Paul Maeyaert en Jeroen Muyldermans starten Brussels kantoor FENCER
After having been a Partner with the Belgian full service law firm Altius for almost two decades, Paul Maeyaert is proud to announce the launch of the new IP boutique law firm “FENCER” in Brussels, together with co-founder Jeroen Muyldermans. The name “FENCER” refers to the ‘fences’ that are built to protect clients’ creations and, if necessary, to assist them in enforcing their IP rights as a true fencer.
Paul and Jeroen are convinced that companies appreciate to work with teams that offer a combination of filing & prosecution services and a strong litigation practice, unique to the Belgian legal scene. FENCER focuses on the areas of law in which their lawyers have gained vast experience and expertise: IP, media & advertising and distribution.
Nietigheid woordmerk door depot te kwader trouw
Rechtbank Den Haag 22 juli 2020, IEF 19372; ECLI:NL:RBDHA:2020:7643 (Fyffes tegen Chiquita c.s.) Merkenrecht. Beide partijen zijn actief op de fruitmarkt. Fyffes is houdster van een Benelux-woordmerk HOYA en een Uniebeeldmerk. Chiquita maakt sinds 2016 gebruik van het teken HOLA BANANA! Fyffes vordert Chiquita te verbieden direct of indirect inbreuk te maken op de merkenrechten van Fyffes, in het bijzonder het teken ‘HOLA’ op of voor bananen. Chiquita maakt gebruik van overeenstemmende tekens voor gelijke waren, waardoor er verwarring zou ontstaan bij het publiek. Chiquita vordert een vervallenverklaring voor het HOYA-woordmerk en het ruitvormige beeldmerk van Fyffes en een nietigverklaring voor het HOYA BANANA-woordmerk, omdat het HOYA-woordmerk en het ruitvormige beeldmerk gedurende vijf jaar niet normaal zou zijn gebruikt in de Benelux respectievelijk de Europese Unie en Fyffes het HOYA BANANA-woordmerk te kwader trouw zou hebben gedeponeerd.
Uitspraak ingezonden door Alexander Tsoutsanis en Paul Reeskamp, DLA Piper.
Kosten fotograaf, tolken en koerier worden separaat als verschotten vergoed
Hof Arnhem-Leeuwarden 4 augustus 2020, IEF 19371; C/05/36106 (The Sting tegen Krakatau) Beslissing op verzoek ex artikelen 31 en 32 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Verzoek om een kennelijke fout in het arrest van 23 juni 2020 [IEF 19292] te herstellen of het arrest aan te vullen. Het gaat daarbij om het alsnog toewijzen van de door Krakatau c.s. gemaakte kosten voor de tolken, de fotograaf en de koerier ten belope van € 4.315,86, naast de toegewezen € 741,- aan griffierecht. De kosten komen voor volledige vergoeding als overige verschotten in aanmerking bovenop IE-indicatietarieven.
Octrooicongres deel 2 op dinsdag 8 september
Over enkele weken vindt het alweer plaats: deel 2 van het Octrooicongres 2020!
We treffen elkaar in het open, lichte en ruim opgezette Rosarium* te Amsterdam.
Onder de bezielende leiding van dagvoorzitters Gertjan Kuipers en Peter Blok is er ruimte voor interactie en actuele onderwerpen, met een (internationaal) panel en boeiende sprekers!
Wanneer?
Tijd: 8 september, van 14.00 – 17.15 uur, met aansluitend een borrel
Locatie: Rosarium Amsterdam*
Inschrijven is nog mogelijk, via info@delex.nl of de website. We kijken er naar uit u weer persoonlijk te verwelkomen! Let op: het aantal plaatsen is beperkt.
* Programma en locatie onder voorbehoud. Bij al onze bijeenkomsten houden we de overheidsvoorschriften en maatregelen nauwgezet in de gaten. Kan een congres niet doorgaan op locatie, dan zoeken we een alternatief.
