MSD vs. Teva Pharmaceuticals: the average skilled manâs baggage
The Hague District Court, 25 April 2005, KG ZA 05-354. MSD Overseas Manufacturing versus Teva Pharmaceuticals Europe.
Patents. The requested relief of Merck cannot be allowed, because, as a provisional opinion, there is a realistic chance that the patent will be considered null and void during the proceedings on the merits, so that Merck, on this ground alone, cannot assert any claim against Teva under the supplementary protection certificate referred to above.
In the proceedings at hand Teva, in support of its defence that the patent must fail the inventive step test, invoked new documents, of which it has currently become plausible in preliminary relief proceedings that – different from what was argued by Merck during the oral hearing – they have not been (to a sufficiently knowable degree, at least one that can be considered relevant) discussed during the proceedings at the Board of Appeal. As a provisional opinion, these documents, particularly the publications of Fleisch and Felix, to be more closely indicated hereafter, are in the soon to be indicated context damaging to inventive step.
Read the entire judgment here (translation made available by Marc van Wijngaarden, Bird & Bird).
IEFenglish
Al te goede Privacy is verdacht
Op 3 mei j.l. deed het District Court van Minnesota een opmerkelijke uitspraak (nummer A04-381) over het gebruik van het encryptie programma PGP (Pretty Good Privacy). Verdachte was veroordeeld voor het fotograferen van een naakt negenjarig meisje. De verdediging beargumenteerde dat de encryptiesoftware niets met de zaak te maken had. De rechters beslisten echter dat het alleen al geïnstalleerd hebben van PGP-encryptiesoftware bewijs is voor het hebben van criminele plannen. Een soort electronische variant van enkele grootstedelijke APVs, die het na zonsondergang en op de openbare weg bij zich dragen van lijm, kwasten en verfspullen verbiedt om wildplakken en wildverven tegen te gaan. Bron: webwereld
Interoperabiliteitsartikel
Rechtbank Leeuwarden, 25 mei 2005, LJN AT6118, Pendula / Hemmen & Solarz communicatiegroep. IT-ers worden verplicht tot gratis conversie bij overstap naar nieuwe schoolsoftware. Beroep op het interoperabiliteitsartikel 45m uit de Auteurswet.
Twee scholen hebben als licentiehouders van Pendula het gebruiksrecht over de applicatie "School +" gekregen voor de uitvoering van hun schooladministratie. De scholen willen echter overstappen naar het programma "Magister". Daarvoor moeten de gegevens van de scholen, die zich nu nog bevinden in het programma "School +", met behulp van een zogenaamd 'script' worden geconverteerd naar het programma "Magister". De scholen zijn daartoe zelf niet in staat omdat de servers waarop "School +" geïnstalleerd is, zich bij het bedrijf HSCG bevinden.
"Het primaire verweer van Pendula is kennelijk een beroep op een haar toekomend auteursrecht op de applicatie "School+". Dat verweer faalt. De president is voorshands van oordeel dat, in het licht van de bepalingen van de Auteurswet inzake computerprogrammatuur, van Pendula te vergen valt dat zij voldoet aan hetgeen thans wordt gevorderd, en overweegt daartoe als volgt.
Artikel 45 m, lid 1, van de Auteurswet luidt aldus:
Als inbreuk op het auteursrecht op een werk als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder 12, worden niet beschouwd het vervaardigen van een kopie van dat werk en het vertalen van de codevorm daarvan, indien deze handelingen onmisbaar zijn om de informatie te verkrijgen die nodig is om de interoperabiliteit van een onafhankelijk vervaardigd computerprogramma met andere computerprogramma's tot stand te brengen, mits:
a. deze handelingen worden verricht door een persoon die op rechtmatige wijze de beschikking heeft gekregen over een exemplaar van het computerprogramma of door een door hem daartoe gemachtigde derde;
b. de gegevens die noodzakelijk zijn om de interoperabiliteit tot stand te brengen niet reeds snel en gemakkelijk beschikbaar zijn voor de onder a. genoemde personen;
c. deze handelingen beperkt blijven tot die onderdelen van het oorspronkelijke computerprogramma die voor het tot stand brengen van de interoperabiliteit noodzakelijk zijn.
Aan de drie hier onder a, b en c gestelde voorwaarden wordt in dit geval voldaan:
Ad a: De school is licentiehouder en heeft daarom te gelden als iemand die 'op rechtmatige wijze de beschikking heeft gekregen over een exemplaar van het computerprogramma' .
