IEF 22374
14 november 2024
Uitspraak

IE-klassieker: Endstra

 
IEF 22373
14 november 2024
Uitspraak

Hof oordeelt over bevoegdheid octrooigemachtigde na vertrek opdrachtnemer

 
IEF 22332
14 november 2024
Uitspraak

Geen inbreuk op persuitgeversrecht, auteursrecht en databankenrecht met nieuws-signaleringen

 
IEF 18253

In de aanbieding: Chiever Oranjeborrel

Zoals slechts een enkeling zich nog zal herinneren is het al weer 20 jaar geleden dat Chiever (in de beginjaren onder de Shield Mark-vlag) de eerste Oranjeborrel tijdens de INTA organiseerde. Na 20 jaar vinden wij het een mooi moment om dit stokje over te dragen. We zijn op zoek naar een 100% Nederlands/oranje merkenbureau of advocatenkantoor dat de organisatie van de Oranjeborrel vanaf dit jaar op zich wil nemen. Qua inspanning en tijd stelt het niet al te veel voor, vooral omdat het concept eenvoudig is: een leuk café dat bier, wijn en een borrelhap in voorraad heeft en waar plaats is voor ruim 100 man/vrouw. En ook voor de kosten hoeft u het niet te laten: die zullen u erg meevallen.

IEF 18238

Octrooi RCT blijft voor de rechter in stand

Rechtbanken 23 jan 2019, IEF 18238; ECLI:NL:RBDHA:2019:563 (Accord tegen RCT), https://ie-forum.nl/artikelen/octrooi-rct-blijft-voor-de-rechter-in-stand

Rechtbank Den Haag 23 januari 2019, IEF 18238, LS&R 1694, ECLI:NL:RBDHA:2019:563 (Accord tegen RCT). Octrooirecht. Bodemzaak. Eerste aanleg. Accord is een producent van generieke geneesmiddelen. RCT is een technologisch investerings- en managementbedrijf dat o.a. onderzoeken van universiteiten ondersteunt, en in dat verband ook (geoctroieerde) uitvindingen exploiteert. RCT is in dit verband houder van een octrooi dat betrekking heeft op "Enantiomere anticonvulsie-aminozuurderivaten”. In december 1995 heeft Daeock Choi (hierna: Choi) zijn proefschrift ter verkrijging van een PhD-graad aan de UoH verdedigd. In geschil is de vraag of dit proefschrift tot de stand van de techniek behoorde. RCT erkend het bestaan van Choi, maar stelt dat dit niet openbaar toegankelijk was, nu het document enkel toegankelijk was voor personen die een uitdrukkelijke of stilzwijgende geheimhoudingsplicht hadden. De rechtbank gaat mee in dit argument, en rekent Choi niet tot de stand van de techniek. Het octrooi is dus nieuw. Hierna komt de vraag aan bod of de door RCT ingeroepen prioriteit geldig is. De rechtbank oordeelt dat de ingeroepen prioriteit geldig is, omdat Accord haar stellingen onvoldoende heeft onderbouwd. Tot slot betwist Accord de inventiviteit van het octrooi. Accord stelt dat de masterscriptie van Le Gall een springplank naar dit octrooi is, en dat dit octrooi dus voor de hand lag. Gelet op alle omstandigheden die in deze zaak een rol spelen gaat de rechtbank hier echter niet in mee. Dit betreft zowel indicatoren die impliceren dat het octrooi inventiviteit ontbeert, als indicatoren die impliceren dat het octrooi juist wel inventief is. De rechtbank komt dus tot de conclusie dat er geen grond is het octrooi te vernietigen. De vordering van Accord wordt dus afgewezen.

IEF 18254

Joint statement over directive copyright in de Digital Single Market

Statement of the Netherlands, Luxembourg, Poland, Italy and Finland to point 39 of the CRP I agenda of 20 February 2019 regarding the DIRECTIVE (...) copyright in the Digital Single Market, 20 februari 2019. The end-result on copyright is a step back for the digital single market. It fails to strike a balance between protecting right holders and the interests of individual citizens. This is why the Netherlands, Luxembourg, Poland, Italy and Finland don’t support the final package. En de opwinding op Twitter #article13.

