IEF 22374
14 november 2024
Uitspraak

IE-klassieker: Endstra

 
IEF 22373
14 november 2024
Uitspraak

Hof oordeelt over bevoegdheid octrooigemachtigde na vertrek opdrachtnemer

 
IEF 22332
14 november 2024
Uitspraak

Geen inbreuk op persuitgeversrecht, auteursrecht en databankenrecht met nieuws-signaleringen

 
IEF 17900

HvJ EU: Foto in werkstuk met bronvermelding op schoolwebsite is een mededeling aan het publiek

HvJ EU 7 aug 2018, IEF 17900; ECLI:EU:C:2018:634 (Land Nordrhein-Westfalen tegen Renckhoff; Cordoba), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-foto-in-werkstuk-met-bronvermelding-op-schoolwebsite-is-een-mededeling-aan-het-publiek

HvJ EU 7 augustus 2018, IEF 17800; IEFbe 2687; IT 2616; ECLI:EU:C:2018:634; C-161/17 (Land Nordrhein-Westfalen tegen Renckhoff; Cordoba) Uit het persbericht: Voor het plaatsen op een website van een foto die met toestemming van de auteur vrij toegankelijk was op een andere website is een nieuwe toestemming van de auteur vereist. Dit geldt zelfs voor foto’s met bronvermelding in een schoolpresentatie die door de school online wordt gezet. Dat heeft het EU-Hof geantwoord op vragen van een Duitse rechter. HvJ EU:

Het begrip „mededeling aan het publiek” in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29/EG (...) moet aldus worden uitgelegd dat dit het plaatsen op een website omvat van een foto die eerder zonder beperkingen om het downloaden ervan te beletten en met de toestemming van de houder van het auteursrecht op een andere website is gepubliceerd.

IEF 17905

Geen verwarringsgevaar vermelding Beach Hotel want hotels bevinden zich in verschillende provincies

Rechtbank Den Haag 27 jun 2018, IEF 17905; ECLI:NL:RBDHA:2018:7745 (Hotel van Oranje ), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-verwarringsgevaar-vermelding-beach-hotel-want-hotels-bevinden-zich-in-verschillende-provincies

Ktr. Rechtbank Den Haag 27 juni 2018, IEF 17905; ECLI:NL:RBDHA:2018:7745 (Beach Hotel tegen Hotels van Oranje) Handelsnaamrecht. Verzoekster en verweerster drijven beiden een onderneming met als beide als handelsnamen onder meer 'Beach Hotel', respectievelijk in Zeeland en in Noordwijk. Verweerster heeft bepaalde (wellness)faciliteiten waarover verzoekster niet beschikt. Verzoekster heeft verzocht dat de verweerder zijn handelsnaam wijzigt. Beide ondernemingen richten zich op het verschaffen van onderdak in een hotel dat nabij de kust is gelegen, maar ze zijn actief in verschillende regio's en beschikken over verschillende faciliteiten. De kantonrechter wijst de verzoeken af.

IEF 17904

Recall en rectificatie voor frisdrank ON LEMON - JOHN IS ON, na eerder geschil over John Lemon

Rechtbank Den Haag 7 jul 2018, IEF 17904; ECLI:NL:RBDHA:2018:9453 (John Lemon), https://ie-forum.nl/artikelen/recall-en-rectificatie-voor-frisdrank-on-lemon-john-is-on-na-eerder-geschil-over-john-lemon

Vzr. Rechtbank Den Haag 7 juli 2018, IEF 17904; IEFbe 2692; ECLI:NL:RBDHA:2018:9453 (John Lemon) Merkenrecht. Eiseres is weduwe van John Lennon. Ze is houder van Uniewoordmerk van JOHN LENNON in klassen voor onder andere frisdranken. Gedaagde was houder van Uniebeeldmerk John Lemon. Eiseres en gedaagde hebben een overeenkomst gesloten waarin is bepaald dat gedaagde stopt met het gebruik van John Lemon. Hij heeft het Uniebeeldmerk overgedragen aan eiseres. Daarna heeft On Lemon een frisdrank op de markt gebracht onder het teken ON LEMON - JOHN IS ON waarop ook het teken John Lemon zichtbaar is. Eiseres vordert rectificatie en een recall. De voorzieningenrechter is bevoegd met betrekking tot de vorderingen die zien op de tekortkoming in de nakoming op basis van het forumkeuzebeding in de gesloten overeenkomst. Er moet worden aangenomen dat door het relevante publiek de elementen “JOHN” en “LEMON” in elkaars nabijheid in dit geval met elkaar in verbinding worden gebracht. Dit zorgt voor verwarringsgevaar. De vordering wordt toegewezen.

