IEF 22374
14 november 2024
Uitspraak

IE-klassieker: Endstra

 
IEF 22373
14 november 2024
Uitspraak

Hof oordeelt over bevoegdheid octrooigemachtigde na vertrek opdrachtnemer

 
IEF 22332
14 november 2024
Uitspraak

Geen inbreuk op persuitgeversrecht, auteursrecht en databankenrecht met nieuws-signaleringen

 
IEF 17300

Vertaling van deze uitspraak ingezonden door Tobias Cohen Jehoram, Vivien Rörsch en Carlos van Staveren, De Brauw Blackstone Westbroek.

Supreme Court of the Netherlands MSD/Teva Pharma (english translation)

Hoge Raad 3 nov 2017, IEF 17300; (MSD tegen Teva), https://ie-forum.nl/artikelen/supreme-court-of-the-netherlands-msd-teva-pharma-english-translation

Supreme Court of the Netherlands 3 November 2017, IEF 17300; LS&R 1539 (Merck Sharp & Dohme v. Teva Pharma and Pharmachemie; English translation of IEF 17241) Patent. Swiss-type claim. Classic second medical indication.

3.5 Against the background of all of the foregoing factors, cassation grounds 1.1, 1.2 and 1.3 correctly complain that the distinction drawn by the Appellate Court in the scope of protection of patents for the 'classic second medical indication' and the 'sub-group indication', mentioned at 4.2 of the contested judgment, is an incorrect distinction. As follows from the deliberations at 3.4.4 above, it is necessary in all cases of Swiss-type claims for (direct) infringement, and also sufficient, that the average person skilled in the art will consider that the substance is (also) intended for or suited to the treatment covered by the second medical indication patent, that the manufacturer or seller foresees or ought to foresee that the generic drug he manufactures or offers will intentionally be used for that treatment and that he does not take the steps specified above in 3.4.4. There is no place in the system of the EPC for a categorical distinction between the two types of second medical indications, introduced in abstracto, as done by the Appellate Court at the end of 4.4 – in relation to the specifically indicated use. The remaining complaints in cassation ground 1 require no discussion. The same applies to cassation ground 2.

IEF 17295

De juistheid van een uitlating kan ook blijken uit onderbouwing van ná de uitlating

Rechtbank Rotterdam 15 nov 2017, IEF 17295; ECLI:NL:RBROT:2017:8878 (Uitlatingen over vermeend afperser), https://ie-forum.nl/artikelen/de-juistheid-van-een-uitlating-kan-ook-blijken-uit-onderbouwing-van-n-de-uitlating

Rechtbank Rotterdam 15 november 2017, IEF 17295; IT&R 2415; ECLI:NL:RBROT:2017:8878 (Uitlatingen over vermeend afperser). Laster. Media. Eiser stelt dat gedaagde diffamerende en onware uitlatingen heeft gedaan via het VPRO radioprogramma Argos en via de websites van BN de Stem, Breda Vandaag en Omroep Brabant. Gedaagde heeft de naam van eiser niet genoemd, of de beschuldigingen aan eiser geadresseerd, maar de beschuldigingen zijn wel, zonder de naam van eiser te noemen, door journalisten gepubliceerd. Gedaagde voert aan dat de beschuldigingen dat eiser gefraudeerd en afgeperst heeft gegrond zijn. Eiser onderbouwt zijn stelling dat er sprake is van onware uitlatingen niet met stukken of concrete feiten. Het feit dat de uitlatingen mede gebaseerd zijn op verklaringen van recenter datum dan de uitlatingen zelf ontneemt niet de kracht van die onderbouwingen. De juistheid van een uitlating kan ook blijken uit onderbouwing van ná de uitlating. Gedaagde heeft de grenzen van de vrijheid van meningsuiting niet overschreden.

IEF 17296

Uitspraak ingezonden door Bas Le Poole, Le Poole Bekema

Door zichzelf op te geven voor TV-programma is inbreuk op privacy niet onevenredig

Hof Amsterdam 21 nov 2017, IEF 17296; ECLI:NL:GHAMS:2017:4850 (Appellant tegen SBS c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/door-zichzelf-op-te-geven-voor-tv-programma-is-inbreuk-op-privacy-niet-onevenredig