IEF 18241

Disco 54 is geen soortnaam

Belgische gerechten 24 dec 2018, IEF 18241; 2018/AR/336 (Star Group tegen Cargo), https://ie-forum.nl/artikelen/disco-54-is-geen-soortnaam

Hof van Beroep Antwerpen, 24 december 2018, IEF 18241, IEFbe 2819; 2018/AR/336 (Star Group tegen Cargo). Merkenrecht. Hoger beroep. Bij overeenkomst worden aan Star Group drie woordmerken overgedragen, te weten "Studio 54", "Disco 54" en "54". Deze merken gebruikt Star Group voor het organiseren van feesten in Antwerpen. Echter heeft Star Group moeten constateren dat Cargo ook gebruik maakt van deze merken bij het organiseren van haar feesten. Star Group vordert derhalve dat Cargo gebruik van het merk moet staken. Cargo stelt op haar beurt dat de merken te zeer gebruikelijk zijn voor het organiseren van disco feesten, en dat het merk dus nietig is. Het hof oordeelt echter dat er wel degelijk sprake is van onderscheidend vermogen, nu het relevante publiek bekend is met de betekenis, maar Studio 54 zeker niet tot synoniem voor (bepaalde) feesten is verworden. Er kan dus ook geen sprake zijn van verval van inschrijving van het merkrecht nu daarvoor vereist is dat er sprake is van verwatering, en dat deze verwatering door toedoen van de merkhouder tot stand is gekomen. Tot slot stelt Cargo nog dat dat de vordering van Star Group niet ontvankelijk zou moeten worden verklaard bij gebrek aan rechtmatig belang. Dit omdat Star group gebruik van het merk enkel zou willen verbieden omdat de feesten van Cargo voor homo’s en dragqeens worden georganiseerd. Dit is echter nergens uit gebleken, en dus kan het hof niet anders dan het hoger beroep ongegrond verklaren.

IEF 18251

Uitspraak ingezonden door Boukje van der Maazen, Daan de Lange en Jan Pot van Brinkhof.

Beschermingsomvang EP 455 te beperkt voor Roche om tegen Mundipharma op te kunnen treden

Rechtbanken 20 feb 2019, IEF 18251; C/09/565454/ KG ZA 18-1345 (Roche c.s. tegen Mundipharma ), https://ie-forum.nl/artikelen/beschermingsomvang-ep-455-te-beperkt-voor-roche-om-tegen-mundipharma-op-te-kunnen-treden

Rechtbank Den Haag 20 februari 2019, IEF 18251, LS&R 1691, C/09/565454/ KG ZA 18-1345 (Roche c.s. tegen Mundipharma). Octrooirecht. Kort geding. Hoffman-La Roche en Genentech (hierna: Roche) zijn beide onderdeel van de Roche-groep. Genentech heeft een geneesmiddel ontwikkeld voor de behandeling van borstkanker (genaamd Herceptin), en houdt het octrooi van dit geneesmiddel (EP 455). Roche is exclusieve licentienemer van dit octrooi. Mundipharma verhandelt in Nederland Herzuma, een medicijn dat vermeend inbreuk maakt op EP 455. Roche vordert in kort geding een inbreukverbod in Nederland. De rechtbank stelt allereerst vast dat de geneesmiddelen biosimilar zijn. Deze zijn dus vergelijkbaar, maar niet noodzakelijk volledig identiek. Mundipharma betwist dat er bij haar medicijn Herzuma sprake is van minder dan 25% zure varianten van tratazumab, zoals conclusie 1 van EP 455 vereist. De rechtbank stelt dat bij vaststelling van de beschermingsomvang niet uitgegaan dient te worden van de letterlijke bewoording, maar van de gedachte achter het octrooi. Alle omstandigheden afwegend komt de rechtbank tot de conclusie dat het octrooi hier ziet op medicijnen die daadwerkelijk minder dan 25% zure varianten van tratazumab bevatten, en dus niet ziet op bescherming tegen medicijnen als Herzuma. De vordering van Roche wordt dus afgewezen.

