Verbod op indirecte inbreuk door aanbod en leveren voor toepassing van productie van UHT-melk
Vzr. Rechtbank Den Haag 6 januari 2017, IEF 16488; ECLI:NL:RBDHA:2017:110 (DSM tegen Novozymes c.s.) Octrooirecht. DSM houdster EP1954808B1 met als titel 'Enzyme preparation yielding a clean taste', te vertalen als ‘Enzympreparaat dat geen bijsmaak opleverd’. De oppositieafdeling van het EOB heeft de nietigheidsverweren van Du Pont en Novozymes gepasseerd en het octrooi in stand gehouden conform het derde hulpverzoek. Er is hoger beroep bij de TK ingesteld. Het octrooi is conform het derde hulpverzoek beperkt tot melk die gesteriliseerd is door middel een zogenoemde UHT (Ultra Hoge Temperatuur)-behandeling. Deze melk wordt hierna aangeduid als UHT-melk. De voorzieningenrechter verbiedt Novozymes c.s. om in Nederland en alle overige landen waar het octrooi van kracht is, met uitzondering van Duitsland en Frankrijk, indirect inbreuk te maken op de gewijzigde conclusies van EP 808, waaronder aanbieden of leveren van Lactozym® Pure voor de toepassing in het betreffende land van een werkwijze/gebruik voor de productie van UHT-melk. Opgaveplicht en recall.
Bijdrage ingezonden door Charles Gielen, NautaDutilh.
Charles Gielen - Noot bij BAYER/SANDOZ
Noot Charles Gielen bij BAYER / SANDOZ, (HR 5 februari 2016, IEF 15677) NJ 2016/496, IEF 16487.
1. Bayer verwijt Sandoz IEF 15677 inbreuk op twee Europese octrooien verleend voor werkwijzen om drospirenon te maken dat een van de werkzame stoffen in door Bayer verhandelde anticonceptiva is (die octrooien worden op de gebruikelijke wijze afgekort als: EP 791 en EP 840). Een van de kenmerken van EP 791 is dat in de werkwijze gebruik gemaakt wordt van rutheniumzout als katalysator en in de werkwijze van EP 840 dat water wordt afgesplitst door toevoeging van p-tolueensulfonzuur (pTSA). Sandoz, die eveneens anticonceptiva met drospirenon verhandelt, laat deze produceren door Industrial Chimica. In de door laatstgenoemde toegepaste werkwijze wordt gebruik gemaakt van een katalysator bekend onder de naam Tempo en verder wordt het water afgesplitst met een zwakke base, pyridine en water. Deze maatregelen vallen niet letterlijk onder de octrooien van Bayer, maar Bayer stelt dat die maatregelen equivalent zijn aan de maatregelen van de octrooien. Dat standpunt wordt in dit kort geding door de Voorzieningenrechter en het Hof Den Haag afgewezen. AG van Peursem adviseert het beroep te verwerpen en aldus geschiedde. De Rechtbank Den Haag heeft overigens in de bodemprocedure bij vonnis van 23 juli 2014 hetzelfde beslist (ECLI:NL:RBDHA:2014:9417, IEF 14076); een appelbeslissing is niet bekend.
Beschikking ingezonden door Jechiël Evers en Pascale Kos, The Law Factor.
GROEP moet zijn nagenoeg identieke, op markante wijze gespelde handelsnaam QOMPAS GROEP wijzigen
Hof Arnhem-Leeuwarden 15 december 2016, IEF 16486 (Qompas tegen IT-Qompas (Groep)) Handelsnaamrecht. Bij de kantonrechter werd tevergeefs verzocht om wijziging van handels- en domeinnamen van QOMPAS GROEP zodanig dat daarin niet het woord Qompas voorkomt. Hoewel Qompas niet voldoende aannemelijk maakt dat de producten en diensten van Qompas Groep (met uitzondering van de werving- en selectieactiviteiten) wezenlijk met de hare overlappen, is wel sprake van verwantschap. Dat Qompas zich meer richt op scholieren en studenten en Qompas Groep juist de werkgever als doelgroep heeft, neemt niet weg dat personeelsfunctionarissen met beide handelsnamen kunnen worden geconfronteerd. De nagenoeg identieke, op markante wijze gespelde naam, de toevoeging “Groep” en het logo en de opmaak van de website met een zeer vergelijkbare “look and feel” in vorm en kleurgebruik, zorgen voor toewijzing van het gevorderde gebod tot wijziging van handels- en domeinnamen.
Bijdrage ingezonden door Charles Gielen, NautaDutilh.
