IEF 22196
22 augustus 2024
Uitspraak

Orchid Gardens maakt geen inbreuk op de octrooirechten van HE Licenties

 
IEF 22197
20 augustus 2024
Uitspraak

IE-klassieker: Lloyd/Loint's

 
IEF 22195
20 augustus 2024
Artikel

Entertainment & Recht op woensdag 4 september

 
IEF 10943

De Belgische escitalopramzaak in beroep

Hof van Beroep te Brussel 14 februari 2012, nr. 2011/AR/2821 (Lundbeck tegen Tiefenbacker, Ratiopharm, Teva)

In navolging van 10316 (Rb Brussel) en te vergelijken met IEF 10820 (Hof DH). Lundbeck vraagt de rechter om de voorlopige tenuitvoerlegging van het eerdere vonnis. Artikel 51 par 2 Belgische OctrooiWet meldt "ingeval van nietigverklaring van de octrooien heeft de voorziening in cassatie schorsende werking".

In citaten:
r.o. 9. De uitdrukkelijke en uitzonderlijke schorsende werking van de voorziening in cassatie tegen een nietigverklaring van een octrooi/ABC in hoger beroep, valt niet te rijmen met het toestaan van de voorlopige tenuitvoerlegging van een nietigverklaring van een octrooi/ABC in eerste aanleg.

De voorlopige tenuitvoerlegging van een nietigverklaring van een octrooi/ABC in eerste aanleg toestaan, zou de uitdrukkelijke schorsende werking van de voorziening in cassatie tegen een nietigverklaring in hoger beroep, zoals door de wetgever bepaald, uithollen en is zodoende in strijd met artikel 51 BOW, dat niet alleen geldt voor octrooien, doch eveneens voor ABC's.

10. Het hof besluit dat de voorlopige tenuitvoerlegging van de nietigverklaring van het ABC 2002C/039 van appellante, niet door de wet is toegestaan en dat de eerste rechter zodoende ten onrechte het bestreden vonnis uitvoerbaar bij voorraad heeft verklaard, niettegenstaande enig rechtsmiddel, (...) Het bestreden vonnis dient in die mate teniet gedaan te worden.

IEF 10942

Herziening richtlijn Auteursrecht: Verkennen van een flexibele en open norm

Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de EU, Kamerstukken II 2011-2012, 22 112, nr. 1367.

Fair Use!
In steekwoorden: Online producten. Auteursrecht. Grensoverschrijdende licenties. Herziening richtlijn auteursrecht in de informatiemaatschappij. Verkenning Fair Use-introductie. Negatief over wetgevend initiatief over de thuiskopieheffing.

p. 6. Ontwikkelen van legaal en grensoverschrijdend aanbod van “online” producten en diensten.

Het kabinet deelt de constatering dat een herziening van de Richtlijn Elektronische Handel niet aan de orde is. Voor wat betreft het voorstel voor een Verordening voor Gemeenschappelijk Europees Kooprecht heeft Nederland eerder richting uw Kamer aangegeven kritisch te staan tegenover een dergelijk voorstel. In het kader van de wens om het auteursrecht te moderniseren hecht Nederland groot belang aan het voorstel voor een richtlijn voor het collectief beheer van auteursrechten.

Nederland verwelkomt in dit verband het bericht van Commissaris Barnier dat dit voorstel in het voorjaar van 2012 kan worden verwacht. Evenals de Commissie is Nederland van oordeel dat een grensoverschrijdende licentie een belangrijke bijdrage kan leveren aan de groei van het legale aanbod van muziek binnen Europa. Daarnaast verwelkomt Nederland de herziening van de richtlijn Auteursrecht in de Informatiemaatschappij. Dit geeft Nederland namelijk de mogelijkheid om op Europees niveau de mogelijkheden te verkennen voor de introductie van een flexibele en open norm in het auteursrecht (de “fair use”-uitzondering).

