Vordering afgewezen, online archivering rechtmatig artikel Trouw prevaleert boven privacy
Ktr. Rechtbank Amsterdam 13 november 2018, IEF 18147; IT 2690; ECLI:NL:RBAMS:2018:8241 (Eiseres tegen Trouw) Mediarecht. Privacy. Eiseres is door haar vader ontvoerd geweest naar het buitenland. Trouw heeft een artikel in haar dagblad gepubliceerd over de terugkeer van eiseres naar Nederland en de hereniging met haar moeder. In het artikel worden de voornaam, achternaam en woonplaats van eiseres vermeld. Op enig moment is het oorspronkelijke artikel door Trouw opgenomen in haar online archief. Het was daardoor via de website van Trouw voor derden toegankelijk. Eiseres heeft tussen 2008 en 2017 meerdere malen gevorderd het artikel uit de database te halen. De hoofdredactie van Trouw heeft uiteindelijk in 2017 besloten het artikel offline te halen. Eiseres heeft de rechtmatigheid van het artikel niet betwist. De pers heeft primair de rol van publieke waakhond en een belangrijke secundaire functie is het beschikbaar houden en maken van nieuws in archieven. Een verplichting tot het verwijderen van het artikel, dat op zichzelf rechtmatig is, is om privacyredenen aan de kant van eiseres niet te verenigen. De online archivering is dan geen betrouwbare getuigenis meer van het verleden. Vordering afgewezen.
Interview met Anita Verheggen over investeringsfonds Pop in Sena Performers Magazinie
Voorpublicatie Performers Magazine 4, 2018. Door Nelleke Slot. In januari 2019 lanceert minister Van Engelshoven tijdens de Eurosonic-conferentie een nieuw fonds speciaal gericht op popmuziek. Dit is een investeringsfonds dat dankzij financiële bijdragen van Sena en OCW tot stand is gekomen en popmusici moet helpen bij de opbouw van een duurzame carrière. Er zijn twee onderdelen, een bij het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en een bij het Fonds Podiumkunsten (FPK). Het FPK is verantwoordelijk voor het deel dat gaat over ondersteuning van individuele artiesten. Anita Verheggen, namens Sena Performers lid van de Raad van Aangeslotenen (RvA) en beleidsmedewerker bij de Ntb/Kunstenbond, heeft jarenlang gelobbyd voor dit fonds. Lees verder.
Prejudicieel gestelde vragen: is het feit dat een licentiehouder van software zich niet houdt aan de voorwaarden van de overeenkomst een auteursrechtinbreuk of kan hiervoor een afzonderlijke regeling gelden?
Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 16 oktober 2018, IEF 18145; IT 2689; IEFbe 2799; C-666/18 (Free Mobile tegen IT Development) Via Minbuza. Free Mobile is een aanbieder van mobiele telefonie op de Franse markt. Bij overeenkomst van 25.08.2010 heeft IT Development aan Free Mobile een licentie verleend en een onderhoudscontract met haar afgesloten voor het softwarepakket ClickOnSite. IT Development heeft aangevoerd dat er in strijd met de licentieovereenkomst wijzigingen zijn aangebracht in de software en heeft op 22.05.2015 inbeslagneming wegens inbreuk laten verrichten ten kantore van de onderneming Coraso, een subcontractant van Free Mobile. Volgens Free Mobile zijn de verzoeken op grond van inbreuk niet ontvankelijk. Daarnaast stelt Free Mobile dat de originaliteit van de software niet is bewezen en dat de handelingen voor beslag inzake inbreuk nietig zijn. Ook stelt Free Mobile dat de aangebrachte wijzigingen alleen betrekking hebben op de eigen database van de licentiehouders en dat de clausule waarin is bepaald dat het softwarepakket niet mag worden gewijzigd in strijd is met de bepalingen van het wetboek van intellectuele eigendom. Deze bepalingen moeten worden geacht niet te zijn geschreven. De rechter in eerste aanleg heeft de vorderingen van IT Development niet-ontvankelijk verklaard. IT Development heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en de rechter in tweede aanleg verzocht om een prejudiciële vraag te stellen aan het Hof. In eerste aanleg waren de verzoeken van IT Development uitsluitend gebaseerd op inbreuk. In hoger beroep zijn zij subsidiair tevens gebaseerd op de contractuele aansprakelijkheid.
