Inbreuk op auteursrechten softwareproducent
Rechtbank Noord-Holland 8 maart 2023, IEF 21292; ECLI:NL:RBNHO:2023:1978 (Isah tegen Torpedo c.s.) In deze zaak hebben Torpedo c.s. betwist dat ook Torpedo Nederland gebruik gemaakt heeft van het programma van Isah of dat Torpedo Nederland een verwijt gemaakt kan worden van de gestelde inbreuk op de rechten van Isah. De rechtbank oordeelt dat Torpedo Nederland wel schadeplichtig is omdat ze als groep verbonden zijn met Buigstaal, die het programma zonder toestemming gebruikte, en dat beide bedrijven op hetzelfde adres zijn gevestigd. Bovendien is het onrechtmatig handelen van A. bij het clandestien opnieuw activeren van het Isah ERP-pakket aan Torpedo Nederland toe te rekenen, zodat ook zij aansprakelijk kan worden gehouden voor de voor Isah hierdoor ontstane schade. In deze zaak heeft Buigstaal onrechtmatig gehandeld jegens Isah door na de opzegging van de licentieovereenkomst toch nog gebruik te maken van het programma van Isah. Torpedo c.s. zijn schadeplichtig ten opzichte van Isah voor de geleden schade. De rechtbank beveelt Torpedo c.s. ieder voor zich om zich met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis te onthouden en te zullen onthouden van iedere directe of indirecte inbreuk op de auteursrechten van Isah.
Brief minister EZK: start United Patent Court (UPC)
Vanaf 1 juni 2023 zal het Europese octrooisysteem efficiënter en eenvoudiger worden door de introductie van het unitair octrooi en de oprichting van het United Patent Court (UPC), zo schrijft de minister van Economische Zaken en Klimaat in een brief aan de tweede kamer. Nederland gaat deelnemen aan het UPC met een lokale visie in Den Haag.
Het unitair octrooi biedt de mogelijkheid om via één registratie octrooibescherming te verkrijgen in vrijwel alle lidstaten van de Europese Unie. Door het unitair octrooi en het UPC zullen nationale validaties en de daaraan verbonden administratieve verplichtingen (en vertaaleisen) niet langer nodig zijn. Middels het UPC kan bij één instantie een uitspraak worden verkregen ten aanzien van de geldigheid van of inbreuk op een Europees octrooi met werking in vrijwel heel Europa. Hiermee worden afzonderlijke, parallelle nationale procedures in de toekomst vermeden.
Uitspraak ingezonden door Jos Klaus, Michiel Odink en Max van Oostrum, Leeway
Baidu heeft succesvol de doorhaling van vier ‘Baidu’ merkregistraties gevorderd
BBIE 29 december 2022, IEF 21289; doorhalingsbeslissing 3000312 (Baidu tegen Baidu Europe) Het betreft hier een zaak tegen een vennootschap van Michael Gleissner, 's werelds meest beruchte trade mark troll. De verzoeker heeft op 16 juni 2021 een vordering tot doorhaling ingediend bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE) tegen de Benelux-inschrijving van het woordmerk 'baidu'. De vordering is gebaseerd op de gronden dat het betwiste merk niet normaal is gebruikt en dat de aanvraag te kwader trouw is ingediend. De conclusie is dat verweerder niet in staat is geweest om normaal gebruik van het betwiste merk binnen het Benelux-gebied aan te tonen en daarom wordt het merk vervallen verklaard. Aangezien de vordering tot doorhaling slaagt op basis van grond I, hoeft de beoordeling van de grond II (kwade trouw) niet plaats te vinden.
AIPPI Symposium: de stellingen zijn bekend!
Op 15 maart 2023 zal in Zeist tijdens het AIPPI Symposium het merkenrechtelijke debat plaatsvinden. De stelllingen waarover gedebatteerd zal worden zijn inmiddels bekend. Het gaat om de volgende stellingen:
- Coty/Easycosmetic heeft niets veranderd aan het leerstuk van de gegronde reden in het merkenrecht.
- Duurzaamheid is een grondrecht en moet worden meegewogen bij de beoordeling of sprake is van een gegronde reden.