Nederland staat negatief tegenover het voorstel voor een wetgevend initiatief over de thuiskopieheffing. Zoals aangegeven in de brief Auteursrecht 2020 is het kabinet voornemens de thuiskopieheffing op termijn uit te faseren.

IEF 10941

Pre-annual meeting voor de INTA 2012

link aanmelden
Aansluitend aan het AIPPI symposium op 14 maart 2012 zal de pre-annual INTA-borrel plaatsvinden. De locatie is - net als vorig jaar - lokaal Victoria in Zeist 17:30 tot 19:00 uur. De uitnodiging van de INTA is hier te vinden. Alle geïnteresseerden zijn welkom, niet slechts diegenen die ook naar de annual meeting in Washington gaan. Na afloop kan in het restaurant nog een hapje worden gegeten.

Inschrijven: per email hier.
Waar lokaal Victoria in Zeist
Wanneer 14 maart 2012, 17:30 - 19:00, diner na afloop
Prijs: gratis, borrel is mogelijk gemaakt door De Gier|Stam&advocaten
meedineren ad € 50,-
Inclusief: borrel, bij het diner: drank, koffie en driegangenmenu
Bijlage: geen

Programma
borrel: 17:30 - 19:00,
diner: 19:00

IEF 10940

Eerdere vonnis overtreden

Vzr. Rechtbank Arnhem 6 februari 2012, LJN BV6315 (Stichting Virtuele Trombosedienst tegen Stichting Rode Kruis Trombosedienst "Neder-Veluwe")

Parallel gepubliceerd RB 1306. Follow-up na IEF 10571. Reclamerecht. Misleidende reclame. Ongeoorloofde mededelingen. In´t kort: SVT was bij een eerder vonnis in kort geding verboden bepaalde uitlatingen over de regionale trombosedienst te doen, op straffe van verbeurte van een dwangsom. De essentie van het onderhavige geschil tussen partijen is of en zo ja, voor welk bedrag SVT dwangsommen heeft verbeurd. SVT heeft het eerdere vonnis overtreden. Haar vorderingen worden afgewezen.

4.21. De stellingen van TD Neder-Veluwe komen er op neer dat het onderzoek van SVT op meerdere onderdelen niet aan de gangbare kwaliteitswaarborgen voldoet. Onderzocht dient dus te worden of deze stellingen voldoende aannemelijk zijn en vervolgens of deze het verwijt rechtvaardigen dat de vergelijkende reclame, wat de vergelijking betreft, niet geoorloofd is.

4.22. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat het aantal bevraagde patiënten, circa 300 op een landelijke groep van circa 375.000 trombosepatiënten, te klein is om verantwoord de mededelingen in het onderzoek te kunnen doen. Door enerzijds wel de mening van de patiënten van SVT mee te nemen in het onderzoek, maar de mening van patiënten, die niet zijn overgestapt naar SVT maar zijn gebleven bij de regionale trombosediensten bij hun bevraging naar hun tevredenheid over de dienstverlening door de regionale trombosediensten buiten beschouwing te laten, zijn de resultaten van de enquête niet gebaseerd op een aselecte steekproef en kunnen zij reeds daarom niet als objectief worden beoordeeld. Deze resultaten verstrekken dan ook niet de eerlijke en betrouwbare informatie over de positie van SVT ten opzichte van de regionale trombosediensten, als door SVT in haar publicatie wordt voorgewend, zodat geen sprake is van geoorloofde, vergelijkende reclame in de zin van artikel 6:194a BW.

