Growa B.V. schendt het bedrijfsgeheim niet, maar maakt wel inbreuk op Uniemerk
Rb. Den Haag 6 mei 2024, IEF 22064; ECLI:NL:RBDHA:2024:8046 (GreenV B.V. tegen Growa B.V.). GreenV, enig aaandeelhouder van een producent en leverancier van technische systemen voor tuinbouwkassen, stelt dat Growa onrechtmatig handelt door bedrijfsgeheimen te gebruiken zonder toestemming. Het gaat om het gebruik van een datasheet van GREENV de Growa-datasheet door Growa. Dit zou onrechtmatig zijn als bedoeld in artikel 2 lid 2 Wbb, omdat die datasheet kwalificeert als een bedrijfsgeheim als bedoeld in artikel 1 Wbb. Ook zou Growa inbreuk maken op het Uniemerk van GreenV zoals bedoeld in artikel 9 lid 2 sub a of b UMVo door in de e-mailhandtekening het Mexicaanse merk weer te geven. Growa betwist deze stellingen en stelt dat de voorzieningenrechter zich onbevoegd dient te verklaren, wijzend op de exclusieve forumkeuze voor de rechtbank Rotterdam in eerdere overeenkomsten. Omdat de forumclausule slechts ziet op de vaststellingsovereenkomst en niet op onderhavig geschil, verklaart de voorzieningenrechter zich bevoegd. De vordering betreffende het onrechtmatig gebruik van bedrijfsgeheimen, wordt afgewezen, omdat noch in de dagvaarding, noch in de productie elementen zijn genoemd die een technisch voordeel en dus handelswaarde bezitten. Het gebruik van het teken veroorzaakt echter verwarringsgevaar bij het publiek. Het teken is immers auditief identiek aan de merken en bevat visueel veel overeenstemmingen. Ook is sprake van een grote mate van soortgelijkheid tussen de waren en diensten waarvoor de merken zijn ingeschreven en de waren en diensten waarvoor het teken wordt gebruikt. Er wordt een inbreuk op het Uniemerk geconstateerd. De voorzieningenrechter legt een inbreukverbod op.
Toevoegen van metalen kogellager aan LEGO-bouwstenen leidt tot aantasting van de merkfuncties
Vzr. Rb. Den haag 28 mei 2024, IEF ; ECLI:NL:RBDHA:2024:7992 (Lego Juris tegen [naam]). Kort geding. Lego Juris is onderdeel van de LEGO-groep, bekend van de LEGO-bouwstenen en -poppetjes. Ze is houder van verschillende merkregistraties, waaronder het Unie(woord)merk LEGO en de in de afbeelding weergegeven Unie(vorm)merken voor de minifiguren. Samen worden deze aangeduid als de LEGO-merken. In deze zaak meent Lego Juris dat er inbreuk gemaakt wordt op de LEGO-merken, doordat [naam] via zijn website minifiguren en bouwstenen met het LEGO-woordmerk aanbiedt. Het punt dat partijen verdeeld houdt betreft de vraag of [naam] een succesvol beroep kan doen op artikel 15 lid 1 UMVo, oftewel of de uitputtingsregel opgaat en Lego Juris zich dus niet kan verzetten tegen deze online verhandeling van het speelgoed door [naam]. Lego Juris meent dat artikel 15 lid 2 UMVo niet van toepassing is. De reden hiervoor is dat er een metalen kogellager is toegevoegd aan de stenen, wat resulteert in niet alleen een wijziging van de waren maar ook een verslechtering van de toestand van de waren. [naam] betwist op zijn beurt dat er sprake is van een dusdanige wijziging of verslechtering dat er een gegronde reden bestaat voor Lego Juris om zich te verzetten tegen de verhandeling, nu er geen merkfunctie wordt aangetast.
De wetenschappelijke nalatenschap van Antoon Quaedvlieg – Studiemiddag vrijdag 7 juni 2024
ALV en STUDIEMIDDAG van de Vereniging voor Auteursrecht op vrijdag 7 juni 2024 om 13:30 uur. Let op: Inschrijven is verplicht!
