurrentiepositie in de ontwikkeling van legale handel op Internet. "Hosting providers die willens wetens diensten verlenen aan illegale sites zijn medeplichtigheid aan een strafbaar feit en aansprakelijk voor de veroorzaakte schade. Vanzelfsprekend zal daar de nodige actie tegen worden ondernomen" aldus Kuik.”
“Illegale Zweedse bittorrentsite probeert doorstart in Nederland.
Vorige week nam de Zweedse politie de servers van 's werelds grootste illegale bittorrentsite Piratebay in beslag. Ook werden enkele medewerkers aangehouden voor verhoor. De eigenaren van deze illegale site gaan er van uit dat het linken naar illegale bestanden legaal zou zijn. Dat is onjuist. "Het is niet alleen onrechtmatig jegens de rechthebbenden maar ook een strafbaar feit. Vandaar ook de actie van de Zweedse politie", zegt Tim Kuik, directeur van stichting BREIN. "Het gaat niet om de technologie maar om wat je daarrmee doet. Bij deze site is dat het willens en wetens verzorgen van massale auteursrechtinbreuk". Illegale Zweedse bittorrentsite probeert doorstart in Nederland.
De piraten hebben nu een onderkomen gezocht bij NFOrce die op haar beurt weer bij Leaseweb staat. Deze Nederlandse hosting providers staan internationaal bekend als gastheer voor meerdere illegale bittorrentsites. Niet alleen bezorgen zij Nederland daarmee een slechte naam als vrijhaven voor internetpiraterij, zij belemmeren daardoor ook Nederland's concurrentiepositie in de ontwikkeling van legale handel op Internet. "Hosting providers die willens wetens diensten verlenen aan illegale sites zijn medeplichtigheid aan een strafbaar feit en aansprakelijk voor de veroorzaakte schade. Vanzelfsprekend zal daar de nodige actie tegen worden ondernomen" aldus Kuik.
Lees persbericht ook hier.
Nagekomen
Nagekomen vrijdagmiddagbericht van het octrooicentrum (v/h het BIE): “In de Donald Duck van deze week wordt een stripverhaal herhaald uit 1949. Hierin lichten oom Donald en zijn neefjes met succes een schip door pingpongballetjes.
Op 4 november 1964 vroeg de Deen Karl Kroyer octrooi aan op het lichten van schepen met behulp van polystereen balletjes, die door een buis in het ruim van het schip werden gepompt. De aanvraag is echter nooit verleend, omdat het principe al beschreven stond in ... de Donald Duck! Zo blijkt maar weer dat fictie, mits het de uitvinding in detail beschrijft of laat zien, ook schadelijk voor de nieuwheid kan zijn.”
Lees het bericht ook hier.
BVIE
Twee berichten, met dank aan het BMB:
1- In de plenaire sessie van de eerste kamer op 9 mei 2006 is het Benelux Verdrag inzake de Intellectuele Eigendom (BVIE) goedgekeurd. Helaas is de Nederlandse regering er niet in geslaagd om het instrument van bekrachtiging van het BVIE tijdig te deponeren. Dit betekent dat het BVIE pas per 1 september 2006 in werking kan treden.
2- Het uitvoeringsreglement van het BVIE is inmiddels vastgesteld. Vanaf vandaag staat het op de site van het toekomstige BBIE. Het reglement zal voor 1 september, de datum van inwerkingtreding van het BVIE, in de drie staatsbladen worden gepubliceerd. Het BMB komt binnenkort met een speciale editie van zijn nieuwsbrief (wie deze nog niet ontvangt kan zich hier aanmelden) waarin de praktische wijzigingen worden opgesomd. Verder zal er speciaal voor gemachtigden een brochure worden uitgegeven. Lees het uitvoeringsreglement hier.
Vrijdagmiddagberichten
Hi kids, read the comic book story of Captain Copyright. Captain Copyright is busy building this website to make it fun and exciting for you! Keep checking back here for more activities for you to do, stuff that can help you with homework your teacher might give you, games you can play, and much, much more.