Ad b: De school heeft er als licentiehouder van "School+" kennelijk belang bij om van Pendula de nodige informatie te verkrijgen die nodig is om de in de wet genoemde "interoperabiliteit" van de applicatie "School+" met het programma "Magister" aldus tot stand te brengen, dat haar nu in "School+" opgeslagen data zonder verdere kosten, werkzaamheden of onnodige omhaal kunnen worden overgebracht naar "Magister". Daartoe is in dit geval kennelijk nodig dat Pendula meer doet dan alleen een "kale" datadump dan wel de data in een standaardformaat ter beschikking te stellen, omdat op dit moment voor de school 'de gegevens die noodzakelijk zijn om de interoperabiliteit tot stand te brengen niet reeds snel en gemakkelijk beschikbaar zijn'.
Ad c: De school wenst dat de data gemakkelijk in "Magister"kunnen worden ingevoerd door middel van een door haar aan Pendula beschikbaar te stellen "script", waarmee de data in de gewenste vorm uit "School+" worden geëxtraheerd. Zij dient daarbij kennelijk te beschikken over 'die onderdelen van het oorspronkelijke computerprogramma die voor het tot stand brengen van de interoperabiliteit noodzakelijk zijn'.
Daarbij is de medewerking van Pendula onontbeerlijk. De school kan dit namelijk zelf niet doen omdat zij de applicatie "School+" niet zelf op haar computer(s) geïnstalleerd heeft gekregen en zij de applicatie slechts kan benaderen via internet met een wachtwoord. Zij kan het script daarom zelf niet 'draaien'. Van Pendula valt te vergen dat zij zonder reserves haar medewerking verleent aan het draaien van het script met het door de school verlangde doel. De school stelt terecht dat, waar de overeenkomst tussen partijen op dit punt kennelijk geen beperkingen inhoudt, uit voormelde wetsbepaling voortvloeit dat de school moet kunnen beschikken over haar gegevens op zodanige wijze, dat haar gegevens gemakkelijk kunnen worden geëxporteerd dan wel geconverteerd naar een ander programma, in dit geval "Magister"." Zowel Pendula als HSCG worden veroordeeld om over te gaan tot de door de scholen gewenste omzetting.
Volgens advocaat en informaticus mr. dr. Doeko Bosscher van TMC BoutiqueSolv is dit het eerste Nederlandse vonnis, naar zijn weten, waarin een conversie verplichting wordt afgeleid uit de Auteurswet, en niet het gebod reverse engineering te gedogen.
"Naar mijn mening is dat (ook) opmerkelijk omdat het hier eigenlijk niet gaat om reverse engineering in eigenlijke zin van een computer programma, maar om de conversie van een database. Zelfs als dat zou zijn, dan is nog de vraag of het hier gaat om een vertaling die nodig is om interoperabiliteit te bewerkstelligen tussen computerprogramma’s. Daarmee lijkt de wetgever toch te hebben bedoeld dat programma’s met elkaar samenwerken, en niet dat een programma een uitvoer moet genereren die leesbaar is door een ander programma..."
Lees vonnis.
Even een vlekje wegwerken
Uitspraak Vzr. Rechtbank 's-Gravenhage KG 05/379 van 24 mei 2005 (Reckitt Benckiser/Action Non Food). Een ietwat vreemde uitspraak met als resultaat een gestrande poging van Reckitt Benckiser (producent van vlekkenverwijderaar Vanish Oxi Action en van de oppervlaktereiniger Cillit Bang) om haar producten te beschermen tegen de verhandeling door Action van Oxi Quick, een vlekkenverwijderaar, en Mascot, een opppervlaktereiniger.
Het beroep van Reckitt Benckiser op haar merk- en modelrechten op de ontwerpen van de verpakkingen van de beide schoonmaakproducten wordt door de Voorzieningenrechter in ongekend ferme bewoordingen afgewezen. Reckitt Benckiser zou niet voldoende specifiek, althans niet voldoende inzichtelijk, hebben aangegeven op welke van deze merk- en/of modelrechten zij zich ten aanzien van welke van de door haar gewraakte producten beroept. Ook zou Reckitt Benckiser op geen enkel moment in de procedure hebben aangegeven, welke onderneming specifiek gerechtigd is op welk merk en/of welk model.
Met name dit laatste is opvallend, nu een korte blik in het merkenregister reeds leert dat in ieder geval alle merkrechten met betrekking tot de ontwerpen van de verpakkingen op naam van één en dezelfde onderneming staan, Reckitt Benckiser N.V. Bovendien blijkt uit het vonnis dat Reckitt Benckiser kopieën van de desbetreffende merk- en modelregistraties als producties heeft overgelegd. Desondanks ziet de Voorzieningenrechter toch reden om de vorderingen die gegrond waren op de merk- en modelrechten, als onvoldoende onderbouwd, af te wijzen.