Geachte leden,
Graag informeer ik u dat de eerstvolgende ALV en studiemiddag van de VvA plaats zullen vinden op vrijdag 7 juni a.s. om 13.30 uur bij de Tolhuistuin in Amsterdam. De middag zal geheel in het teken staan van de uitgebreide wetenschappelijke nalatenschap van Antoon Quaedvlieg, bestuurslid van de Vereniging van Auteursrecht, die op 28 februari dit jaar overleed.
Diverse sprekers zullen reflecteren op het werk van Antoon, waarbij aandacht zal worden besteed aan enkele van zijn favoriete onderwerpen, zoals het werkbegrip, techniekuitsluiting, makerschap en morele rechten. Daarnaast zal de betekenis van het oeuvre van Antoon voor de toekomst worden beschouwd, met name voor het tijdperk van Artificial Intelligence.
Uitspraak ingezonden door Jens van den Brink en Lotte Oranje, Kennedy Van der Laan.
Hoger beroep: Uitlatingen van Zembla over het storten van granuliet zijn niet onrechtmatig
Hof Den Haag 28 mei 2024, IEF 22061, IT 4553; ECLI:NL:GHDHA:2024:810 (Zembla tegen GIB). Zembla, een programma van omroep BNNVARA, heeft in tv-uitzendingen en andere publicaties kritisch bericht over het storten van granuliet in natuurplassen. GIB is de producent van dit granuliet en meent dat Zembla met de uitlatingen onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld, aangezien haar reputatie hierdoor geschaad is. In eerste aanleg oordeelde de rechter dat Zembla inderdaad met een bepaalde uitlating onrechtmatig handelde en veroordeelde hij haar tot een schadevergoeding [zie IEF 20936]. In dit hoger beroep vordert Zembla dat de vorderingen van GIB alsnog worden afgewezen. Ook GIB is in hoger beroep gekomen en eist dat al haar vorderingen worden toegewezen. Volgens GIB heeft Zembla onrechtmatig gehandeld door GIB ten onrechte te beschuldigen van illegaal handelen. Het gaat hierbij niet alleen om expliciete beschuldigingen, maar ook om de impliciete wijze waarop Zembla de indruk wekt dat GIB als producent van granuliet illegaal handelt. Meer specifiek gaat het erom dat in de uitlatingen van Zembla drie beschuldigingen terugkomen: (i) granuliet zou (door GIB) ten onrechte als grond worden gekwalificeerd en/of (ii) GIB zou een ongeldig (vals) productcertificaat gebruiken en/of (iii) granuliet zou schadelijk zijn voor mens en milieu. Zembla betwist de onrechtmatigheid van de uitingen en stelt dat zij als onderzoeksjournalistiek programma kritisch en waarschuwend moet kunnen zijn over eventuele misstanden die de samenleving raken.
Uitspraak ingezonden door Stefan van Kolfschooten, Pinsent Masons.
Vordering tot opeising octrooien afgewezen, geen wezenlijke bijdrage
Rb. Den Haag 15 mei 2024, IEF 22060; C/09/433553 HA ZA 22-688 (Wilmar tegen NapiFeryn). Wilmar is een onderneming die gespecialiseerd is in de verwerking van oliehoudende zaden, met name koolzaadolie. NapiFeryn houdt zich hoofdzakelijk bezig met onderzoek en ontwikkeling op het gebied van biotechnologie, onder andere methodes voor de productie van natuurlijke functionele plantaardige eiwitten, specifiek uit koolzaadolie. Zij heeft een technologie ontwikkeld om uit zaden eiwitten te verkrijgen en acht de potentie van deze techniek enorm. Ter bescherming van deze technologie heeft NapiFeryn in 2018 een Nederlandse octrooiaanvrage ingediend (hierna: NL 320). De conclusies hiervan omvatten onder andere het proces voor de preparatie van een eiwit-vezel concentraat uit plantmateriaal. Onder de inroeping van de prioriteit van dit octrooi heeft NapiFeryn in 2019 een internationale octrooiaanvrage ingediend (hierna: WO 222) Twee wetenschappers en Wilmar zijn aandeelhouders van NapiFeryn. Aan de investering van Wilmar ligt een overeenkomst ten grondslag, de Investment Agreement. In deze hoofdzaak vordert Wilmar om NapiFeryn te bevelen om NL 320, WO 222 en alle andere octrooien en octrooiaanvragen die een beroep doen op de prioriteit van NL 320 voor de helft aan Wilmar over te dragen. Hieraan ten grondslag legt Wilmar de Investment Agreement, waaruit blijkt dat de geclaimde materie voor de helft aan Wilmar toekomt. De zaak betreft dus een gedeeltelijke opeising van het Nederlandse en internationale octrooi. Deze laatste is de verleningsfase ingegaan en gepubliceerd als EP 460. De vordering ziet dus ook op de opeising van de Europese octrooiaanvrage EP 460.
