IEF 22372
13 november 2024
Artikel

Article Bernt Hugenholtz: Everything is harmonized. The CJEU’s decision in Kwantum v. Vitra

 
IEF 22371
13 november 2024
Artikel

Winnaar van de BIE-Scriptieprijs 2024: Barbara Scheurwater

 
IEF 22370
13 november 2024
Uitspraak

Aanvullende conclusie AG inzake betekenis Prokuratuur-arrest

 
IEF 18892

Artikel ingezonden door Bauke van Laarhoven - Severs en Manon Venix, Severs advocatuur.

Merkgebruik door de kunstenaar

Het gebeurt steeds vaker: kunstenaars die merken gebruiken om een bepaald politiek statement te maken, of enkel voor esthetische redenen. Denk bijvoorbeeld aan de ‘Campbell’s Soup Cans’ van Andy Warhol, volgens hemzelf een kritische reflectie op de Amerikaanse samenleving. Of aan het kunstwerk van Nadia Plesner van een Afrikaans kind met een Louis Vuitton tas, waarmee zij haar verbazing uit over de aandacht voor mode, terwijl humanitaire rampen relatief onopgemerkt blijven. De merkhouders van deze merken kunnen dit merkgebruik soms niet waarderen. Toch is het in veel gevallen wel toegestaan.
Wat is de reden? Hoe zit het eigenlijk met de artistieke vrijheid tegenover de rechten van de merkhouder? Recentelijk is hierover een vraag gesteld aan het Benelux Hof, naar aanleiding van de Damn Pérignon-zaak [IEF 18795]. De vraag betreft de uitleg van ‘geldige reden’ in artikel 2.20.1.d BVIE en de criteria die de nationale rechter in aanmerking zou moeten nemen om tegenstrijdige belangen af te wegen.
Lees hier verder.

IEF 18893

Naam hoogleraar mag genoemd worden in krant

Hof Arnhem-Leeuwarden 17 dec 2019, IEF 18893; ECLI:NL:GHARL:2019:10757 (NRC tegen hoogleraar), https://ie-forum.nl/artikelen/naam-hoogleraar-mag-genoemd-worden-in-krant

Hof Arnhem-Leeuwarden 17 december 2019, IEF  18893; ECLI:NL:GHARL:2019:10757 (NRC tegen hoogleraar) Kort geding. Mag de naam van een hoogleraar genoemd worden in een krantenartikel in NRC over #metoo? NRC schreef een artikel over langdurig seksueel grensoverschrijdend gedrag van een uvA-hoogleraar. Nadat NRC het conceptartikel aan geïntimeerde had gestuurd, vorderde hij in kort geding een verbod op het noemen van zijn naam en/of de sectie arbeidsrecht (van de UVA) en/of het afbeelden van zijn portret, alles op straffe van een dwangsom. In het vonnis van 13 mei 2019 [IEF 18461] besliste de voorzieningenrechter dat NRC zijn naam niet mocht noemen en zijn portret niet mocht plaatsen. Dit vonnis is nu vernietigd.Het artikel levert een bijdrage aan publieke MeToo-debat; Omdat de hoogleraar een publiek figuur is, mag de pers (volgens vaste rechtspraak) kritischer over hem zijn; De beschuldigingen vinden voldoende steun in de feiten. Het recht op vrijheid van meningsuiting van NRC weegt zwaarder dan recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (art. 8 EVRM).

IEF 18891

Uitspraak ingezonden door Diederik Donk, The Legal Group.

Patronen op sjaals getuigen van vrije en creatieve keuzes

Rechtbank Amsterdam 12 dec 2019, IEF 18891; (Sjaals), https://ie-forum.nl/artikelen/patronen-op-sjaals-getuigen-van-vrije-en-creatieve-keuzes

Vzr. Rechtbank Amsterdam 12 december 2019, IEF 18891; ECLI:NL:RBAMS:2019:10129 (Sjaals) Kort geding. Eiser houdt zich bezig met het ontwerpen en vervaardigen van sjaals. Onderdeel van de collectie zijn de sjaals Radice, Honeyloop en Rialto, versierd met glimmende steentjes. Gedaagde houdt zich sinds juli 2019 bezig met de verkoop van sjaals via Instagram die overeenkomen met de Radice, Honeyloop en Rialto. De sjaals van eiser komen voor auteursrechtelijke bescherming aanmerking. Ze hebben een eigen oorspronkelijk karakter en dragen een persoonlijk stempel van de maker. De patronen en materialen getuigen van vrije en creatieve keuzen waardoor sprake is van een eigen intellectuele schepping. Ook het verweer dat de sjaals ingekocht worden bij de website Alibaba en dat deze dus de inbreukmaker is, gaat niet op. Gedaagde is degene die de sjaals vervolgens verkoopt. Eiser heeft een spoedeisend belang de inbreuk op haar auteursrecht te doen stoppen. Haar vordering om gedaagde te veroordelen de inbreuk te staken en gestaakt te houden worden daarom toegewezen.

