Geen spoedeisend belang bij opeising mutant compleet witte tulp
Vzr. Rechtbank Den Haag 16 november 2016, IEF 16385; ECLI:NL:RBDHA:2016:13869 (Holland Bolroy Markt tegen gedaagden) Kwekersrecht. HBM is houdster van kwekersrecht voor tulpenras Royal Virgin [2001], met het meest in het oog springende kenmerk de compleet witte bloem. Gedaagden hebben een mutant hiervan gevonden, met enkele donkere paarsrode strepen en spikkels en in 2012 onder de naam One Direction gereserveerd. Op grond van algemene voorwaarden en artikel 58 en 57 Zaai- en Plantgoedwet vordert HBM recht op afgifte van alle bloembollen. HBM geeft aan dat pas in maart 2016 voor het eerst een economische relevantie is, omdat de bloemen geveild werden. Echter dat overtuigt niet: HBM is niet-ontvankelijk vanwege ontbreken van spoedeisend belang.
Uitspraak ingezonden door Thijs van Aerde, Houthoff Buruma; Mark van Gardingen en Jan Pot, Brinkhof.
HR stelt prejudiciële vragen over maatstaven voor toewijzing exhibitievordering bij een partij of een derde
HR 18 november 2016, IEF 16383; ECLI:NL:HR:2016:2643 (Synthon tegen Astellas)
Handhavingsrichtlijn. Exhibitie. Art. 1019a, 1019b en 843a Rv. Eerder IEF 15313. Wat zijn de maatstaven voor toewijzing van een exhibitievordering in verband met een beweerde IE-inbreuk? De AG meent dat voor niet-technisch inbreukbewijs (staven wie de voorbehouden handelen verricht, waar en hoe) een hogere inzagedrempel moet gelden dan voor technisch inbreukbewijs [IEF 16318]. De vragen:
1. a. Moet art. 6 Handhavingsrichtlijn aldus worden uitgelegd dat bij de aan te leggen maatstaf voor toewijsbaarheid van een exhibitievordering onderscheid moet worden gemaakt al naar gelang de partij van wie exhibitie wordt verlangd, een (beweerdelijke) inbreukmaker is of een derde?
1. b. Indien het antwoord op deze vraag bevestigend luidt, in welk opzicht verschillen dan die maatstaven?
Conclusie AG: Plaats waar houder van exclusieve distributierecht verkoopdaling heeft, is schadebrengende feit
Conclusie AG HvJ EU 9 november 2016, IEF 16382; IEFbe 1997; IT 2174; ECLI:EU:C:2016:843; Zaak C‑618/15 (concurrence tegen Samsung en Amazon) Procesrecht. Bevoegdheid. Verbintenissen uit onrechtmatige daad. Selectief distributienetwerk met verbod op online doorverkoop buiten een netwerk. Concurrence is een elektronicadetailhandel met een winkel in Parijs en verkoop via een website. Zij heeft met verweerster Samsung een selectieve distributieovereenkomst gesloten voor de verkoop van Samsung-producten. Samsung verwijt nu verzoekster doorverkoop via een onlinemarktplaats het contractuele beding te schenden en beëindigt de relatie. Vordering tot staking van de onrechtmatige verstoring. Aanknopingspunt schadebrengende feit. Conclusie AG:
Artikel 5, punt 3, van EEX-Vo moet aldus worden uitgelegd dat, in geval van schending van het verbod op verkoop buiten een exclusief distributienetwerk door middel van een online aanbod, op websites in verschillende lidstaten, van producten die onder het exclusieve recht vallen, als de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan moet worden aangemerkt: de plaats waar de houder van het exclusieve distributierecht te maken heeft met een verkoopdaling, welke plaats samenvalt met het grondgebied waarop zijn recht wordt beschermd. De oorsprong van de websites waar de betrokken producten op worden aangeboden, is niet relevant bij de vaststelling van de rechterlijke bevoegdheid.
Bijdrage ingezonden door Bas Kist, Chiever.
Bas Kist - Adidas strijdt over strepen met FC Barcelona
Adidas staat op zijn strepen. Het sportmerk heeft in de Verenigde Staten de strijd aangebonden met voetbalclub Barcelona. Op 31 oktober diende adidas oppositie in tegen een aanvraag tot merkregistratie van FC Barcelona voor het design van het bekende blauw-rood gestreepte Barca-shirtje. 22 merkregistraties Volgens adidas komt dit strepenmotief veel te dicht in de buurt bij zijn eigen bekende drie-strepenmerk en pleegt Barcelona hiermee merkinbreuk. In de procedure doet het bedrijf beroep op maar liefst 22 Amerikaanse merkregistraties: de strepen op de mouw van een trainingspak, op een schoen, drie strepen op een petje, op een slipper en ga zo maar door.