Lees hier meer (incl. kleurboek!).
Na, de helmpjes en broeken zou je misschien kunnen denken dat dit de volgende IE-WKVoetbal-zaak gaat worden: “Oranje Mercedes-ster onverwacht megasucces De Huppie, de oranje Mercedes-ster van plastic, was bedoeld als geintje maar blijkt onverwacht groot verkoopsucces. Bedenker Joost Verheugd heeft er in korte tijd meer dan 750.000 exemplaren van verkocht.”
Maar het ding lijkt niet eens op de mercedesster en verder is er ook ie-rechtelijk over nagedacht: In 1994 bedacht Verheugd een overhemd voor supporters. Een goed idee, getuige ook het feit dat zijn concept door tal van collega-ondernemers werd 'gejat'.
'Ik heb geleerd van die geschiedenis, daarom heb ik dit keer samengewerkt met een vriend die advocaat is', vertelt Verheugd. 'We hebben patent aangevraagd op het vacuüm-systeem waarmee de Huppie klemvast op de motorkap kan worden bevestigd.' Daardoor blijft de plastic ster volgens de bedenker ook zitten 'als je plankgas over de Duitse Autobahn rijdt'
Lees hier meer.
- Onder internetprogrammeurs is beroering ontstaan over het CTM-depot van het woordmerk WEB 2.0 door het Amerikaanse bedrijf CMP Media. Het merk is aangevraagd voor de organisatie van conferenties, workshops etc. in klasse 41. Direct na het depot 21 maart jl. sommeerde CMP Media, dat samen met O'Reilly Media congressen organiseert, het Ierse bedrijf IT@Cork, dat een conferentie over Web 2.0 wilde organiseren, het gebruik van de term te staken.
Overigens is het nog maar de vraag of de merkaanvraag het gaat halen; de aanvraag moet namelijk nog wel door het OHIM beoordeeld worden en de kans is groot dat het merk geweigerd zal worden.
Lees hier meer
Al eerder over bericht, maar nu ook opgepikt door de Nederlandse bibliotheken: “Auteursrecht is geen eenvoudig onderwerp. Om dit voor hun studenten toegankelijker te maken heeft de Law School van de Amerikaanse Duke University hiervoor de vorm van het stripverhaal gekozen. ‘Bound by law’ is de titel van dit makkelijk leesbare boekje waarin het auteursrecht en ‘fair use’ zoals dat in de VS van toepassing is op aantrekkelijke manier wordt uitgelegd. Doelgroep zijn in principe studenten in scholen en universiteiten in de VS, maar als voorbeeld voor Nederlandse bibliotheken en anderen die te maken hebben met auteursrecht een aardig voorbeeld."
Lees hier meer.
Alleenrecht
Niet alleen het WK Voetbal is het strijdtoneel tussen Nederlandse biergiganten (eerdere berichten hier). Ook op de Zwarte Cross, het jaarlijkse motorcrossfestijn op en rond circuit De Schans, is een conflict ontstaan over wie het alleenrecht op het schenken van bier heeft.
Bavaria heeft een overeenkomst met motorclub MACL op wiens terrein het spektakel plaatsvindt. MACL verhuurt haar terrein echter aan de organisatoren van het event, die toestaan dat Grolsch op dit terrein haar bier schenkt. MACL stelt dat het alleenrecht van Bavaria alleen geldt voor de kantine van de MACL en niet daarbuiten, Bavaria meent dat dit gebied zich ook daarbuiten uitstrekt. Het geschil ligt voor de rechter en uitspraak is over twee weken.
Lees hier meer.
Relatieproblemen.
Zibb.nl bericht vandaag dat datingsite Relatieplanet.nl “claims legt op oplichters die met verkeerd gespelde websites de merknaam relatieplanet.nl exploiteren. Oprichter Chris van Tuijl zegt dat dit grapje het bedrijf veel geld kost.”
