Met samenvatting van Emiel Jurjens, Kennedy Van der Laan/Mediareport.
EHRM in tweede Guja-arrest: wederom schending rechten klokkenluider
EHRM 27 februari 2018, IEF 17709; IEFbe 2574; application no. 1085/10 (Guja tegen Moldavië 2) Mediarecht. Klokkenluiders kunnen bescherming ontlenen aan de vrijheid van meningsuiting (artikel 10 EVRM). Het standaard-arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) hierover is het Guja-arrest uit 2008. Deze zaak draaide om Iacob Guja, een ambtenaar in Moldavië die twee opzienbarende brieven had gelekt naar de media waaruit bleek dat vanuit de regering druk was uitgeoefend op het OM op strafzaken stop te zetten. Guja werd daarop ontslagen, wat naar het oordeel van het EHRM een schending van artikel 10 EVRM opleverde. Guja werd daarop weer in dienst genomen, maar kort daarop wéér ontslagen. Hij wendde zich wederom tot het EHRM, dat ook nu weer oordeelt dat zijn rechten onder artikel 10 EVRM zijn geschonden.
Gedelegeerde Uniemerkverordening en uitvoeringsverordening ter aanvulling Uniemerkverordening
Op 24 april 2018, verscheen in het Publicatieblad van de EU de nieuwe gedelegeerde verordening (EU) 2018/625 van de Commissie, die de Uniemerkverordening 2017/1001 aanvult en verordening (EU) 2017/1430 intrekt. Ook de uitvoeringsverordening (EU) Uitvoeringsverordening (EU) 2018/626 van de Commissie, houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Uniemerkverordening 2017/1001, en die verordening (EU) 2017/1431 intrekt, werd gepubliceerd.
Voorgebruik moet na samenwerking wel bekend zijn met handelsnaam, merkdepot nietig
Rechtbank Gelderland 12 juli 2017, IEF 17707; ECLI:NL:RBGEL:2017:6935 (Roestvast staalindustrie Mosman tegen Dimple-t) Gedaagde heeft een rekenkundig model en software ontwikkeld dat bruikbaar is bij het ontwerpen van zogenaamde ‘bulk solids coolers en heaters’. Het rekenkundig model en de software zijn strikt geheim. Gedaagde is gaan samenwerken met eiseres en heeft na enige tijd de samenwerkingsovereenkomst opgezegd. Vorderingen in conventie worden afgewezen. In reconventie wordt verklaart dat gedaagde haar handelsnaam en domeinnamen mag overdragen zonder schending van enig recht van Mosman. Het door Mosman gedeponeerde woordmerk 'Dimple-t' is nietig voor alle klassen waarvoor het is ingeschreven. De rechtbank acht het niet aannemelijk dat Mosman geen wetenschap heeft gehad van voorgebruik binnen de Benelux van het merk. Integendeel, partijen hebben geruime tijd – van 1 december 2010 tot 1 april 2016 – met elkaar samengewerkt en in die periode werden facturen aan Mosman gestuurd onder de naam 'Dimple-t Bulk Solids Coolers’. Het depot is onrechtmatig.
Publicist krijgt contactverbod, moet rectificeren en privéfoto's verwijderen
Vzr. Rechtbank Noord-Holland 9 mei 2018, IEF 17705; ECLI:NL:RBNHO:2018:3898 (rechtiskrom.nl) Mediarecht. Aan een publicist die op zijn website artikelen heeft geplaatst waarin hij eiser beschuldigt van betrokkenheid bij dan wel van het zijn van getuige van de moord op X, wordt een contactverbod opgelegd. Daarnaast dient hij een aantal artikelen van zijn website te verwijderen en verwijderd te houden. Bij diverse artikelen zijn foto’s geplaatst waarop eiser en vrienden van hem herkenbaar zijn afgebeeld, gedaagde dient de vakantiefoto’s en andersoortige foto's uit de privésfeer eveneens te verwijderen. De beschuldigingen aan het adres van eiser zijn ook vervat in een boek. Verdere publicatie en te koop aanbieden van dit boek wordt gedaagde verboden. Daarnaast dient gedaagde op zijn website een rectificatie te plaatsen.
Handhaving last onder dwangsom voor afspraken NPO met concert- en evenementenorganisaties om concerten en nieuwe CD’s te promoten
Beslissing op bezwaar CvdM 19 april 2018, kenmerk 686015/704730 (NPO inzake acties 3FM en Radio 2) Mediarecht. Dienstbaarheidsverbod. Uit het persbericht: Het Commissariaat voor de Media handhaaft de aan de NPO opgelegde last onder dwangsom, die is opgelegd om te voorkomen dat de NPO afspraken zou blijven maken die concert- en evenementenorganisaties een platform zouden bieden op NPO Radio 2 en 3FM om onder andere concerten en nieuwe CD’s te promoten. Het Commissariaat blijft van oordeel dat de NPO de concert- en evenementorganisaties een concurrentievoordeel heeft gegeven en daarmee het zogenoemde dienstbaarheidsverbod heeft overtreden. Dat verbod stelt dat derde partijen uit de samenwerking met een publieke omroep niet een meer dan normale winst of andere concurrentievoordelen mag behalen. De NPO heeft de verantwoordelijkheid om het niet-commerciële karakter van het publieke bestel te verzekeren.
