Köster groeit: uitbreiding team IE/ Procesrecht
Lara Doyle-van Huizen (30) is per 1 september 2017 het team Intellectuele Eigendom en Procesrecht van Köster, een Haarlems advocatenkantoor komen versterken. Lara is afkomstig van het internationale advocatenkantoor Bird&Bird waar zij 6,5 jaar werkzaam is geweest als advocaat op de sectie IE. Zij hield zich daar onder meer bezig met het adviseren en procederen op het gebied van merken- en modellenrecht, octrooirecht, handelsnaamrecht en auteursrecht. Daarnaast was Lara mede werkzaam in de Brand Management praktijk waar zij strategisch adviseerde op het gebied van de bescherming en registratie van merken- en modellenportfolio’s.
Opgave doen van gehouden evenementen en betaling conform BUMA-Tarief
Rechtbank Den Haag 30 augustus 2017, IEF 17088; ECLI:NL:RBDHA:2017:9992 (Vereniging BUMA tegen Grupo Esdras) Auteursrecht. Tarieven Buma. De rechtbank verleent verstek. Verbiedt gedaagde om zonder toestemming van eiseres evenementen te houden waarbij enig muziekwerk behorende tot het door eiseres beheerde repertoire ten gehore wordt gebracht en bepaalt dat gedaagde na betekening van dit vonnis aan eiseres een dwangsom verbeurt van € 5.000,- per overtreding van dit verbod, met een maximum van € 100.000,-. Gedaagde moet schriftelijk opgave doen van de door hem gehouden evenementen waarbij werken uit het Buma-repertoire openbaar heeft gemaakt; de namen van de artiesten en de behaalde recettes en betaalde gages. Gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van de verschuldigde vergoeding conform Algemeen Tarief Muziekgebruik 2017 binnen 7 dagen na opgave.
Paul Geerts - Noot onder Proplamp tegen IKEA
P.G.F.A. Geerts, Noot onder Rechtbank Amsterdam 12 april 2017 (Proplamp/IKEA); IEF 17086; eerder gepubliceerd in IER 2017/40.
1. In de onderhavige vormgevingszaak heeft eiseres uitsluitend een op art. 6:162 BW gebaseerde slaafse-nabootsingsvordering ingesteld. Eiseres heeft bewust geen beroep gedaan op het auteursrecht omdat een eventuele proceskostenveroordeling op de voet van art. 1019h Rv te grote financiële gevolgen zou hebben (r.o. 3.2). In zijn AA-noot onder het United Video Properties/Telenet-arrest van het HvJ EU schrijft Visser over dit ‘veroordelingsrisico’ in IE-zaken het volgende:
“Het risico om als eisende partij in de volledige kosten van de wederpartij te worden veroordeeld is steeds aanwezig. Partijen die het risico niet aandurven of aankunnen zouden ervan afzien naar de rechter te stappen. Dat is nu juist niet de bedoeling van de Handhavingsrichtlijn. In de literatuur is er daarom op gewezen dat de Nederlandse omzetting vermoedelijk zijn doel voorbij is geschoten”. (1)
Geen inbreuk op tweede hulpverzoek 'Gebruiksklaar urinekathetersamenstel'
Rechtbank Den Haag 6 september 2017, IEF 17085; LS&R 1499; ECLI:NL:RBDHA:2017:10120 (Coloplast tegen Hollister) Octrooirecht. Tweede hulpverzoek. Coloplast is houdster van EP 1 145 729 'Gebruiksklaar urinekathetersamenstel'. Eerder heeft deze rechtbank het octrooi vernietigd op basis van het hoofdverzoek en eerste hulpverzoek, daartegen is hoger beroep ingesteld. Coloplast vordert nu inbreuk op basis van het tweede hulpverzoek EP 729 B2. Coloplast heeft nog aangevoerd dat de VaPro reeds inbreuk maakt op deelkenmerk 2.1 omdat het water in de hydrofiele oppervlaktelaag moet worden aangemerkt als vloeibaar. Deze stelling, wat daar ook van zij, kan haar niet baten omdat dit ziet op de toestand van het water na activatie en niet op de (fysische) toestand van de activatiestof tijdens de activatie. Hollister maakt geen inbreuk. De vorderingen worden afgewezen.
