Geen inbreuk op merk- en handelsnaamrechten
Hof Amsterdam 16 maart 2021, IEF 19912; ECLI:NL:GHAMS:2021:760 (Bluefield Partners tegen BFA) Kort geding. Het geschil tussen partijen in dit kort geding is toegespitst op de vraag of BFA vanaf september 2019 inbreuk maakt op de handelsnaamrechten en/of merkrechten van Bluefield Partners, dan wel anderszins onrechtmatig handelt jegens Bluefield Partners. Bluefield Partners beschikt over de oudste rechten, uitgaande van haar handelsnamen Bluefield Partners en Bluefield Finance en de Bluefield Finance-merken. De diensten waarvoor de Bluefield Finance-merken in 2016 zijn ingeschreven, stemmen met deze activiteiten in de kern overeen. Het hof oordeelt dat de vorderingen van Bluefield Partners door de voorzieningenrechter terecht zijn afgewezen: Er zijn door Bluefield Partners geen stukken overgelegd waaruit kan worden afgeleid dat haar merk zoveel aantrekkingskracht, reputatie of prestige heeft dat er voor BFA voordeel is te trekken uit de merken van Bluefield Partners (kielzogvaren); ook is niet aannemelijk dat ongerechtvaardigd voordeel wordt getrokken uit of afbreuk wordt gedaan aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van de merken van Bluefield Partners.
Artikel ingezonden door Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger en Simon Dack, HOYNG ROKH MONEGIER.
Kroniek Intellectuele Eigendom NJB 2021
Artikel van Dirk Visser en Simon Dack in het Nederlands Juristenblad (NJB), 23 april 2021, aflevering 16.
Zowel bij onderscheidende als bij beschrijvende handelsnamen is verwarringsgevaar het enige inbreukcriterium, maar de vrijhoudingsbehoefte wordt erkend. Hema mag geen hemdjes met krokodillen verkopen. In het octrooirecht is er eindelijk een bruikbare toets voor inbreuk door equivalentie. Dwanglicenties op geneesmiddelen blijven onderwerp van veel discussie. Ook in het octrooirecht zijn er nu indicatietarieven voor proceskostenveroordeling. Alle filmmakers krijgen recht op een proportionele billijke vergoeding voor doorgifte. Framed hyperlinken wordt beperkt. Google en Facebook moeten betalen aan auteursrechthebbenden.
Lees verder.
Uitlatingen over omkoping niet aannemelijk gemaakt
Hof Arnhem-Leeuwarden 13 april 2021, IEF 19908, IT 3487; ECLI:NL:GHARL:2021:3358 (Appellant tegen geïntimeerde) Deze zaak betreft uitlatingen die in 2020 gedaan zijn over een voetbalwedstrijd tijdens het WK van 1994, waarbij Nigeria heeft verloren van Italië met 2-1. Geïntimeerde vervulde destijds een functie bij het Nigeriaanse elftal, appellant heeft hier ook ooit een functie bij vervuld. De rechtbank heeft in kort geding aannemelijk geacht dat appellant in een radio-uitzending van een Nigeriaanse zender heeft gezegd of gesuggereerd dat geïntimeerde deze wedstrijd heeft verkocht. Dit vond de kortgedingrechter onrechtmatig en daarom is appellant veroordeeld tot het plaatsen van een rectificatie in een landelijke krant in Nigeria. Het hof oordeelt nu echter dat geïntimeerde niet aannemelijk heeft gemaakt dat appellant deze uitlatingen heeft gedaan. De vordering van geïntimeerde wordt daarom alsnog afgewezen.
Beeldmerken te verschillend van elkaar voor inbreuk
Gerecht EU 21 april 2021, IEF 19907, IEFbe 3206; ECLI:EU:T:2021:207 (Chanel tegen EUIPO) Chanel heeft tegen de inschrijving van het beeldmerk van Huawei verzet aangetekend omdat deze volgens haar gelijkenissen vertoont met haar eigen, oudere Franse beeldmerken. Het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) heeft dit afgewezen. Chanel is vervolgens in beroep gegaan tegen deze afwijzing, maar tevergeefs. Het Gerecht oordeelt dat bij de beoordeling van de overeenstemming of soortgelijkheid van conflicterende merken, er moet worden gekeken naar de vorm waarin zij zijn ingeschreven en aangevraagd, ongeacht een eventuele verandering in hun gebruik op de markt. Hieruit concludeert zij dat de beeldmerken verschillend zijn van elkaar en wijst zij de vorderingen van Chanel af.