De voorzieningenrechter is voorts van oordeel dat SVT, met hetgeen zij op haar website heeft geplaatst, suggereert dat haar diensten voordelen voor patiënten hebben, die de regionale diensten missen, zoals het door haar genoemde ‘gevoel van vrijheid’. Dit klemt temeer nu uit de publicatie niet blijkt dat de enquête alleen is uitgevoerd onder patiënten van SVT. SVT heeft haar mededelingen, waarin zij haar dienstverlening direct of indirect vergelijkt met de dienstverlening van de regionale trombosediensten, geenszins deugdelijk en controleerbaar onderbouwd. Het vorenstaande leidt tot de slotsom dat SVT de juistheid van de mededelingen in het klanttevredenheidsonderzoek niet aannemelijk heeft kunnen maken. Reeds op grond hiervan is voldoende komen vast te staan dat SVT het verbod, zoals geformuleerd in het vonnis van 9 februari 2010, heeft overtreden.


4.23. In het licht van het vorenstaande zal de vordering van SVT tot betaling van € 7.899,12 aan SVT door TD Neder-Veluwe worden afgewezen. De voorzieningenrechter kan een geldvordering als de onderhavige slechts toewijzen indien is voldaan aan de onder r.o. 4.4. genoemde criteria. Dat is niet het geval, nu voldoende aannemelijk is geworden dat de rechter in een bodemprocedure zal oordelen dat SVT de aan haar bij vonnis van 9 februari 2010 opgelegde verboden heeft geschonden en dat zij als gevolg daarvan dwangsommen heeft verbeurd. Een belangenafweging kan niet tot een ander oordeel leiden.

IEF 10939

WIPO-selectie februari 2012

Domeinnaamrecht. We beperken ons tot een doorlopende selectie van WIPO-geschillenbeslechtingsprocedures die wellicht interessant zijn. Hier een overzicht van de in de laatste weken gepubliceerde procedures. Ditmaal over: reverse domain name hacking via overname rechtsvoorganger, gebruik van Russische Google zoekopdracht, een voorbeeld van toepassing van Oki Data-criteria bij niet-geautoriseerde verkoper en niet-concurrerende gesponsorde links. 

D2011-2034 (reverse domain name hijacking)

ad-aware.com > Complaint denied

Lavasoft is houdster van diverse merkenrecht op AD-AWARE. Haar rechtsvoorganger had gedurende 9,5 jaar een handelsrelatie met de Respondent. Haar rechtsvoorganger had de website adaware.com geregistreerd.

De Panellist is van mening dat de complainant the policy ter kwader trouw inzet om de domeinnaam www.ad-aware.com (inclusief koppelteken) te verkrijgen, en weigert de vordering.

D2011-2090 (Arbiter voert Google Search in't Russisch uit, voor bewijs)

interprox.com > Complaint denied

Onder C: "The Complainant has not demonstrated any proof, from which it could be inferred, that the aim of the Respondent, at the time of the registration of the disputed domain name, was to resell, rent, or otherwise transfer the domain name registration at a price exceeding out-of-pocket costs directly related to the domain name. Moreover, there is no evidence that could justify an assumption that the Respondent was aware of the existence of the Complainant’s -mark. A Google search in Russian made by the Panel did not make any connection between “Interprox” and the company of the Complainant; to the contrary, the only link was made to “Interpol”. Perhaps the Google search engine in Spain does make such a connection, but the default Google search engine for the Respondent is likely to be in Russian. The expression “Interprox”, if divided into two parts, may relate to a number of services and companies since “inter” is a generic word and “prox” is commonly used in the IT and engineering fields. This further supports that the Complainant failed to demonstrate that the Respondent acted in bad faith at the time of registration of the disputed domain name."

D2011-2117 (toepassing Oki Data criteria; consensus view)

cadillacperformance.com > Complaint denied

Onder B "The Respondent thus falls into the category of an unauthorized reseller. The WIPO Overview 2.0, paragraph 2.3, indicates a Consensus view regarding resellers’ rights or legitimate interests vel non under paragraph 4(a)(ii): “Normally, a reseller or distributor can be making a bona fide offering of goods and services and thus have a legitimate interest in the domain name if its use meets certain requirements. These requirements normally include the actual offering of goods and services at issue, the use of the site to sell only the trademarked goods, and the site's accurately and prominently disclosing the registrant's relationship with the trademark holder. The respondent must also not try to ‘corner the market’ in domain names that reflect the trademark.” Although the seminal case setting out this approach, Oki Data Americas, Inc. v. ASD, Inc., WIPO Case No. D2001-0903, involved an authorized reseller, the Consensus view notes that “Many panels subscribing to this view have also found that not only authorized but also unauthorized resellers may fall within such Oki Data principles.”

