Uitspraak ingezonden door Michiel Coops, ABC Legal
Merkdepot op sjaals had oneigenlijk doel
Vzr. Rechtbank Amsterdam 20 maart 2019, IEF 18318 (Bylima tegen Sedef) Auteursrecht. Merkrecht. Eiser is Bylima, een eenmansbedrijf dat Arabische modeproducten ontwerpt, vervaardigt en verhandelt, zoals effen sjaals met een sierrandje en het etiket BYLIMA erop bevestigd. Verweerder is Sedef, een markthandel in onder andere textiel en schoenen. Sedef verhandelt sjaals die sterk lijken op die van eiseres en ook zijn voorzien van het etiket BYLIMA. Sedef voert als verweer dat het ontwerp van de sjaals te banaal is om de drempel voor auteursrechtelijke bescherming te halen. De rechtbank stelt dat dergelijke sierranden inderdaad zeer gangbaar zijn en het enkele toevoegen van deze sierranden aan een lap stof in onvoldoende mate getuigt van vrije en creatieve keuzes van de maker. Eiseres kan geen auteursrechten op de sjaals doen gelden. Op video-opnamen is te zien dat Sedef klanten op de markt meedeelt dat de sjaals van Bylima afkomstig zijn en dat hij met haar samenwerkt, terwijl dit niet het geval is. In februari 2018 heeft een relatie van Sedef, een sjaal gekocht bij Bylima. Op 17 december 2018 heeft Sedef het woordmerk Bylima gedeponeerd voor onder andere sjaals en hoofddoeken. Op 29 december 2018 heeft Bylima met spoed een Benelux merkrecht gedeponeerd voor onder andere sjaals en hoofddoeken. Ook heeft ze een Europees woordmerk Bylima aangevraagd, dit merk is nog niet geregisteerd. Bylima stelt dat Sedef met de verkoop van de sjaals inbreuk maakt op haar merkrechten. De rechtbank stelt dat eiseres wel een woordmerk BYLIMA heeft en Sedef niet.
HvJ EU: Geen ABC voor een product dat een nieuwe formulering van een oud werkzaam bestanddeel is
HvJ EU 21 maart 2019, IEF 18317; IEFbe 2846; LS&R 1695; ECLI:EU:C:2019:238; C-443/17 (Abraxis Bioscience) ABC. eerste vergunning voor het in de handel brengen van het product als geneesmiddel. Vergunning voor het in de handel brengen van een geneesmiddel dat bestaat in een door het basisoctrooi beschermde nieuwe formulering van een reeds toegestane werkzame stof. HvJ EU (Engels):
Artikel 3, onder d), van verordening (EG) nr. 469/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende het aanvullende beschermingscertificaat voor geneesmiddelen, juncto artikel 1, onder b), van deze verordening, moet aldus worden uitgelegd dat de in artikel 3, onder b), van deze verordening bedoelde vergunning voor het in de handel brengen waarop een aanvraag voor een aanvullend beschermingscertificaat wordt gebaseerd die betrekking heeft op een nieuwe formulering van een bestaande werkzame stof, niet kan worden beschouwd als de eerste vergunning voor het in de handel brengen van het betrokken product als geneesmiddel wanneer voor deze werkzame stof als zodanig al eerder een dergelijke vergunning is afgegeven.
EU-beeldmerk dat een etiketvorm weergeeft komt wel onderscheidend vermogen toe
Gerecht EU 20 maart 2019, IEF 18316; IEFbe 2845; ECLI:EU:T:2019:171; T‑762/17 (Grammar tegen EUIPO) Merkenrecht. Grammar heeft aanvraag gedaan voor twee EU-beeldmerk die een vorm voorstelt. Absolute weigeringsgrond, ontbreken van onderscheidend vermogen. De kamer van beroep herroept de beslissing, omdat de aangemelde vorm een etiket voorstelt en het merk zich richt tot een deels tot een gespecialiseerd vakpubliek en deels tot consument richt met een verhoogde opmerkzaamheid. Het Gerecht EU wijst het beroep toe en veroordeeld EUIPO in de kosten.
