IEF 22187
13 augustus 2024
Uitspraak

IE-klassieker: Football Dataco/Yahoo

 
IEF 22186
13 augustus 2024
Uitspraak

In hoeverre speelt creativiteit een rol in het modellenrecht?

 
IEF 22185
13 augustus 2024
Uitspraak

eOx International c.s. en verweerders in het nauw gedreven: het hof veronderstelt onterechte ontlening aan ATSSE-mengsel

 
IEF 9984

Diversiteit aan mogelijke vragen

Nota nav Verslag inzake Wet prejudiciële vragen aan de Hoge Raad, Kamerstukken II 2010/11, 32 612, nr. 6.

Kort bericht. De diversiteit aan mogelijke vragen maakt dat niet bij voorbaat kan worden gezegd welke anderen voor de beantwoording van de vraag mogelijk in de gelegenheid moeten worden gesteld om schriftelijke opmerkingen te maken. Het spreekt voor zich dat daarvoor bij de beantwoording van vragen op het gebied van het vennootschapsrecht andere personen en organisaties in aanmerking komen dan bij vragen op het gebied van het auteursrecht. Verder is het afhankelijk van het geschil welke personen partij zijn bij identieke of vergelijkbare geschillen. Indien ook deze personen in de gelegenheid worden gesteld om schriftelijke opmerkingen te maken, is per prejudiciële procedure verschillend om welke personen het aldus zal gaan.

Voorstel van wet: hier.

IEF 9983

Slechts gericht op het gezondheidsbelang

 

Kamerbrief Minister VWS over beleidsagenda vervalste geneesmiddelen en medische hulpmiddelen, kenmerk GMT/MVG/3071128, beleidsagenda (hier)

Parallel gepubliceerd van Reclameboek (RB 1064) Uit de brief: Evenals horloges, tassen e.d. van bekende ontwerpers blijken ook medische producten te worden vervalst. Hoewel hierbij uiteraard ook sprake kan zijn van een inbreuk op het intellectuele eigendom van partijen, is er bij medische producten ook een ander probleem aan de orde, namelijk het risico voor de volksgezondheid. Het perspectief van de volksgezondheid is voor mij de reden om beleid te maken op dit terrein. Wellicht ten overvloede merk ik hierover op dat ik mij slechts richt op het gezondheidsbelang en het voorkomen van gezondheidsschade en niet op mogelijke inbreuk op het intellectuele eigendoms-recht, wat een economisch delict is.

Uit de agenda: De WHO en Raad van Europa hebben de definitie van een vervalst medisch product als volgt bepaald:

  • Een vervalst medische product beschrijft een product die een valse representatie (a) van zijn identiteit (B) en/of bron (c) geeft. Dit is op het product, zijn verpakking of etiketteringsinformatie van toepassing.35
  • Medische producten die niet binnen bepaalde landen op de markt zijn (toegelaten), maar wel in bepaalde andere landen zijn geen vervalsingen. Bijvoorbeeld door de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) goedgekeurde medische producten die niet binnen de EU geregistreerd zijn, zijn geen vervalsing, maar mogen toch niet in de EU verkocht en gebruikt worden.36
  • De schendingen of de geschillen betreffende octrooien moeten niet met het vervalsen van medische producten worden verward.37
  • Vervalste medische producten kunnen producten zijn met correcte ingrediënten, met verkeerde ingrediënten, zonder ingrediënten, met onjuiste hoeveelheden ingrediënten, of met valse verpakking.38

35 Een voorbeeld hiervan is de vervalste zuurstof-saturatiemeter
36 De definitie van vervalsing volgens de WHO geldt wereldwijd. Dit betekent dat een medisch hulpmiddel dat bijvoorbeeld door FDA in Amerika goedgekeurd is maar geen CE-markering heeft, binnen Europa niet als een vervalsing kan worden gezien. Het is namelijk wereldwijd wel ergens als een medisch hulpmiddel op de markt conform de eisen die dat werelddeel stelt.
37 Een replica is niet per definitie als een vervalst medisch hulpmiddel. Indien de replica de conformiteitbeoordelingsprocedure met goed resultaat heeft afgerond en dus voldoet aan alle gestelde wettelijke eisen, kan de originele fabrikant besluiten om het dispuut uit te vechten op het terrein van merkenrecht/ intellectueel eigendom.
38 Naar aanleiding van de incidenten gemeld bij het gebruik van borstimplantaten geproduceerd door een firma in Frankrijk, heeft het “Agence Française de Sécurité Sanitaire des Produits de Santé” (AFSSAPS) een inspectie uitgevoerd. Vastgesteld werd dat de implantaten gevuld werden met een ander type siliconegel dan aangegeven in het CE-certificatiedossier. Deze prothesen zijn dus niet conform de wetgeving betreffende medische hulpmiddelen.
https://www.fagg-afmps.be/nl/news/news_implants_mammaires_pip.jsp

