Motezuma
In de Volkskrant van dinsdag 19 juli jl wordt op pagina 15 bericht over een 'rare claim' ten aanzien van de muziek van de opera Motezuma (inderdaad, zonder n) van Vivaldi, waarvan de partituur in 2003 is ontdekt in de collectie van de Sing-Akademie van Berlijn. In het bericht wordt gesteld dat het 'raar' is dat de Sing-Akademie met succes een uitvoering van het werk, die zonder haar toestemming zou plaatsvinden, via een Duitse rechter heeft laten verbieden. Er staat een aantal onjuistheden in.
In Duitsland bestaat, evenals in Nederland, los van het auteursrecht, een exclusief recht voor de eerste 'rechtmatige openbaarmaker' van een 'gevonden' onbekend oud werk. De tekst van de Nederlandse wetsbepaling (artikel 45o Auteurswet) luidt als volgt: "Hij die een niet eerder uitgegeven werk voor de eerste maal rechtmatig openbaar maakt na het verstrijken van de duur van het auteursrecht, geniet het [uitsluitende recht om het werk openbaar te maken en te verveelvoudigen]". Dit recht duurt 25 jaar. Aangezien de betreffende opera wel al in 1733 is uitgevoerd, maar volgens de rechtbank kennelijk nooit is uitgegeven, is het artikel van toepassing (Uitgeven betekent in dit verband: voldoende exemplaren in druk laten verschijnen). Kennelijk is volgens de rechtbank de Sing-Akademie degene die het werk voor de eerste maal rechtmatig openbaar heeft gemaakt of zich het daarmee verbonden recht heeft laten overdragen.
Eén en ander is dus niet 'raar' of onjuist. Het is wel opmerkelijk, omdat er zelden een beroep op de bewuste wetsbepaling wordt gedaan. In Nederland is er voor zover bekend nog nooit een rechtszaak over geweest. Het vonnis is te vinden op operatoday (op deze site staat ook een aanvullend artikel). De persverklaring van de Sing-Akademie van Berlijn staat hier. (Dirk Visser).
Jugement historique (2)
In aanvulling op het eerdere bericht dat rectificeren wellicht een nieuwe fase is ingegaan. Paris Match hoeft van de beroepsrechter voorlopig niet te rectificeren: "La cour d'appel de Versailles a considéré qu'une publication immédiate en page de couverture était excessive, compte tenu de son caractère irréversible et irrémédiable, dans le cadre de la procédure d'appel." Lees hier meer.
Troebel water
Vznr. Rb. 's-Gravenhage, 18 juli 2005, KG ZA 05/403. Lijkt het maar zo, of wordt er sinds de 'nieuwe modellenwet' minder geprocedeerd over tekeningen en modellen? Maandag werd er in ieder geval een zeldzaam vonnis gewezen over niet-ingeschreven Gemeenschapsmodellen (en auteursrecht en slaafse nabootsing).
Mezutec produceert bronwaterinstallaties, waaronder de 'Mezutizer'. Zij spreekt een concurrent, Remon, aan: volgens Mezutec pleegt Remon met haar Remonique inbreuk op de model- en auteursrechten op de Mezutizer.
Aan de inbreukvraag komt de rechter echter geeneens toe. Hij oordeelt onder meer dat de Remonique eerder openbaar gemaakt was dan de Mezutizer, zodat, nu beide installaties dezelfde algemene indruk wekken, de Mezutizer een eigen karakter ontbeert. Bovendien kan Mezutec niet aantonen dat Remon het ontwerp van haar Remonique had ontleent aan de Mezutizer.
Very Intellectual Properties
Managing Intellectual Property's jaarlijkse lijst van de 50 'most influential people in IP' telt dit jaar drie Nederlanders. Een uitreksel van hun prestaties:
Erik Nooteboom, Europese Commisie: "Without his hard work in the past year, it remains doubtful how smoothly the linkage between the EU's OHIM-administered Community trade mark system and the WIPO-administered international trade mark system, the Madrid Protocol, would have been put in place. The link was a historical step in the IP field, allowing trade mark owners around the world to extend their existing registration to all 25 EU countries and CTM holders to extend their registration to all Madrid member countries. Nooteboom is also behind the discussions to abolish national searches as well as proposals to reduce CTM registration and renewal fees.