IEF 18239

RSR maakt slechts gedeeltelijk inbreuk op merkrechten Plein

Rechtbanken 19 dec 2019, IEF 18239; ECLI:NL:RBDHA:2018:15133 ((Plein tegen RSR)), https://ie-forum.nl/artikelen/rsr-maakt-slechts-gedeeltelijk-inbreuk-op-merkrechten-plein

Rechtbank Den Haag, 19 december 2018, IEF 18239; ECLI:NL:RBDHA:2018:15133 (Plein tegen RSR). Merkenrecht. Bodemzaak. Eerste aanleg. Plein is een mode-ontwerper en tevens merkhouder van verschillende merken die hij aanbrengt op zijn kleding. RSR exploiteert een kledingwinkel in Rotterdam, en maakt vermeend inbreuk op het merkrecht van Plein, door namaak kleding te verkopen. RSR beweert echter dat er sprake zou zijn van uitputting. De rechtbank overweegt dat het aan RSR is om het bewijs hiertoe te leveren, nu er geen risico is van afscherming van nationale markten. De rechtbank komt op grond van het door RSR aangeleverde bewijs tot de conclusie dat voor 30 van de 35 in beslag genomen producten vast is komen te staan dat deze met toestemming in de EER in het verkeer zijn gebracht. De rechtbank beslist dat deze 5 artikelen inderdaad niet meer verhandeld mogen worden, en dat deze dienen te worden overgedragen ter vernietiging. De vordering tot winstafdracht wordt afgewezen nu de merkinbreuk niet te kwader trouw lijkt te hebben plaatsgevonden. Beide partijen moeten hun eigen proceskosten dragen nu beiden gedeeltelijk in het ongelijk zijn gesteld. Wel dient Plein RSR tegemoet te komen in de gederfde winst, maar minder dan gevorderd. Nu de vordering tot reputatieschade door RSR niet nader is onderbouwd wordt deze vordering afgewezen.

IEF 18246

Uitspraak ingezonden door Sjoerd van de Wouw van foodwatch Nederland.

Friesland Campina misleidt met vanillevla zonder vanille

14 feb 2019, IEF 18246; 2018/00701 (Foodwatch tegen FrieslandCampina), https://ie-forum.nl/artikelen/friesland-campina-misleidt-met-vanillevla-zonder-vanille

RCC 14 februari 2019, IEF 18246, Rb 3278, dossiernr. 2018/00701 (Foodwatch tegen FrieslandCampina). Optimel vanillevla van Friesland Campina is misleidend en daarmee in strijd met de wet. De vanillevla bevat in het geheel geen vanille terwijl vanwege de naam en andere uitingen op de verpakking de consument dit wel zou mogen verwachten. Dit oordeelt de Reclame Code Commissie in een klachtenprocedure die door foodwatch was gestart na een reportage van AVROTROS Radar. foodwatch is blij met de uitspraak omdat het een belangrijke uitspraak is die voor veel meer producten consequenties kan hebben: “Je ziet dat in toenemende mate echte natuurlijke ingrediënten worden vervangen door goedkopere kunstmatige aroma’s. Denk aan gembersiroop zonder gember of frambozensnoepjes zonder framboos. De uitspraak bevestigt nu dat dit onwettig is als dit niet duidelijk is voor de consument”. Dat is een vooruitgang met vroegere interpretatie van de wet, de zogenaamde ‘labeling doctrine’: een producent mocht op de verpakking van alles suggereren wat niet klopte, zo lang de ingrediëntenlijst maar correct was. In de nieuwe uitspraak wordt meer de lijn gevolgd dat liegen op de voorkant van de verpakking gewoon liegen is, ongeacht of de kleine lettertjes van de ingrediëntenlijst op de achterkant van de verpakking juist zijn. Deze lijn komt voort uit een Duitse rechtszaak (Teekanne). De Reclame Code Commissie volgt nu deze uitspraak.

