IEF 22202
23 augustus 2024
Artikel

Entertainment & Recht op 4 september

 
IEF 22201
22 augustus 2024
Uitspraak

Beroep op uitputting mislukt: verkoop van inbreukmakende (namaak)sjaals moet worden gestaakt

 
IEF 22196
22 augustus 2024
Uitspraak

Orchid Gardens maakt geen inbreuk op de octrooirechten van HE Licenties

 
IEF 10273

Merkenrechters over merkenrecht

Wanneer? Vrijdag 4 November 2011
Waar? Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom, Bordewijklaan 15, 2591 XR DEN HAAG
  
MARQUES, de Europese vereniging van merkhouders, nodigt u van harte uit voor een ontmoeting met de Nederlandse rechters die regelmatig uitspraak doen in merkenzaken.

Binnen het aanbod van MARQUES-bijeenkomsten heeft MARQUES al verschillende soortgelijke seminars in de EU georganiseerd, die tot doel hebben de kennis en het begrip van het merkenrecht bij merkgebruikers, waaronder merkenrechters, te bevorderen. Deze bijeenkomst in Nederland wordt georganiseerd in samenwerking met de Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom en de Beneluxvereniging voor Merken- en Modellenrecht (BMM).

De rechters zullen spreken over de belangrijkste materiële en procedurele aspecten van gemeenschaps- en nationale merken. Er bestaat de gelegenheid om vragen te stellen.

Deelnamekosten: EUR 300,00
Nader programma: hier
Direct registreren: hier 

Hartelijke groet,
 
Willem Leppink

IEF 10272

Rectificatie: afbreuk gedaan aan deskundigebericht

Vzr. Rechtbank Almelo 29 september 2010, LJN BT6481 (Tema Process B.V. tegen gedaagde en Ventilex B.V.)

Als randvermelding: Rectificatie deskundigenonderzoek. Procesrecht: Belang bij voeging. Eenmaal doorbelasten van advocaatkosten

Vordering tot rectificatie en/of aanvulling van een rapport van een partijdeskundige afgewezen. Geen misleidende publicatie, vrijheid van partijdeskundige om onderzoek en conclusies naar eigen inzicht vorm te geven. Eiser heeft geen belang bij rectificatie.

2.1 (...) Door de rectificatie wordt volgens Ventilex afbreuk gedaan aan het bericht van deskundige [gedaagde sub 1].

3.3.5  Het memorandum van [gedaagde sub 1] is niet meer dan het is. Een verklaring van een eenzijdig door Ventilex ingeschakelde deskundige. Het staat Tema vrij om daar een eigen deskundige tegenover te stellen of in een bodemprocedure uit te leggen dat de deskundige van Ventilex naar haar oordeel elementen over het hoofd heeft gezien of niet heeft meegewogen die hij wel had moeten meewegen. Niet valt in te zien waarom in dit geval Tema belang heeft bij een veroordeling in kort geding, waarbij de deskundige van Ventilex wordt veroordeeld om een aanvulling op zijn eigen deskundigenrapport te schrijven.

3.3.6  Concluderend is de voorzieningenrechter van oordeel dat Tema haar vordering tot rectificatie/aanvulling niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt, zodat de vordering zal worden afgewezen.

Lees het vonnis hier (LJN / pdf)

IEF 10271

Waarom zij kennelijk niet optreedt tegen Chinezen

Vrz. Rechtbank 's-Gravenhage 11 mei 2010, KG RK 10-1253 (ex parte) (oudje, maar zojuist vrijgegeven)

Gemeenschapsmodel. Auteursrecht geweigerd ex parte verbod.

Y maakt inbreuk op Gemeenschapsmodelrechten en auteursrechten van X op het product, product van Y wekt geen andere algemene indruk bij de geïnformeerde gebruik wekt. Met de zomer voor de boeg zal het product van Y veelvuldig worden aangeboden en verkocht, gezien de publiciteit, bekendheid en zeer lage aanbiedingsprijs wordt aangeboden (2,95 ipv €29,95 zoals het origineel).