IEF 17903

30 augustus - Young BMM Event Breda

Invitation Young BMM Network Event
What: Gourmet beer tasting experience with young IP practitioners, hosted by zythologist Ivo Thijssen
Why: A great opportunity to extend your Young BMM Network in an informal setting -whilst enjoying a good glass of beer and delicious food
Bar ‘Publieke Werken’, Sint Annastraat 12, Breda, the Netherlands, on Thursday 30 August 2018, 6.30pm.

IEF 17899

Conclusie AG: Stel vragen aan HvJ EU: Is er sprake van mededeling aan het publiek door exploitant van platform voor Usenetdiensten?

Hoge Raad 13 jul 2018, IEF 17899; ECLI:NL:PHR:2018:789 (Stichting Brein tegen News-Service Europe), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-ag-stel-vragen-aan-hvj-eu-is-er-sprake-van-mededeling-aan-het-publiek-door-exploitant-van

Conclusie AG HR 13 juli 2018, IEF 17899; IEFbe 2686; IT 2615; ECLI:NL:PHR:2018:789 (Stichting Brein tegen News-Service Europe) Auteursrecht. Tussenpersoon (Usenet-provider). Hof in haar tussenarrest in 2014: Geen filter voor usenet mits efficiënte NTD-procedure Hof Amsterdam 19 augustus 2014 [IEF 14126]. Verhouding tussen de Auteursrechtrichtlijn en de Richtlijn elektronische handel. Reikwijdte aansprakelijkheidsvrijstelling art. 6:196c BW. Mededeling aan het publiek. Conclusie tot stellen van prejudiciële vragen aan het HvJ EU:

Is sprake van een mededeling aan het publiek in de zin van art. 3 lid 1 van richtlijn 2001/29 door de exploitant van een platform voor Usenetdiensten, indien op de server van deze exploitant beschermde werken ter beschikking worden gesteld voor gebruikers van het Usenet (te weten abonnees van resellers van de exploitant en de gebruikers die bij andere Usenetproviders zijn aangesloten) die daar door gebruikers van het Usenet op zijn geplaatst?

Deze zaak gaat over de verhouding tussen de Auteursrechtrichtlijn en de Richtlijn elektronische handel (ook wel e-Commercerichtlijn genoemd), in het bijzonder over de in de Auteursrechtrichtlijn geregelde “mededeling aan het publiek” en de mogelijkheid van het geven van een bevel aan een tussenpersoon aan de ene kant en de aansprakelijkheidsvrijstelling van tussenpersonen uit de e-Commercerichtlijn anderzijds. Kan NSE profiteren van deze vrijstelling van aansprakelijkheid uit art. 6:196c BW, de Nederlandse implementatie van de art. 12-15 van de Richtlijn elektronische handel, en pleegt zij zelf auteursrechtinbreuk door het aanbieden van Usenet-diensten die onder meer worden gebruikt om beschermde werken te delen? Dat levert de nodige puzzels op.

IEF 17898

Wel sprake van oplevering video's op YouTube

Rechtbank Rotterdam 20 jul 2018, IEF 17898; ECLI:NL:RBROT:2018:5365 (eiser tegen VOF), https://ie-forum.nl/artikelen/wel-sprake-van-oplevering-video-s-op-youtube

Ktr. Rechtbank Rotterdam 20 juli 2018, IEF 17898; ECLI:NL:RBROT:2018:5365 (eiser tegen VOF) Contractenrecht. Kantonrechter bespreekt een minnelijke regeling; afgesproken wordt dat VOF in de avond de video online zal plaatsen en eiser daarop mag reageren met aanpassingen of wijzigingen. Eiser voert aan dat de toegestuurde links melding 'deze video is door de gebruiker verwijderd' opleveren. Omdat YouTube het volgens VOF niet toelaat om twee dezelfde video’s online te hebben, is er geen sprake van oplevering volgens eiser. Eiser heeft op printscreens gewezen, maar in de internetbalk staan andere links dan VOF heeft gestuurd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat beide video’s door gebruikmaking van de betreffende links online te bekijken zijn.  Eiser wordt niet nog eens toegelaten voorstellen van aanpassing te doen. De vordering in reconventie ziet op de restantbetaling van het overeengekomen basisbedrag en een bedrag ter zake van meerwerk voor 45 seconden extra.

IEF 17897

Maand gevangenisstraf en 200 uur taakstraf voor beroepsmatig imiteren van parfums en cosmetica

Rechtbank Noord-Holland 17 jul 2018, IEF 17897; ECLI:NL:RBNHO:2018:6585 (Namaak parfums/cosmetica), https://ie-forum.nl/artikelen/maand-gevangenisstraf-en-200-uur-taakstraf-voor-beroepsmatig-imiteren-van-parfums-en-cosmetica

Rechtbank Noord-Holland 17 juli 2018 IEF 17897; ECLI:NL:RBNHO:2018:6585 (Namaak parfums/cosmetica) Strafrecht. Verdachte wordt verdacht van verkoop van namaak parfums en cosmetica. Ten aanzien van de verkoop van een aantal producten wordt de verdachte vrijgesproken omdat niet kan worden bewezen dat er inbreuk op die merken wordt gemaakt. Voor de andere te koop aangeboden en in voorraad hebbende producten is wel bewezen dat ze vervalst zijn. Verdachte heeft zich beroepsmatig bezig gehouden met het imiteren van merken. Het wordt hem kwalijk genoemn dat hij zijn eigen geldelijk gewin voor ogen heeft gehad en niet heeft stilgestaan bij de economische schade van de merkhouders. De rechtbank veroordeelt verdachte tot een taakstraaf van 200 uur en een gevangenisstraf van 1 maand. Deze wordt echter niet ten uitvoer gelegd.

