Uitspraak ingezonden door Emiel Jurjens en Jens van den Brink, Kennedy Van der Laan.
Ondeugelijke feiten bestuursadviseurfilmpje, is onvoldoende voor rectificatie
Vzr. Rechtbank Amsterdam 11 augustus 2016, IEF 16188 (Gemeente Den Haag tegen GeenStijl Media) Mediarecht. GeenStijl.nl heeft een item geplaatst onder de titel "Bestuursadviseur Van Aartsen filmt arrestatie" waarin een vrouw die op straat een aanhouding filmt en die zegt dat zij de bestuursadviseur van Van Aartsen is. Nu blijkt dat zij geen adviseur is, wordt door de Gemeente via persberichten en Twitter en verzocht om correctie. Het gaat niet om het privacyrecht, maar om het recht niet lichtvaardig aan beschuldigingen die haar reputatie schaden te worden blootgesteld. Het commentaar van GeenStijl ontbeert deels een deugdelijke feitelijke grondslag, dat is echter onvoldoende voor rectificatie.
Het satirisch karakter en het op spottende toon weergeven wat er in het filmpje te zien is, mag. De kop mag sensationeel, ongenuanceerd en kernachtig zijn is weliswaar onjuist, maar moet tegen deze achtergrond gezien worden. Re-tweet van persbericht van de Gemeente maakt het snel bekend dat het bericht niet klopte. Nieuwe reaguursels plaatsen is niet meer mogelijk en namen zijn door GeenStijl verwijderd. Onvoldoende belang bij rectificatie.
Prejudicieelgestelde vraag over terugkrijgen eigendom van gemachtigde of vertegenwoordiger van merk op andere gronden dan 18 GMVo
Prejudicieelgestelde vraag aan HvJ EU, C-381/16; IEF 16187; IEFbe 1903 (Esteban Torras Ferrazzuolo & Benjumea Bravo de Laguna)
Merkenrecht. Is de claim voor het terugkrijgen van eigendom van een Gemeenschapsmerk op andere gronden dan artikel 18 Gemeenschapsmerkverordening* in overeenstemming met EU recht en met die Verordening? Via gov.uk:
Is the claim for the recovery of ownership of a Community trade mark on grounds other than those set out in Article 18 of Council Regulation (EC) No 207/2009 of 26 February 2009 on the Community trade mark and, in particular, in accordance with the cases provided for in Article 2(2) of Spanish Law 17 of 7 December 2001 on Trade Marks (BOE No 294 of 8 December 2001), compatible with EU law and in particular with that regulation?
Alleen undercover fragment over testikels van vluchteling onrechtmatig
Hof Amsterdam 16 augustus 2016, IEF 16186; ECLI:NL:GHAMS:2016:3286 (Powned tegen geïntimeerde) Mediarecht. Syrische vluchteling verblijft in een noodopvanglocatie in Apeldoort. Verslaggeefster van PowNed verzorgt een undercover reportage. Journaliste van omroepvereniging voert gesprekken met vluchtelingen in noodopvang voor asielzoekers, zonder mede te delen dat ze journalist is. De omroepvereniging zendt fragmenten uit van de opnames die van de gesprekken zijn gemaakt. Een van de vluchtelingen stelt vorderingen in en stelt dat de omroepvereniging onrechtmatig heeft gehandeld doordat de journaliste bij de gesprekken haar hoedanigheid heeft verzwegen en fragmenten van de opnames vervolgens heeft uitgezonden. Volgens het hof bestond voor het verzwijgen van de hoedanigheid in het onderhavige geval een voldoende zwaarwegende rechtvaardiging, zodat de journaliste desondanks te goeder trouw heeft gehandeld. Het gegeven dat de opnames waren gemaakt zonder dat de vluchteling wist dat hij met een journalist sprak, diende de omroepvereniging echter wel mee te wegen bij haar beslissing om de fragmenten wel of niet uit te zenden en – zo ja – de wijze waarop. Het hof oordeelt de uitgezonden fragmenten deels onrechtmatig en verbiedt PowNed om fragment geïntimeerde over zijn testikels opnieuw uit te zenden en - anders dan ten behoeve van haar archief - te plaatsen of geplaatst te houden op haar website, haar Facbookpagina en haar YouTube kanaal, op straffe van verbeurte van een dwangsom.
Per direct opzegging kwekersrechtcontract nadat licentienemer in administratie verkeert
Vzr. Rechtbank Den Haag 29 juli 2016, IEF 16185; ECLI:NL:RBDHA:2016:9488 (Oakville tegen X en Mitolo) Kwekersrecht. Contracten. X verschaft licentie op aardappelenras aan het Australische Oakville. Oakland verkeert 'in administration', banken hebben zijn als 'Receivers' aangesteld en X beëindigt de licentie. Mitolo wordt exclusief licentienemer van X-aardappelrassen en verzoekt overleg van kweekmateriaal. Oakvilles vorderingen tot voortzetting licentie en Mitolo te bevelen pogingen om kweekmateriaal te krijgen, worden afgewezen. Uit de licentie-overeenkomst volgt dat meristem (kweekmateriaal in reageerbuis) aan de nieuwe licentiehouder toekomt. Zonder die pijplijn zou de door Mitolo verkregen licentie de eerste vijf jaar geen rendement opleveren.