Uit de toelichting volgt dat Product X door diverse (veelal) Chinese bedrijven wordt nagemaakt, hiertegen is nooit actie ondernomen. Een bewijs van sommatie zou hier nuttig zijn geweest, daarnaast is toelichting waarom zij niet optreedt tegen producenten van namaak in China zeer wenselijke geweest. Het bewijs bestaat uit een ongedateerde nieuwsbrief bestaande uit één pagina, waaruit niet blijkt dat deze ook is verspreid. Ongeschikt voor behandeling.

2.2. Uit de namens verzoekster gegeven toelichting begrijpt de voorzieningenrechter dat verzoekster bekend is met het gegeven dat het Product van X door diverse (veelal) Chinese bedrijven veelvuldig wordt nagemaakt. Niet is gebleken dat tegen deze bedrijven enigerlei actie is of wordt ondernomen. Met een mogelijk verweer van gerekwestreerde, dat gerelateerd kan zijn aan de bovenbedoelde herkomst van de gestelde inbreukmakende producten, zijn verzoekster en de voorzieningenrechter niet bekend. Een sommatie zou hier nuttig kunnen zijn geweest. Daarnaast had het op de weg van verzoekster gelegen om toe te lichten waarom zij kennelijk niet optreedt tegen de producenten van namaak in China. Ten slotte is niet voldoende duidelijk gemaakt dat er in deze zaak sprake is van een zodanig spoedeisend belang dat een ingrijpende maatregel als een ex parte verbod geboden is. Dat gerekwestreerde een inbreukmakende product heeft aangeboden blijkt voorshands alleen uit een nieuwsbrief waarvan de voorzieningenrechter één ongedateerde bladzijde heeft ontvangen en waaruit niet blijkt wanneer deze is verspreid. Raadpleging van de website van gerekwestreerde waarnaar verzoekster verwijst leert dat thans geen inbreukmakende producten meer worden aangeboden. Bij deze stand van zaken – niettegenstaande de op zich evidente inbreuk - dient deze zaak als ongeschikt voor ex parte behandeling te worden aangemerkt. Behandeling in een gewoon kort ge-ding op tegenspraak ligt dan meer in de rede. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

IEF 10270

Drie monsters ex parte

Vrz. Rechtbank 's-Gravenhage 29 juni 2011, KG RK 11-2074 (ex parte bewijsbeslag buiten Nederland)

Ex parte. Octrooirecht. Bewijsbeslag: conservatoir beslag tot afgifte en conservatoir verhaalsbeslag. Doorgeleid van Rechtbank Amsterdam.

vermeende inbreuk in Duitsland: EEX-Vo, Handhavingsrichtlijn, Bewijsverordening, Wetboek Burgerlijke Rv en onderlinge verhoudingen. Rechter zet uiteen dat rondom deze verhouding prejudiciële vragen zouden kunnen worden gesteld, maar in dit geval moet dat niet, omdat het ex parte betreft en vanwege de vrees voor verduistering en wordt op grond daarvan ex parte behandeld.

Er wordt verlof verleent tot het nemen van monsters, echter geen conservatoir beslag vanwege ontbrekende toelichting. Vanuit het oogpunt van behoorlijke rechtspleging mogen binnen 90 dagen maximaal drie monsters worden genomen.

Eenmalig conservatoir bewijsbeslag op digitale en/of fysieke documenten. Deurwaarder kan zich bij laten staan door octrooigemachtigde vergezeld door andere onafhankelijke octrooigemachtige en ICT-deskundigen.