D2011-1977  (geen concurrenten in de gesponsorde links)

supermax.com > Complaint denied [red. deze had ook anders uit kunnen pakken]
Onder B " b) None of the sponsored links which appear on the website attached to the Disputed Domain Name are in competition with the products offered by the Complainant, which would be an important consideration in determining whether the Respondent’s conduct may be considered fair;"

 

DNL2011-0073
catdealer.nl, catverhuur.nl > Transfer

D2011/1714
quickbooksindia.com > Complaint denied

D2011-1888
nsense.com > Complaint denied

D2011-1950
solanum.com > Complaint denied

D2011-1950
redbulltcpharma.com > Cancellation

D2011-2045
cinemaki.com > Complaint denied

D2011-1951
mchelin.com > Cancellation

IEF 10937

Voorrangsdocument openbaart een eindplug

Vzr. rechtbank 's-Gravenhage 20 februari 2012, KG ZA 11-1496 (SCA Hygiene products AB tegen M.T.S. Euro Products B.V.)

Octrooirecht. Voorrangsdocument. SCA legt zich toe op verzorgingsproducten, waaronder handdoekrollen. Zij is houdster van Europees octrooi 1 960 302 B1 (end plug for a roll of material in a dispenser). MTS maakt haar bedrijf van de groothandel in onder meer was-, poets- en reinigingsmiddelen. Een van haar producten is een handdoekrol die wordt verkocht onder het merk Euro Matic. Deze handdoekrol is voorzien van een plug waarmee de rol in een houder wordt bevestigd.

MTS voert aan dat SCA een ongeldig beroep op voorrang doet. Het voorrangsdocument openbaart een eindplug die in een bepaalde hellingshoek staat en dat dit tot een essentiële maatregel van de eindplug behoort. MTS voert aan dat de hellingshoek binnen een bepaald bereik in het voorrangsdocument onmiskenbaar als een essentiële maatregel is geopenbaard en dat het weglaten van een dergelijke maatregel in de oorspronkelijke aanvrage volgens vaste rechtspraak van het EOB een ongeldige aanspraak op prioriteit oplevert.

Dit verweer treft doel. De vorderingen worden afgewezen.

4.8. De Grote Kamer van Beroep heeft in zijn uitspraak van 31 mei 2001 (G2/98, OJ 2001, 413) een restrictieve uitleg gegeven van het begrip ‘the same invention’. Hij oordeelde dat “The requirement for claiming priority of ‘the same invention’, referred to in Art. 87(1) EPC, means that priority of a previous application in respect of a claim in a European patent application in accordance with Art. 88 EPC is to be acknowledged only if the skilled person can derive the subject-matter of the claim directly and unambiguously, using common general knowledge, from the previous application as a whole”. In een uitspraak van de Technische Kamer van Beroep van 25 juni 2003 (T 515/00), waarin wordt verwezen naar de aangehaalde uitspraak G2/98 van de Grote Kamer van Beroep, is voorts beslist dat “Priority could not be acknowledged if a feature was modified or deleted, or a further feature was added”. In zijn uitspraak van 8 april 2004 (G1/03 en G2/03) heeft de Grote Kamer van Beroep ten slotte geoordeeld dat “in order to avoid any inconsistencies, the disclosure as the basis for the right to priority under Art. 87(1) EPC and as the basis for amendments in an application under Art. 123(2) EPC has to be interpreted in the same way”.