IEF 18890

Artikel ingezonden door Valentijn de Jongh, DuPho en Platform Makers.

Nieuwe richtlijn auteursrecht. Interview met Valentijn de Jongh en Erwin Angad-Gaur

De Europese Commissie keurde afgelopen maart en april een nieuwe auteursrechtrichtlijn goed. Lidstaten krijgen nu twee jaar de tijd om deze richtlijn om te zetten in nationale wet- en regelgeving. Maar wat moet je hier als fotograaf nou precies mee? Valentijn de Jongh, jurist bij DuPho en bestuurslid van Platform Makers gaat hierover in gesprek met Erwin Angad-Gaur, voorzitter Platform Makers.
Lees hier verder.

IEF 18889

Ontwikkeling Upday App niet in strijd met non-concurrentiebeding

Hof Den Haag 26 nov 2019, IEF 18889; ECLI.NL:GHDHA:2019:3064 (Mocreate tegen Samsung), https://ie-forum.nl/artikelen/ontwikkeling-upday-app-niet-in-strijd-met-non-concurrentiebeding

Hof Den Haag 26 november 2019, IEF 18889, IT 2967; ECLI.NL:GHDHA:2019:3064 (Mocreate tegen Samsung) Samsung en Mocreate zijn een samenwerking aangegaan. Mocreate verzorgde diverse websites voor Samsung en heeft daarnaast de Go App ontwikkeld. Bij vaststellings- en licentieovereenkomst is tussen partijen afgesproken dat de intellectuele eigendomsrechten van de producten bij Samsung berusten en dat Mocretae een exclusieve licentie houdt. Upday Duitsland heeft vervolgens de Upday App voor Samsung ontwikkeld. Mocreate heeft de Go App ge-rebrand tot de Skoep App. Het geschil dat tussen partijen is ontstaan spitst zich toe op een bepaling in de licentieovereenkomst waarin staat dat Samsung "op geen enkele wijze (noch voor zichzelf noch voor of door derden) een applicatie zal ontwikkelen, beheren of ter beschikking stellen welke gelijk is aan de Go App".

IEF 18888

Proceskostenveroordeling vastgesteld op grond van artikel 1019h Rv

Hof Arnhem-Leeuwarden 10 dec 2019, IEF 18888; ECLI:NL:GHARL:2019:10564 (Haerst tegen Lizard Apps), https://ie-forum.nl/artikelen/proceskostenveroordeling-vastgesteld-op-grond-van-artikel-1019h-rv

Hof Arnhem-Leeuwarden 10 december 2019, IEF 18888, IT 2966; ECLI:NL:GHARL:2019:10564 (Haerst tegen Lizard Apps) Partijen twisten over de vraag of op de proceskostenveroordeling in eerste instantie artikel 1019h Rv (Haerst) of artikel 237 e.v. Rv (Lizard Apps) van toepassing is. Lizard Apps heeft aan haar vordering een inbreuk op het haar toekomende auteursrecht op de door Haerst gebruikte software ten grondslag gelegd. Zij heeft een verbod ten laste van Haerst gevorderd verdere inbreuken op haar auteursrecht te maken. Daarmee is sprake van een vordering tot handhaving van een auteursrecht, wat betekent dat de artikelen 1019-1019i Rv van toepassing zijn. Dat Haerst als verweer heeft gevoerd dat zij op grond van een licentieovereenkomst gerechtigd was de auteursrechtelijk beschermde software te gebruiken, verandert niet het karakter van de handhavingsvordering. Voor de toewijsbaarheid van de vordering was weliswaar beslissend of de licentieovereenkomst al of niet kon worden opgezegd, een vraag uit het algemene verbintenissenrecht, maar die omstandigheid doet er niet aan af dat de grondslag van de vordering handhaving van het aan Lizard Apps toekomende auteursrecht was. Dat betekent dat de proceskostenveroordeling moet worden vastgesteld op grond van artikel 1019h Rv. Het daarop ziende verweer van Lizard Apps wordt verworpen.

IEF 18887

Artikel ingezonden door Rudi Holzhauer, The Legal Group.

Rudi Holzhauer: banaankunstwerk en de grenzen van IE

Vorige week verschenen tal van berichten over het – al dan niet vermeende – banaan-kunstwerk Comedian van de Italiaanse kunstenaar Maurizio Cattelan. Collega-kunstenaar David Datuna heeft op een kunstbeurs in Miami consternatie veroorzaakt door het werk van zijn collega van de muur te halen en op te eten. Het gaat om een overrijpe banaan die met ducttape aan de muur was geplakt. Beveiligers namen Datuna mee. Cattelan heeft er overigens meer gemaakt dan die ene banaan die op de beurs werd tentoongesteld. Afgelopen week werden er drie geveild, voor bedragen tussen de 120.000 en 150.000 dollar per stuk. Hoogleraar IE in Leiden Dirk Visser leverde een eerste commentaar [IEF 18879], waarbij hij mede in gaat op het feit dat een Nederlandse studente al in 2014 een soortgelijk iets/(kunst)werk had gemaakt. Lees hier de opinie van Rudi Holzhauer over deze kwestie.