rechtsmacht en grondslag
2.2. De genoemde meningsverschillen brengen mee dat het wenselijk zou zijn om in deze zaak prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie. Dat is in deze zaak echter niet mogelijk gelet op het spoedeisend belang dat verzoeksters hebben bij de verzochte maatregelen. Het feit dat op grond van artikel 700 lid 2 Rv geen hoger beroep open staat van een beschikking tot het verlenen van verlof tot het leggen van beslag, brengt ook niet mee dat in deze zaak een prejudiciële vraag moet worden gesteld. De gerekwesteerden kunnen immers wel een ander rechtsmiddel aanwenden tegen die beslissing, te weten het opheffingskortgeding (art. 705 Rv). Bovendien is de beslissing in dat opheffingskortgeding vatbaar voor hoger beroep en vervolgens cassatie. In dat licht kunnen beslagverloven niet worden aangemerkt als “beslissingen [die] volgens het nationale recht niet vatbaar zijn voor hoger beroep” in de zin van artikel 267 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (hierna: VWEU). De ratio van die bepaling is immers om een uniforme uitleg van het Unierecht te waarborgen en met name om te voorkomen dat zich in een lidstaat een rechtspraak ontwikkelt die niet met de regels van het Unierecht strookt (HvJ EG 4 juni 2002, C-99/00, Lyckeslog). In dit geval wordt die doelstelling gewaarborgd door de bevoegdheid, respectievelijk verplichting tot het stellen van prejudiciële vragen van de voorzieningenrechter, het hof en de Hoge Raad in een eventueel opheffingskortgeding. Het is ook wenselijker dat vragen worden gesteld door een van de rechterlijke instanties in een eventueel opheffingskortgeding dan door de voorzieningenrechter in de onderhavige procedure, omdat in een eventueel opheffingskortgeding gerekwesteerden hun visie op dit punt naar voren kunnen brengen. Dat laatste is niet mogelijk in de onderhavige procedure, vanwege de gestelde vrees voor verduistering en het op grond daarvan gehonoreerde verzoek om het verzoekschrift ex parte te behandelen (zie hierna r.o. 2.4).

3.4. bepaalt dat indien om welke reden dan ook ter plaatse van het beslag geen toegang kan worden verkregen tot de gegevensdragers waarop de documenten staan, of indien om welke reden dan ook deze gegevensdragers ter plaatse niet onderzocht kunnen worden, dan wel daarvan geen kopie gemaakt kan worden, deze ten behoeve van de daarvan te maken kopie door de deurwaarder kunnen worden overgebracht naar zijn kantoor, opdat de documenten aldaar kunnen worden gekopieerd door de deurwaarder en/of de deskundige(n), waarna de genoemde gegevensdragers binnen vier werkdagen aan gerekwestreerden zullen worden geretourneerd;

3.5. bepaalt dat indien de deurwaarder dit noodzakelijk acht, hij zich bij de monsterneming en beslaglegging kan laten bijstaan door de octrooigemachtigde dr. H. de Boer, eventueel vergezeld of vervangen door een of meer andere onafhankelijke octrooigemachtigden van het kantoor N.V. Nederlandsch Octrooibureau, alsmede door een of meer onafhankelijke ICT-deskundigen van het bedrijf DigiJuris B.V. (...)

IEF 10269

Monsterneming ex parte

Vrz. Rechtbank 's-Gravenhage 28 juli 2011, KG RK 11-1798 (bewijsbeslag monsterneming kwekersrecht)

Kwekersrecht. Procesrechtelijke vordering tot leggen van (conservatoir) bewijsbeslag met gerechtelijke bewaring, beschrijving en monsterneming (ex parte). Toegewezen. M.u.v. morfologisch en plantkundig onderzoek, die gaat 1019d Rv te buiten, daarbij komt het overeen met een voorlopig deskundigenonderzoek, past niet binnen ex parte procedure, niet inzichtelijk waarom dit eveneens zonder de wederpartij te horen moet worden beslist. Monsterneming niet tussen 17:00 en 9:00 evenmin in't weekend of algemeen erkende feestdag.

2.2. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is de stelling van verzoekster dat gerekwestreerde inbreuk heeft gemaakt op de ingeroepen kwekersrechten voldoende gesubstantieerd voor toewijzing van maatregelen tot bescherming van bewijs en conservatoir beslag tot afgifte op de wijze als hierna verwoord. Tevens heeft verzoekster voldoende aangevoerd om te kunnen concluderen dat het nodig is de verzochte maatregelen te nemen zonder de gerekwestreerde te horen.

2.3. De voorzieningenrechter zal afwijzen het gevorderde verlof voorzover dit ziet op een morfologisch en plantkundig onderzoek uit te voeren door Naktuinbouw. Die vordering gaat de loutere beschrijving door de deurwaarder ter plaatse van de beslaglegging als bedoeld in 1019d Rv te buiten. In wezen wordt daarmee reeds een voorlopig deskundigenonderzoek gevraagd, hetgeen niet past binnen het kader van de verzochte maatregelen. Hierbij komt dat niet inzichtelijk is gemaakt waarom over het gewenste deskundigenonderzoek eveneens zonder de wederpartij te horen zou moeten worden beslist.

