Bezwaar tegen goedkeuringsbesluit Tarieven Live Markt is ongegrond
CvTA Beslissing op bezwaar 20 juni 2017, IEF 16893 (Live Markt Tarieven) Tariefverhoging. De Organisatoren Dance hebben een bezwaar ingediend tegen het goedkeuringsbesluit van het College voor wijziging van de Tarieven voor de Live Markt van Buma Stemra. Ze stellen dat de tariefverhoging van 20-25% buitensporig is. Vanwege de bevoorrechte positie waarin de leden van de VVEM zich bevonden (25% korting) t.o.v. andere live events, is de tariefverhoging niet buitensporig. Verder ziet het College geen reden waarom Buma Stemra de systematiek (waarmee de hoogte van het live-tarief wordt vastgesteld), vanwege het wegvallen van de VVEM korting zou moeten wijzigen, nu deze tot dusver naar behoren heeft gefunctioneerd. Het College acht het bezwaar van de Organisatoren Dance ongegrond. De verzoeken tot heroverweging, correctie en/of aanvulling van het goedkeuringsbesluit worden afgewezen.
Verklaringen geplaatst op website BING zijn niet onrechtmatig
Hof Arnhem-Leeuwarden 20 juni 2017, IEF 16895; ECLI:NL:GHARL:2017:5191 (X tegen BING) Kort geding. Mediarecht. Appellant was burgemeester. Het Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten (BING) heeft onderzoek gedaan en oordeelde dat appellant zich schuldig had gemaakt aan machtsmisbruik en belangenverstrengeling. De vraag is of BING met het plaatsen op haar website van geciteerde verklaringen over appellant onrechtmatig heeft gehandeld. Omdat BING de eerste verklaring op haar website heeft geplaatst nadat alle klachtonderdelen van appellant ongegrond waren bevonden en de uitlatingen daarin niet onjuist waren is deze publicatie op de website niet onrechtmatig. De tweede verklaring is een reactie op kritiek van appellant op BING, dit kan ook niet als onrechtmatig worden aangemerkt. De verklaringen geplaatst op de website zijn niet onrechtmatig.
Artikel ingezonden door Bas Kist, Chiever.
Limburg leent logo van Unilever
Juni 2017. “Heb ik dat niet eerder gezien? … Dat klopt. Meer dan eens. Unilever heeft namelijk ook zo’n logo”. MarketingOnline.nl, een website van de gezaghebbende Adfo Groep, is onverbiddelijk: dat nieuwe logo van de provincie Limburg is gewoon gejat van Unilever. Ook de reacties van lezers spreken boekdelen: “Te pijnlijk voor woorden” en “Best schaamteloos”.
GELIJKENIS
Net als het logo van Unilever uit 2004 is het begin juni gelanceerde beeldmerk van Limburg opgebouwd uit een groot aantal kleinere symbolen. Het vertoont inderdaad een flinke gelijkenis met het Unilever-merk. Daan de Haan, de ontwerper van het logo, zegt te kunnen begrijpen dat mensen het blauwe logo als kopie zien. “Echter, zoom je in op de losse elementen dan gaat de vergelijking niet op”, aldus De Haan. “Ik heb het in vele kleurvariaties voorgesteld, maar doordat in eerste instantie een blauwe variant naar buiten is gebracht wordt het idee van een kopie helaas versterkt”.
MEER ASSEMBLAGE-LOGO’S
Overigens is het design volgens de Haan helemaal niet zo uniek. “Unilever was denk ik een pionier met deze vorm. Sinds de beginjaren 2000 is het langzaam een stroming geworden voor grafische oplossingen voor beeldmerken”. En inderdaad, in 2011 publiceerde branding-deskundige Martien Heijmink al eens een flinke verzameling vergelijkbare logo’s. Zo’n beeldmerk blijkt zelfs een eigen naam te hebben: assemblage-logo.