Misleidende en vergelijkende reclame over hoortoestellen
Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 19 april 2021, IEF 19906, RB 3506, ECLI:NL:RBMNE:2021:1567 (Kwaliteitsaudiciëns tegen gedaagde) Gedaagde is als audicien een verkoper van hoortoestellen. Zij heeft onlangs een reclamecampagne gelanceerd voor op televisie, radio, internet en in kranten waarin zij een aantal gewaagde claims maakt. Zo stelt zij de eigen bijdrage - het bedrag dat niet door een zorgverzekeraar wordt vergoed - van hun hoortoestellen vóór de klant te betalen. Daarnaast beweert zij dat er veel andere audiciens zijn die hoortoestellen aan hun klanten adviseren die niet door zorgverzekeraars worden vergoed. Branchevereniging de Kwaliteitsaudiciens vindt de uitingen te ver gaan en stelt dat gedaagde zich schuldig maakt aan het verspreiden van misleidende en vergelijkende reclame. De voorzieningenrechter gaat hierin mee en verbiedt de reclamecampagne van gedaagde wegens het creëren van misleidende reclame, van een ontoelaatbare vergelijkende reclame en van een misleidende handelspraktijk. Zij ziet echter geen noodzaak voor Kwaliteitsaudiciëns om een rectificatie op te leggen aan gedaagde.
Jurisprudentielunch Merken-, Modellen- en Auteursrecht op 19 mei
Schuif aan bij de Jurisprudentielunch Merken-, Modellen- en Auteursrecht dit voorjaar. Op woensdag 19 mei geven Tobias Cohen Jehoram (De Brauw Blackstone Westbroek), Charles Gielen (NautaDutilh) en gastspreker Bernt Hugenholtz (emeritus hoogleraar UvA / IvIR) u tijdens lunchtijd een compleet overzicht van relevante en recente rechtspraak in drie vakgebieden.
Enkele van de te behandelen uitspraken zijn:
HR 19 februari 2021 DOC/Dairy Partners, [IEF 19773] (Handelsnaamrecht)
Gerecht 18 november 2020 Tinnus, [IEF 19589] (Modellenrecht)
Gerecht 24 maart 2021, Lego/EUIPO, [IEF 19850]
Merkenrecht
Husqvarna/Lidl, [IEF 19733]
Infineon/NXP, [IEF 19692]
Tommy Hilfiger/Facebook, [IEF 19857]
Tijd: 13.00 - 16.15 uur
Accreditatie: 3 PO punten
Ook online wordt het een bijzondere editie dit voorjaar. Zet lunch en laptop klaar, en u bent in een paar uur tijd weer volledig op de hoogte! Aanmelden? Dit kan via de website en info@delex.nl.
Prejudiciële beslissing over rechtmatig belang
HvJ EU 15 april 2021, IEF 19904, IEFbe 3204; ECLI:EU:C:2021:279 (Hengstenberg) De benaming „Spreewälder Gurken (BGA)” is sinds 19 maart 1999 geregistreerd als beschermde geografische aanduiding voor o.a. augurken. Op 18 februari 2012 heeft Spreewaldverein bij het DPMA een aanvraag tot wijziging van het betrokken productdossier ingediend, die betrekking had op een wijziging van de productiemethode van die augurken. Hengstenberg heeft vervolgens bezwaar aangetekend en daarna beroep ingesteld tegen de aanvraag. Er is daarna tussen de twee behandelende Duitse gerechten van deze kwestie een verschil van opvatting ontstaan over wanneer een partij het "rechtmatig belang" heeft voor het opkomen tegen een wijzigingsaanvraag van een productdossier binnen deze branche. Hierover heeft het Bundesgerichthof nadien een prejudiciële vraag gesteld aan het Hof. Deze antwoordt hierop dat er sprake van een dergelijk rechtmatig belang kan zijn voor elke natuurlijke of rechtspersoon die door de gevraagde wijzigingen daadwerkelijk of potentieel economisch wordt geraakt.