Philips wint kort geding tegen Hunan Beyond Medical Technology over merkinbreuk 'IntelliVue'
Rb. Den Haag 24 mei 2024, IEF 22059; ECLI:NL:RBDHA:2024:7824 (Philips tegen Beyond). In dit kort geding bij de Rechtbank Den Haag spant Koninklijke Philips N.V. een zaak aan tegen het Chinese bedrijf Hunan Beyond Medical Technology Co., Ltd., wegens inbreuk op Philips' Uniemerk 'INTELLIVUE'. Philips beschuldigde Beyond van het gebruik van het teken 'IntelliView' voor medische apparatuur, wat leidde tot een spoedeisend verzoek om deze inbreuk te stoppen. Beyond vraagt uitstel van de mondelinge behandeling, wat werd afgewezen, en verscheen uiteindelijk niet bij de zitting. De rechter oordeelt dat Philips voldeed aan de betekeningseisen en verleende verstek tegen Beyond. De voorzieningenrechter bevestigt de spoedeisendheid van de vorderingen en beveelt Beyond om binnen drie dagen elke inbreuk op het IntelliVue-merk in de EU te staken. Beyond dient tevens binnen veertien dagen details over productie, voorraad en verkoop van de inbreukmakende producten verstrekken. Bij niet-naleving gelden er dwangsommen van € 10.000 per dag (max. € 500.000) en € 1.000 per dag voor het niet verstrekken van informatie (max. € 100.000) worden opgelegd. Beyond wordt tevens veroordeeld tot betaling van € 6.978,37 aan proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en Philips krijgt zes maanden de tijd om een hoofdzaak in te stellen.
Vacature Simmons & Simmons: Advocaat-medewerker IP en Life Sciences (3-6 jaar werkervaring)
Een open, energieke sfeer en een persoonlijke benadering, bij Simmons & Simmons op de Zuidas doen we het graag nét even anders. Ja, we maken deel uit van een internationaal netwerk met kantoren in ruim 20 landen, maar we zijn in ons doen en laten vooral typisch Nederlands: nuchter en ondernemend, betrokken en innovatief. Met 70 advocaten, (kandidaat-)notarissen, fiscalisten en octrooigemachtigden en 40 business professionals werken we in vier praktijkgroepen succesvol samen voor cliënten in uiteenlopende sectoren. Dat succes bouwen we graag uit met talent, dat onze gedrevenheid en liefde voor het vak deelt. Ben jij dat talent en wil jij je loopbaan verder vormgeven? Dan krijg je bij ons ruim baan.
De praktijkgroep Intellectual Property (IP) is één van de meest gerenommeerde praktijken in Nederland. De belangrijkste pijler van de IP praktijk van Simmons & Simmons is het octrooirecht. Naast een omvangrijke octrooiprocespraktijk beschikken we over een snelgroeiende, voornamelijk internationaal georiënteerde octrooigemachtigdenpraktijk.
Laatste plekken: Jurisprudentielunch Merken-, Modellen-, en Auteursrecht
Aankomende woensdag 29 vindt de jurisprudentielunch Merken- Modellen- en Auteursrecht plaats en er zijn nog elke plekken beschikbaar! Tobias Cohen Jehoram (De Brauw Blackstone Westbroek), Jesse Hofhuis (AC&R) en Joris van Manen (HOYNG ROKH MONEGIER) praten u tijdens deze middag bij over de meest relevante en actuele rechtspraak op het gebied van Merken- Modellen- en Auteursrecht. Onder aan dit bericht vindt u een overzicht van de uitspraken die besproken zullen worden.