Beroep op werkgeversauteursrecht faalt, gemaakt werk valt niet onder arbeidsovereenkomst vallende taken
Hof 's-Hertogenbosch 4 december 2018, IEF 18144; ECLI:NL:GHSHE:2018:5074 (Ontworpen logo exwerknemer) Auteursrecht. Merkenrecht. Appellante ontwerpt en verkoopt kinderkleding. De arbeidsovereenkomsten van geïntimeerde 1 en geïntimeerde 2 bevatten een geheimhoudingsbeding en verbod op nevenwerkzaamheden, maar geen concurrentiebeding. Geïntimeerde 1 heeft haar overeenkomst opgezegd en de partner heeft het woord-/beeldmerk merk geregistreerd bij het BBIE. Geïntimeerde 1 en geïntimeerde 2 ontwerpen en verhandelen kinderkleding binnen vennootschap 4 onder het merk. Appellante stelt dat niet kan worden uitgesloten dat het logo van merk door geïntimeerde 1 is ontworpen tijdens haar dienstverband bij appellante, in welk geval het auteursrecht op dat logo aan appellante zou toebehoren. Art. 7 Aw heeft echter slechts betrekking op werken die zijn gemaakt overeenkomstig de taakomschrijving van de werknemer binnen het bedrijf van de werkgever. In dit geval is niet gebleken en niet aannemelijk dat het ontwerpen van het bedoelde logo, indien dat door geïntimeerden tijdens hun dienstverband zou zijn gebeurd, behoorde tot de onder hun arbeidsovereenkomst vallende taken. Hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep voor zover dit aan het oordeel van het hof is onderworpen.
Geen inbreuk door Bakels op octrooien die zien op verwerking Teff-meel, inventiviteit ontbeert
Rechtbank Den Haag 21 november 2018, IEF 18143; ECLI:NL:RBDHA:2018:13960 (Ancientgrain tegen Bakels) Octrooirecht. Ancientgrain is door rechtsopvolging houdster van de Nederlandse octrooien NL 1023977 en NL 1023978. De octrooien zien kort gezegd op meel(mengels) van teff, daarvan vervaardigde deegvarianten en voedselproducten en daarmee verband houdende werkwijzen. Ancientgrain heeft geconstateerd dat Bakels op haar website onder meer teff-broodmeel(mix) te koop aanbood dat naar haar zeggen onder de beschermingsomvang van de octrooien valt. Bakels voert aan dat zij geen inbreuk kan maken op de octrooien omdat deze nietig zijn wegens gebrek aan nieuwheid, althans inventiviteit, ten opzichte van het Teff-Bericht, zoals ook blijkt uit de adviezen van OCNL. De verschilkenmerken verlenen inderdaad geen inventiviteit en de combinatie ervan is voor de hand liggend. Nu alle volgconclusies daarvan direct of indirect afhankelijk zijn, en Ancientgrain onvoldoende gemotiveerd heeft weersproken dat die conclusies los van conclusie 1 niet inventief zijn, treft de volgconclusies hetzelfde lot. Verweer slaagt, vorderingen afgewezen.
Grief slaagt, Nikki Amsterdam maakt auteursrechtinbreuk op speaker-lamp-wijnkoeler Nomenta
Hof Amsterdam 27 november 2018, IEF 18142; ECLI:NL:GHAMS:2018:4334 (Nomenta tegen Nikki Amsterdam) Auteursrecht. Nomenta heeft aan Gavefabrikken een speaker-lamp-wijnkoeler ("naam 1") geleverd. Tussen Nomenta en Gavefabrikken is een onderhandse akte opgemaakt waarin Gavefabrikken het auteursrecht op naam 1 heeft overgedragen aan Nomenta. Nomenta heeft een partij van 750 exemplaren van naam 1 geleverd aan Wierdijk. Deze heeft het daarna doorverkocht aan Nikki. Nikki is begonnen met de verkoop van naam 1, maar verkoopt ze onder naam 2. Partijen zijn er over eens dat naam 2 gelijk is aan naam 1, behalve het leren hengsel dat Nikki heeft gestanst. Nomenta stelt dat zij als maker moet worden beschouwd omdat het auteursrecht bij haar is komen te berusten door de onderhandse akte met Gavefabrikken. Nikki stelt dat de openbaarmaking van Gavefabrikken, anders dan art. 8 Aw vereist, niet de eerste openbaarmaking van naam 1 was nu deze wel moet zijn voorafgegaan door een openbaarmaking door de fabriek die de uiteindelijk door Gavefabrikken aangeboden naam 1 heeft vervaardigd en uitgeleverd. Dit miskent echter de strekking van art. 8 Aw, die meebrengt dat pas de openbaarmaking die leidt tot een min of meer ruimte mate van kenbaarheid van het werk buiten de kring van de betrokkenen bij het creatie- en productieproces, kan worden beschouwd als de openbaarmaking van het in art. 8 Aw bedoelde rechtsgevolg. Grief slaagt, vernietiging van het vonnis waarvan beroep.