NIET TE BESCHERMEN IDEE?
Maar of Unilever juridisch ook een punt heeft, is maar helemaal de vraag. Het zou goed kunnen zijn dat een assemblage-logo nu typisch zo’n voorbeeld is van een niet te beschermen idee. Zolang de concrete uitvoering van het idee maar voldoende verschilt, is er juridisch niets aan de hand. Unilever heeft inmiddels ook kennisgenomen van het logo en zegt zich te beraden.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in de Volkskrant op 22-06-17.
Hof bevestigt afwijzing inbreuk octrooi van HP printer-cartridges
Hof Den Haag 23 mei 2017, IEF 16892; ECLI:NL:GHDHA:2017:1724 (Hewlett-Packard tegen Digital Revolution) Europees octrooi. Inbreuk. Inventiviteit. Zie eerder IEF 15475. HP is houdster van EP 617 en vordert opnieuw inbreukverbod tegen Digital Revolution. Vordering wordt afgewezen: geen indirecte inbreuk wegens impliciete licentie bij aanschaf printer. Digital Revolution vordert niet-ontvankelijkheid van HP, dit blijft onbehandeld.
Uitspraak ingezonden door Eelco Bergsma en Maarten Rijks, TaylorWessing.
Conclusie AG: Louboutin-zoolmerk kan getoetst worden aan 'wezenlijke waarde'-toets, zonder rekening te houden met reputatie
Conclusie AG HvJ EU 22 juni 2017, IEF 16890; IEFbe 2219; C‑163/16, ECLI:EU:C:2017:495 (Louboutin tegen van Haren) Merkenrecht. Van Haren vordert nietigverklaring en doorhaling van het Benelux rode zoolmerk. Wezenlijke waarde van de waar kan worden toegepast op zool-merk bestaande uit vorm van een product in een bepaalde kleur. HvJ EU:
„Artikel 3, lid 1, onder e), iii), van richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten moet aldus worden uitgelegd dat het van toepassing kan zijn op een teken bestaande uit de vorm van de waar waarbij aanspraak wordt gemaakt op bescherming voor een bepaalde kleur. Het begrip vorm die ‚een wezenlijke waarde geeft’ aan de waar in de zin van deze bepaling heeft uitsluitend betrekking op de intrinsieke waarde van de vorm en hierbij mag geen rekening worden gehouden met de reputatie van het merk of van de houder ervan.”
Octrooi-, merk- en auteursrechtinbreuk lamparmaturen
Rechtbank Den Haag 21 juni 2017, IEF 16891; ECLI:NL:RBDHA:2017:6743 (Hygro tegen Futurecare c.s.) Merkenrecht. Auteursrecht. Zie eerder: IEF 15403 en IEF 14982. De Australische onderneming Hygro houdt zich bezig met de verkoop van de door haar ontwikkelde “Adjust-A-Wings” lamparmaturen. Na staking van de leveringen aan Futurecare c.s. besloot het bedrijf zelf lamparmaturen aan te bieden onder de naam “Adjust-A-Shades”. Hygro vordert met succes de staking octrooi-, merk- en auteursrechtinbreuk. Nu Futurecare c.s. niet heeft betwist dat de armaturen die zij heeft verhandeld onder de beschermingsomvang van het octrooi vielen, staat daarmee de octrooi-inbreuk vast. De gebruiksaanwijzing is auteursrechtelijk beschermt: producten zijn met een kopie van de gebruiksaanwijzing van Hygro verhandeld.
Gemeenschapsmodel toiletbril ontbeert eigen karakter
Gerecht EU 21 juni 2017, IEF 16889; IEFbe 2218; ECLI:EU:T:2017:411; T-286/16 (Kneidinger Toiletbril) Gemeenschapsmodelrecht. Nietigheidsprocedure. Toiletbril [model]. Ouder Gemeenschapsmodel. Eigen karakter en nieuwheid ontbreekt. Het beroep wordt afgewezen; het model is niet nieuw.