Geen auteursrecht natuurgetrouwe kopie van De Nachtwacht inclusief de tegenwoordig ontbrekende delen
Hof Arnhem-Leeuwarden 19 maart 2019, IEF 18315; ECLI:NL:GHARL:2019:2423 (Weduwe tegen Café-restaurant Expo-Madrid) Auteursrecht. Contractenrecht. Derdenbescherming 1:92 en 3:86 BW. Geen auteursrecht op een natuurgetrouwe kopie van de oorspronkelijke Nachtwacht van Rembrandt van Rijn. De rechtbank [ECLI:NL:RBOVE:2016:4164] heeft geoordeeld dat de bijdrage van appellante aan het schilderij niet van dien aard is dat er sprake is van een gemeenschappelijk auteursrecht en het daarop gebaseerde verbod afgewezen. De vraag is of met het maken van een weergave van het (niet meer door auteursrecht beschermde) werk “De Nachtwacht” van Rembrandt van Rijn, een nieuw werk is gecreëerd, wordt ontkennend beantwoord. Het onderzoek om de oorspronkelijke Nachtwacht inclusief de tegenwoordig ontbrekende delen zo getrouw mogelijk na te schilderen, zijn slechts relevant indien dit tot keuzes leidt waarin het persoonlijk stempel is te herkennen. Na het overlijden van de kunstschilder geldt dat de verkrijgers van de kopie te goeder trouw zijn en worden op de voet van artikelen 1:92 en 3:86 BW beschermd tegen eventuele bestuurs- en beschikkingsbevoegdheid van de maker van de kopie. Het Hof bekrachtigt het vonnis en wijst het gevorderde af.
Korting van 25% voor plaatsing foto op een subpagina van één niveau dieper
Ktr. Rechtbank Midden Nederland 13 maart 2019, IEF 18314; ECLI:NL:RBMNE:2019:1069 (Food & Lifestyle foto II) Vergelijk IEF 18310. Eiseres exploiteert een onderneming die onder meer Food & Lifestyle foto’s aanbiedt. Gedaagde heeft een uitsnede van een van de foto's van eiseres op haar website geplaatst. Permission Machine BVBA heeft hierop namens eiseres gedaagde aangesproken. Gedaagde heeft ondanks sommaties niets betaald. Er is inderdaad sprake van inbreuk dus moet schadevergoeding worden vastgesteld aan de hand van de meest voor de hand liggende methode. In dit geval is dat de gederfde licentievergoeding. Hierbij wordt rekening gehouden met het feit dat het een Nederlandse domeinnaam betrof, en toepassing van de in de tarievenlijst genoemde korting van 25% toe voor plaatsing van een foto op een pagina die één niveau dieper ligt: €149,06 aan schadevergoeding, €22,36 aan buitengerechtelijke incassokosten en €315 aan proceskosten (salaris gemachtigde inbegrepen).
Column Henk Westbroek: Alle dertien goed
Henk Westbroek, 'Alle dertien goed', in Sena Performers Magazine 2019/1, p. 27. Ik trap een open deur in als ik u erop wijs dat het woord ‘ongeluksgetal’ uit 13 letters bestaat. Als ik u dan ook nog in herinnering breng dat de sfeer bij Het Laatste Avondmaal feestelijk was tot het moment dat de dertiende apostel – Judas – aanschoof, dan is wetenschappelijk verklaard waarom het cijfer 13 ongeluk brengt. En ook waarom exact 13 procent van de Amerikaanse hotelbezoekers weigert een kamer te huren in een hotel dat een dertiende verdieping heeft. En het vanzelfsprekend verstandig is om niet in een kamer met nummer 13 de nacht door te brengen. In zijn algemeenheid is het nog verstandiger om alles waar 13 voor of 13 achter staat zoveel mogelijk te negeren. Dit verklaart terloops waarom het jeugdboek Het Dertiende Zegel van H.P. Janssens, wat volgens mensen die het durfden te lezen een meesterwerk is, totaal flopte.
Het was dus vragen om mediastilte toen in Europa een nieuwe online-wetgeving bedacht werd die ‘Artikel 13’ heet...
Indien gedaagde openheid van zaken had gegeven, dan zou dit kort geding niet zijn gestart
Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 5 februari 2019, IEF 18309; ECLI:NL:RBMNE:2019:711 (IE-rechten scooterzaak) Proceskostenveroordeling. Handelsnaamrecht na samenwerking. Eiser handelt in en voert onderhoud uit aan brommers, scooters en fietsen. Hiertoe gebruikt zij een handelsnaam en een logo. Gedaagde is bestuurder en enig aandeelhouder van twee bedrijven, die zich toeleggen op activiteiten op het gebied van logistiek. Eiser en gedaagde hebben gesproken over een samenwerking. Na de beëindiging van de samenwerking bleef de website onder de domeinnaam actief, zonder de betrokkenheid van eisers. Op de website wordt het logo gebruikt, staat het e-mailadres, er staat een filmpje op een Facebookpagina en een advertentie in een plaatselijke krant. Gedaagde heeft echter aangegeven dat dit filmpje niet meer op Facebook staat en bovendien dat zij niet verantwoordelijk is voor de inhoud van de Facebookpagina. Gedaagde heeft in een brief onjuiste informatie gegeven over haar hoedanigheid in relatie en de domeinnamen. Indien gedaagde openheid van zaken had gegeven en juist had geïnformeerd, dan zou dit kort geding niet zijn gestart. Partijen dragen ieder eigen kosten.