Hof Amsterdam 21 november 2017, IEF 17296; IT&R 2416; ECLI:NL:GHAMS:2017:4850 (Appellant tegen SBS c.s.) Privacy. Mediarecht. Appellant heeft een langlopend conflict met zijn buren, welk conflict is behandeld in het SBS-programma "Mr. Visser doet uitspraak". In eerste aanleg werd een uitzendverbod afgewezen [ECLI:NL:RBAMS:2016:7288]. In hoger beroep heeft appellant nog steeds belang bij het uitzendverbod, omdat er een heruitzending van de aflevering kan plaatsvinden. Dat SBS c.s. na het vonnis in eerste aanleg de datum van uitzending heeft vervroegd maakt niet dat zij onjuist gehandeld heeft. Appellant heeft zelf contact gezocht met de makers van het programma. Uit niets blijkt dat hij een cognitieve beperking heeft, ook al stelt hij zelf dat door het jarenlange conflict met de buren hij psychisch en fysiek 'geknakt' is. Aan SBS c.s. komt het recht op vrijheid van meningsuiting toe. Het privacyrecht van appellant wordt medebepaald door het Reglement Bindend Advies, waaraan partijen zich hebben onderworpen, waarin onder meer is opgenomen dat partijen toestemming geven voor de uitzending van de opnames. Voorts heeft appellant zichzelf aangemeld voor het programma en was hij bekend met het programma, dus wist hij zijn toestemming betekende. Er zijn aldus geen omstandigheden die inbreuk op het recht op vrijheid van meningsuiting rechtvaardigen.

IEF 17293

Bijdrage ingezonden door Nathalie Rodriguez, student IViR/Clinic Law Incubator.

Nathalie Rodriguez - Kan een architect de sloop van zijn gebouw tegenhouden?

Een actuele vraag binnen het auteursrecht is of een architect de sloop of verbouwing van een door hem ontworpen gebouw kan tegenhouden. De eigenaar van een gebouw mag namelijk niet altijd zelf beslissen wat hij met zijn gebouw mag doen, omdat er auteursrechten in de weg kunnen staan. De maker van een auteursrechtelijk beschermd werk, zoals het ontwerp van een gebouw, heeft het exclusieve recht om zijn werk te verveelvoudigen en openbaar te maken. Echter, als een verveelvoudigd ontwerp, een gerealiseerd gebouw, eenmaal verkocht is, dan is het recht van de maker op dit ‘exemplaar’ van het werk uitgeput. Dat betekent dat de eigenaar van het gebouw dit gebouw gewoon kan verkopen als hij dat wil. Dit wil niet zeggen dat daarmee het recht van de architect is begrensd.

IEF 17289

Geen auteursrecht voor vertaler lied, nu dat zo is bedongen bij de toestemming tot vertaling

Rechtbank Oost-Brabant 1 mrt 2017, IEF 17289; ECLI:NL:RBOBR:2017:1456 (Het Feestduo), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-auteursrecht-voor-vertaler-lied-nu-dat-zo-is-bedongen-bij-de-toestemming-tot-vertaling

Rechtbank Oost-Brabant 1 maart 2017, IEF 17289; ECLI:NL:RBOBR:2017:1456 (Het Feestduo). Auteursrecht. Eiser, aangesloten geweest bij Buma/Stemra, heeft een Nederlandstalige vertaling gemaakt van een Duitstalig nummer. Universal en de Duitse auteurs van het lied zijn aangesloten bij de Duitse auteursrechtenorganisatie GEMA, een zusterorganisatie van de Buma/Stemra. In 2009 is het Nederlandse nummer via YouTube openbaar gemaakt. Hierna heeft 'het feestduo' een opname vervaardigd van het Nederlandse nummer, zonder hierbij de naam van eiser op enige wijze te vermelden. Echter, door het sluiten van exploitatiecontracten met Buma/Stemra heeft eiser zijn auteurs- en exploitatierechten overgedragen. Daarnaast heeft Universal bij de toestemming om een vertaling van het lied te maken, bedongen dat eiser geen aandeel in het auteursrecht en de inkomsten zou verkrijgen. De aanmelding van het lied van eiser heeft niet geleid tot een rechtsgeldige inschrijving bij Buma/Stemra. Omdat eiser aan zijn persoonlijkheidsrechten geen specifieke vordering verbindt, wordt dit onbesproken gelaten.

IEF 17292

Rectificatie van artikelen over voormalig directeur Buma/Stemra afgewezen

Rechtbank Amsterdam 21 nov 2017, IEF 17292; ECLI:NL:RBAMS:2017:8478 (voormalige directeur tegen Buma/Stemra), https://ie-forum.nl/artikelen/rectificatie-van-artikelen-over-voormalig-directeur-buma-stemra-afgewezen

Vzr. Rechtbank Amsterdam 21 november 2017, IEF 17292; ECLI:NL:RBAMS:2017:8478 (voormalige directeur tegen Buma/Stemra) Afwijzing vordering tot rectificatie van artikelen over de voormalige directeur van twee aan elkaar gelieerde rechtspersonen. De artikelen, verschenen in het FD en RTLZ, zijn gebaseerd op interviews met de huidige directeur en de advocaat van de rechtspersonen. Tegen de laatstgenoemde twee is de vordering gericht. De termen “fraude” en “frauduleus” in die artikelen zijn echter niet gebezigd door de huidige directeur of de advocaat en komen voor rekening van de journalist. De uitlatingen die de huidige directeur en de advocaat wél hebben gedaan vinden voldoende steun in de feiten en zijn gerechtvaardigd. De handelwijze van Buma/Stemra kan in de hiervoor geschetste omstandigheden niet als onrechtmatig tegenover [eiser] worden aangemerkt.