Aquaris maakt auteursrechtinbreuk door verkopen hoodie met zelfde totaalindruk
Vzr. Rechtbank Amsterdam 5 december 2018, IEF 18141; ECLI:NL:RBAMS:2018:8676 (Eiseres tegen Aquaris) Auteursrecht. Merkenrecht. Slaafse nabootsing. Eiseres heeft een kledinglijn op de markt gebracht onder de naam IN GOLD WE TRUST en is voor het eerst getoond op de Amsterdam Fashion Week 2014. Ze is houdster van Benelux-woordmerk en - beeldmerk IN GOLD WE TRUST. Aquaris exploiteert onder de naam "Amsterdam is my style" een souvenirwinkel in Amsterdam. Zij verkoopt een hoodie met de tekst "IN AMSTERDAM WE TRUST". Deze heeft volgens eiseres te veel overeenkomsten met de door haar verkochte hoodie. Haar hoodie wordt erdoor gekenmerkt dat de tekst IN GOLD WE TRUST op verschillende manieren, in verschillende kleuren en op verschillende plaatsen van de hoodie is aangebracht. Hierdoor is er sprake van een eigen intellectuele schepping, waarbij de tekst gezien kan worden als een knipoog naar het beroemde Amerikaanse motto IN GOD WE TRUST. Nu de hoodies eenzelfde totaalindruk geven, heeft Aquaris auteursrechtinbreuk gepleegd. Eiseres heeft hierdoor geen belang meer bij een oordeel over de vraag of er sprake is van slaafse nabootsing. Eiseres wordt niet gevolgd in haar standpunt dat er sprake is van een merkinbreuk: het dominante bestanddeel van haar merken is GOLD en in dat van Aquaris AMSTERDAM. Deze zijn dermate verschillend dat er onvoldoende visuele of auditieve overeenstemming is. Vorderingen gedeeltelijk toegewezen.
Uitspraak ingezonden door Sikke Kingma, Pels Rijcken & Drooglever Fortuijn.
Cassatieberoep verworpen, hardware-AMvB's niet onverbindend
HR 7 december 2018, IEF 18140; ECLI:NL:HR:2018:2254 (HP, Dell, Imation en FAIR tegen Staat der Nederlanden en Stichting De Thuiskopie) Auteursrecht. De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Oordeel hof [IEF 16819] blijft in stand: de AMvB's zijn niet onverbindend en de vaststelling en uitvaardiging daarvan door de Staat is niet onrechtmatig, zodat hij hierom niet schadeplichtig is. Cassatieberoep verworpen.
Geen inbreuk op merkenrechten Laroche, sprake van uitputting
Hof Den Haag 20 november 2018, IEF 18137; ECLI:NL:GHDHA:2018:3223 (4 Every Ware tegen Laroche) Merkenrecht. Laroche is houdster het Uniewoordmerk GUY LAROCHE en -beeldmerk GL. Zij brengt via licentiehouders prêt-à-porter kleding, accessoires en huishoudlinnen wereldwijd op de markt. 4 EW houdt zich bezig met groot- en kleinhandel in partijgoederen. LaRoche stelt dat 4 EW inbreuk maakt op haar merkrechten als bedoeld in art. 9 lid 1 onder a van de (thans) UMV nu Promeco zonder toestemming van Laroche de na de actie bij Carrefour België onverkochte merkproducten heeft verkocht aan Boxter, die op haar beurt die merkproducten zonder toestemming van Laroche heeft verkocht aan 4 EW. Promeco heeft onder andere over alle aangekochte merkproducten de overeengekomen licentievergoedingen betaald. De merkproducten zijn met toestemming van Laroche door Promeco verkocht. Sprake van uitputting. Vorderingen Laroche afgewezen.
Uitspraak ingezonden door Marc de Boer en Fabienne Dohmen, Boekx Advocaten.
Vorderingen toegewezen, intellectuele eigendomsrechten zijn van bedenkers Ereveld Vol Leven gezamenlijk
Vzr. Rechtbank Amsterdam 4 december 2018, IEF 18135 (Eiser tegen Ereveld Vol Leven) Merkenrecht. Domeinnaamrecht. Eiseres, die het audiovisueel productiebedrijf Media Luna bedrijft, en gedaagde 2 hebben samengewerkt aan het concept "Ereveld Vol Leven". Op Nationaal Ereveld Loenen en op andere erebegraafplaatsen zijn met deze titel evenementen georganiseerd door partijen. De Stichting Oorlogsgravenstichting is opgetreden als opdrachtgever van de herdenkingen. In de productieovereenkomsten voor de edities van 2015 en 2016, gesloten tussen de Stichting en Media Luna, staat dat Media Luna het concept samen met gedaagde 2 heeft bedacht en uitgewerkt en de wereldwijde rechten van intellectuele eigendom op het concept en de titel hebben, inclusief eventuele wijzigingen daarin. Gedaagde 2 heeft zonder eiseres daarvan in kennis te stellen, het woordmerk "Ereveld Vol Leven" ingescheven in het Benelux Merkenregister ingeschreven, EVL opgericht en de domeinnaam ereveldvolleven.nl geregistreerd. Eiseres stelt dat zij en gedaagde 2 de intellectuele eigendomsrechten samen hebben, terwijl gedaagde 2 stelt dat hij, EVL en de Stichting die hebben. In overlegde stukken zijn tal van aanwijzingen te vinden dat gedaagde 2 en eiseres gezamenlijk eigenaar zijn van het concept en de naam. Eiseres verzet zich met een beroep op art. 3:169 BW. EVL heeft nooit enig intellectueel eigendomsrecht op het concept verworven, omdat eiseres daar nooit toestemming voor heeft gegeven. EVL heeft dus geen rechten die zij (gedeeltelijk) aan eiseres zou kunnen overdragen. EVL kan de domeinnaam niet langer zonder toestemming van eiseres gebruiken. Beroep op depot te kwader trouw is terecht gedaan. Vorderingen toegewezen.