4.11. De door SCA hiertegen ingebrachte argumenten (welke in feite overeenstemmen met die gevoerd in de verleningsprocedure (vgl. 2.12.) en waarmee de examiner kennelijk genoegen heeft genomen) leiden niet tot een andere conclusie. Het betoog dat conclusie 7 van de oorspronkelijke aanvrage (later – naar aanleiding van unity-bezwaren in het IPER-rapport geamendeerd tot conclusie 1) direct en ondubbelzinnig in paragraaf [0005] van het voorrangsdocument is geopenbaard, miskent dat ook in deze paragraaf van de beschrijving het bereik van 117° tot 141° reeds wordt voorgeschreven (regels 49 t/m 54). Ook het argument dat uit figuur 6 van het voorrangsdocument, mede gelet op paragraaf [0057] zou blijken dat de hoek ‘slechts’ zo moet worden gekozen dat er een goede ‘interaction’ is tussen de eindplug en het retentiemechanisme en de vakman daaruit zou begrijpen dat het bereik van 117° tot 141° slechts richtinggevend is, slaagt niet. Het door SCA aangehaalde citaat uit paragraaf [0057] bevat behalve de (door SCA in haar pleitnota geciteerde) tweede volzin namelijk onmiddellijk de daaropvolgende (door SCA niet-geciteerde) passage dat “this means that the inclined sliding surfaces 202, 212 are inclined by an angle of 121.1°. Depending on the end plug used, the inclination could also be chosen in a range of 117° tot 141°, and in particular 120° to 122°”. Ook hier wordt de hellingshoek derhalve opnieuw expliciet voorgeschreven. Gelet op een en ander kan bezwaarlijk worden volgehouden dat het gewenste bereik van de ‘locking surface’ van 117° tot 141° in het voorrangsdocument slechts als een voorkeursuitvoeringsvorm moet worden begrepen, zoals SCA ook nog heeft aangevoerd. De gemiddelde vakman zou op de prioriteitsdatum uit het voorrangsdocument dan ook begrijpen dat het gewenste bereik van de ‘locking surface’ als een essentiële maatregel is bedoeld.

4.12. In conclusie 7 van de oorspronkelijke aanvrage wordt de ‘locking surface’ echter generiek geopenbaard, i.e. zonder dat hier enige specifieke hellingshoek of range waarbinnen de hellingshoek van de ‘locking portion’ zich dient te bevinden wordt aangegeven. Door deze in het voorrangsdocument als wezenlijk voorgeschreven maatregel in de (geamendeerde) oorspronkelijke aanvrage weg te laten, moet naar voorlopig oordeel worden aangenomen dat de in de oorspronkelijke aanvrage in de geamendeerde conclusie 1 neergelegde uitvinding een andere uitvinding is dan die in het voorrangsdocument is geopenbaard.

IEF 10936

Dezelfde basisvorm technisch bepaald

Vzr. Rechtbank Amsterdam 15 februari 2012, KG ZA 11-2034 HJ/PV (Kaan/Soopl tegen Hang on A/S)

Uitspraak is ingezonden door Willem den Hertog, Udink & De Jong.

Auteursrecht. Technisch bepaald. Soopl ontwikkelt producten op fashiongebied, zoals de Soopl Fashion Trolley. Hang On doet aan in- en verkoop van kledingrekken. Partijen hebben een distributiesamenwerking voor Denemarken gehad. Na beëindiging heeft Hang On de Rolling Jones op de markt gebracht.

De rekken hebben gemeenschappelijk: de manier waarop zij kunnen worden opgevouwen en dus de plaatsen waar scharnieren zijn aangebracht, dit is dus technisch bepaald.