 

IEF 17291

Bjorn Schipper - Uitspraak Hoge Raad in zaak Golden Earring: Dan zeg je toch gewoon op (met een reden)

Bjorn Schipper, Uitspraak Hoge Raad in zaak Golden Earring - Dan zeg je toch gewoon op (met een reden), Muziekwereld 2017-3, p. 28-30. Op 7 juli 2017 heeft de Hoge Raad een interessante uitspraak gedaan in het langlopende conflict tussen de bandleden van de Golden Earring en muziekuitgevers Nanada cs. De zaak draait in de kern om de buitengerechtelijke beëindiging van muziekuitgavecontracten vanwege het vermeend stilzitten (niet-gebruik, non usus) van de muziekuitgevers. In eerdere edities van Muziekwereld is deze kwestie al vaker aan de orde geweest.

IEF 17290

Bijdrage ingezonden door Edward Appelman, LinkedIn-profiel.

Edward Appelman - Verlening van een dwanglicentie ingeval van geneesmiddelen

De vraag wanneer een dwanglicentie dient te worden verleend is vaak aan de orde in het kader van specifieke, dure medicijnen tegen bepaalde ziektes. Zo ook de afgelopen weken in het kader van het dure medicijn Spinraza tegen de zeldzame spierziekte SMA. Spinraza is afgelopen 1 juni goedgekeurd door de Europese Unie en sindsdien verkrijgbaar op de markt. Het biedt duidelijk soelaas in de behandeling van de ziekte, maar levenslang hebben patiënten driemaal per jaar een injectie nodig, dat €80.000 per medicijn kost. Inmiddels heeft dit aanleiding gegeven tot een aantal kamervragen, onder meer vanwege het feit dat de werkzame stof van Spinraza, Nusinersen, eenvoudig door apothekers kan worden nagemaakt. Dat kunnen zij echter tot op heden niet omdat het octrooi van de fabrikant, Biogen, daaraan in de weg staat. Ook kan worden gedacht aan de recente situatie van farmaceut Vertex, die het medicijn Orkambi voor €170.000 per patiënt per jaar aanbiedt. Ook hier zijn apothekers in staat het medicijn na te maken, hetzij dat het octrooi daaraan in de weg staat. Reden om in deze bijdrage in te gaan op de vraag onder welke voorwaarden een dwanglicentie kan worden verleend, dan wel dat derden in de mogelijkheid worden gesteld om een alternatief op de markt te brengen.

IEF 17287

Kamerstuk: Maak gebruik van wettelijke instrumenten, zoals dwanglicenties, importvergunning, stimulering van apothekersbereiding

Brief regering 16 november 2017, Geneesmiddelenbeleid, Kamerstukken II 2017-2018, 29 477, nr.  453. Geneesmiddelenontwikkeling duurt vaak lang en is complex. Er zijn veel actoren, ingewikkelde Europese regelgeving en een grote faalkans. Bij succes wordt er aan het eind van de rit steeds vaker een duur geneesmiddel op de markt gebracht, meestal door de grote farmaceutische industrie. Nederlandse academische en private partijen spelen een rol in dat ontwikkelproces. Steeds vaker nemen deze partijen ook initiatieven om het proces anders in te richten. In dat licht vroeg de vorige minister in 2016 aan de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving om met vernieuwende inzichten te komen en om oplossingen aan te dragen. «Hoe kan de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen doelmatiger, waarbij bereikte efficiencyverbeteringen resulteren in lagere prijzen of anderszins ten goede komen aan de samenleving?» Op 9 november jongsleden ontving de huidige minister het advies van de Raad

IEF 17288

Noorse klachtencommissie bevestigt dat Vigelands werken niet als merk kunnen worden geregistreerd

Overig 13 nov 2017, IEF 17288; (Oslo Municipality - Vigeland), https://ie-forum.nl/artikelen/noorse-klachtencommissie-bevestigt-dat-vigelands-werken-niet-als-merk-kunnen-worden-geregistreerd

Noorse KFIR 13 november 2017, IEF 17288; IEFbe 2408; cases: 16/00148, 16/00149, 16/00150, 16/00151, 16/00153 and 16/00154 (Oslo Municipality - Vigeland) Tijdens de voorbereiding van de zaak heeft de Kamer van Beroep de zaak voorgelegd aan het EFTA-Hof [IEF 16706] voor een advies. De klachtencommissie concludeerde dat de merkregistratie moest worden geweigerd op basis van artikel 15, eerste alinea, letter a, van de merkenwet, deels omdat het merken zijn die die kunstwerken vertegenwoordigen met een zeer speciale culturele waarde voor de Noorse samenleving, en deels omdat de beperking van de auteursrechtperiode op grond van de auteursrechtwetgeving de basis moet zijn op fundamentele, sociale overwegingen.