IEF 17896

CvdM stelt Praktijkhandreiking Dienstbaarheidsverbod vast

CvdM Praktijkhandreiking Dienstbaarheidsverbod, 10 juli 2018. Mediarecht. In het dienstbaarheidsverbod staat dat de NPO, de RPO en de publieke media-instellingen met al hun activiteiten niet dienstbaar zijn aan het maken van winst door derden, en dat zij dat desgevraagd ten genoegen van het Commissariaat aantonen. Het dienstbaarheidsverbod ziet op al hun activiteiten en heeft dus zowel betrekking op activiteiten ter uitvoering van de publieke media-opdracht als op de neven- en verenigingsactiviteiten. Het kan daarbij zowel gaan om dingen die de NPO, RPO of de media-instelling doet als om dingen die zij nalaat. In deze handreiking wordt aangegeven wat de NPO, de RPO, en de publieke media-instellingen kunnen doen (en nalaten) om overtreding van het dienstbaarheidsverbod te voorkomen. Hier kun u de gehele handreiking lezen.

IEF 17895

Verstekvonnis: inbreuk op het Gemeenschapsmodel autostoelhoes

Rechtbank Den Haag 25 jul 2018, IEF 17895; ECLI:NL:RBDHA:2018:9147 (Xplorys tegen Turkije), https://ie-forum.nl/artikelen/verstekvonnis-inbreuk-op-het-gemeenschapsmodel-autostoelhoes

Vzr. Rechtbank Den Haag 25 juli 2018 IEF 17895; ECLI:NL:RBDHA:2018:9147 (Xplorys tegen gedaagde) Modelrecht. Verstekzaak. Het Haags Betekeningsverdrag is van toepassing omdat zowel Turkije als Nederland daarbij partij zijn. De voorzieningenrechter is bevoegd, nu gedaagde niet in een lidstaat van de EU is gevestigd terwijl eiseres in Nederland is gevestigd, voor zover eiseres haar vordering primair heeft gebaseerd op inbreuk op de in de dagvaarding vermelde Gemeenschapsmodel voor een cover van een babyzitje. Xplorys vordert met succes een verbod. Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor. Xplorys vordert gedaagde ook voor proceskosten van €11.150,14. Het is dan ook niet aannemelijk dat de (eerste) proceskostenopgaaf gedaagde heeft bereikt. Er is niet voldaan aan het vereiste van een goede procesorde. De gedaagde wordt veroordeelt tot betaling van proceskosten van €2.906,14.

IEF 17883

Geschillencommissie Auteurscontractenrecht gebruikt bestsellerbepaling voor verhoging royaltyvergoeding met 5% voor scenarioschrijver en regisseur Soof2

Overig 27 jul 2018, IEF 17883; (Scenarioschrijfster en regisseur Soof2), https://ie-forum.nl/artikelen/geschillencommissie-auteurscontractenrecht-gebruikt-bestsellerbepaling-voor-verhoging-royaltyvergoed

Geschillencommissie Auteurscontractenrecht 27 juli 2018, IEF 17883; dossiernrs 113417; 113462 (Scenarioschrijfster en regisseur Soof2) Auteursrecht. De scenarioschrijfster en regisseur doen een beroep op de bestsellerbepaling. De commissie kan geen uitspraak doen over verhouding tussen de overeengekomen vergoeding van de regisseur ten opzichte van de opbrengsten in de gehele filmketen. Ten opzichte van de exploitatie-opbrengst van de producenten is de overeengekomen royaltyvergoeding van de scenarioschrijfster en regisseur ernstig onevenredig. Ondanks dat er sprake is van een vervolgfilm op een succesvolle eerste film, had de maker zich hiervan bewust moeten zijn en zou een beroep op bestsellerbepaling van artikel 25d Aw niet opgaan, aldus de producenten. De commissie acht aannemelijk dat de positie van de maker niet gelijkwaardig is aan die van de producenten. Dat er een royaltypercentage is afgesproken en dat de maker kennis had van het succes van de voorafgaande film, staat een beroep op dat artikel niet in de weg. Er is sprake van een "ernstige onevenredigheid" en producenten zijn gehouden de royaltyvergoeding te verhogen tot een percentage van 10% (eerder 5%) respectievelijk 12% (eerder 7%).