 

Beslissing (ex parte)
3.1. verleent verlof tot het laten maken van een gedetailleerde beschrijving (waaronder foto's) van materiaal van de onder nummer 3 en 4 van het verzoekschrift bedoelde variëteiten, toebehorende aan gerekwestreerde en welke zich bevindt op locaties te, gemeente Westland, waarbij de deurwaarder zich mag laten bijstaan door onafhankelijke deskundigen, medewerkers bij de Stichting Nederlandse Algemene Kwaliteitsdienst Tuinbouw (Naktuinbouw);

3.2. verleent verlof om in het bijzijn van onafhankelijke deskundigen, medewerkers bij de Stichting Nederlandse Algemene Kwaliteitsdienst Tuinbouw (Naktuinbouw), op locaties aan te Westland, 5 planten van de onder nummer 3 en 4 van het verzoekschrift bedoelde variëteiten te verwijderen en in handen te stellen van Naktuinbouw,
gevestigd aan de Sotaweg 22, (2370 AA) te Roelofarendsveen, die als gerechtelijk bewaarder zal optreden;

3.3. bepaalt dat de deurwaarder en personen werkzaam bij de gerechtelijk bewaarder geen informatie omtrent de materiële inhoud van de beschrijving en de monsters, met uitzondering van het door de deurwaarder op te maken proces-verbaal, ter kennis mogen brengen aan Klinge of derden, behoudens toestemming van Bock of nader
rechterlijk bevel;

IEF 10268

Samenvoegen of bewerken

Beschikking Raad van Beroep voor Belastingzaken (Ned. Antillen en Aruba) 30 juli2 2005, LJN BT6211 (onlangs gepubliceer)

Als randvermelding. Vrijstelling van  heffing van invoerrechten op grondstoffen, hulpstoffen, halffabrikaten en andere goederen, bestemd voor een industriële onderneming die deze goederen verwerkt, bewerkt of samenvoegt tot een nieuw product. Een ondergeschikte betekenis komt toe aan de klemmen, schroeven, nietjes, koppelstukken en dergelijke die belanghebbende gebruikt bij de vervaardiging van de stoelen, waardoor geen nieuw product ontstaat onder deze regeling.

Beroep op het gelijkheidsbeginsel wordt afgewezen. Van een begunstigend beleid is onvoldoende gesteld of gebleken; de zogeheten meerderheidsregel is evenmin van toepassing, nu sprake is van slechts één vergelijkbaar geval.

Definities: Onder een industriële onderneming moet worden verstaan een bedrijf nieuwe producten voortbrengt. Een nieuw product is een eindproduct dat onder een andere tariefpost in het tarief van invoerrechten wordt ingedeeld dan de goederen die zijn bewerkt of samengevoegd tot het eindproduct.

Onder het bewerken van goederen wordt verstaan een handeling waardoor de waarde van de goederen in economisch opzicht wordt vergroot en waarbij bovendien het resultaat van die behandeling waarneembaar is aan de goederen zelf. De vervaardiging van de stoelen levert niet een nieuw product op in de zin van artikel 127, lid 1, onder 7, van de LIUD oplevert. Onder nieuw product moet worden verstaan een eindproduct dat onder een andere tariefpost in het tarief van invoerrechten wordt ingedeeld dan de goederen die zijn bewerkt tot het eindproduct.

4.3 (...) De door belanghebbende gebruikte grond- en hulpstoffen en halffabrikaten, zoals de leuningen, gasveer, zitting, het foam op maat en onderstel met wielen, zijn afzonderlijke delen van meubelen in de zin van goederencode 94.01.90.00 van het Tarief van invoerrechten. Er is dus geen tariefpostverspringing. Een ondergeschikte betekenis komt toe aan de klemmen, schroeven, nietjes, koppelstukken en dergelijke die belanghebbende gebruikt bij de vervaardiging van de stoelen. Deze invoergoederen horen weliswaar thuis in andere goederencodes dan 94.01.90.00, maar ze fungeren slechts als hulpstukken bij de bewerking door belanghebbende. Het gebruik van deze hulpstukken brengt niet mee dat belanghebbende in de zin van het douanerecht een nieuw product maakt. Belanghebbende komt dan ook, voor zover zij stoelen vervaardigt, naar wettelijk recht niet in aanmerking voor de vrijstelling van artikel 127, lid 1, aanhef en onder 7, van de LIUD.