Verschillen: Apuhara (eerdere Finse ontwerp) is van metaal, inclusief de scharnieren. De twee ontwerpen in dit geding hebben plastic onderdelen. De verbinding halverwege heeft weliswaar dezelfde basisvorm, maar die is technisch bepaald. De vormgeving is zeker niet identiek. Ook het plateau is anders vormgegeven. De wielkasten vormen gelijkenis, maar de rem en de vorm van de zijkanten zijn duidelijk verschillend. De rechter overweegt: hoewel vanaf enige afstand de totaalindruk overeenkomt, zullen verschillen onmiddelijk gezien worden. De vorderingen worden afgewezen.

Auteursrecht r.o. 4.8. (...) De voorzieningenrechter is van oordeel dat deze toevoegingen en wijzigingen van Soopl ten opzichte van het eerdere Finse origineel toevoegingen en wijzigingen zijn die door Hang On mochten worden overgenomen teneinde haar kledingrecht de grootst mogelijke deugdelijkheid en bruikbaarheid te geven. Deze toevoegingen als zodanig leveren dus geen auteursrechtinbreuk op en leiden op zichzelf ook niet tot het oordeel dat sprake is van slaafse nabootsing.

Slaafse nabootsing r.o. 4.14. "Hoewel gezegd kan worden dat vanaf enige afstand de totaalindruk die de beide kledingrekken maken overeenkomt, zal iedereen die met een van beide kledingrekken bekend is en het andere kledingrek in handen krijgt door de bovengenoemde verschillen toch onmiddellijk zien dat het een ander kledingrek is."

IEF 10934

Post-HvJ EU Premier League

High Court Chancery Division 3 February 2012, [2012] EWHC 108 (Ch) (Football Association Premier League tegen QC Leisure)

De follow-up van HvJ EU Premier League. De High Court oordeelt dat het tonen van de uitzendingen (voetbalwedstrijden) via televisieschermen en luidsprekers in openbare plaatsen het recht op "communication to the public" van deze uitzendingen schendt. Echter in sec. 72 van de CDPA staat ondubbelzinnig dat het in het openbaar tonen van een uitzending geen inbreuk maakt op de auteursrechten op de beelden / films die daarin zijn opgenomen.

Leestip: vanaf overweging 65 en eindigend met r.o. 78:

In my judgment s.72(1)(c) means what it says. The showing or playing of a broadcast in a public house to members of the public who have not paid for admission does not infringe any copyright in any film included in the broadcast.”

Meer over Premier League lezen?
Conclusie AG Kokott, IEF 9387
Korte samenvatting HvJ EU, IEF 10278
Uitgebreide HvJ EU samenvatting, IEF 10286
Ook in NSE/BREIN is het arrest ingeroepen, IEF 10442
Noot Seignette, vermeld in IEF 10554, link
Noot van Van Ginneken en Chavannes, IEF 10690, link
E-Commerce online services en gevolgen van Premier League, IEF 10764

IEF 10933

IE-Agenda is vernieuwd

IE Agenda.nl, het kleine zusje van IE-Forum.nl, heeft een nieuwe website. IE Agenda.nl biedt het complete overzicht van cursussen, congressen, studiedagen en evenementen voor (juridische) professionals die op zoek zijn naar informatie over intellectuele eigendom. Meer informatie of voor het aanmelden van uw evenement: www.ie-agenda.nl.

IEF 10932

Wet toezicht beperkt eigen beheer rechthebbenden

VOI©E, Wet toezicht beperkt eigen beheer rechthebbenden, VOICE-INFO.nl 17 februari 2012.

Met commentaar van Michel Frequin, VOI©E.

Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel toezicht op Valentijnsdag was de liefde voor het collectief beheer niet groot. Het debat werd meer beheerst door incidenten dan door feiten. Gevolg: vergaande inperking van eigen zeggenschap rechthebbenden over hun collectief uitgeoefende rechten en dreigende miljoenenschade.