Ook de beoordeling van het door Reckitt Benckiser ingeroepen auteursrecht op het ontwerp van de verpakkingen van Vanish en Cillit Bang is opvallend. De Voorzieningenrechter oordeelt daarover dat de gelijkenis tussen de Vanish producten van Reckitt Benckiser en de Oxi Quick producten van Action, voor zover er al een auteursrecht op het ontwerp van de Vanish verpakkingen zou rusten, de verpakking van de producten van Action daarmee slechts overeenstemmen voor wat betreft hun paarse kleur (de producten zijn overigens fel roze). Die enkele gelijkenis zou onvoldoende zou zijn om auteursrechtinbreuk aan te nemen. Dit terwijl uit de in het vonnis afgebeelde plaatjes zo op het eerste gezicht tussen de verschillende producten toch wel veel meer gelijkenissen zijn te ontdekken.
Ook de vordering gegrond op het auteursrecht ten aanzien van de oppervlaktereiniger Mascot Turbo wordt door de Voorzieningenrechter afgewezen. De blauwe kleur die Action zou gebruiken voor haar oppervlaktereiniger Mascot Turbo (hier lijkt het product overigens wel paars) zou als gebruikelijk dienen te gelden voor de verpakking van schoonmaakproducten en daarom zou de paarse kleur van Cillit Bang buiten beschouwing moeten blijven bij de beoordeling of op het ontwerp van de gehele verpakking van Cillit Bang auteursrecht zou rusten. Men had zich ook kunnen voorstellen dat de Voorzieningenrechter voor de beoordeling van het mogelijke auteursrecht van de Cillit Bang verpakking juist die verpakking tot uitgangspunt had genomen en niet de latere Action verpakking. Over het etiket van de Cillit Bang verpakking, oordeelt de Voorzieningenrechter nog dat het etiket van Action daarvan zoveel verschilt, dat ook hier geen sprake zou zijn van auteursrechtinbreuk. Ook hierover zou men, gelet op de afgebeelde plaatjes, anders kunnen denken.
Hoewel de Voorzieningenrechter dus niet wilde kijken naar de merk- en modelrechten van Reckitt Benckiser en ook geen auteursrechtinbreuk aannam, oordeelt hij weer wel dat er voor de paarse (maar eigenlijk roze) verpakkingen van de vlekverwijderaars sprake is van onrechtmatig aanhaken. De verpakking van de oppervlaktereiniger zou echter niet als een onrechtmatige nabootsing hebben te gelden. Oordeel zelf, lees hierReckitt het vonnis (met plaatjes, zoals het hoort).
Wie goed doet goed ontmoet
Gratis doelgroep en onderwerp gerelateerde auteursrechtlicentie: de makers van Fokke & Sukke (waarvonder een rechter bij de rechtbank Alkmaar, "nevenbetrekking: Co-auteur Cartoon Fokke & Sukke") stellen een aantal tekeningen gratis ter beschikking van webloggers. 'Wij krijgen zoveel aanvragen voor de reeks cartoons die we over weblogs hebben, dat we besloten hebben om over dat deel niet moeilijk te doen', vertelt tekenaar Jean-Marc van Tol. 'Blijkbaar zijn veel bloggers behoorlijk netjes en willen ze eerst toestemming vragen', aldus Van Tol.
Via de website van Fokke & Sukke kunnen de webblog-cartoons worden gedownload. Gratis te gebruiken op weblogs, zolang er geen commercieel belang mee is gemoeid. Jean-Marc van Tol vindt het niet altijd een probleem dat ook veel van hun cartoons ongevraagd worden gebruikt: 'Veel mensen zijn fans en willen graag wat aan hun eigen lezers tonen en dat vinden we alleen maar eervol. Vaak legt men ook een link aan, dus kunnen we er alleen maar blij mee zijn. We doen dan dus niet moeilijk. Maar in het verleden zijn er ook wel mensen geweest die geld aan ons probeerden te verdienen door bijvoorbeeld de cartoons als content aan te bieden aan palmheldbezitters voor geld, en dan doen we natuurlijk wel moeilijk.
Quote vs. Nauta
"NautaDutilh is een 'zwak merk'. Althans de stíp in het logo van NautaDutilh is een zwak merk. Zo oordeelde de Hoge Raad in januari dit jaar (…) Daarmee kwam een einde aan een negen jaar durende kruistocht langs de verschillende nederlandse rechtsinstanties. Telkens weer kreeg Nauta de klop. 's Lands grootste advocatenkantoor versus een Zeeuws kantoortje dat de euvele moed had oook een stipje in het logo te plaatsen. Nauta beleefde toch al geen glorieus begin van het derde milennium."