IEF 10267

VIE-prijs 2012

VIE, Aankondiging VIE-prijs 2012.

Tijdens het Zeist Symposium 2012 zal de jaarlijkse VIE-prijs worden uitgereikt voor een publicatie op het gebied van de Intellectuele Eigendom of het ongeoorloofde mededingingsrecht. Voor de VIE-prijs komen in aanmerking publicaties in het Nederlands, Engels, Duits of Frans, die op of na 1 november 2010 hebben plaatsgevonden en die betrekking hebben op enig aspect van het Intellectuele Eigendomsrecht of het recht inzake ongeoorloofde mededinging.

Publicaties of nominaties (onder bijsluiting van een afschrift van de desbetreffende publicatie) moeten uiterlijk op vrijdag 17 februari 2012 zijn ingediend bij het secretariaat van de vereniging onder vermelding van “VIE-prijs 2012”: Secretariaat VIE/AIPPI Nederland, Lodewijk de Vromestraat 25, 3962 VG Wijk bij Duurstede, email: secretariaat@aippi.nl

IEF 10266

Bleek een bouwbedrijf te zijn

Rechtbank Rotterdam 28 september 2011, LJN BT6243 (S.A. Nouvelle Rizerie Du Nord tegen gedaagde)

Merkenrecht. Namaak NRDN is houder woord-/beeldmerk PALMIER voor rijst. Gedaagde heeft supermarkt en heeft in 2010 zakken met basmatirijst verkocht onder de naam Palmier, opdruk sterk gelijkend op de zakken met 5 kg basmatirijst die NRN gebruikt.

Herkomst: Medio 2010 kwam een onbekende man zijn winkel in en bood hem zakken basmatirijst aan, een voorbeeld was meegenomen en gedaagde kende het merk, hij had eerder in zijn winkel dergelijke zakken verkocht. De prijs waarvoor de rijst werd aangeboden, was iets lager dan die van deze groothandelaren. Hij weet dat veel merken van producten beschermd zijn. Het vermelde bedrijf op de factuur/bon bleek een bouwbedrijf te zijn.

De rechtbank komt op grond van een en ander tot de conclusie dat het feit dat het hier ging om namaakzakken voor rekening dient te komen van [gedaagde] en dat derhalve de onrechtmatige merkinbreuk aan [gedaagde] kan worden toegerekend: verwijzing schadestaatprocedure voor geleden schade wegens merkinbreuk, vernietiging, proceskosten ex 1019h Rv á €5.893,69.

4.2 Niet is omstreden dat de zakken basmatirijst met het opschrift [persoon 1] die [gedaagde] in 2010 in zijn winkel heeft verkocht en ten tijde van de beslaglegging in voorraad had nabootsingen waren van de door NRDN gebruikte zakken [persoon 1] basmatirijst en dat met deze zakken inbreuk werd gemaakt op het merkrecht van NRDN. Het verkopen (en het in de winkel te koop aanbieden en daartoe in voorraad hebben) van die namaakzakken was derhalve onrechtmatig, zodat de gevraagde verklaring voor recht toewijsbaar is. Ook de vordering om toe te laten dat de inbeslaggenomen zakken rijst worden vernietigd is - als niet bestreden - voor toewijzing vatbaar.

4.3 Voor vergoeding van de schade die NRDN daardoor heeft geleden is vereist dat het onrechtmatig handelen aan [gedaagde] kan worden toegerekend omdat dit te wijten is aan zijn schuld of aan een oorzaak die krachtens verkeersopvattingen voor zijn rekening komt.