Octrooi naaldbeschermingsamenstel niet inventief en wordt nietig verklaard
Rechtbank Den Haag 6 september 2017, IEF 17083, LS&R 1497; ECLI:NL:RBDHA:2017:9997 (Becton Dickinson tegen Braun Melsungen) Europees octrooi. Braun is houdster van het Europese octrooi EP 2 319 556 B1: 'Needle tip guard for hypodermic needles', een naaldbeschermingsamenstel. Becton Dickinson vordert vernietiging van het Nederlandse deel van EP 556, dan wel een verklaring voor recht dat de VPS oud en VPS nieuw niet onder de beschermingsomvang van het octrooi vallen. De rechter oordeelt dat er sprake is van toegevoegde materie voor zover de 'recess (32)' een 'outer recess' of 'a recess on the outside of the catheter hub' omvat. Conclusie 1 van het octrooi bevat zonder de plaats van de 'recess' te duiden niet alleen toegevoegde materie, maar is ook niet inventief. Braun heeft niet aangevoerd dat volgconclusies 2 t/m 12 iets inventiefs aan conclusie 1 toevoegen. Het gehele octrooi wordt nietig verklaard.
Picnic schendt portretrecht met lookalike Max Verstappen
Rechtbank Amsterdam 6 september 2017, IEF 17082; ECLI:NL:RBAMS:2017:6395 (Mavic tegen Picnic) Portretrecht. Zie eerder IEF 16808. De in de commercial van Picnic gebruikte lookalike vertoont alle karakteristieke kenmerken van het portret van eiser: dezelfde pet, raceoutfit, haarkleur, hetzelfde silhouet en postuur. Het is de bedoeling van Picnic om het beeld van eiser op te roepen bij het publiek, dit blijkt ook uit uitspraken in RTL Boulevard over het gebruik van de lookalike. Er is sprake van een portret van eiser in de zin van art. 21 Aw. Doordat eiser door zijn beroepsuitoefening als Formule 1-coureur grote bekendheid geniet, met welke commerciële belangen gemoeid zijn, heeft hij bij de openbaarmaking van zijn portret en persoonlijke karakteristieken een zwaarwegend belang. Daarbij heeft Picnic geen enkele vergoeding aangeboden voor het gebruik. De commercial betreft een reclame-uiting en kent een commercieel karakter. Door plaatsing op social media maakt het dit filmpje toegankelijk voor publiek, de inhoud daarvan is gericht op naamsbekendheid en het aanprijzen van de diensten van Picnic. Picnic heeft het potretrecht geschonden door het portret van eiser te gebruiken zonder zijn toestemming. Picnic is gehouden de schade te vergoeden. Het is aan eiser om te onderbouwen welke schade hij heeft geleden.
Uitspraak ingezonden door Naomi Ketelaar, Visser Schaap & Kreijger.
CITY in handelsnaam van hotels mag niet gemonopoliseerd worden
Vzr. Rechtbank Oost-brabant 4 september 2017, IEF 17081 (City Hotel tegen Fitland Oss) Handelsnaamrecht. Een van de Fitland Groep hotels gevestigd in Oss heeft een nieuwe handelsnaam gekregen: City Resort Oss. City Hotel vordert om Fitland Oss te verbieden de aanduiding en naam City als handelsnaam te gebruiken binnen de gemeente Oss. City Hotel voert haar onderneming al sinds 1980 onder deze naam en aannemelijk is dat zij relevante naamsbekendheid heeft opgebouwd in Oss. Toch mag de handelsnaam, gelet op het grotendeels beschrijvende karakter, niet worden gemonopoliseerd. Het gebruik van City of Hotel of een combinatie daarvan mag niet geheel verboden worden. De handelsnamen mogen echter niet een zodanig grote gelijkenis vertonen dat bij het publiek verwarring is te duchten is. Tussen City Hotel en City Resort Oss is sprake van verwarringsgevaar: beide ondernemingen zijn hotels, gevestigd in Oss en meerdere personen zijn al bij City Hotel terecht gekomen terwijl ze hadden geboekt bij Fitland Oss. De voorzieningenrechter verbiedt Fitland Oss om City Resort Oss als handelsnaam te gebruiken.