In the coming year Nooteboom will play an important role in the Commission's plans to improve the EU patent system and restart the Community patent discussions, which stalled in May 2004 after member states failed to come to an agreement on the system's scope. Nooteboom has clearly expressed his frustration about this and as long as he is around, IP owners should not give up their hopes for an EU-wide patent system."
Wubbo de Boer, OHIM: "De Boer was reappointed for a second five-year term as President of OHIM last year. Since starting the job in 2001, he has overhauled the internal organization of the office, reduced processing delays and promoted electronic business in every aspect of the Office's work. He has also seen OHIM's workload increase with the accession of 10 new EU member states and the launch of the Community design.
With his scholarly lieutenant Alexander von Mühlendahl due to retire in October, de Boer is already gaining a higher profile. He is an increasingly familiar figure on the conference circuit where he is often outspoken in promoting reform and criticizing those who stand in its way."
Ellen 't Hoen, Artsen Zonder Grenzen: "We have only just scratched the surface," says Ellen 't Hoen of Médecins sans Frontières' international campaign to ensure that IP rights do not restrict the availability and affordability of drugs in developing countries. With the sixth WTO ministerial conference being held in Hong Kong at the end of the year, 't Hoen says MSF, along with international NGOs such as Oxfam and national health advocacy groups, want far more to be done to put the relationship between IP rights and health back at the top of the international agenda.
MSF's campaign will also focus on getting more research and development funding channelled into finding treatments for developing country diseases, by sustained lobbying at the WHO, the European Parliament and individual governments to try and change the way that governments think about the way health care research should be managed. "TRIPs showed that increasing IP protection does nothing for R&D for neglected diseases. We need a different approach. We want to see TRIPs minus and R&D plus." Finally, 't Hoen and her team will work with local health activist groups in countries negotiating free trade agreements, particularly with the US, to help them influence the debate on IP."
Overigens kent de lijst van MIP geen volgorde van belangrijkheid. De opsomming is willekeurig. Bekijk de hele lijst hier (alleen voor abonnees).
Wegens uitgebleven herbezinning
Het zat er aan te komen. Ondoorzichtigheid bij de innende en verdelende instanties en aanzienlijke prijsverschillen zetten al eerder kwaad bloed, maar nu een waarschuwing 'niet tot herbezinning heeft geleid', heeft een twintigtal importeurs en fabrikanten van blanco informatiedragers de stichtingen De Thuiskopie en Onderhandelingen Thuiskopie (SONT) gedagvaard in een bodemprocedure waarin een groot aantal bezwaren tegen (de hoogte van) de thuiskopieerheffing principieel aan de orde wordt gesteld.
De in Nederland vastgestelde heffingen op voornoemde producten lopen volgens het persbericht van de websiteloze Stichting Overlegorgaan Blanco geluidsdragers (STOBI) zwaar uit de pas met de lage heffingen in Duitsland. In Engeland en Luxemburg gelden zelfs in het geheel geen heffingen. 40% van de in Nederland gebruikte informatiedragers zou afkomstig zijn uit de grijze importstroom uit deze landen. Een van de stellingen van de eisers is dat als rechthebbenden geen bewust gebruik maken van de mogelijkheden die drm technologie biedt, zij impliciet toestemming geven voor het maken van een prive kopie. Lees voor de verandering eens niet het persbericht, maar de hele dagvaarding.
Inbreukmakende woning
Gerechtshof Leeuwarden, 13 juli 2005, LJN: AT9454, Rnr 0200197. Appelant tegen geïntimeerde in zaak over bouw van de inbreukmakende woning. Winstafdracht. Bijzondere omstandigheden daargelaten, dient bij de begroting van de winst een integrale kostprijsberekeningsmethodiek te worden gehanteerd, waarbij de vaste kosten naar rato worden toegerekend.