Geen opzegging cai-aansluiting in recreatieoord
Ktr. Rechtbank Rotterdam, 7 augustus 2020, IEF 19370, IT 3208, ECLI:NL:RBROT:2020:7053 (Gemeente en gedaagde) Gemeente is eigenaar en exploitant van een recreatieoord. Gedaagde huurt een perceel op het recreatieoord. Gedaagde heeft ten onrechte de kosten voor de cai-kabelaansluiting en Videma, collectieve beheersorganisatie van vertoningsrechten op tv-beelden, ingehouden op de betaling van de verschuldigde jaarfacturen. Er is geen sprake van opzegging van de cai-installatie. De gemeente heeft een collectief abonnement afgesloten met UPC (later KPN) voor alle percelen op het recreatieoord. Om die reden kon gedaagde niet voor zijn perceel de aansluiting opzeggen, want hij was geen contractant met UPC. De vordering dat gedaagde de kosten voor cai-installatie en Videma moet betalen aan de gemeente is toewijsbaar.
Auteursrechtinbreuk op foto's, tekeningen en teksten van woningontwerpster
Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 13 mei 2020, IEF 19368; ECI:NNL:RBMNE:2020:2784 (Houtskeletwoningen) Kort geding. Auteursrecht. Eiseres heeft een aannemersbedrijf dat zich bezighoudt met de bouw van houtskeletwoningen. Zij toont haar catalogus met woningontwerpen op internet. Eiseres spreekt gedaagden aan voor inbreuk op haar auteursrechten op haar tekeningen, omdat zij afbeeldingen, tekeningen en teksten vrijwel ongewijzigd van haar website overgenomen zouden hebben zonder toestemming en naamsvermelding. De voorzieningenrechter oordeelt dat eiseres voldoende heeft gesteld om aan te nemen dat aan de foto’s, tekeningen en teksten auteursrechtelijke bescherming toekomt. Dit geldt echter niet voor de ontwerpen van de op de foto’s afgebeelde woningen. Met betrekking tot deze ontwerpen heeft eiseres niet concreet onderbouwd welke creatieve keuzes zijn gemaakt en waaruit het haar persoonlijk stempel blijkt. Er is sprake van openbaarmaking van auteursrechtelijk beschermde foto’s, tekeningen en teksten door gedaagden zonder toestemming van eiseres. Deze openbaarmaking vormt een inbreuk op de auteurs- en persoonlijkheidsrechten van eiseres en dat is onrechtmatig.
Auteursrechtinbreuk op heavy metal-afbeeldingen
Vzr. Rechtbank Rotterdam 31 juli 2020, IEF 19369; ECLI:NL:RBROT:2020:7006 (Gedaagde tegen Car Tattoos) Kort geding. Auteursrecht. Car Tattoos maakt en handelt in afbeeldingen in het thema van biker themes en heavy metal en is houdster van drie Uniewoordmerken. Gedaagde handelt in stoffen patches en metalen pins met grafische ontwerpen. Car Tattoos spreekt gedaagde aan voor inbreuk op auteursrechten en persoonlijkheidsrechten, omdat de patches en pins die gedaagde verkoopt één-op-één gekopieerd zouden zijn van de designs van Car Tattoos. Gedaagde verweert zich door te stellen dat zij die ontwerpen heeft ontleend aan reeds bestaande ontwerpen met onder meer doodshoofden, skeletten, apen etc. Dit verweer wordt verworpen, want gedaagde heeft niet aannemelijk gemaakt dat de creatieve keuzes die volgens eiser zijn gemaakt, ook in die combinatie terugkomen in de reeds bestaande ontwerpen die gedaagde heeft aangevoerd. Hoewel de voorzieningenrechter niet meegaat in de stelling van Car Tattoos dat de ontwerpen één-op-één zijn gekopieerd, stemmen de totaalindrukken van de ontwerpen van eiser en gedaagde dermate overeen, dat de vorderingen deels worden toegewezen.