Gemiddelde van tarieven voor gebruik foto in de diverse pixelmaten en opsporingsvergoeding Permission Machine
Ktr. Rechtbank Midden-Nederland 13 maart 2019, IEF 18310; ECLI:NL:RBMNE:2019:1068 (Food & Lifestyle foto) Eiseres exploiteert een onderneming die onder meer Food & Lifestyle foto’s aanbiedt. Gedaagde drijft een onderneming die zich bezighoudt met webhosting. Een uitsnede van de foto is zonder daartoe strekkende licentie geplaatst op de website. Permission Machine heeft namens eiseres erop gewezen dat de foto auteursrechtelijk beschermd is en gedaagde in de gelegenheid gesteld alsnog een licentie te kopen voor het gebruik van de foto. Daarop is de foto van de website verwijderd. Gemiddelde van de tarieven die gelden voor gebruik van een foto in de diverse pixelmaten tot één week op een website met een .nl domeinnaam. Dit gemiddelde bedraagt € 198,75 per foto. Een opslag van 25% voor ontbreken naamsvermelding. Op grond van artikel 6:96 lid 2 sub b BW komen gemaakte kosten voor onderzoek naar / opsporing van een auteursrechtinbreuk voor vergoeding in aanmerking; Permission Machine heeft 15 minuten besteed, uitgaande van €105,00 per uur, is dat €26,25 en €315,00 aan proceskosten.
Mondelinge overeenkomst overdragen Ergonnederland.eu buitengerechtelijk vernietigt nu tegen gemotiveerde betwisting niets is aangedragen
Ktr. Rechtbank Gelderland 8 maart 2019, IEF 18308; IT 2726; ECLI:NL:RBGEL:2019:1141 (Trademark tegen Ergon) Domeinnaamrecht. Trademark heeft telefonisch contact met Ergon opgenomen met betrekking tot de levering van de domeinnaam www.ergonnederland.eu. Tussen partijen is een mondelinge overeenkomst tot stand gekomen voor de levering van genoemde domeinnaam voor de duur van 10 jaar. Ergon heeft deze factuur onbetaald gelaten. Ergon heeft bij brief buitengerechtelijk vernietiging van de overeenkomst ingeroepen op grond van dwaling, bedrog en misbruik van omstandigheden. Nu Trademark niet reageert op de gemotiveerde betwisting van haar standpunten, wordt geconcludeerd dat zij deze niet langer wenst te handhaven. Afwijzing vordering van Trademark. Misbruik van procesrecht door Trademark en de door Ergon verzochte integrale kostenveroordeling in redelijkheid wordt begroot op € 1.500,00.
Tappen van vals bier uit de Heinekentaps
Rechtbank Rotterdam 6 maart 2019, IEF 18303; IEF 2844; ECLI:NL:RBROT:2019:1824 (Heineken tegen De Laak) Merkinbreuk. Heineken is houdster van woord- en beeldmerken Heineken en Amstel. De Laak drijft een horecaonderneming. Als onbetwist staat vast dat door De Laak ander bier dan Heineken bier is getapt uit de taps met daarop aangebracht het Heineken logo/beeldmerk. Het enkele feit dat De Laak het bier op de tapinstallatie nooit heeft aangeprezen als zijnde Heinekenbier, kan De Laak c.s. niet baten. De Laak heeft de op de tapkranen aangebrachte logo’s niet afgeplakt en/of voorzien van een andere etikettering. De aanzienlijke kans dat bij derden/consumenten de indruk is ontstaan dat het bier afkomstig was van Heineken is op geen enkele wijze is weggenomen, zodat afbreuk is gedaan aan de herkomstfunctie van het merk. Betaling aan Heineken van €200.000 bij wijze van voorschot op de schadevergoeding in de schadestaatprocedure, winstafdracht, recall, schriftelijke opgave en andere nevenvorderingen.