Charles Gielen - Noot bij AIB/Novisem
NOOT CHARLES GIELEN bij arrest AIB/NOVISEM (HR 13 november 2015) NJ 2016/491
1. In deze zaak (IEF 15425) gaat het om twee vragen, een die voor de handhaving van alle intellectuele eigendomsrechten van belang is, te weten wat het criterium is voor de toelaatbaarheid van een exhibitievordering en een die betrekking heeft op het criterium voor inbreuk op kwekersrechten.
2. De Europese Richtlijn 2004/48 betreffende de handhaving van intellectuele eigendomsrechten (de Handhavingsrichtlijn) heeft er voor gezorgd dat er een geharmoniseerd systeem van handhaving van ie-rechten is ontstaan, waarvan een deel op zijn beurt weer is gebaseerd op de mondiale Overeenkomst inzake de handelsaspecten van intellectuele eigendom, beter bekend als de TRIPS-overeenkomst. De Handhavingsrichtlijn is in Nederland onder meer geïmplementeerd in een nieuwe titel 15 van Boek 3 Rv. (art. 1019-1019i Rv), die op 1 mei 2007 in werking trad. Op de handhaving van specifieke ie-rechten gerichte maatregelen zijn voorts opgenomen in de verschillende ie-wetten. Als voorbeeld van handhavingsmaatregelen die voor Nederlands recht nieuw zijn, noem ik het bewijsbeslag (art. 1019c), het ex parte kort geding (1019 e) en de veroordeling in redelijke en evenredige proceskosten (1019h). Art. 1019a, waarover de onderhavige zaak mede gaat, voorziet in een exhibitievordering, die we al kennen in art. 843a Rv en op grond waarvan hij die daarbij een rechtmatig belang heeft inzage kan vorderen van bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarbij hij partij is, en die vastlegt dat als een dergelijke rechtsbetrekking geldt een onrechtmatige daad wegens inbreuk op een intellectueel eigendomsrecht. Over art. 1019a Rv. jo. art. 843a Rv. gaat het eerste punt van deze zaak.
Uitspraak ingezonden door Paul Reeskamp en Marijn van der Wal, DLA Piper.
Grondslag van hoofdverzoek en hulpverzoek ontvalt na definitief oordeel Technische Kamer van Beroep
Rechtbank Den Haag 4 januari 2017, IEF 16484, LS&R 1409; ECLI:NL:RBDHA:2017:131 (Coloplast tegen Medical4you) Octrooirecht. Procesrecht. Coloplast is houdster van EP1145729B1 voor een gebruiksklaar urinekathetersamenstel (dochter van EP398). EP729 is gewijzigd in stand gelaten bij de EOB oppositiedivisie, maar in beroep bij de TKB zijn het (ook in de Nederlandse procedure voorliggende) hoofd- en hulpverzoek herroepen. De TKB zal later beslissen over de geldigheid van twee resterende hulpverzoeken. Coloplast heeft na pleidooi haar eis gewijzigd en deze twee hulpverzoeken ingebracht in de - door haar gekozen - Nederlandse VRO-procedure. Dat is in strijd met de goede procesorde, mede gelet op het versnelde karakter van de VRO-procedure. Het verzoek tot schorsing totdat de TKB definitief heeft beslist, wordt geweigerd, nu partijen eerder te kennen gaven op korte termijn een vonnis te willen. De grondslag voor Coloplast's vorderingen is komen te ontvallen doordat zij zich niet langer op het hoofdverzoek en hulpverzoek beroept. In reconventie worden conclusie 1, en een aantal volgconclusies vernietigd nu Coloplast de geldigheid daarvan niet langer verdedigt. Proceskostenveroordeling jegens Coloplast vastgesteld op €92.500 (in conventie) en €92.500 (in reconventie).
Recall levert geen nieuwe inbreuk op, onder zich houden is geen voorbehouden handeling ex 73 ROW
Rechtbank Den Haag 4 januari 2017, IEF 16483; ECLI:NL:RBDHA:2017:4 (Rasco c.s. tegen Aebi Schmidt) Octrooirecht. Niet nietig. Verbod. Verantwoording. Recall. Aebi Schmidt is houdster van EP0995838 voor een 'vrachtwagen met een daarop afneembaar opgebouwd opzetwerktuig'. Rasco legt zich toe op het ontwerp, de productie en de verkoop van zoutstrooiers, sneeuwploegen, en maaimachines en heeft een opzetstrooiwerktuig aan de Roteb verkocht. Het octrooi is nieuw, en ook de inventiviteitsaanval op basis van DE220 in combinatie met NL464 en/of DE372 strandt. Rasco c.s. heeft de combinatie aangeboden en heeft het opzetstrooiwerktuig geleverd voor toepassing van de uitvinding aan partijen die daartoe niet gerechtigd zijn, terwijl zij weet dat dit opzetstrooiwerktuig voor die toepassing geschikt of bestemd is, alles in de zin van artikel 73 ROW. Door de combinatie en het opzetstrooiwerktuig aan te bieden is er direct en indirect inbreuk gemaakt op EP 838. De recall levert geen inbreuk op. Het onder zich houden van teruggestuurde opzetstrooiwerktuigen wederom inbreuk zou maken, omdat het in voorraad houden van een wezenlijk bestanddeel in de zin van artikel 73 ROW geen voorbehouden handeling is (slechts het aanbieden en leveren wordt door artikel 73 bestreken).