HR: Argumenten pleiten ervoor dat werkzaamheden verband houdend met zuiver processuele kwestie vallen onder artikel 1019h Rv
HR 18 mei 2018, IEF 17703; ECLI:NL:HR:2018:721 (Becton Dickinson tegen B. Braun Melsungen) Procesrecht. Octrooizaak. Conclusie AG IEF 17574 en voorzieningenrechter IEF 16045. Art. 1019h Rv is van toepassing op werkzaamheden die uitsluitend betrekking hebben op de vraag of de overschrijding van de appeltermijn verschoonbaar is. De argumenten die "ervoor pleiten ook de werkzaamheden verband houdend met een zuiver processuele kwestie als de onderhavige onder de werkingssfeer van art. 14 Handhavingsrichtlijn en art. 1019h Rv begrepen te achten, wegen zodanig zwaarder dan de tegenargumenten, dat in dit kort geding daarover geen prejudiciële vragen aan het HvJEU zullen worden gesteld." De kosten van het cassatieberoep over de toepassing van art. 1019h Rv, valt onder het liquidatietarief.
Bijdrage ingezonden door Bjorn Schipper, Schipper Legal.
Bjorn Schipper - Kleine juridische kroniek van het muziekrecht 2017: Spraakmakende rechtszaken
Bjorn Schipper, 'Kleine juridische kroniek van het muziekrecht 2017: Spraakmakende rechtszaken', Muziekwereld 2018/1, p. 26-29. Traditiegetrouw blikken we aan het begin van het jaar terug op het afgelopen muziekjaar. De streaming-markt zit stevig in de lift en blockchain-technologie wint steeds meer terrein. Ook zien we artificial intelligence (AI) toegepast worden in de muziekstudio, met als resultaat de eer- ste kunstmatige intelligentie-hitplaat van Taryn Southern en talloze interessante nieuwe rechts- vragen1 . Net als in 2012 t/m 20172 sta ik in deze eerste editie van Muziekwereld in 2018 in de vorm van een kleine juridische kroniek van het muziekrecht stil bij een aantal spraakmakende zaken uit 2017. De selectie van deze zaken is op basis van dezelfde uitgangspunten als voorgaan- de edities gemaakt. Lees verder
Bijdragen ingezonden door Lisbeth Depypere, CMS.
Lisbeth Depypere - Hof van Justitie verduidelijkt de techniekrestrictie in het modellenrecht
Kort commentaar bij HvJ EU, IEF 17542; IEFbe 2492; (Doceram tegen CeramTec). Technologische innovatie is een hoog goed en zou dus niet mogen worden gehinderd door bescherming van intellectuele rechten zoals merken en modellen. Daarom bestaat in het merkenrecht en in het modellenrecht de “techniekrestrictie”. De techniekrestrictie beoogt kort samengevat dat technische oplossingen enkel als octrooi kunnen worden beschermd, niet als merk of model. De vraag hoe (ruim) de techniekrestrictie moet worden uitgelegd, leidde in het verleden tot verschillende strekkingen.
Hoe de techniekrestrictie in het merkenrecht moet worden geïnterpreteerd, werd door het Hof van Justitie al meermaals verduidelijkt (zie Philips/Remington (C-123/45) en Lego (C-48/09)). In het merkenrecht geldt dat het voor de beoordeling van de vraag of de vorm noodzakelijk is om een technische uitkomst te verkrijgen, niet van belang is dat er voor die vorm alternatieven bestaan waarmee hetzelfde technische resultaat wordt bereikt (de “apparaatgerichte leer”).
Maar in het modellenrecht bleef een dergelijke verduidelijking van de techniekrestrictie vooralsnog uit. Met het arrest van 8 maart 2018 in de zaak Doceram/CeramTec werd daar nu verandering in gebracht.
Uitspraak ingezonden door Armand Killan, Bird & Bird.
Geen dreigende schade in Nederland op nog niet verleend octrooi, geen locus damni
Vzr. Rechtbank Den Haag 15 mei 2018, IEF 17700; LS&R 1609; ECLI:NL:RBDHA:2018:5809 (Boston Scientific Scimed tegen Edwards Lifesciences Corporation) Octrooirecht. Vordering: gedaagde dient brief aan EOB te sturen met verzoek tot opheffing van de schorsing van de verleningsprocedure in een aangevraagde divisional EP 006 A. Artikel 6 aanhef en onder e Rv (jo artikel 13 Rv). Voorzieningenrechter is niet bevoegd van de vordering kennis te nemen. Geen (dreigende) schade in Nederland. Overigens ontbreekt de vereiste nauwe band tussen de vordering van eiseres en Nederlands grondgebied en is de vordering van eiseres grensoverschrijdend van aard, terwijl de voorzieningenrechter o.b.v. artikel 6 aanhef en onder e Rv niet grensoverschrijdend bevoegd is.
Update! Pleidooi in smaakzaak - Eéndaagse studiereis naar het HvJ EU in Luxemburg op 4 juni a.s.
[Update 22 mei 2018 - 16:00]. Let op: Wegens zeer grote belangstelling onder studenten, komen studenten die zich nu nog aanmelden op een wachtlijst.Wel zijn er nog plaatsen beschikbaar tegen betaling. Stuur een mailtje naar info@delex.nl. Op maandag 4 juni 2018 organiseert uitgeverij deLex in samenwerking met de Universiteit Leiden en het Instituut voor Informatierecht een ééndaagse studiereis naar het HvJ EU in Luxemburg. Op die dag vindt in Luxemburg het pleidooi plaats in de zaak over de vraag of er auteursrecht kan rusten op smaak. Hof Arnhem-Leeuwarden stelde hierover vragen van uitleg. Zie ECLI:NL:GHARL:2017:6697. De zaak wordt op initiatief van het Hof bepleit voor de Grote Kamer. Het wordt zonder twijfel belangrijkste uitspraak van het Hof EU over het object van auteursrecht ooit.