Zelfs na geslaagde oppositie heeft Eazie te lang gewacht met sommatie
Vzr. Rechtbank Den Haag 15 november 2016, IEF 17380; ECLI:NL:RBDHA:2016:13741 (Eazie tegen Easy Wok) Handelsnaam. Merkenrecht. Spoedeisend belang. Eazie is een franchiseketen van Aziatische fast food. Het Eazie logo is ook als merk geregistreerd. Easy Wok exploiteert een Aziatisch fast food restaurant in Groningen en hanteert een logo met een vergelijkbaar gestileerde 'e'. Er is onvoldoende spoedeisend belang, gelet op de lange periode dat Eazie heeft afgezien van optreden. Sinds 2010 handelt ze met dit logo en heeft bekendheid opgebouwd, zelfs na de geslaagde oppositieprocedure rondom het EASY-beeldmerk, is er niet opgetreden. Pas 30 augustus 2016 heeft zij Easy Wok gesommeerd het beeldmerk, de handelsnaam en het 'e'-logo te staken. Eazie moet naar franchisenemers handhavend optreden, en was voorheen nog niet actief in Groningen, maar dit rechtvaardigt eerder stilzitten niet.
Van oude potjes penisvergrotende middelen is geen uitputting bewezen
Rechtbank Oost-Brabant 9 november 2016, IEF 16379; IEFbe 1996; ECLI:NL:RBOBR:2016:6200 (Klemans tegen Kythera) Merkinbreuk. Klemans is merkhouder van "Libido7" voor prestatieverhogende pillen die vallen in de categorie penisvergrotende middelen. Via klachten van afnemers via bol.com komt Kythera als aanbieder uit de bus. Kythera stelt dat er sprake is van uitputting, dat zij potjes met pillen met het oude etiket hebben verkocht. Uit de overlegde factuur blijkt niet dat de verhandelde potjes door Klemans zelf in het verkeer waren gebracht en de doorverkoop met verlies roept ook twijfels op. Merkinbreukstaking en opgave wordt bevolen, maar de accountantscontrole van opgave wordt afgewezen, omdat een accountant geen conclusies mag trekken.
Uitspraak ingezonden door Pieter Haringsma, Stichting BREIN.
Ex parte tegen SD-geheugenkaartjes met illegale gamecollecties
Ex parte Vzr. Rechtbank Rotterdam 7 november 2016, IEF 16378 (Micro SD -geheugenkaartjes) BREIN haalde begin november bij de Rb te Rotterdam een bevel tegen een handelaar in R4 geheugenkaarten met daarop tussen de 145 en 300 illegale games die werden verkocht voor tussen €25 em €32,50 per stuk. De kaarten bevatten collecties gericht op specifieke doelgroepen gesorteerd op leeftijd en games voor meisjes of jongens. De Voorzieningenrechter gebiedt de inbreuk op auteursrechten te staken en gestaakt te houden onder last van een dwangsom van €2.000,- per dag met een maximum van €50.000. De handelaar heeft de zaak inmiddels met BREIN geschikt voor €15.000,-
HvJ EU: Collectieve vertegenwoordiging voor out-of-print books moet auteursrechten respecteren zonder formaliteiten
HvJ EU 16 november 2016, IEF 16377; IEFbe 1995; IT 2172; C-301/15 (Soulier en Doke) Auteursrecht en naburige rechten. Exclusief reproductierecht. Wettelijke collectieve vertegenwoordiging voor out-of-print books. Uit het persbericht: The copyright directive precludes national legislation authorising the digital reproduction of out-of-print books in breach of the exclusive rights of authors. National legislation must guarantee the protection accorded to authors by the directive and ensure, in particular, that they are actually informed of the envisaged digital exploitation of their work, while being able to put an end to it without formalities.
HvJ EU: Merkhouder kan zich verzetten tegen verhandeling van geneesmiddel in nieuwe buitenverpakking
HvJ EU 10 november 2016, IEF 16376; LS&R 1393; ECLI:EU:C:2016:857 (Ferring Lægemidler A/S tegen Orifarm A/S) Farmaceutische producten. Merkenrecht. Het gaat hier om de beantwoording van de volgende vraag: Kan de merkhouder in rechte optreden tegen een parallel importeur die medisch product ompakt en merk opnieuw aanbrengt op verpakkingen die de merkhouder in datzelfde volume aanbiedt?
HvJ EU: De houder van een merk zich kan verzetten tegen de verdere verhandeling van een geneesmiddel door een parallelimporteur die dit geneesmiddel in een nieuwe buitenverpakking heeft omgepakt en daarop het merk opnieuw heeft aangebracht, wanneer het betrokken geneesmiddel in het EER-land van invoer kan worden verhandeld in dezelfde verpakking als die waarin dat product wordt verhandeld in het EER-land van uitvoer en de importeur niet heeft aangetoond dat het ingevoerde product slechts op een beperkt deel van de markt van het invoerland kan worden verhandeld. Het staat aan de verwijzende rechter om dit na te gaan.
CLI conferentie donderdag 17 november 2016
Leveren wij onze ziel en zaligheid uit aan internetgiganten als Google en Facebook en raken wij daarmee verstrikt in allerlei vormen van digitale dwingelandij?
Filosoof Hans Schnitzler spreekt op donderdag 17 november aanstaande over de effecten van het digitale tijdperk op onze persoonlijke levenssfeer, op onze creativiteit en verbeeldingskracht, op onze denkkracht en kritische vermogens en over de rol van juristen in een tijd van geraffineerde digitale technologieën.
Donderdag 17 november aanstaande, in het West-Indisch Huis te Amsterdam: CLI-conferentie georganiseerd door de Rechtenfaculteit van de Vrije Universiteit.
Er zijn nog enkele plekken beschikbaar. Meld u snel aan!
Meer info op: www.lawandinternet.com en https://www.ie-forum.nl/artikelen/cli-conference-op-donderdag-17-november