Uitspraak ingezonden door Dieuwke Levinson-Arps, LA-Law.NL.
Facebookrectificatie beschuldiging van oplichting liefdadigheidsbingo
Vzr. Rechtbank Zeeland-West-Brabant 4 september 2017, IEF 17079 (Facebook-rectificatie liefdadigheidsbingo) Mediarecht. De door de echtgenote van eiser georganiseerde liefdadigheidsbingo om geld in te zamelen voor de aanschaf van een rolstoelbus voor het ernstig zieke zoontje van gedaagde heeft niet plaatsgevonden. Gedaagde heeft een bericht met volledige naam en portretfoto van eiser en zijn vrouw op zijn facebookpagina en openbare pagina van Marktplaats Zeeland geplaatst waarin hij waarschuwt voor 'oplichtster die geld inzamelt over de rug van hele zieke kinderen'. De suggestie wordt gewekt dat eiser zich ook schuldig heeft gemaakt aan oplichting of medeplichtigheid. De vordering tot een rectificatie op Facebook wordt toegewezen. De gestelde betrokkenheid bij de activiteiten van zijn echtgenote is gebaseerd op onvoldoende feiten. Voorschot op immateriële schadevergoeding wordt afgewezen: eiser maakt niet aannemelijk dat hij schade lijdt als gevolg van de onrechtmatige uitingen op Facebook. Gedaagde wordt veroordeeld om een rectificatie minstens 30 dagen te plaatsen op Facebook en de pagina 'Marktplaats Zeeland' daarin te taggen.
Voornemen prejudiciële vraag over de uitleg van artikel 11 van richtlijn 2001/83
Hof Den Haag 14 maart 2017, IEF 17080; LS&R 1496; ECLI:NL:GHDHA:2017:567 (Warner-Lambert Company tegen CtBG) Tussenarrest, prejudiciële vragen zijn reeds gesteld, zie IEF 16935. Octrooirecht. Geneesmiddelenrecht. Tweede medische indicatie octrooi; beleid van het CBG om de SmPC en bijsluiter zonder carve out te publiceren; voornemen prejudiciële vraag over de uitleg van artikel 11 van richtlijn 2001/83.
Bijdrage ingezonden door Berber Brouwer, Bergh Stoop Sanders.
Berber Brouwer - De robot als componist
De eerste kunstmatige intelligentie-plaat is een feit: I AM AI van YouTube-ster Taryn Southern. Dit schrijft de Volkskrant op 29 augustus jl. Huh, maar hoe zit het dan met het auteursrecht, was natuurlijk het eerste wat bij me opkwam. En wie ontvangt de royalty’s voor exploitatie van de compositie via Spotify en YouTube, waar de muziek te beluisteren is?
Het album I AM AI is naar verluidt volledig geschreven met behulp van AMPER AI software. AMPER AI staat ook als componist vermeld bij het eerste liedje Break Free; elektropop met een esoterisch tintje, al klinkt het wat zielloos. Het is overigens geen volledig autonome creatie van Amper: Taryn Southern heeft zelf de teksten en melodieën geschreven; Amper heeft de rest van de compositie gemaakt, waaronder de harmonieën, instrumentatie en volledige muzikale invulling. Volgens Amper Music is iedere compositie die door de software wordt gegenereerd uniek en origineel 1 .