IEF 9982

WIPO 'bekend merk'

WIPO Arbitration and Mediation Center 12 juli 2011, Zaaknummer: DNL2011-0037 (Aluc Mark Ansalt tegen A. Borsje), Arbiter: Remco M.R. van Leeuwen

Wellicht ten overvloede. Eiser is eigenaar van Luigi Borelli, een zeer populair Italiaans kledingmerk houder van diverse merken (waaronder een 'bekend merk' LUIGI BORRELLI NAPOLI). Verweerder heeft een 'parking page' en is houder van domeinnaam <borrelli.nl>.

Verweerder reageert niet en daarom wordt op basis van de klacht geoordeeld (10.3 Regulations). Verwarringwekkende overeenstemming, geen recht of legitiem belang én registratie te kwader trouw. Overdracht bevolen.

B. Rights or Legitimate Interests (...) Because Respondent did not file any response, the Panelist is not aware of any rights or legitimate interests that Respondent may have in the Domain Name and will have to presume it has none.

C. Registration in Bad Faith (...) In past cases cumulative circumstances found to be indicative of bad faith included complainant having a well-known trademark, the fact that no response to the complaint has been filed and the registrant's concealment of its identity. Two of these three circumstances apply in this case as well and the Panelist does not consider the Complaint unlawful or without merit.

Regulations for .nl domain names

IEF 9981

Prima facie bewijs

WIPO Arbitration and Mediation Center 13 juli 2011, Zaaknummer: DNL2011-0035, (Robeco Groep N.V. tegen Bahnhofsgaststaette), Arbiter: Alfred Meijboom

Eiser is Robeco Groep, een wereldwijd opererende fondsinvesteerder en houder van woord-/beeldmerken waaronder ROBECO (Benelux en Gemeenschapsmerk) al 20 jaar sponsor en organisator van de Robeco Zomerconcerten. Verweerder genereert traffic voor zijn website met gesponsorde links, houder van domeinnaam <robecoconcerten.nl>.

Verweerder reageert niet. Omdat verweerder niet in Nederland verblijft of is geregistreerd is de voertaal Engels ex 17.2 Regulations. Verwarringwekkende overeenstemming, Geen recht of legitiem belang én registratie te kwader trouw: ja. Bewijslevering prima facie: geen licentie, geen authorisatie, geen eerder gebruik of legitiem non-commercieel gebruik. Overdracht bevolen.

Onder A. Identical or Confusingly Similar. (...) The addition of a descriptive element does not prevent confusion (e.g., ANWB B.V. v. Lotom Group S.A., WIPO Case No. DNL2010-0072 and LEGO Juris A/S v. Nick Terlouw, WIPO Case No. DNL2011-0023).

Onder B. Rights or Legitimate Interests (...) This condition is met if Complainant makes a prima facie case that Respondent has no rights or legitimate interests, and Respondent fails to rebut that showing, by, for example, providing evidence of one of the three circumstances mentioned in article 3.1 of the Regulations (e.g., Technische Unie B.V. and Otra Information Services v. Technology Services Ltd, WIPO Case No. DNL2008-0002 and LEGO Juris A/S v. M. Moench, WIPO Case No. DNL2009-0052).

The Panelist understands that Complainant has not licensed or otherwise authorized Respondent to use the ROBECO trademarks or Trade name. Nor could the Panelist find any indication that Respondent, (Regulations, article 3.1 (a)) before having been notified of the dispute, made demonstrable preparations to use the Domain Name in connection with a bona fide offering of goods or services, (Regulations, article 3.1 (b)) is commonly known by the Domain Name, or (Regulations, article 3.1 (c)) is making a legitimate noncommercial use of the Domain Name.

