IEF 22122
8 juli 2024
Uitspraak

Gedeeltelijke intrekking van beroep

 
IEF 22121
8 juli 2024
Artikel

‘Academischer Stammbaum’ Charlotte Vrendenbarg

 
IEF 22111
8 juli 2024
Artikel

Aankondiging Jaarlijkse BIE-Scriptieprijs

 
IEF 20983

Vordering tot inzage in beslag genomen bescheiden toegewezen

Rechtbank Rotterdam 7 sep 2022, IEF 20983; ECLI:NL:RBROT:2022:7546 (Brein c.s. tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/vordering-tot-inzage-in-beslag-genomen-bescheiden-toegewezen

Rb. Rotterdam 7 september 2022, IEF 20983; ECLI:NL:RBROT:2022:7546 (Brein c.s. tegen gedaagde) Brein is een stichting die auteursrechtinbreuken bestrijdt in het kader van collectieve belangenbehartiging. Gedaagde is een eenmanszaak die onder meer mediaboxen met daarop geïnstalleerde IPTV-abonnementen verkocht. De voorzieningenrechter heeft verlof tot het leggen van conservatoir bewijsbeslag verleend aan Brein. Brein vordert in dit geschil onder meer dat gedaagde wordt bevolen toestemming te verlenen aan de deurwaarder om de bescheiden waarop beslag is gelegd aan Brein te verstrekken. Gedaagde vordert onder meer dat het door Brein gelegde conservatoire beslag wordt opgeheven. De rechtbank meent dat er voldaan is aan alle toepasselijke ontvankelijkheidsvereisten uit de artikelen 3:305a BW en 1018b e.v. Rv.

IEF 20984

Prejudiciële vragen met betrekking tot art. 2 lid 7 BC

Hoge Raad 26 sep 2022, IEF 20984; ECLI:NL:HR:2022:1276 (Vitra tegen Kwantum c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/prejudiciele-vragen-met-betrekking-tot-art-2-lid-7-bc

HR 23 september 2022, IEF 20984; ECLI:NL:HR:2022:1276 (Vitra tegen Kwantum c.s.) Vervolg op [IEF 19323]. Vitra sprak Kwantum c.s. aan voor inbreuk op het auteursrecht op het ontwerp van de DSW en slaafse nabootsing van de Paris-stoel. In dit geding staat de vraag centraal of de materiële-reciprociteitstoets van art. 2 lid 7 van de Berner Conventie moet worden toegepast. Het Hof oordeelde dat dit inderdaad het geval is. De Hoge Raad twijfelt, met het oog op het RAAP-arrest, of art. 52 lid 1 Handvest vereist dat een beperking van de uitoefening van het auteursrecht op een werk van toegepaste kunst door de materiële-reciprociteitstoets van art. 2 lid 7 BC bij wet wordt gesteld. De Hoge Raad heeft het voornemen hierover prejudiciële vragen aan het HvJEU voor te leggen. De Hoge Raad zal de zaak naar de rol verwijzen opdat partijen zich kunnen uitlaten over het voornemen van de Hoge Raad in dit geding prejudiciële vragen te stellen aan het HvJEU.

IEF 20981

Uitspraak ingezonden door Wouter Pors, Bird & Bird

Orope maakt inbreuk op octrooien Nokia

Rechtbank Den Haag 7 sep 2022, IEF 20981; ECLI:NL:RBDHA:2022:9193 (Orope tegen Nokia), https://ie-forum.nl/artikelen/orope-maakt-inbreuk-op-octrooien-nokia

Rb. Den Haag 7 september 2022, IEF 20981; ECLI:NL:RBDHA:2022:9193 (Orope tegen Nokia) Orope vordert vernietiging van de Nederlandse delen van EP 562 en EP 103 omdat de octrooien niet als uitvinding kunnen worden beschouwd, niet nieuw en inventief zijn en ongeoorloofde toegevoegde materie bevat. Nokia vordert in reconventie dat voor recht wordt verklaard dat Orope inbreuk maakt op de octrooien. De rechtbank is van oordeel dat de ordening van de rootsequenties een technisch resultaat oplevert omdat die ordening wordt gebruikt om een technisch probleem op te lossen. Verder is de rechtbank het met Nokia eens dat de octrooien wel nieuw en inventief zijn en er geen ongeoorloofde toegevoegde materie is toegevoegd. De vordering in conventie wordt afgewezen. Tot slot oordeelt de rechtbank dat Orope een aan de octrooihouder Nokia voorbehouden handeling verricht. Door middel van een campagne promoot Orope inbreukmakende producten met daarbij een knop die tot een webshop leidt. De rechtbank oordeelt dat zij hiermee de inbreukmakende toestellen aanbiedt en wijst de eis in reconventie toe.