Recht van voorrang onterecht geweigerd
Gerecht EU 14 april 2021, IEF 19903, IEFbe 3205; ECLI:EU:T:2021:186 (The Kaikai Company tegen EUIPO) The Kaikai Company heeft op 24 oktober 2018 een meervoudige aanvraag tot inschrijving van twaalf gemeenschapsmodellen ingediend bij het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO). Zij heeft voor al deze modellen aanspraak gemaakt op voorrang op grond van internationale octrooiaanvraag PCT/EP2017/077469, die op 26 oktober 2017 bij het Europees Octrooibureau (EOB) was ingediend. Op 31 oktober 2018 heeft het EUIPO The Kaikai Company ervan op de hoogte gebracht dat de meervoudige aanvraag in haar geheel was aanvaard, maar dat het geclaimde recht van voorrang voor alle modellen werd geweigerd, aangezien de eerdere aanvraag meer dan zes maanden vóór de meervoudige aanvraag was ingediend. The Kaikai Company is het hier niet mee eens en verzoekt het Gerecht tot vernietiging van deze beslissing. Deze oordeelt dat de voorrangstermijn niet goed is toegepast door het EUIPO en wijst de vordering van The Kaikai Company toe.
Uitspraak ingezonden door Marc de Boer, Hanna van Til en Savine Warmelink, Boekx Advocaten.
"Gestalkt" aflevering mag worden uitgezonden
Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 16 april 2021, IEF 19901, IT 3482; ECLI:NL:RBMNE:2021:1674 (Eisers tegen Skyhigh) Eisers claimen slachtoffer te zijn van stalking door de ex van een van hen. Zij hebben een redacteur benaderd van het programma "Gestalkt", geproduceerd door Skyhigh, over mogelijke deelname aan het programma als slachtoffer van stalking. Later bleek dat ook de ex eisers heeft beschuldigd van stalking. Eisers zijn vervolgens onaangekondigd opgenomen voor het programma, op het moment waarop zij achter deze beschuldiging kwamen. Tot hun verbazing bleek ineens dat Skyhigh in de aflevering juist de ex wilde gaan neerzetten als slachtoffer van stalking door eisers. Eisers hebben hier geen toestemming voor gegeven en vorderen van Skyhigh de aflevering niet openbaar te maken, dan wel hen onherkenbaar hierin te maken. De voorzieningenrechter oordeelt dat Skyhigh de aflevering gewoon mag uitzenden, mits zij eisers daarin onherkenbaar in beeld brengt.
Domeinnaamhouder niet aansprakelijk voor beelden huwelijk Grapperhaus
Rechtbank Amsterdam 9 april 2021, IEF 19900, IT 3481, ECLI:NL:RBAMS:2021:1807 (Eiser tegen Hostnet) Eiser is fotograaf. Op 22 augustus 2020 heeft hij foto- en filmopnames gemaakt van het huwelijk van Ferdinand Grapperhaus. Op 2 september 2020 is er op de website commonsensetv.nl een post geplaatst onder de titel “Nieuwe foto’s handenschuddende en knuffelende Grapperhaus” waarin o.a. beelden, gemaakt door eiser, zijn opgenomen. Daarnaast is ook het logo van CommonSenseTV op de beelden te zien. De domeinnaam commonsensetv.nl is door Hostnet als registrar bij SIDN geregistreerd. Eiser is van mening dat Hostnet hierdoor inbreuk maakt op de auteursrechten die hij over zijn beelden beschikt. De rechtbank oordeelt dat als iemand een foto of filmpje dat inbreuk maakt op een auteursrecht op een website post, de domeinnaamhouder daarmee niet automatisch inbreuk maakt op dat auteursrecht. Daarmee wijst zij de vorderingen van eiser af, omdat Hostnet geen maatregelen kon nemen tegen de door eiser aangekaarte inbreuk.