IEF 9949

MoskNee

Vzr. Rechtbank Amsterdam 14 juli 2011, LJN BR1613 (Breitman tegen Manderen B.V. en Vereniging Milli Görus), gemotiveerd vonnis: hier

Met dank aan Sven Klos en Sjo-Anne Hoogcarspel, Klos Morel Vos & Schaap

Auteursrecht van architect op moskee. Inbreuk op Auteursrecht en Persoonlijkheidsrecht. Kop / staart vonnis in conflict tussen archtitect Breitman en bouwer van de Westermoskee Amsterdam Manderen. Samenwerking met andere partij. Manderen wordt verboden het ontwerp voor een Moskee van te realiseren. Ook een andere moskee mag niet gerealiseerd worden wegens schending persoonlijkheidsrecht, nu het ontwerp voor het gehele Riva-project een integraal geheel vormt. “De door het gerechtshof aan Manderen opgelegde bouwplicht kan Breitman niet worden tegengeworpen.” (r.o. 4.8). Geen afgifte of vernietiging tekeningen van het ontwerp.  Motivering toegevoegd op 22 juli 2011.

4.6 (..) Gelet op het voorgaande wordt er voorhands vanuit gegaan dat Breitman uitsluitend een licentie tot realisering van ijn ontwerp an Stadgenot heeft verstrekt en geen licentie aan Manderen. Van een overdracht vande exploitatierechten is al helemaal geen sprake. Wat Stadgenoot later met Manderen is overeengekomen over de realisatie va de Westermoskee kan Breitman niet worden tegengeworpen, nu hij bij die afspraken in het geheel niet is betrokken. Van een sublicentie, kan geen sprake zijn. De standaardvoorwaarden (SR 1997) laten een sublicentie ook niet toe, zelfs niet indien Mandern dat in haar verhouding met Stadgenoot zou hebben bedongen.

4.7. Breitman heeft evenmin op een andere wijze toestemming aan Manderen verleend om tot realisatie van zijn ontwerp voor de Westermoskee over te gaann. Gedurende de kort geding procedur is nog wel getracht om een samenwerking tussen partijen tot stand te brengen, aar dat heeft uiteindelijk nies opgeleverd, Breitman heeft te kennen gegeven er geen enkel vertrouwen in te hebben dat Manderen een partij is waarmee een vruchtbare samenwerking kan worden gerealiseerd. Ook de omstandigheid ddat Manderen heeft verklaard Breitman vergaan tegemoet te willen komen in de eisen die Breitman stelt aan een samenwerking, brengt niet mee dat Breitman kan worden gedwongen tot een samenwerking met Manderen.

4.8. Breitman is gelet op het voorgaande gerechtigd om Manderen te weerhouden zijn ontwerp voor de Westermoskee te gebruiken voor de realisatie van die moskee. De door het gerechtshof aan Manderen opgelegde bouwplicht kan Breitman niet worden tegengeworpen.

4.9. De vordering onder 3.1 III om Manderen to verbieden op het Riva-terein een ander gebouw te realiseren dan het gebouw dat door Breitman op basis van zijn voor de Westermoskee en/of het Riva project vervaardigde ontwerpen ontworpen is, is toewijsbaar. In dit verband is van belang dat d door Breitman ontworpen moskee een onderdeel vormt van het Riva-project en het Manderen niet vrijstaat een deel van Breitmans ontwerp voor dat project te wijzigen.

4.10. De vordering tot afgifte, dan wel vernietiging of het onbruikbaar maken van de tekeningen (en andere roerende zaken) waarin Breitmans ontwerp van de Westermoskee en./of het Riva-project is vervat, is niet toewijsbaar. Deze tekeningen zijn door Breitman in opdracht van Stadgenoot gemaakt ten behoeve van Manderen. Dat Manderen deze tekeningen niet mag openbaren maakt dit niet anders.5.1.  wijst de vorderingen jegens Milli Görus af,

5.2.  verbiedt [gedaagden] met onmiddellijke ingang het ontwerp voor de Westermoskee te verveelvoudigen of openbaar te maken, meer in het bijzonder om het ontwerp van [eiser] voor de Westermoskee te realiseren in een bouwwerk of dit ontwerp anderszins te gebruiken,

5.3.  verbiedt [gedaagden] met onmiddellijke ingang elke handeling te verrichten die een aantasting of wijziging in de zin van artikel 25 Auteurswet van het ontwerp van [eiser] voor de Westermoskee en/of het Riva project tot gevolg heeft, meer in het bijzonder om op het Riva-terrein te Amsterdam een ander gebouw te realiseren dan het gebouw dat door [eiser] op basis van zijn voor de Westermoskee en/of het Riva project vervaardigde ontwerpen is ontworpen,