IE-recht is altijd goed voor een anekdotische eerste alinea, dat blijkt maar weer. In dit geval is het de de eerste alinea van het stuk De Zeven Plagen Van Nauta, afgedrukt in de nieuwste Quote (juni 2005). Overigens wordt er afgezien van een vermelding van vertrek van de Rotterdamse IE-sectie naar Amsterdam en een foto van Charles Gielen geen aandacht besteed aan IE.
TELETECH vs. TELETECH
GvEA, arrest 25 mei 2005, zaak T-288/03, Teltech tegen OHIM. Weinig spectaculaire zaak waarin verwarringsgevaar tussen de tekens TELETECH GLOBAL VENTURES (CTM-aanvrage) en TELETECH INTERNATIONAL (ouder Frans nationaal en algemeen bekend merk) door het Gerecht van Eerste Aanleg, niet verrassend, wordt aangenomen. ‘TELETECH’ is immers het dominante bestanddeel in beide merken.
Parallel aan het beroep tegen de oppositie van de houder van de CTM aanvrage, loopt een nietigverklaringsprocedure door de France houder van het merk TELETECH INTERNATIONAL. Over de nietigverklaringsprocedure oordeelt het Gerecht nog dat “Het eventuele bestaan van een sinds 1992 in Frankrijk algemeen bekend merk bestaande uit het woordteken TELETECH GLOBAL VENTURES in beginsel niet terzake dienend is in het kader van de [onderhavige] nietigverklaringsprocedure.”
Lees hier het hele arrest.
Eerst even voor jezelf lezen
T-288/03 Arrest 2005-05-25 TeleTech Holdings / OHMI - Teletech International (TELETECH GLOBAL VENTURES)
T-352/02 Arrest 2005-05-25 Creative Technology / OHMI - Vila Ortiz (PC WORKS)
T-67/04 Arrest 2005-05-25 Spa Monopole / OHMI - Spa-Finders Travel Arrangements (SPA-FINDERS)
Bespreking volgt, indien relevant.
IE & Consumentenbescherming
Nieuw op de IVIR- site: Copyright Law and Consumer Protection, L. Guibault en N. Helberger (foto's), European Consumer Law Group, februari 2005. Policy conclusions of the European Consumer Law Group (ECLG) based on a study carried out by L. Guibault and N. Helberger.
The purpose of this study is to provide an overview of certain key aspects of the relationship between copyright law and consumer protection. More particularly, the paper concentrates on what would appear today as the most problematic issue, from the perspective of the consumer, understood in the narrow sense of the word, namely the implementation of technological protection measures (TPM) and digital rights management (DRM) systems and its implication for the exercise of the private use exemption.
Vers van de Haagse pers
De nieuwsbrief van het Benelux-Merkenbureau van vandaag maakt melding van een aantal interessante zaken:
- Het Benelux-Verdrag inzake de intellectuele eigendom is inmiddels ondertekend door België, Nederland en Luxemburg en de nationale goedkeuringsprocedure is inmiddels in gang gezet. Zie hier voor de volledige tekst van het Verdrag;
- Bij het Verdrag hoort ook een nieuw Uitvoeringsreglement, aangezien de bepalingen over merken en modellen nu worden samengevoegd. Dit reglement zal ook de praktische uitvoering van het lang verwachte gemachtigdenregister behelzen;
- In het eerste kwartaal van 2005 zijn reeds 6 beroepen ingediend. Het betreft de woordmerken SUPER CHAMPION en DE ZUIVELHOEVE, twee vormmerken voor yoghurtemmers en de kleur zwart voor kaas en kaasproducten. In Luxemburg konden twee deposanten zich niet vinden in de definitieve weigering van de tekens EASYBYCOACH.COM en BABYCENTER;
- Aan reeds ingeschreven kleurmerken kunnen geen kleurcodes worden toegevoegd. Zie hierover ook hier;
- Ook spannend nieuws: de eerste beslissing inzake een Benelux-oppositie zit er aan te komen. Wanneer precies is niet helemaal duidelijk. Waarschijnlijk ‘onverwijld’;
- En tenslotte iets zeer opmerkelijks. § 5.7 van Richtlijnen inzake de criteria voor het weigeren van merken op absolute gronden geeft weer dat het toevoegen van een grafisch element aan een beschrijvende aanduiding niet per definitie leidt tot een teken dat onderscheidend vermogen heeft. Hetzelfde geldt voor afkortingen die als zodanig herkenbaar zijn. Volgens het Bureau verkrijgt het teken Regionale Hotelgids (bijvoorbeeld) geen onderscheidend vermogen door toevoeging van de voor de hand liggende afkorting RHG. Terwijl RHG op zichzelf wél registreerbaar is. Dit lijkt een beetje inconsequent en kort door de bocht geredeneerd. Bovendien, wát is een voor de hand liggende afkorting? RHG? ReHotGi? De ReHoGids? Wordt ongetwijfeld vervolgd.