Auteursrechtinbreuk op scheerapparaat Philips
Vzr. Rechtbank Den Haag 10 augustus 2016, IEF 16184; ECLI:NL:RBDHA:2016:9474 (Philips tegen Lidl) Auteursrecht. SensoTouch 3D scheerapparaat van Philips is aan te merken als werk. Inbreukverbod toegewezen tegen Lidl voor scheerapparaat Silvercrest. De voorzieningenrechter verwerpt het standpunt van Lidl dat de beschermingsomvang van het auteursrecht op de SensoTouch3D beperkt is omdat Philips eerdere modellen op de markt heeft gebracht waarmee de SensoTouch 3D gelijkenissen vertoont zodat de beschermingsomvang niet verder reikt dan de verschillen met die voorgangers. Philips heeft immers onvoldoende bestreden gesteld dat zij ook als maker in de zin van artikel 7 Aw van die eerdere scheerapparaten is te beschouwen. De daarin vastgelegde auteursrechtelijk te beschermen trekken zijn zodoende alle afkomstig van dezelfde maker en in zoverre diens eigen intellectuele schepping, want niet ontleend aan een ander. Overigens kan Philips ingevolge het bepaalde in artikel 10 lid 2 Aw op het geheel van haar auteursrechten een beroep doen, ook voor zover de SensoTouch 3D als een ‘bewerking’ van de eerdere scheerapparaten zou moeten worden gezien.
Bijdrage ingezonden door Bas Kist, Chiever.
Kruiswoordpuzzel invullen kan ook kunst zijn
Dat was vorige maand even schrikken voor de directie van het Neues Muse- um in Neurenberg. In een onbewaakt ogenblik had een bejaarde vrouw met een balpen teksten op een kunstwerk geschreven. Het bekladde werk is een collage van kunstenaar Arthur Köpcke, waarin een afbeelding van een kruiswoordpuzzel is opgenomen met daarnaast de tekst ‘Insert words’. De 91-jarige vrouw beschouwde het als een opdracht aan de bezoekers om de puzzel op te lossen.
Getipt door Charles Gielen, NautaDutilh.
Vraag aan HvJ EU over technische uitsluitingsgrond in modellenrecht
OLG Düsseldorf 7 juli 2015, I-20 U 124/15 (Schweisszentrierstiften- DOCERAM)
Prejudicieel verzoek; C-395/16 via Minbuza: Modellenrecht. Verzoekster produceert onderdelen uit technisch keramiek aan klanten uit de machine-industrie (auto’s, textiel, e.d.) en installatiebouw (pennen voor lasprocessen). Zij is houdster van diverse gemeenschapsmodellen die centreerpennen beschermen in drie verschillende geometrische vormen met telkens zes verschillende types. Verweerster Ceramtec produceert soortgelijke producten. Zij levert naar aanleiding van een testkoop op initiatief van verzoekster aan een derde. Verzoekster start daarop een procedure wegens schending van haar rechten. Verweerster stelt als reconventionele vordering nietigverklaring van de betreffende modellen omdat de bekendgemaakte uiterlijke kenmerken van de producten uitsluitend dor de technische functie worden bepaald. De rechter in eerste aanleg verklaart de modellen nietig op grond van artikel 8.1 van Vo. 6/2002 nietig en volgt daarmee de uitspraak van het BHIM in de zaak ‘Hakselaar’. De overweging daarin dat wanneer de uitwerking van de vormgeving niet van belang is voor het design van het product, maar het design alleen berust op overwegingen inzake functionaliteit, er geen aanleiding bestaat om modelbescherming te verlenen, is volgens het Landgericht overtuigend. Verzoekster gaat tegen deze beslissing in hoger beroep bij de verwijzende rechter.
De verwijzende DUI rechter (Oberlandesgericht Düsseldorf) stelt vast dat de litigieuze modellen nieuw zijn en een eigen karakter hebben. Relevant is dan ook of sprake is van technische bepaaldheid die bescherming in de zin van artikel 8.1 van Vo. 6/2002 uitsluit wanneer de (technische) functionaliteit de enige factor is die het design bepaalt. In rechtspraak en doctrine is daarover geen eenduidige mening. De rechter constateert dat de laatste tijd het aantal rechtsgeschillen over modelrechtelijk beschermde producten aanzienlijk toeneemt. Daarbij is hem gebleken dat uiterlijke kenmerken van een product voor het relevante professionele publiek helemaal niet belangrijk zijn. Blijft voor hem de vraag of de bescherming zich al dan niet dient uit te strekken tot onderdelen die onzichtbaar zijn wanneer eenmaal op hun plaats zijn aangebracht. Hij stelt het HvJEU de volgende vragen:
1. Is ook sprake van technische bepaaldheid die bescherming uitsluit in de zin van artikel 8, lid 1, van verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende gemeenschapsmodellen (PB 2002, L 3, blz.1), wanneer de uitwerking van de vormgeving niet van belang is voor het design van het product, maar de (technische) functionaliteit de enige factor is die het design bepaalt?