5.4.  veroordeelt [gedaagden] om aan [eiser] een dwangsom te betalen van EUR 10.000,= voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij geheel of gedeeltelijk in strijd handelt met hetgeen onder 5.2 tot en met 5.3 staat vermeld, dan wel -naar keuze van [eiser]- voor iedere handeling die een overtreding oplevert van hetgeen onder 5.2 tot en met 5.3 staat vermeld, tot een maximum van EUR 5 miljoen is bereikt,

5.5.  veroordeelt [gedaagden] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op EUR 105,62 aan dagvaardingskosten, EUR 258,= aan griffierecht en EUR 39.871,28 aan advocaatkosten,

Lees het vonnis hier (pdf / LJN / gemotiveerd vonnis)

IEF 9923

Tijd voor de Ch&acirc;teau Lafake?

psychologytoday

Bijna vrijdagmiddagborrel-tijd

. Het einde van de werkweek nadert. De borrelnootjes worden in bakjes gedaan en de blokjes kaas worden gesneden, want het is bijna borreltijd. Een biertje of een wijntje (opvallend dat dit soort alcoholische dranken altijd als verkleinwoord worden geschreven, maar dat terzijde) mag ook niet ontbreken.

De kans is niet geheel ondenkbeeldig dat menig borrelmanger straks de kurk uit een Château Lafake trekt. Een wat? Een namaakwijn. Je leest er meer over in het artikel “Château Lafake – Fine-wine Fraud” dat werd gepubliceerd in The Economist (hier). Het naderende vrijmibo-moment leek me geschikt om wat wetenswaardigheden uit dit artikel op te sommen.

NB: Voor de advocaten: dit kun je gewoon schrijven op “lezen vakliteratuur”, het gaat immers over het door ons geliefde intellectuele eigendom.

De wetenswaardigheden:
• De namaak van wijnen begon eind jaren 70 van de vorige eeuw;
• Sommigen schatten in dat 5% van de wijn, die op veilingen of op de tweedehands markt wordt verkocht, niet is wat het etiket zegt;
• De simpelste techniek is om een Château Lafite 1982 (een van de duurste recente vintages) in een fles Lafite uit 1975 (een minder jaar) over te schenken;
• Een gebruikte truc is om een sommelier van een goed restaurant te betalen om de lege flessen van topwijnen te krijgen;
• Lege flessen van Lafite en Latour worden via eBay voor honderden euro’s verkocht;
• De winstmarges zijn groot. Goede wijnen kosten vaak honderden keren zoveel als de ‘mindere goden’;
• Er worden regelmatig procedures gevoerd over nepwijn. Onder meer door Bill Koch, een energietycoon en wijnverzamelaar (43.000 flessen);
• De hoogste prijzen worden betaald voor wijnen waarvan de herkomst zeker is. Zo werd in mei 2011 216.000 dollar betaald voor een wijn die rechtstreeks uit de kelders van Château Latour afkomstig was.

Kortom: namaak van topwijnen leidt ertoe dat de herkomstaanduiding niet meer voldoende is. Herkomstgarantie wordt vereist.

Disclaimer: do not try this at home. Dit is geen advies. Cheers!

Met dank aan Evert van Gelderen, De Gier | Stam & Advocaten

IEF 9980

Enig ander ge- of verbod

Rechtbank 's-Gravenhage 20 juli (bij vervroeging) KG ZA 11-814 (Vetus N.V. tegn Inno Nautic B.V.)

Met dank aan Ruby Nefkens, Van der Steenhoven advocaten.

In navolging van IEF 7391 en IEF 9309. Vergelijkbaar met IEF 2762.

 

Executiegeschil. Octrooirecht flexibele pop-up tank voor de nautische markt (PCT en Espacenet). Opheffing executoriaal beslag.

Eiser stelt: Inno Nautic stelt dat het mogelijk maken van het plaatsen van orders op de website van een Amerikaanse distributeur van Vetus is aan te merken als verhandeling het dictum en daardoor dwangsommen heeft verbeurd en de tenaamstelling is niet juist uitgevoerd, waardoor eveneens dwangsommen verbeurd (r.o. 4.1). De website wordt echter niet door Vetus in stand gehouden, maar door derde-vennootschap. Aanbieding op deze website zonder levering of zelfs betaling, kan niet worden gezien als verhandeling. Tenaamstelling op naam Vetus Den Ouden N.V. en de overdrachtsakte sprak van Vetus N.V., geen sprake van strijd met dictum of enig ander ge- of verbod. Vorderingen afgewezen, proceskostenveroordelingen executoriale derdenbeslagen opgeheven.