(…) Van de laatste jaarlijkse scan van Relatieplanet schrok Van Tuijl van het aantal typesquatters. In totaal krijgen ruim honderd beheerders van nepsites een brief van Van Tuil om vrijwillig hun domeinnaam af te staan. Lukt dat niet, dan leert de ervaring van Van Tuil dat juridische druk werkt. (…) Eerder heeft Relatieplanet ook domeinnamen geclaimd van typesquatters. Het bedrijf heeft zo al negentig domeinnamen geregistreerd. Daar komen nu nog dik honderd bij. 'Het is eigenlijk onbegonnen werk. Maar tolereren kunnen we het ook niet.'”
Lees het volledige artikel hier.
Lolbroek (4)
Rechtbank Almelo, 1 juni 2006, Eiser tegen Grolsch.
Donderdag HoseDag: Naast de uitspraak over de Leeuwenhose van Bavaria (hier), was er gisteren ook nog een uitspraak, met een (procesrechtelijk) staartje, over de Nederhose (eerder bericht hier).
Let op: In het licht van de richtlijn (handhaving) zal de rechter voor de proceskostenveroordeling in intellectuele eigendomszaken moeten komen tot een veroordeling van de redelijke en evenredige kosten."
Eiser stelt zijn vorderingen in op basis van merkinbreuk en modelinbreuk. Grolsch pareert dat zij de naam Nederhose zelf heeft bedacht en heeft gehanteerd sinds de zomer van 2005 in het kader van haar marketingcampagne voor het wereldkampioenschap voetbal.
Merkrecht. Uit de overgelegde flyer blijkt onomstotelijk dat Grolsch gebruik heeft gemaakt van de naam Nederhose voor identieke waren, namelijk kleding in de vorm van een oranje lederhose. Ook stelt de rechtbank vast dat Grolsch al in februari 2006 op de hoogte was van het depot van Eiser.
De stelling van Grolsch verwerpt de rechtbank: "Het uitsluitend recht op een merk wordt ingevolge artikel 3 BMW verkregen door de inschrijving van het merk, waarvan het depot is verricht binnen het Beneluxgebied. Er geldt een attributief stelsel. Gelet op de aard van dit stelsel is de vraag wie er eerder gebruik maakte van het merk irrelevant."
Ook het verweer dat eiser geen belang meer heeft bij de vorderingen omdat Grolsch de naam van haar lederhose inmiddels heeft gewijzigd in Hollandhose: "Volgens vaste jurisprudentie hoeft de enkele omstandigheid dat een gedaagde toezegt een bepaalde handeling niet meer te zullen plegen, de voorzieningenrechter in kort geding niet te beletten om een verbod op te leggen tot het plegen van zodanige handeling. Of ondanks een toezegging een verbod dient te worden opgelegd hangt af van de omstandigheden van het geval." Uit die omstandigheden blijkt dat Grolsch, ook na sommatie, nog gebruik heeft gemaakt van de naam Nederhose. Dat Grolsch stelt haar relaties al op de hoogte te hebben gesteld van het feit dat zij de naam Nederhose niet meer gebruikt, blijkt volgens de rechtbank niet uit de producties: het overgelegde emailbericht is gericht aan 37 mailadressen, terwijl de flyer aan 5700 relaties is verzonden. Grolsch dient aldus een rectificatie te versturen aan alle 5700 relaties.
Modelrecht. Allereerst wordt ingegaan op de vraag of eiser met het depot van de oranje lederhose een geldig modelrecht heeft verkregen. Nee, aldus de rechtbank: "De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat het door Eiser gedeponeerde model niet voldoet aan het vereiste van nieuwheid. De lederhose is eeuwen bekend als een traditioneel Duits/Oostenrijks kledingstuk en in die zin al voor het publiek beschikbaar gesteld. Daar komt bij dat uit de door Grolsch overgelegde catalogus ‘Oranje 2006’ van november 2005 van Boland PartyPartners blijkt dat er al vóór de datum van het modeldepot van Eiser een soortgelijke oranje lederhose aan het publiek ter beschikking is gesteld."