De jurisprudentielunch Merken- Modellen- en Auteursrecht vindt plaats op 29 mei 2024 van 13.00 tot 16.15. De inloop is vanaf 12.30. Er staat dan een heerlijke lunch op u te wachten.
Wilt u hierbij zijn? Bezoek onze shop voor meer informatie en meld u aan!
Vrijwaringsverzoek afgewezen wegens ontbreken rechtsverhouding
Rb. Den Haag 17 mei 2024, IEF 22056; ECLI:NL:RBDHA:2024:7450 (Liptis c.s. tegen DN Operations). Vonnis in incident. In de hoofdzaak vordert Liptis c.s. een verbod met nevenvorderingen tot het aanbieden van producten die volgens hen inbreuk maken op haar merk- en auteursrechten. Ook vordert zij dat DN Operations wordt veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding. In dit vrijwaringsincident brengt DN Operations naar voren dat zij deze producten heeft vervaardigd in opdracht van haar zustervennootschap DN Sales. Deze vennootschap is volgens DN Operations partij bij een Supply Agreement waarin de Zwitserse vennootschap NewBreath Sàrl met DN Sales overeenkomst dat NewBreath verantwoordelijk is voor het ontwerp en de verpakking van het product. Dit brengt voglens DN Operations met zich mee dat zij DN Sales in vrijwaring kan oproepen en dat deze partij op haar beurt NewBreath kan oproepen. In het petitum staat echter dat NewBreath, en dus niet DN Sales, in vrijwaring zal worden opgeroepen. Welke partij DN Operations ook bedoeld heeft, de vordering zal in beide gevallen moeten worden afgewezen. DN Operations heeft volgens de rechter onvoldoende gemotiveerd dat er een rechtsverhouding is met DN Sales, en heeft niet gesteld dat DN Operations in een rechtsverhouding staat tot NewBreath. Voor toewijzing van een incidentele vordering is deze rechtsverhouding vereist.
Octrooi-inbreuk op zonnepanelen niet bewezen
Rechtbank Den Haag 16 mei 2024, IEF 22055, ECLI:NL:RDBHA:2024:7439 (Maxeon tegen AIKO c.s.) Maxeon maakt onderdeel uit van de Maxeon-groep1 en houdt zich bezig met het ontwikkelen, produceren en op de markt brengen van zonne-energie-technologie, waaronder zonnepanelen. Eironn is een Nederlandse dochtervennootschap van de Chinese zonnepanelenfabrikant Shanghai Aiko. Maxeon beschikt over een uitgebreide octrooiportefeuille op het gebied van zonne-energie-technologie en meent dat Aiko inbreuk maakt op EP 788. Maxeon vordert een inbreukverbod. Partijen twisten over de vraag of de Aiko-panelen en het fabricageproces van die panelen voldoen aan kenmerken en conclusies van EP 788, met name of onder de groef een ‘gediffundeerde passivatiezone’ aanwezig is die is gedoteerd met fosforatomen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft Maxeon haar bij dagvaarding ingenomen stellingen ter zake, in het licht van de uitvoerig gemotiveerde betwisting door AIKO c.s., onvoldoende nader onderbouwd en daardoor niet aannemelijk gemaakt dat de Aiko-panelen beschikken over een gediffundeerde passivatiezone in het substraat onder de groef die is gedoteerd met een N-type doteringsmiddel, terwijl deze kortgedingprocedure zich niet leent voor bewijslevering op dit punt. Dat AIKO c.s. met de verhandeling van de Aiko-panelen letterlijk inbreuk maakt op EP 788, is onvoldoende aannemelijk gemaakt. Dat sprake zou zijn van inbreuk bij wege van equivalentie, heeft Maxeon niet gesteld. De voorzieningenrechter laat die vraag verder onbeoordeeld.