IEF 20980

Onrechtmatig handelen door gebruik zoekterm

Rechtbank Rotterdam 14 apr 2022, IEF 20980; ECLI:NL:RBROT:2022:7790 (Eiser tegen DLE), https://ie-forum.nl/artikelen/onrechtmatig-handelen-door-gebruik-zoekterm

Vzr. Rb. Rotterdam 14 april 2022, IEF 20980, RB 3705; ECLI:NL:RBROT:2022:7790 (eiser tegen DLE) Eiser houdt zich bezig met de detailhandel in laminaat- en PVC-vloeren. DLE is een onderneming die diensten aanbiedt op het gebied van de in- en verkoop van vloeren en bijbehorende zaken. Eiser meent dat DLE onrechtmatig gebruik maakt van de handelsnaam van eiser en vordert onder andere dat iedere inbreuk gestaakt wordt. De voorzieningenrechter oordeelt dat eiser in de rechtsverhouding tot DLE de enige was die de handelsnaam van eiser gebruikte. Een beroep op artikel 5 Hnw faalt daarom. 

IEF 20978

Uitspraak ingezonden door Bas Berghuis van Woortman en Daisy Termeulen, Simmons & Simmons, Auke van Hoek en Gert-Jan van den Bergh, Bergh Stoop & Sanders, Berber Brouwer, Walden Grene.

Geen sprake van inbreuk bij waterballonvullers

Hof Den Haag 20 sep 2022, IEF 20978; https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHDHA:2022:1802 (Tinnus Enterprises en Zuru tegen Koopman International), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-sprake-van-inbreuk-bij-waterballonvullers

Hof Den Haag 20 september 2022, IEF 20978, ECLI:NL:GHDHA:2022:18021 (Tinnus Enterprises en Zuru tegen Koopman International) Tinnus is houder van het octrooi EP 948 getiteld “Apparatus, system and method for filling containers with fluids” en heeft voor de toepassing daarvan een licentie verstrekt aan Zuru. Tinnus stelt dat Koopman inbreuk maakt op EP 948 en dat voor zover het product van Koopman niet aan alle kenmerken van de conclusies zou beantwoorden, sprake is van equivalente inbreuk. Koopman vordert in reconventie vernietiging van het Nederlandse deel van het octrooi, omdat het niet nieuw is, niet inventief en subsidiair niet nawerkbaar is en heeft de inbreuk betwist. De rechtbank Den Haag oordeelde eerder dat EP 948, ook in aangepaste vorm, niet in stand kan blijven wegens een gebrek aan inventiviteit en wees de inbreukvorderingen van Tinnus c.s. af, zie [IEF 19647]. 

IEF 20977

ACM publiceert concept-leidraad over regels voor onlineplatforms en zoekmachines

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft een concept-leidraad gepubliceerd met uitleg over hoe de ACM de transparantieregels van de Platform-to-Business-verordening interpreteert. De concept-leidraad licht toe welke informatie aanbieders van onlineplatforms en onlinezoekmachines moeten geven aan ondernemers die artikelen of diensten aanbieden via deze platforms en zoekmachines. Marktpartijen kunnen tot en met 20 oktober op het concept reageren.
Lees verder >>

Bron: Autoriteit Consument & Markt.

IEF 20976

Paul Geerts: de belangenafweging van A-G Hartlief in de Verstappen/Picnic-zaak.

1. Op 22 april 2022 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in de Verstappen/Picnic-zaak. In dat arrest is kort gezegd beslist dat: (i) een afbeelding van een lookalike onder omstandigheden kan worden aangemerkt als een portret van de persoon op wie hij lijkt; (ii) de omstandigheid dat voor de aanschouwer duidelijk is dat de lookalike niet degene is op wie hij lijkt, niet eraan in de weg staat dat sprake kan zijn van een portret; (iii) het karakter van de afbeelding, bijvoorbeeld een parodie, niet van belang is voor de beantwoording van de vraag of sprake is van een portret en (iv) dat karakter wel een rol kan spelen in de door art. 21 Aw voorgeschreven belangenafweging en kan meebrengen dat niet kan worden gezegd dat een redelijk belang van de geportretteerde in de zin van deze bepaling zich tegen openbaarmaking van het portret verzet.

2. De Hoge Raad heeft een kort en bondig arrest gewezen. Dat hij het in cassatie bestreden arrest van het Hof Amsterdam heeft vernietigd, zal voor velen niet als een al te grote verrassing komen. Het Hof Amsterdam heeft immers een veel te beperkt portretbegrip gehanteerd. Waar het mij in deze korte bijdrage echter om te doen is, is punt (iv): de belangenafweging. In die belangenafweging – zo beslist de Hoge Raad – kan het parodiërend gebruik van het portret van Verstappen in de reclame-uiting meebrengen dat hij geen redelijk belang heeft om zich tegen openbaarmaking van zijn portret te verzetten. Een oordeel dat evenmin als een al te grote verrassing zal worden ervaren. Immers, net als het auteursrecht is het portretrecht geen absoluut recht. De Hoge Raad heeft de zaak naar het Hof Den Haag verwezen; het is dat hof dat de belangenafweging (opnieuw) zal moeten maken. Uiteraard heeft de Hoge Raad zich over die belangenafweging inhoudelijk niet uitgelaten.