Ook de door Eiser aangevoerde stelling, dat het gedeponeerde model door de onderscheidende kleur reeds een eigen karakter heeft, wordt door de rechtbank verworpen: "Dat Eiser de lederhose in het kader van het wereldkampioenschap voetbal in een oranje kleur heeft uitgevoerd maakt niet dat er sprake is van een eigen karakter. Immers, de kleur oranje is de enige optie voor de lederhose, nu de Nederhose volgens Eiser bestemd is als kledingstuk voor de supporter van het Nederlands elftal, dat zoals bekend als handelskleur oranje heeft. Daarbij wordt deze kleur reeds decennia lang toegepast op allerlei soortgelijke kleding in het kader van sportevenementen waar Nederland als land aan deelneemt." Eiser heeft aldus geen geldig modelrecht verkregen.
Overig. Aangezien door Eiser voldoende aannemelijk is gemaakt dat hij inspanningen dient te verrichten om de eventuele winst die hij door de inbreukmakende handelwijze van Grolsch is misgelopen te compenseren, kent de rechtbank een voorschot op de schadevergoeding toe.
"Eiser vordert tenslotte veroordeling van Grolsch tot betaling van het volledige salaris en de verschotten van de procureur, dan wel een door de voorzieningenrechter te bepalen vergoeding conform artikel 14 van Richtlijn 2004/48/EG van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele eigendomsrechten. Eiser beroept zich op richtlijnconforme interpretatie van artikel 237 Rv. Grolsch stelt dat de in voornoemd artikel neergelegde liquidatietarieven gelden als wettelijke regelgeving en daarom in de weg staan aan een richtlijnconforme interpretatie. [...] De bepaling uit de richtlijn welke voor de onderhavige zaak van belang is, is evenwel nog niet geïmplementeerd. Inmiddels is een wetsvoorstel dat strekt tot implementatie van de richtlijn, door een aanpassing van Rv, tot stand gekomen. Echter, op grond van het in artikel 10 van het EG-verdrag neergelegde beginsel van gemeenschapstrouw is de nationale rechter gehouden mee te werken aan de toepassing van richtlijnen, door interne regelgeving zoveel mogelijk richtlijnconform uit te leggen. Dit betekent dat de uitleg en de toepassing van nationale regelgeving zoveel mogelijk in het licht van de bewoording en het doel van de betrokken richtlijn dient te geschieden. Verder dient de nationale rechter in het kader van de toepassing van het ter uitvoering van een richtlijn vastgestelde nationale recht ervan uit te gaan dat de wetgever de bedoeling heeft gehad om ten volle uitvoering te geven aan de uit de richtlijn voortvloeiende verplichtingen.
In het licht van de richtlijn zal de rechter voor de proceskostenveroordeling in intellectuele eigendomszaken moeten komen tot een veroordeling van de redelijke en evenredige kosten, te toetsen aan de redelijkheid en billijkheid. Deze billijkheid zal een rol kunnen spelen wanneer er sprake is van een inbreukmaker te goeder trouw. In een dergelijke situatie ligt een beperking van de proceskostenveroordeling tot hetgeen onder het huidige recht gebruikelijk is voor de hand. Wanneer er sprake is van grootschalige inbreuk dan wel piraterij ligt een volledige kostenveroordeling voor de hand. Voor de inbreuken die daartussen liggen zal naar bevind van zaken gehandeld dienen te worden en alsdan de redelijke en evenredige kosten bepaald dienen te worden.
De voorzieningenrechter is gezien het voorgaande voorshands van oordeel dat een richtlijnconforme interpretatie van artikel 237 Rv voor de onderhavige zaak ertoe leidt dat Grolsch veroordeeld dient te worden de werkelijk door Eiser gemaakte kosten te vergoeden. Hiervoor is van belang dat Grolsch wetenschap had van het merkrecht van Eiser en, zoals hiervoor overwogen, hoewel daartoe diverse malen gesommeerd door Eiser, bewust inbreuk heeft gemaakt op het merkrecht van Eiser en dat niet onmiddellijk heeft gestaakt."