Geen sprake van inbreuk door Jan de Belastingman op de rechten van JAN
Vzr. Rechtbank Amsterdam 29 juli 2020, IEF 19367; ECLI:NL:RBAMS:2020:3719 (JAN tegen Jan de Belastingman) Kort geding. Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Accountantskantoor JAN stelt dat Jan de Belastingman - een chatbot waarmee een student gratis mensen helpt met hun belastingaangifte - inbreuk maakt op haar merkenrecht en handelsnaamrecht. De voorzieningenrechter oordeelt dat woordmerk JAN en het teken Jan de Belastingman slechts beperkt overeenstemmen. Het beeldmerk JAN en het logo Jan de Belastingman stemmen nauwelijks overeen. JAN heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er sprake is van verwarringsgevaar. Daarnaast is de mate waarin de partijen dezelfde diensten aanbieden zeer beperkt. Waar JAN meerdere betaalde diensten aanbiedt, biedt Jan de Belastingman slechts één gratis dienst aan. De partijen hanteren verschillende werkwijzen en hebben verschillende doelgroepen. Jan de Belastingman trekt met zijn handelsnaam geen voordeel uit de reputatie van het merk JAN en doet ook geen afbreuk aan de reputatie van het merk JAN. Derhalve is er geen sprake van inbreuk.
Op andere blogs:
LawFox
Uitspraak ingezonden door Carja Mastenbroek en Sander Verbeek, Good Law.
Bevoegdheidsincident in procedure over bedrijfsgeheimen
Rechtbank Amsterdam 29 juli 2020, IEF 19366, LSR 1850; C/13/675729 (EWAC tegen Curium c.s.) Bedrijfsgeheimen. Procesrecht. EWAC spreekt Curium c.s. aan voor het onrechtmatig gebruikmaken van bedrijfsgeheimen, omdat Curium c.s. tekortgeschoten zou zijn in de nakoming van de geheimhoudingsovereenkomst. Curium c.s. vordert dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart en de zaak naar de rechtbank Den Haag verwijst. Gelet op het bepaalde in artikel 108 Rv is de rechtbank Amsterdam op grond van zowel de MCA als de MNDCA bij uitsluiting (deels naast de rechtbank Noord-Holland) bevoegd kennis te nemen van de naar aanleiding van deze overeenkomst gerezen geschillen tussen EWAC, Curium en ECN. Dit kan betekenen dat de door EWAC ingestelde vordering wordt opgeknipt, maar om redenen van doelmatigheid en de ook door partijen aangegeven samenhang tussen de vorderingen, acht de rechtbank Amsterdam zich bevoegd kennis te nemen van de gehele zaak. Dit vonnis is interessant, omdat er drie opeenvolgende overeenkomsten zijn gesloten op grond waarvan geheime informatie is gedeeld. Het ging steeds om andere informatie en er is steeds een andere rechter als bevoegd aangewezen. De discussie in het bevoegdheidsincident ging impliciet al over de hoofdzaak: geldt alleen de jongste overeenkomst en zet die de oudere overeenkomst opzij? Dan moet die bevoegde rechter aangewezen worden. Als de oudere overeenkomsten, inclusief bevoegdheidsregel, niet meer gelden, dan zou ook de geheimhouding op grond van die overeenkomsten niet meer gelden. De uitspraak over de bevoegdheid en geldigheid van de forumkeuze heeft dus grote gevolgen voor de uitkomst in de hoofdzaak. In het onderhavige geval heeft de rechter besloten dat alle overeenkomsten, inclusief het forumkeuzebeding (en dus ook geheimhoudingsbeding) geldend zijn en naast elkaar bestaan.
Uitspraak ingezonden door Reindert van der Zaal, Maarten Schut en Emiel Jurjens, Kennedy van der Laan.
Krokodillenondergoed Hema maakt inbreuk op merkenrecht Lacoste
Hof Den Haag 11 augustus 2020, IEF 19365; C/09/557888 (Lacoste tegen Hema) Merkenrecht. In dit spraakmakende arrest van het hof Den Haag (in vervolg op IEF 18163) wordt Hema een pan-Europees inbreukverbod opgelegd ten aanzien van al het Hema-krokodillenondergoed. Waar de rechtbank eerder oordeelde dat de krokodillen op de kleding van Hema louter versiering zijn en Hema daarom geen merkinbreuk maakt op het merkenrecht van Lacoste, oordeelt het hof dat er sprake is van verwarringsgevaar en dat er derhalve sprake is van inbreuk. De merken en het teken stemmen in hoge mate overeen in visueel en begripsmatig opzicht. Er wordt een pan-Europees inbreukverbod opgelegd omdat Lacoste zich (ook) beroept op haar Uniemerk en omdat er geen redenen zijn aangevoerd om het verbod tot bepaalde lidstaten te beperken.