The Revised Guidelines for Examination of EU Trademarks and Registered Community Designs
The revised Guidelines for Examination of EU Trade Marks and Registered Community Designs, 3 januari 2017, Alicante News. Op 12 december 2016, heeft de Executive Director van de EUIPO de beslissing tot aanpassing van het eerste deel van de Office Guidelines. Ze zijn per 1 februari 2017 van kracht. De nieuwe Guidelines zullen worden gepubliceerd op de EUIPO website onder Current trade mark practice en Current design practice pagina's. De Guidelines zijn volledig bijgewerkt met uitspraken van het Hof van Justitie EU en van EUIPO's Boards of Appeal. De aangepaste Guidelines zullen de 'consistency and predictability for users' verhogen, en zijn in lijn met de doelen uit het EUIPO’s Strategic Plan.
Uitspraak mede ingezonden door Charlotte Meindersma, Charlotte's Law & Fine Prints.
Tarieven conform Stichting Foto Anoniem voor foto's van model op site en facebook
Ktr. Rechtbank Den Haag 3 oktober, IEF 16481; ECLI:NL:RBDHA:2016:15983 (time for pictures) hersteld per 10 november 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:15985. Foto. Auteursrecht. Geen portretrecht model ingeroepen. Gedaagde heeft op haar website en op Facebookpagina een foto van een model gepubliceerd zonder toestemming of naamsvermelding. Gedaagde verweert zich dat hij er vanuit ging dat het model zelf rechthebbende was van het fotomateriaal dat zij, in natura, van eiser heeft gekocht. Het model heeft uitdrukkelijk uitgelegd dat zij haar tijd als model ter beschikking heeft gesteld aan eiser, die de foto’s van haar heeft gemaakt. Dit is een marktgebruikelijk concept, genaamd 'time for pictures'. De schade is gebaseerd op het aantal keren dat de foto’s gepubliceerd zijn en de gebruikelijke vergoeding die hij voor dat gebruik hanteert, een en ander conform de tarieven van Stichting Foto Anoniem.
Beslissing ingezonden door Carja Mastenbroek en Leonie Kroon, Dillinger Law.
Ouder EU-woordmerk RevelX succesvol in opposities RELX (GROUP)
BBIE oppositie 30 december 2016, IEF 16480; IEFbe 2043 (RevelX tegen RELX (GROUP)) Merkenrecht, Oppositie. Verweerder heeft Beneluxdepots verricht voor het woordmerk RELX (GROUP), er is oppositie ingesteld op basis van ouder EU woordmerk RevelX. De oppositie wordt toegewezen. Het Bureau besluit dat het ingeroepen merk en het bestreden teken visueel en auditief in zekere mate overeenstemmen. Een begripsmatige vergelijking is niet aan de orde. De waren en diensten van het bestreden teken zijn deels identiek, deels sterk soortgelijk, deels soortgelijk en deels in beperkte mate soortgelijk aan de diensten van het ingeroepen recht, voor een deel van waren in klasse 9 en diensten uit klassen 35, 38, 41 en 42 en alle diensten in klasse 36.
Fibrant mag afspraken maken over verkoop en levering ammoniumsulfaat voor na de afloop distributieovereenkomst
Vzr. Rechtbank Limburg 22 december 2016, IEF 16479; LS&R 1408; ECLI:NL:RBLIM:2016:11203 (CPH Chemicals tegen Fibrant) Als randvermelding. Contractenrecht. Opzegging distributieovereenkomst. Oorspronkelijke overeenkomst niet vervallen, maar later gewijzigd en aangevuld. Fibrant is producent van onder meer technical ammoniumsulfaat (TAS), voor kunstmest. CPH is een groothandel. Partijen hebben een Memorandum of Understanding ondertekend. Aan eerdere opzegging wordt geen gevolg gegeven (opzegtermijn van 18 maanden tegen eind van het jaar), de latere opzegging is rechtsgeldig. Fibrant dient de overeenkomst tot en met 31 december 2017 onverkort en te goeder trouw na te komen. Het staat de producent vrij om na afloop van de overeenkomst in concurrentie te treden met de distributeur. Fibrant mag gedurende de resterende looptijd van de overeenkomst met potentiële klanten overleg voeren en afspraken maken over verkoop en levering in de periode na afloop van de overeenkomst.