Lees het vonnis hier.
Kroket naar de maan
Studentenprijsvraag Klos Morel Vos & Schaap over vierkante kroketten:
"Een volstrekt banale vorm? Bijgaand vormmerk-depot voor een vierkante kroket (depotnr. 1095658) is door het Benelux Merkenbureau voorlopig geweigerd om de volgende reden: 'Het vormmerk bestaat uitsluitend uit een volstrekt banale vorm van een kroket en mist ieder onderscheidend vermogen voor de in de klassen 29, 30 en 31 genoemde waren die daarop betrekking hebben. (art. 6bis lid 1 sub b).'
Het merkdepot is hier te vinden op. Het vormmerk is nog niet gebruikt door de deposant.
De opdracht is: schrijf een gemotiveerd bezwaarschrift tegen deze voorlopige weigering en zend dat (met vermelding van naam, adres en studentnummer) vóór 15 juli 2006 aan dirk.visser@kmvs.nl
Eerste prijs: een IE-boekenpakket ter waarde van 500 euro en (desgewenst) een student-stage bij Klos Morel Vos & Schaap (kantoorinfo hier)
Tweede t/m zesde prijs: een krokettenlunch bij Klos Morel Vos & Schaap en gratis deelname aan de Leidse PAO cursus actualiteiten auteursrecht in het najaar van 2006."
Te weinig creatieve elementen
Hof van Beroep Antwerpen, 2 mei 2006, 2005/AR/1565. N.V. Code tegen Mercis B.V. & Dick Bruna. (Met dank aan Joris Deene, Universiteit Gent)
Hoger beroep in de zaak Belgische Lijntje-zaak (eerdere berichten hier)
De eerste rechter verwierp het argument van (het inmiddel opgeheven) tijdschift Deng dat er sprake was van een parodie en ook in hoger beroep komt de rechter tot dezelfde conclusie. Het hof van beroep te Antwerpen oordeelt dat de door Deng ingeroepen parodie onvoldoende verschillend is van het origineel, aangezien er door Deng te weinig creatieve elementen zijn toegevoegd om op zich een origineel werk uit te maken. Door de voorstelling van het onschuldige kinderfiguur Nijntje als gebruiker van verboden substanties wordt het levenswerk van Dick Bruna volgens het hof bovendien verminkt. De beweerde parodie beperkt zich immers niet tot een humoristische-kritische benadering van de auteursrechtelijke figuur maar tast door de denigrerende voorstelling de eer en de reputatie van Dick Bruna aan.
Interessant is het feit dat het hof van beroep het argument van de vrije meningsuiting terzijde schoof. Het in artikel 10 EVRM gewaarborgd recht staat de bescherming van de originaliteit van de wijze waarop een maker van een werk zijn ideeën uitdrukt niet in de weg. De auteurswet voorziet volgens het hof van beroep in een aantal uitzonderingen in het voordeel van de vrije meningsuiting, onder meer voor de parodie, doch deze uitzondering kon in deze zaak niet toegepast worden aangezien er sprake is van een slaafse kopie en niet om een parodie.
Lees het arrest hier.
Belast met het beheer
Hof van Justitie EG, 1 juni 2006, zaak C-169/05. Uradex CVBA tegen RTD en BRUTELE.
Uradex is een vennootschap voor collectief beheer van de naburige rechten van uitvoerende kunstenaars. Uradex heeft een vordering ingesteld bij de rechtbank van eerste aanleg in Brussel tot vaststelling dat de kabelmaatschappijen die lid zijn van de Beroepsvereniging van de radio- en teledistributie (RTD), en in het bijzonder de Intercommunale maatschappij voor teledistributie (BRUTELE), door zonder haar toestemming en dus in strijd met de artikelen 51 en 53 van de wet de tot haar repertoire behorende prestaties van uitvoerende kunstenaars via de kabel door te geven, de naburige rechten schenden die Uradex beheert. Zij heeft eveneens gevorderd dat elk van de betrokken maatschappijen wordt gelast, de doorgifte via de kabel van die prestaties te staken.