IEF 20975

Online update 'Actualiteiten Handels- en Domeinnamen' op 29 september

Zet uw laptop klaar, schuif aan en laat u in één uur bijpraten over een actueel onderwerp tijdens de Online Updates 2022. Op donderdag 29 september praat Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht (AKD) u van 10:00 tot 11:00 uur bij over de meest recente ontwikkelingen in het Handels- en Domeinnamenrecht. Zo bent u, vanaf uw bureau, tussen de bedrijven door, in één keer weer volledig op de hoogte!

Enkele onderwerpen die worden besproken:

  • De handelsnaam als recht van plaatselijke betekenis (HvJ 2 juni 2022, IEF 20773 (Classic Coach Company))
  • De vordering tot overdracht van de domeinnaam (o.a. Rb Midden-Nederland, IEF 20586 (RecruitingKantoor) en Rb Amsterdam, IEF 20805 (Syndon)
  • De gevolgen van de keuze voor een beschrijvende naam (Rb Rotterdam, IEF 20457 (Spido); Rb Gelderland, IEF 20596 (Trainingskamp) en andere)

Aanmelden kan via deze link. Heeft u eerder deelgenomen aan onze jurisprudentielunches, webinars of congressen? Vul bij het aanmelden de categorie 'prijs anders' in.

IEF 20973

Beroep op artikel 5 Handelsnaamwet faalt

Rechtbank Rotterdam 6 jul 2022, IEF 20973; ECLI:NL:RBROT:2022:7794 (Eiser tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/beroep-op-artikel-5-handelsnaamwet-faalt

Vzr. Rb. Rotterdam 6 juli 2022, IEF 20973; ECLI:NL:RBROT:2022:7794 (eiser tegen gedaagde) Eiser exploiteert een verloskundigenpraktijk. Gedaagde is verloskundige en exploiteert ook een verloskundigenpraktijk. In dit geding vordert eiser dat gedaagde wordt veroordeeld het gebruik van haar handelsnaam te staken en ieder gebruik van een handelsnaam die in relatie tot de handelsnaam van eiser verwarringsgevaar oplevert, te staken. Op verzoek van eiser heeft gedaagde per februari 2022 haar handelsnaam gewijzigd. In onder meer telefonisch contact maakt gedaagde gebruik van de van haar handelsnaam afgekorte namen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de nieuwe handelsnaam van gedaagde duidelijk afwijkt van de handelsnaam van eiser. De oude en de verkorte (nieuwe) handelsnaam wijkt echter slechts in geringe mate af van de handelsnaam van eiser.

IEF 20974

HvJ EU Conclusie A-G: satellietboeket-aanbieder

HvJ EU 22 sep 2022, IEF 20974; ECLI:EU:C:2022:711 (AKM tegen Canal+ Luxembourg), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-conclusie-a-g-satellietboeket-aanbieder

HvJ EU Conclusie A-G 22 september 2022, IEF 20974, IT 4084, IEFbe 3546; C‑290/21, ECLI:EU:C:2022:711 (AKM tegen Canal+ Luxembourg) Verzoekster is een Oostenrijkse maatschappij voor collectieve belangenbehartiging die de uitzendrechten in Oostenrijk in beheer heeft. Verweerster, gevestigd te Luxemburg, biedt tegen betaling gecodeerde programma’s van talrijke Oostenrijkse omroeporganisaties aan. Het aanbod is gebundeld in verschillende pakketten (satellietboeketten) en wordt doorgegeven via satelliet. De verwijzende rechter wenst te vernemen hoe een satellietboeket-aanbieder in rechte moet worden gekwalificeerd [IEF 20046]. De vraag is met name of op een dergelijke aanbieder in het geval van een grensoverschrijdende uitzending per satelliet met signaalversleuteling het uplink-staatbeginsel van toepassing is, dat wil zeggen of hij op dezelfde wijze moet worden behandeld als de omroeporganisatie. A-G Szpunar concludeert onder meer dat artikel 1, lid 2, onder b), van richtlijn 93/83 aldus moet worden uitgelegd dat een aanbieder van satellietpakketten in de lidstaat waarin het meegedeelde beschermde materiaal toegankelijk is voor het publiek geen toestemming hoeft te verkrijgen van de houders van de auteursrechten en de naburige rechten in het kader van de mededeling aan het publiek per satelliet waaraan die aanbieder meewerkt.