1. Te uitgebreid wettelijk normatief kader
2. Feiten en potentiële schade voor rechthebbenden
3. Voorstellen tot verdere aanscherping toezicht
4. Nadere invulling bij AMvB’s
5. Er is ook nog een Eerste Kamer

1. Te uitgebreid wettelijk normatief kader
VOI©E onderschrijft dat een verbreed en versterkt overheidstoezicht belangrijk is voor de legitimatie van collectief beheer van rechten. VOI©E vindt ook dat alle betrokken partijen belang hebben bij een verdere verbetering van transparantie. VOI©E heeft daar de afgelopen drie jaar hard aan gewerkt en gaat daar ook mee door.

Maar het is ongewenst dat het collectieve beheer van het auteursrecht en de naburige rechten ingekapseld wordt in een al te uitgebreid wettelijk normatief stelsel, terwijl de laatste jaren met zelfregulering resultaten zijn behaald. Dit klemt te meer nu enkele onderdelen van het wetsvoorstel op gespannen voet staan met het privaatrechtelijke karakter van het auteursrecht. Een aantal voorbeelden daarvan:

- de aangekondigde maatregelen over inrichting van bestuur en de hoogte van de bezoldiging van bestuurders en leidinggevenden;
- de beperking in de mogelijkheden tot beleggen;
- preventief toezicht op modelovereenkomsten;
- preventief toezicht op verhoging van tarieven;
- preventief toezicht op substantiële investeringen;
- en, last but not least, de mogelijkheid om bij AMvB te bepalen dat cbo’s inning en/of verdeling van bepaalde rechten samen gaan uitoefenen, en zelfs nog niet collectief beheerde rechten kunnen zo op grond van artikel 21 lid 2 aan een cbo worden opgedragen.

2. Feiten en potentiële schade voor rechthebbenden
VOI©E heeft vanwege de vele misverstanden over collectief beheer de Kamer uitvoerig geïnformeerd over de feiten aan de hand van factsheets. Daarin kwam onder meer aan de orde dat het door het College van Toezicht al eerder goedgekeurde prudente beleggingsbeleid van Buma/Stemra de rechthebbenden bepaald geen windeieren heeft gelegd. Over de afgelopen twaalf jaar leverde dat cumulatief bijna 42 miljoen euro meer op dan als zij dit niet zouden hebben gedaan. De beleggingsresultaten zorgden er voor dat de feitelijke kosteninhouding in die jaren nihil tot enkele procenten van het jaarlijks aan rechthebbenden uitgekeerde bedrag beperkt kon blijven. De voorgestelde wettelijke beperking van de beleggingsmogelijkheden zou de muziekauteurs de komende jaren wel eens vijf tot tien procent minder inkomsten per jaar kunnen opleveren. Een Kamermeerderheid is hiervan niet onder de indruk.

3. Voorstellen tot verdere aanscherping toezicht
Met name het incident met de Buma-bestuurder werd herhaaldelijk aangevoerd, terwijl nog moet blijken of dit incident de organisatie Buma kan worden aangerekend. Het College van Toezicht doet daar onderzoek naar en verwacht in de eerste helft van april hierover rapport uit te kunnen brengen.

De incidenten hebben er toe geleid dat de waardering voor de zelfreguleringactiviteiten van de branche – die wel degelijk, met name ook door de staatssecretaris werd geuit – uiteindelijk toch wat is ondergesneeuwd, en een aantal amendementen is ingediend om het toezicht verder aan te scherpen en de zelfbeschikkingsrechten van rechthebbenden verder in te perken:
- een aantal fracties is voorstander van een uitgebreider preventief toezicht op de tarieven en tariefgrondslagen: niet alleen zoals voorgesteld op tariefsverhogingen, maar op het tarief en de tariefgrondslagen in het algemeen, ook op bestaande tarieven (een amendement was in voorbereiding);
- amendement Van Dijk (SP) inzake verlaging van de normering van topinkomens (nu 130% van een ministersalaris conform de wet normering topinkomens publieke en semi-publieke sector) naar 100%;
- amendement Peters (GroenLinks) inzake bij AMvB regels stellen voor de besteding aan sociaal-culturele doelen;
- en als klap op de vuurpijl het amendement Taverne (VVD), ondersteund door Van Toorenburg (CDA) en Smeets (PvdA) inzake de verplichting voor iedere cbo om met alle collectieve beheersorganisaties aan wie een betalingsplichtige een vergoeding is verschuldigd een gezamenlijke jaarlijkse factuur op te stellen.