De rechtbank wijst de vordering af. Het Hof van Beroep wijst de vordering gedeeltelijk toe en oordeelt dat BRUTELE de doorgifte van niet audiovisuele prestaties dient te staken wegens schending van de naburige rechten van de uitvoerende kunstenaars die het beheer ervan aan Uradex hebben opgedragen. Uradex stelt cassatie in en het Hof van Cassatie stelt de volgende prejudiciële vraag:
„Moet artikel 9, lid 2, van [de] richtlijn [...] aldus worden uitgelegd dat wanneer een maatschappij voor collectieve belangenbehartiging wordt geacht te zijn belast met het beheer van de rechten van een auteursrechthebbende of houder van naburige rechten die het beheer van zijn rechten niet aan een maatschappij voor collectieve belangenbehartiging heeft opgedragen, die maatschappij het recht van deze rechthebbende om een kabelmaatschappij de doorgifte via de kabel van een uitzending toe te staan of te verbieden, niet mag uitoefenen, daar zij alleen belast is met het beheer van de financiële aspecten van de rechten van deze rechthebbende?”
Het HvJ beantwoord de vraag in negatieve zin, het beheer van de rechten van de rechthebbende door die maatschappij is niet beperkt tot de financiële aspecten van deze rechten.
Artikel 9 („Uitoefening van het recht op doorgifte via de kabel”) van richtlijn 93/83/EG luidt als volgt:
1. De lidstaten dragen er zorg voor dat het recht van auteursrechthebbenden en houders van naburige rechten om aan kabelmaatschappijen doorgifte via de kabel van een omroepuitzending toe te staan of te verbieden, uitsluitend door maatschappijen voor collectieve belangenbehartiging kan worden uitgeoefend.
2. Indien een rechthebbende het beheer van zijn rechten niet aan een maatschappij voor collectieve belangenbehartiging heeft opgedragen, wordt de maatschappij die rechten van dezelfde categorie beheert, geacht met het beheer van zijn rechten te zijn belast. Indien de rechten van die categorie door meer dan één maatschappij voor collectieve belangenbehartiging worden beheerd, staat het de rechthebbende vrij te kiezen welke van die maatschappijen geacht wordt zijn rechten te beheren. Voor rechthebbenden waarnaar in dit lid wordt verwezen, gelden dezelfde rechten en plichten uit de overeenkomst tussen de kabelmaatschappij en de maatschappij voor collectieve belangenbehartiging die geacht wordt met het beheer van hun rechten te zijn belast, als voor de rechthebbenden die het beheer van hun rechten hebben opgedragen aan deze maatschappij voor collectieve belangenbehartiging.
Het Hof overweegt dat op grond van artikel 9 lid 1 richtlijn rechthebbenden het recht op doorgifte enkel kunnen uitoefenen via een maatschappij voor collectieve behartiging. Indien een rechthebbende zijn rechten niet heeft overgedragen aan een maatschappij voor collectieve belangenbehartiging, dan wordt deze maatschappij geacht te zijn belast met het beheer van de rechten van deze rechthebbende (artikel 9 lid 2 richtlijn). Volgens het Hof brengt deze bepaling geen beperking aan voor wat betreft de omvang van het beheer:
"Derhalve volgt uit de formulering ervan niet dat een dergelijk beheer enkel betrekking zou moeten hebben op de financiële aspecten van de betrokken rechten, met uitsluiting van het recht op doorgifte"
Dit laat onverlet de mogelijkheid dat van een rechthebbende het recht op doorgifte over te dragen. In dat geval wordt de rechtsverhouding tussen hem en de maatschappij voor collectieve behartiging verbroken.