Het gaat bij de toepassing van art. 27a Auteurswet om afdracht van als gevolg van de inbreuk reëel genoten winst - welke winst aan de hand van objectieve maatstaven dient te worden begroot - doch niet om méér dan dat. Dit houdt in dat art. 27a Auteurswet geen grondslag biedt voor het ten voordele van de rechthebbende op het auteursrecht brengen van de inbreukmaker in een vermogensrechtelijke toestand die slechter is dan die waarin elke inbreuk achterwege zou zijn gebleven. Lees vonnis.
niche
"I have always believed that the “niche” law blogs—those tracking a particular area of law—are more likely to be followed regularly than are the more general blogs, law student blogs and the like. The average user will not be a voracious reader of blogs, but he or she will, I think, take the time to receive information useful to his or her practice, whether it be practice area-specific or related to the business of running a law practice." (The Future of legal blogging, lees webartikel hier).
Langs Vlaamse Wegen
Watskeburt in België? Eerst wordt Madonna aangeklaagd omdat ze in 1993 een nummer geplagieerd zou hebben (Woonde Madonna ooit in Moeskroen? Zie hier) en nu bericht de GvA dat de Oostkampse componist Johnny Delaere en de Oostendse muziekuitgever Marcel Seynaeve de Griekse componist Vangelis en platenmaatschappij EMI hebben gedagvaard. Vangelis' nummer 'Conquest of Paradise' uit 1992 zou zijn gebaseerd op het nummer 'Rien n'a changé' van Delaere uit 1982.
Auteursrechtenmaatschappij Sabam stelde enkele gelijkenissen vast, maar te weinig om van plagiaat te spreken. Componist en producent waren niet overtuigd door dit oordeel en eisen 2,5 miljoen euro schadevergoeding. Volgens het bericht moeten de eisers nog wel aantonen dat de Griekse componist hun nummer ooit hoorde. En die kans bestaat volgens Vlamingen. 'Rien n'a changé werd in de jaren '80 gedraaid in onder meer de Ancienne Belgique en de Vorst Nationaal. Vangelis was toen door Europa op reis.'
Wat is de reden en overeenkomst achter en tussen deze zaken. Is er misschien nieuwe wetgeving in België? Biedt de Sabam een nieuw vergelijkend muziekonderzoek, maar alleen nog voor nummers tot 1993? Verlopen dit jaar de termijnen voor plagiaat tot 1993?
zo nauwkeurig beschreven
GvEA, 14 juli 2005, zaak T-126/03, Reckitt Benckiser (Spaje) tegen OHIM/Aladin Gesellschaft für innovative mikrobiologische Systeme. GM aanvrage voor woordmerk ALADIN, oppositie o.g.v. ouder spaan nationaal woordmerk ALADDIN.
Interessante uitspraak over deelgebruik en de vraag of je nu een ruime of een enge classificatie onder je merk moet hangen:
“Uit de hierboven aangehaalde bepalingen volgt, dat wanneer een merk werd ingeschreven voor een waren- of dienstencategorie die voldoende ruim is om daarin verschillende subcategorieën te kunnen onderscheiden die zelfstandig kunnen worden bekeken, het bewijs van normaal gebruik van het merk voor een deel van deze waren of diensten in het kader van een oppositieprocedure alleen leidt tot bescherming voor de subcategorie of subcategorieën waartoe de waren of diensten behoren waarvoor het merk daadwerkelijk werd gebruikt. Wanneer daarentegen een merk werd ingeschreven voor waren of diensten die zo nauwkeurig werden beschreven en afgebakend dat het niet mogelijk is binnen de betrokken categorie belangrijke onderverdelingen te maken, dekt het bewijs van normaal gebruik van het merk voor deze waren of diensten voor het onderzoek van de oppositie noodzakelijkerwijs deze volledige categorie.
Het begrip gedeeltelijk gebruik heeft immers als functie ervoor te zorgen dat merken die voor een bepaalde warencategorie niet worden gebruikt, niet onbeschikbaar worden, maar het mag niet als gevolg hebben dat de houder van een ouder merk elke bescherming wordt ontzegd voor waren die weliswaar niet strikt gelijk zijn aan die waarvoor normaal gebruik is bewezen, maar daarvan niet wezenlijk verschillen en behoren tot eenzelfde groep die alleen op willekeurige wijze kan worden onderverdeeld. In dit verband zij opgemerkt dat het voor de houder van een merk in de praktijk onmogelijk is het bewijs van gebruik ervan te leveren voor alle denkbare varianten van de waren waarop de inschrijving betrekking heeft. Bijgevolg kan het begrip „deel van de waren of diensten” niet worden opgevat als alle mogelijke commerciële vormen van gelijksoortige waren of diensten, maar alleen als waren of diensten die voldoende van elkaar verschillen om logische categorieën of subcategorieën te kunnen vormen.” Lees arrest.