2. Voor het geval dat het Hof de eerste vraag bevestigend beantwoordt:
Vanuit welk oogpunt moet worden beoordeeld of de afzonderlijke ontwerpkenmerken van een product alleen op basis van overwegingen inzake functionaliteit zijn gekozen? Moet worden uitgegaan van een “objectieve waarnemer” en zo ja, hoe moet deze worden omschreven?
via Gov.uk:
1. Does a technical function that precludes protection within the meaning of Article 8(1) of Council Regulation (EC) No 6/2002 of 12 December 2001 on Community designs (OJ 2002 L 3, p. 1) also exist if the design effect is of no significance for the product design, but the (technical) functionality is the sole factor that dictates the design?
2. If the Court answers Question 1 in the affirmative: From which point of view is it to be assessed whether the individual design features of a product have been chosen solely on the basis of considerations of functionality? Is an ‘objective observer’ required and, if so, how is such an observer to be defined?
In de oorspronkelijke taal:
Verwarringsgevaar vanwege begripsmatige overeenstemming 'EAU CROCO' en beeldmerk Lacoste II
Hof Den Haag 26 januari 2016, IEF 16181; IEFbe 1901; ECLI:NL:GHDHA:2016:1218 (Pacogi tegen Lacoste)
Merkenrecht, oppositie, overeenstemming beeldmerk en teken dat alleen uit woorden bestaat, verwarringsgevaar. Vgl. IEF 15659. Oppositie. Pacogi heeft het woordmerk ‘EAU CROCO’ ingediend ter inschrijving bij het Benelux-depot. Lacoste stelt oppositie in tegen deze inschrijving, welke wordt toegewezen door het BBIE [1267366]. Pacogi gaat in beroep en stelt onder meer dat alleen begripsmatige overeenstemming onvoldoende verwarringsgevaar oplevert. Het hof oordeelt, net als het BBIE, dat er een begripsmatige overeenstemming bestaat tussen het woordmerk ‘EAU CROCO’ en het beeldmerk van Lacoste. Door beiden wordt het concept ‘krokodil’ uitgedragen. Vanwege de sterke begripsmatige overeenstemming is er, ondanks gebrek aan visuele overeenstemming, sprake van verwarringsgevaar bij het relevante publiek. Het hof verwerpt het beroep.
Europese Octrooi Organisatie geniet immuniteit, ILOAT biedt voldoende waarborgen
Vzr. Rechtbank Den Haag 5 augustus 2016, IEF 16180; ECLI:NL:RBDHA:2016:9444 (Vakbondsunie EOB, Staff Union EPO tegen EOO) Rechtspraak.nl: De voorzieningenrechter is niet bevoegd om kennis te nemen van de vorderingen van VEOB c.s., nu voor de individuele werknemers van EOO en hun personeelsvertegenwoordigers voor in tuchtrechtelijke procedures genomen besluiten een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang bij ILOAT ter beschikking staat om de door het EVRM aan hen toegekende rechten effectief te kunnen beschermen en, gelet op die alternatieve middelen, de immuniteit van jurisdictie het wezen van hun recht op toegang tot de rechter niet aantast.
Uitspraak ingezonden door Alexander Tsoutsanis en Matthijs Schonewille, DLA Piper.
'Geen inbreukverklaring' door varianten Sfeerhaarden kan niet in executiekortgeding
Vzr. Rechtbank Den Haag 9 augustus 2016, IEF 16179; ECLI:NL:RBDHA:2016:9395 (Ruby Decor c.s. tegen Basic Holdings) Octrooi sfeerhaarden. Basic Holdings is houdster van EP 2 029 941 B1 voor een ‘Artificial Fireplace’. De Ruby-sfeerhaarden hebben dezelfde (technische) kenmerken. In kort geding [IEF 15913] wordt verboden inbreuk te maken op het octrooi op last van een dwangsom. Ruby Decor c.s. wil zekerheid dat zij door de verhandeling van Varianten (voorgelegd aan advocaat per brief met drie eenvoudige tekeningen) geen dwangsommen zal verbeuren. Het is aan de bodemrechter inbreuk vast te stellen en in een executiegeschil of er dwangsommen zijn verbeurd. De voorzieningenrechter wijst het gevorderde af. Oplegging in kort geding van een ongeclausuleerd en in tijd onbeperkt verbod als door Ruby Decor c.s. gevorderd is niet mogelijk.