Gerecht EU: Visgraat tussen twee parallele lijnen geldig beeldmerk voor haaknaalden
Gerecht EU 21 juni 2017, IEF 16888; IEFbe 2217; ECLI:EU:T:2017:410; T-20/16 (Indeutsch tegen EUIPO) Uniemerk. Nietigheidsprocedure. Uniebeeldmerk dat visgraat tussen twee parallelle lijnen weergeeft. Ingeschreven voor brei- en haaknaalden. Onderscheidend vermogen. Onderzoek van het merk zoals ingeschreven. Beslissing kamer van beroep tot nietigverklaring wordt vernietigd. Merk is geldig ingeschreven.
Uniemerkverordening (codificatie) in Publicatie van de EU
De Verordening (EU) 2017/1001 van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk (codificatie) is op 16 juni 2017 gepubliceerd in het Publicatieblad van de EU. De Verordening vervangt Verordening (EC) No. 207/2009 van 26 februari 2009 en is van toepassing vanaf 1 oktober 2017.
Le Règlement (UE) 2017/1001 du 14 juin 2017 sur la marque de l'Union européenne (version codifiée) a été publié dans le Journal officiel de l’UE. Le Règlement remplace le Règlement (CE) 207/2009 du Conseil du 26 février 2009 et s'applique à compter du 1er octobre 2017.
Bijdrage ingezonden door Wim Maas, TaylorWessing.
Wim Maas - Een tweede IE-rechtbank in Nederland
In het opiniestuk van Visser, Vrendenbarg en Steenbergen over “Doorlooptijden IE-zaken rechtbank Den Haag verder toegenomen’ in BIE maart/april 2017 (inloggen BIE-abonnees) opperen de auteurs dat het misschien een goed moment is om KEI aan te grijpen om een tweede rechtbank voor IE-zaken in Nederland aan te wijzen om de druk op de rechtbank Den Haag te verminderen. Daarmee zou bovendien een tweede kennis- en ervaringscentrum in Nederland ontstaan en de doorlooptijden zouden drastisch verlagen, zoals met KEI ook wordt beoogd. Dit zijn in mijn ogen overtuigende argumenten, waar geen speld tussen te krijgen is. Toch ziet het gerechtsbestuur van de rechtbank Den Haag het anders. Zij menen dat het instellen van een tweede rechtbank voor IE-zaken het probleem zou verschuiven. Om deze stelling te onderbouwen wordt vervolgens genoemd dat concentratie bijdraagt aan de opleiding van ervaren rechters tot specialistische rechters. Ik snap deze redenering niet. Natuurlijk begrijp ik dat concentratie bijdraagt tot betere rechtspraak. Ik onderschrijf ook de uitkomsten van het rapport ‘Specialisatie loont’ van prof. Klaassen. Als octrooiadvocaat behoor ik tot een groep stakeholders die op basis van eigen ervaring kan zeggen dat rechtzoekenden wel degelijk gebaat zijn bij goede, specialistische rechters. Maar ik zie werkelijk niet in waarom het instellen van een tweede IE-rechtbank het probleem niet zou oplossen, maar verschuiven. Mijn stellige overtuiging is dat in de laatste tien jaar de IE-zaken zijn toegenomen. Ik baseer dit op de groei van onze eigen praktijk, op de toename van het aantal IE-kantoren, en de toename van het aantal IE-advocaten. De octrooizaken zijn ook steeds groter en complexer geworden. Die complexiteit zie ik ook steeds toenemen. Dat erkent het gerechtsbestuur ook in haar reactie. Als er nu een tweede gespecialiseerde IE-rechtbank zou zijn, dan kan het niet anders dan dat de doorlooptijden drastisch worden ingekort. Simpel: als je hetzelfde werk met meer mensen kan doen, zorgt ervoor dat het sneller af is. Een waarheid als koe.