4.6 [gedaagde] heeft de namaakzakken [persoon 1]-rijst - naar zijn zeggen - gekocht van een hem onbekende man en een hem onbekend Belgisch bedrijf en niet - zoals eerder - van een bekende groothandelaar, kennelijk zonder enige navraag te doen. De hiervoor weergegeven mededelingen van [gedaagde] en de door hem overgelegde koopbon en factuur vertonen onderlinge tegenstrijdigheden en deze roepen diverse vragen op die door [gedaagde] niet bevredigend zijn beantwoord.
De rechtbank komt op grond van een en ander tot de conclusie dat het feit dat het hier ging om namaakzakken voor rekening dient te komen van [gedaagde] en dat derhalve de onrechtmatige merkinbreuk aan [gedaagde] kan worden toegerekend.

Lees het vonnis hier (LJN / pdf).

IEF 10265

TROS Radar vanavond: Getty Images

In navolging van IEF 10201, bericht Nanda Ruyters, BRight advocaten ons dat vanavond 20:30 (Nederland 1) TROS Radar aandacht besteedt aan Getty Images-zaken. Eén van de advocatenkantoren die gedupeerde bijstaat is BRight en is daarom geïnterviewd.

Getty Images exploiteert foto’s; via de database van Getty Images kan men (online) foto’s aanschaffen voor commercieel gebruik, bijvoorbeeld voor foto’s op een website. De foto’s van Getty Images zijn op grote schaal gebruikt, Getty meent op onrechtmatige wijze; mensen zouden voor het gebruik niet betaald hebben, terwijl Getty Images de auteursrechten zegt te hebben op die foto’s. Daarom heeft Getty Images duizenden mensen/bedrijven aangeschreven en hen gesommeerd om alsnog flink te betalen voor de foto’s. De manier waarop Getty Images te werk gaat (echt onfatsoenlijk en dreigend) en de absurd hoge bedragen die Getty vraagt voor de foto’s, stuit veel mensen tegen de borst, evenals het feit dat Getty weigert om bewijs te overleggen dat zij inderdaad de rechten heeft op de foto’s. Daar gaat de uitzending van vanavond over.

Voor wie niet in de gelegenheid is om te kijken, de uitzending zal hopelijk nadien ook via onze website te zien zijn of via Uitzending Gemist, de link zal tevens hier verschijnen: TROS Radar uitzending 3 oktober 2011 (link).

IEF 10264

Achternaam

Kantonrechter in Kort Geding Rechtbank Amsterdam 30 september 2011, KK 11-788 (Kemper en Heerink tegen Van den Berg)

Met dank aan Jan Brölmann en Margriet Koedooder, De Vos & Partners Advocaten.

In't kort: Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Na een BBIE-oppositie (deels) te hebben overleefd (IEF 9724) Bandnaam wordt geregistreerd als o.a. beeldmerk/woordmerk, terwijl naamgever van de band  VANDENBERG, de achternaam van [gedaagde] betreft die de band in 1986 heeft verlaten. Staken van beeldmerk: geen (spoedeisend) belang omdat na deponering niet is gebruikt. Ook afwijzing woordmerk. Beperking proceskosten €6.000 zonder nakosten.

19. Dat Van den Berg bij de oprichting van de band, de naam Vandenberg - waarvan aannemelijker is dat deze is afgeleid van de achternaam van Van den Berg dan van een luchtmachtbasis in Amerika - heeft overgedragen aan een gemeenschappelijk vermogen dat toebehoorde aan de vier bandleden , is gelet op het voorgaande niet aannemelijk gemaakt. Daarbij speelt mee dat eisers noch in 1986 noch daarna bezwaar hebben gemaakt tegen het gebruik van de naam Vandenberg door Van den Berg, hetgeen een aanwijzing is dat de naam niet tot het gemeenschappelijk vermogen van de band hoorde. Dat nog steeds CD's worden verkocht met materiaal van de band en dat eisers, van den Berg en Zomer daarvoor nog royalties ontvangen maakt dat (voorlopig) oordeel niet anders.

21. Eisers worden in het ongelijk gesteld e worden daarom veroordeeld in de proceskosten gevallen aan de zijde van Van den Berg. Er zijn termen om de gevorderde proceskosten te beperken tot een bedrag van € 6.000,- (inclusief btw en kantorkosten). De kantonrechter ziet thans geen aanleiing om nakosten toe te wijzen.