Naburige Landsgrenzen
HvJ EG, 14 juli 2005, zaak C-192/04, Lagardère Active Broadcast tegen SPRE en GVL, in de hoedanigheid van CERT. Prejudiciële beslissing betreffende een verzoek ingediend door het Franse Cour het cassation. Een HvJ IE uitspraak die geen OHIM-zaak is als een Rapunzelklokje in Amsterdam; zeldzaam maar af er toe wordt er eentje gesignaleerd. Deze gaat over auteursrecht en naburige rechten. En landsgrenzen.
Het probleem betreft de aanwezigheid van landsgrenzen bij de verder geheel technische realisatie van een televisie-uitzending via satelliet. De vennootschap Lagardère is een in Frankrijk gevestigde omroep. Haar uitzendingen worden geproduceerd in haar Parijse studio’s en naar een satelliet gezonden. De signalen lopen terug naar de aarde, waar zij worden opgevangen door grondstations in Frankrijk die de uitzendingen in frequentiemodulatie (FM) aan het publiek doorgeven.
Aangezien deze wijze van doorgeven niet het gehele Franse grondgebied dekt, stuurt de satelliet deze signalen tevens door naar een grondstation te Felsberg, in het Saarland (Duitsland), dat technisch is ingericht om de uitzendingen via de lange golf naar bovengenoemd grondgebied te sturen. Dit uitzenden wordt verzorgd door CERT, een dochteronderneming van Lagardère. De in het Frans uitgezonden programma’s kunnen om technische redenen tevens in Duitsland worden ontvangen, maar alleen binnen een beperkt gebied. Zij worden in Duitsland niet commercieel geëxploiteerd.
Dit roept de volgende vragen op:
(1) Wanneer een omroep die vanuit een lidstaat uitzendt, om een deel van zijn nationale publiek te bereiken, gebruik maakt van een nabijgelegen zendstation op het grondgebied van een andere lidstaat op grond van een concessieovereenkomst met een dochteronderneming waarin de omroep een meerderheidsbelang bezit, geldt dan de wettelijke regeling van laatstbedoelde lidstaat voor de enkele billijke vergoeding in de zin van de artikelen 8, [lid 2,] van richtlijn 92/100 […] en 4 van richtlijn 93/83 […], die is verschuldigd voor het gebruik van voor handelsdoeleinden uitgegeven geluidsdragers in de uitgezonden programma’s?
(2) Bij een bevestigend antwoord op de eerste vraag, is het oorspronkelijke omroepbedrijf dan gerechtigd de door zijn dochteronderneming betaalde bedragen in mindering te brengen op de vergoeding die wordt gevorderd voor de ontvangst op het gehele nationale grondgebied?”
Het Hof van Justitie verklaart vervolgens voor recht dat de binnengrenzen in Europa nog niet volledig verdwenen zijn.
1) In het geval van een uitzending als aan de orde in het hoofdgeding verzet richtlijn 93/83/EEG zich er niet tegen dat voor de vergoeding voor het gebruik van fonogrammen niet alleen de wettelijke regeling geldt van de lidstaat op het grondgebied waarvan de uitzendende vennootschap is gevestigd, maar tevens de wettelijke regeling van de lidstaat waarin zich om technische redenen het grondstation bevindt dat de betrokken uitzendingen naar de eerste staat doorgeeft. 2) Artikel 8, lid 2, van richtlijn 92/100/EEG (verhuur- en uitleenrecht) moet aldus worden uitgelegd dat voor de vaststelling van de in deze bepaling genoemde billijke vergoeding de uitzendende onderneming niet gerechtigd is om het bedrag van de vergoeding die zij verschuldigd is voor het gebruik van fonogrammen in de lidstaat waarin zij is gevestigd, eenzijdig te verminderen met het bedrag dat is betaald of wordt gevorderd in de lidstaat op wiens grondgebied zich het grondstation bevindt dat uitzendingen naar de eerste staat doorgeeft. Lees arrest.