IEF 18244

Ingezonden door Rutger Kleemans van Freshfields Bruckhaus Deringer LLP

Rutger Kleemans: ''De apothekersvrijstelling in het octrooirecht''

, IEF 18244; https://ie-forum.nl/artikelen/rutger-kleemans-de-apothekersvrijstelling-in-het-octrooirecht

Korte reactie naar aanleiding van het artikel van Peter de Lange van 13 februari 2019

In zijn gisteren op IE-Forum (IEF 18232) gepubliceerde artikel “De apothekersvrijstelling in de ROW (alsnog)” bespreekt Peter de Lange de apothekersvrijstelling die op 1 februari 2019 in werking is getreden. Hij gaat in op de totstandkomingsgeschiedenis en concludeert dat de apothekersvrijstelling recht moet doen aan het bepaalde in art. 30 van het TRIPS verdrag en slechts van toepassing is als daar een “medische noodzaak” toe bestaat.

Ik onderschrijf die conclusie. Mijn aanvulling heeft betrekking op de door De Lange negatief beantwoorde vraag of de apothekersuitzondering de bereiding op structurele schaal dekt. De recente introductie van deze bepaling door haar in werking te laten treden kan immers niet los worden gezien van deze kwestie. Mijn stelling is dat de wetgever slechts lippendienst heeft bewezen aan de maatschappelijke onrust met betrekking tot de prijzen van geneesmiddelen door bestaande octrooirechtelijke wetgeving van de plank te halen en die - zonder af te stoffen - van kracht te verklaren.

IEF 18242

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU: Verricht YouTube een mededeling?

HvJ EU 13 sep 2018, IEF 18242; (YouTube e.a.), https://ie-forum.nl/artikelen/prejudicieel-gestelde-vragen-aan-hvj-eu-verricht-youtube-een-mededeling

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 13 september 2018, IEF 18242; IEFbe 2820; IT 2713; C-682/18; C-683/18 (YouTube e.a.) Via MinBuza: C-682/18 – Verzoeker is een muziekproducent en was mede-eigenaar van muziekuitgeverij “Petersongs Musikverlag KG”. Hij stelt ook eigenaar te zijn van “Nemo Studios”. Nemo Studio heeft met artieste ME een wereldwijd geldende exclusieve artiestenovereenkomst gesloten voor het gebruik van geluids- en video-opnamen. De artieste ME heeft een album uitgebracht en heeft opgetreden. Op YouTube zijn beelden en afbeeldingen van het optreden van de artieste ME verschenen. Verzoeker heeft toen Google verzocht om die beelden offline te halen. Later zijn op YouTube weer geluidsopnamen van uitvoeringen van de artieste op te vragen, die waren samengevoegd met stilstaande en bewegende beelden. Verzoeker eist van de eerste en de derde verweerster staking, verstrekking van inlichtingen en vaststelling van hun verplichting tot schadevergoeding. Deze eisen baseert hij op zijn eigen rechten als producent van de geluidsdrager „A Winter Symphony”, alsmede op eigen en van de artieste afgeleide rechten.

IEF 18236

Bijeenkomst Rechtbank Den Haag en IE balie op vrijdag 5 april 2019

, IEF 18236; https://ie-forum.nl/artikelen/bijeenkomst-rechtbank-den-haag-en-ie-balie-op-vrijdag-5-april-2019

De IE sectie van de Rechtbank Den Haag en de Vereniging IE Proces Advocaten (VIEPA) nodigen u graag uit voor een bijeenkomst op 5 april 2019 over procederen in IE-zaken bij deze rechtbank. De bijeenkomst is toegankelijk voor advocaten (lidmaatschap VIEPA niet vereist) en is gericht op advocaten die actief zijn op het gebied van het intellectuele eigendomsrecht.

Klik hier voor het programma.