IEF 18886

Uitspraak ingezonden door Mattie de Koning, Simmons & Simmons.

Geen inbreuk octrooi monopool-antenne

Rechtbank Den Haag 10 dec 2019, IEF 18886; ECLI:NL:RBDHA:2019:13184 (Fractus tegen Xiaomi c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-inbreuk-octrooi-monopool-antenne

Vzr. Rechtbank Den Haag 10 december 2019, IEF 18886; ECLI:NL:RBDHA:2019:13184 (Fractus tegen Xiaomi c.s.) Kort geding. Fractus ontwikkelt en verkoopt telecommunicatie-antennes en is houder van een octrooi op de monopool-antenne. Xiaomi Technology is een Nederlands technologiebedrijf. Fractus stelt dat Xiaomi c.s. met de Xiaomi-telefoon inbreuk maakt op het octrooi. De vorderingen van Fractus zijn niet toewijsbaar. De beschermingsomvang van het octrooi kan niet zo ruim worden uitgelegd als Fractus voorstaat. Als wel van de omtrek uitgegaan zou worden, maakt het octrooi niet duidelijk bij welke breedte of dikte van de stralingsarm niet langer de vorm van de stralingsarm zelf, maar de vorm van de omtrek relevant wordt. De Xiaomi-telefoons vallen niet onder de beschermingsomvang van het octrooi, omdat de vorm van de stralingsarm van de antennes van de Xiaomi-telefoons niet voldoet aan kenmerk 1.6. De stralingsarmen van de Xiaomi-antennes vormen geen “closed loop”. Ook de vorderingen op grond van een onrechtmatige daad worden afgewezen.

IEF 18885

Artikel ingezonden door Willem Hoyng, HOYNG ROKH MONEGIER.

De rechtbank is de weg kwijt (II)

Op 11 december jl. heeft de jaarlijkse octrooi-jurisprudentiebespreking georganiseerd door DeLex plaatsgevonden. Tijdens de voorbereiding stuitte ik op een bijdrage van Tsoutsanis op Boek9 (B15885) waarin hij mijn notitie [IEF 18547] met betrekking tot het vonnis van de rechtbank in de pemetrexed-zaak (d.d.19 juni 2019) [IEF 18534] ongenuanceerd noemt zonder overigens verder op mijn notitie in te gaan. Zijn bijdrage ging verder over een bijdrage van Kleemans.

Aangezien Tsoutsanis aanwezig zou zijn dacht ik dat het aardig voor de discussie zou zijn om (als er tijd voor zou zijn) een paar kanttekeningen bij de bijdrage van Tsoutsanis te plaatsen. Er was helaas geen tijd maar mijn kanttekeningen stonden wel op de slides die waren uitgedeeld. Ik heb toen toegezegd om die slides te publiceren en bovendien Tsoutsanis uitgedaagd voor een door DeLex te organiseren openbaar debat. Die uitdaging werd (nog niet) aanvaard.

Hieronder derhalve de slides waarbij ik aanteken dat slides natuurlijk niet alles weergeven wat ik over de verschillende punten had willen zeggen, maar belofte maakt schuld en derhalve gaan de slides hierbij.

Willem Hoyng

IEF 18884

Handelsnaaminbreuk touringcar afgewezen vanwege langdurig gedogen

Hof Den Haag 12 feb 2019, IEF 18884; ECLI:NL:GHDHA:2019:1530 (CCC tegen BV), https://ie-forum.nl/artikelen/handelsnaaminbreuk-touringcar-afgewezen-vanwege-langdurig-gedogen

Hof Den Haag 12 februari 2019, IEF 18884; ECLI:NL:GHDHA:2019:1530 (CCC tegen BV) Merkinbreukvordering afgewezen. CCC en BV zijn ondernemingen in touringcardiensten. BV is houder van Benelux-woordmerken en domeinnamen. Zelfs als zou moeten worden aangenomen BV niet wist dat CCC haar handelsnamen op haar touringcars gebruikte en die onwetendheid haar ook niet te verwijten was, zijn de overige omstandigheden van dit geval (het gedogen van handelsnamen op de touringcars en oldtimerbussen, de langdurige samenwerking tussen partijen en de gezamenlijke grootvader als oorsprong van de handelsnamen) voldoende om aan te nemen dat CCC gerechtvaardigd heeft vertrouwd dat geïntimeerde zich niet zou verzetten tegen het gebruik door CCC van de handelsnaam Almere-Tours op haar touringcars. Het vonnis van 10 mei 2017 [IEF 16780], verbeterd in het herstelvonnis van 28 juni 2017, wordt vernietigd.