- De gegronde reden bestaat niet in een Metaverse, want er is geen sprake van ‘dezelfde waren’.
Hebt u uw visie hierover al paraat? We zien u graag de 15e. Registratie is inmiddels gesloten. Het gehele programma vindt u hier.
Uitspraak ingezonden door Frank Rutgers, Louwers IP|Technology Advocaten
Geen gebruik aangetoond door Sunco Capital
BBIE 24 februari 2023, IEF 21288; Beslissing oppositie 2017497 (SUNCO. tegen SUNCOM) Het Bureau heeft beslist dat Sunco Capital niet voldoende heeft bewezen dat zij het ingeroepen merk ‘SUNCO’ in de afgelopen vijf jaar voldoende heeft gebruikt in de Europese Unie. Volgens het Bureau zijn de gebruiksbewijzen van Sunco Capital onvoldoende om aan te tonen dat het merk SUNCO in de EU in de afgelopen vijf jaren voldoende is gebruikt voor de waren en diensten waarvoor het merk is ingeschreven. De facturen van Sunco Capital laten niet zien dat SUNCO als merk wordt gebruikt. Hooguit blijkt hieruit dat SUNCO als handelsnaam wordt gebruikt. Verder wordt er door middel van de facturen geen verband aangetoond tussen SUNCO en de waren en diensten waarvoor het merk is ingeschreven. De overige stukken (screenprints website, brochures, persberichten etc.) hebben slechts betrekking op Spanje en laten vooral zien dat Sunco Capital actief is als investeringsmaatschappij. Het ingeroepen merk SUNCO is niet ingeschreven voor diensten van een investeringsmaatschappij (klasse 36), waardoor dit bewijs geen effect heeft. De oppositie van Sunco Capital is afgewezen en het merk SUNCOM (woord/beeld) zal worden ingeschreven in het Benelux merkenregister.
JUST DO IT vs FoFoCup - Just fold it!
EUIPO 3 maart 2023, IEF 21287; OPPOSITION Nо B 3 106 028 (JUST DO IT tegen FoFoCup - Just fold it!) De zaak gaat over een oppositie tegen de registratie van een nieuw handelsmerk genaamd 'FoFoCup - Just Fold It' vanwege vermeende gelijkenissen met de eerder geregistreerde handelsmerken 'Just Do It'. Het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) oordeelde dat de gelijkenis tussen de tekens visueel en auditief laag is en dat de conceptuele aspecten geen invloed hebben. Er is geen waarschijnlijkheid van verwarring tussen de tekens, omdat ze effectieve onderscheidende kenmerken hebben die het publiek zal onthouden. Daarom is er geen relevantie gelijkenis tussen de tekens, zelfs als de goederen en diensten identiek zijn. De oppositie moet worden afgewezen. Hetzelfde geldt voor het non-Spaanstalige deel van het publiek dat de betekenis van de componenten van het nieuwe handelsmerk begrijpt. De tegenpartij heeft ook artikel 8(5) EUTMR ingeroepen, dat vereist dat het eerdere handelsmerk een reputatie heeft en dat het gebruik van het nieuwe handelsmerk zonder geldige reden afbreuk zou doen aan de reputatie van het eerdere handelsmerk. Aangezien niet is vastgesteld dat de eerdere merken een reputatie hebben, zoals uiteengezet onder sectie d) van de beoordeling onder artikel 8(1)(b) EUTMR, is één van de noodzakelijke voorwaarden van artikel 8(5) EUTMR niet vervuld en moet de oppositie worden afgewezen.
Heeft Travion haar klachtplicht geschonden?