4. Nadere invulling bij AMvB’s
Voor nadere invulling bij AMvB’s heeft de staatssecretaris een aantal voorbeelden gegeven (“geen limitatieve opsomming”) als “denkrichting”:
- één factuur van alle in aanmerking komende cbo’s; cbo’s krijgen tot eind van dit jaar de kans om dit zelf te regelen, anders komt hij met een maatregel (maar dat hoeft niet meer als het amendement Taverne wordt aangenomen);
- verplichting tot één loket, ook voor omroep/kabel en andere marktpartijen die dit wensen;
- niet “onnodig veel” verdeelorganisaties;
- evenwichtige bestuurssamenstelling, in ieder geval een onafhankelijk voorzitter;
- regels voor omgaan met tegenstrijdige belangen.

Van Dijk (SP) en Verhoeven (D66) hebben nog een motie ingediend met de strekking dat het bestuur van een cbo uitsluitend uit auteurs kan bestaan. Wat betreft de samenstelling van het bestuur van een cbo zou er naar de mening van VOI©E maar één principe mogen gelden, een principe dat ook is vastgelegd in het CBO-Keurmerk (en wordt gecontroleerd door een onafhankelijke auditor), namelijk dat het bestuur zodanig is samengesteld dat alle in de statuten genoemde categorieën van door de CBO vertegenwoordigde rechthebbenden in een in de statuten aangegeven verhouding in het bestuur zijn vertegenwoordigd. Wanneer deze motie beoogt de cbo’s een suggestie te doen, dan is deze volstrekt overbodig. VOI©E kent momenteel al vier cbo’s waarbij het bestuur volledig uit auteurs of uitvoerende kunstenaars bestaat (Lira, Pictoright, VEVAM en NORMA) omdat alleen rechten van auteurs of uitvoerende kunstenaars worden beheerd.

5. Er is ook nog een Eerste Kamer
Het is duidelijk dat het advies van de voorzitter van de paritaire werkgroep van VNO-NCW, MKB-Nederland en VOI©E, Marco Pastors, niet ter harte is genomen: “Ik vraag u er op te letten dat de vaststelling van het wetsvoorstel niet zal leiden tot een juridisering van kwesties die in de toekomst rijzen. Zelfregulering kan immers prima naast het toezicht bestaan en zo nodig kan overleg plaatsvinden met het CVtA, zoals bij de inrichting van het keurmerk ook is gebeurd."
Bij de discussie over de amendementen sprak de staatssecretaris wel herhaaldelijk zijn zorgen uit dat het wetsvoorstel ook nog door de Eerste Kamer moet, zich realiserend dat de grenzen van overheidstoezicht op een private sector reeds zijn bereikt en wellicht al zijn of worden overschreden.

De stemming over het wetsvoorstel en de ingediende amendementen vindt plaats op 28 februari. De staatssecretaris hoopt dat het wetsvoorstel daarna kort voor of anders kort na de zomer door de Eerste Kamer wordt aangenomen. Daarna kan hij aan de slag met de AMvB’s die hij in het voorjaar van 2013 afgerond hoopt te hebben (ook de AMvB’s moeten aan beide Kamers worden voorgelegd). De staatssecretaris heeft toegezegd dat de wet over drie jaar wordt geëvalueerd.

Voor de verwijzing naar de stukken, zie voice-info.nl, en IEF 10909.