Rechtbank Den Haag 22 februari 2023, IEF 21286; ECLI:NL:RBDHA:2023:2359 (Travion tegen CSN) Travion heeft klachten geuit over APC noodstroomproducten die zij van CSN heeft gekocht en beweert dat deze niet aan de inkoopvoorwaarden voldeden. CSN verweert zich door de stelling in te nemen dat Travion haar klachtplicht heeft geschonden. De rechtbank oordeelt echter dat Travion haar klachtplicht niet heeft geschonden en dat CSN aansprakelijk is voor de schade die Travion heeft geleden door de aankoop van inbreukmakende producten. Daarom moet CSN Travion vrijwaren voor de daaruit voortvloeiende kosten, vorderingen en verliezen. De rechtbank staat toe dat Travion zijn betalingsverplichting aan CSN opschort, omdat er een voldoende samenhang is tussen de opeisbare vordering die Travion heeft op CSN vanwege de verkoop van inbreuk makende APC noodstroomproducten en de koopovereenkomst waaruit de betalingsverplichting voortvloeit. Artikel 6:52 BW staat deze opschorting toe.
Uitspraak ingezonden door Prof. Tobias Cohen Jehoram, De Brauw
Hof oordeelt: publicatie dagboek Anne Frank op website niet in strijd met auteursrecht
Gerechtshof Amsterdam 7 maart 2023, IEF 21285; ECLI:NL:GHAMS:2023:542 (het Anne Frank Fonds tegen de Anne Frank Stichting c.s.) Dit kort geding gaat over de vraag of de door het Anne Frank Fonds (hierna: het Fonds) gevorderde maatregelen moeten worden getroffen tegen de editie van het dagboek van Anne Frank zoals die op de website van de Vereniging Voor Onderzoek En Ontsluiting van Historische Teksten (hierna: de Vereniging) gepubliceerd. Het Fonds vordert onder meer een bevel om de publicatie van de manuscripten te staken, althans de website zodanig in te richten dat deze manuscripten ook met een VPN of een proxy-dienst in Nederland voor het publiek niet toegankelijk zijn. Voor de beslissing is in het bijzonder van belang of de Vereniging met die beschikbaarstelling op de website een mededeling aan het publiek in Nederland doet, ondanks de geo-blocking. Het Hof oordeelt dat er geen sprake is van opzettelijk ontoereikende geo-blocking en dat er geen inbreuk wordt gemaakt op de auteursrechten van het Fonds.
Hof wijst incidenteel verzoek tot stillegging procedure af
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 28 februari 2023, IEF 21284; ECLI:NL:GHARL:2023:1770 (Google tegen Sonos c.s.) Sonos c.s. stellen dat de hoofdzaak niet kan worden voortgezet omdat het cassatieberoep schorsende kracht heeft op grond van artikel 404 Rv. Het hof is van oordeel dat dit standpunt niet kan worden gevolgd, omdat het onbevoegdheidsvonnis en de daaropvolgende tussenarresten van het hof Den Haag geen definitieve beslissingen zijn over wat Google in de hoofdzaak heeft gevorderd. Een cassatieberoep van een tussenarrest heeft geen schorsende werking, tenzij er tussentijds beroep in cassatie openstaat of is opengesteld. Dit is niet het geval, dus de cassatie schorst de hoofdzaak niet. Het hof ziet ook geen andere redenen om de procedure bij het hof te schorsen, aan te houden of door te halen en merkt op dat het beroep op de onbevoegdheid van het hof niet opgaat omdat het hof de appelinstantie is van de vonnissen van de rechtbank Midden-Nederland. Het hof wijst de incidentele vorderingen van Sonos c.s. af.
Is de foto auteursrechtelijk beschermd?
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 22 februari 2023, IEF 21281; ECLI:NL:RBZWB:2023:1306 (eiser tegen gedaagde) De zaak gaat over een foto waarvan de eiser beweert dat hij de maker is en daarom het auteursrecht heeft. De gedaagde heeft betwist dat de foto genoeg originaliteit en persoonlijkheid heeft om auteursrechtelijk beschermd te zijn. De eiser heeft niet voldoende onderbouwd waarom de foto auteursrechtelijk beschermd is en daarom worden alle vorderingen van de eiser op basis van auteursrecht afgewezen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het gebruik van een deel van de foto door de gedaagde kan worden beschouwd als een citaat en daarom niet als inbreuk op auteursrecht wordt beschouwd. De eiser is veroordeeld tot betaling van de kosten van de procedure als de in het ongelijk gestelde partij.