4.5. (...) Niet aannemelijk is geworden dat Vetus zelf bedoelde website in stand houdt of orders daarvan zou afhandelen. Integendeel, voorshands is voldoende duidelijk dat een andere rechtspersoon, te weten Vetus Marine, LLC., verantwoordelijk is voor de website. Bijzondere omstandigheden om toch Vetus voor het handelen van een derde-vennootschap, te weten Vetus Marine, verantwoordelijk te houden zijn gesteld noch gebleken. Hierbij speelt mee dat Vetus aannemelijk heeft gemaakt dat zij geen, laat staan beslissende, stem heeft in wat Vetus Marine doet. De enkele omstandigheid dat Vetus Marine distributeur is van Vetus Den Ouden Inc (een dochteronderneming van Vetus) en uit dien hoofde gerechtigd is de (merk)naam Vetus te voeren maakt dat niet anders.

4.6. Bij deze stand van zaken kan in dit kort geding in het midden blijven of de aanbieding op de website – zonder dat daarbij ook daadwerkelijk een tank wordt geleverd, want tegenover de gemotiveerde betwisting door Vetus kon ([X] namens) Inno Nautic geen antwoord geven op de vragen of er was geleverd naar aanleiding van de geplaatste orders en zelfs niet of er was betaald voor de orders – kan worden gezien als ‘verhandeling’ in de zin van dictumonderdeel 5.5.

4.7. Dat Vetus andere in onderdeel 5.5. verboden handelingen zou hebben verricht is door Inno Nautic niet gesteld, zodat naar voorlopig oordeel geen sprake is van overtreding van het in dictumonderdeel 5.5. gegeven verbod.

4.11. Voor zover door Vetus of derden, zoals de aanvankelijk door Vetus ingeschakelde octrooigemachtigden van het kantoor Allied Patents, handelingen zijn verricht in het kader van de verlening en instandhouding van octrooien is voorshands geen sprake van strijd met de in dictumonderdeel 5.6. of enig ander ge- of verbod.

4.14. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, op de (vele) tussen partijen in het verleden gerezen (executie)geschillen en op de dreiging van nieuwe executoriale (derden)beslagen is naar voorlopig oordeel aanleiding voor het door Vetus gevorderde verbod tot executie van het vonnis van 9 september 2009, althans waar het de dictumonderdelen en handelingen betreft die onderwerp zijn van dit kort geding.

IEF 9979

Slogans meeregistreren

BBIE 30 juni 2011, oppositienr 2004996 (AXA tegen 3 Suisse international)

Merkenrecht. Oppositie o.g.v. ouder woord-/beeldmerken AXA réinventons / la banque | la banque et l´assurance | le homebanking tegen internationale aanvrage woord/beeldmerk Monabanq. réinventeer la banque plus pres de la vie. Franstalige oppositiebeslissing over (on)praktisch nut van registreren van slogans in combinatie met merknam en/of logo. Afgewezen. Merk wordt ingeschreven.

38. En ce qui concerne le dépôt contesté, le slogan « réinventer la banque plus près de la vie » apparaîtra comme une phrase élogieuse peu distinctive par rapport aux produits et services revendiqués. Par conséquent, l’élément de fantaisie « Monabanq » placé en début de marque sera perçu par le public comme l’élément dominant du dépôt contesté.

39. En principe, le consommateur attache normalement plus d’importance à la partie initiale des mots (TUE, Mundicor, T-183/02 et T-184/020, 17 mars 2004). Le terme de fantaisie « Monabanq », domine visuellement et phonétiquement le signe contesté. L’Office relève qu’il ne peut toutefois être fait totalement abstraction du slogan « réinventer la banque plus près de la vie » en tant qu’il comporte des éléments communs avec le droit invoqué, à savoir le radical du verbe « réinventer » et les termes descriptifs « la banque ».

40. A cet égard, l’Office estime toutefois que l’utilisation du terme « réinventer » n’est, dans le secteur bancaire et plus généralement dans le secteur des services, pas particulièrement original, ni distinctif. En effet, ce terme véhicule l’idée de nouveauté et d’innovation, qualités communément revendiquées par les acteurs économiques quel que soit le secteur d’activités concerné. Par conséquent, l’Office estime que ce terme ne peut faire l’objet d’un droit exclusif d’utilisation au profit de l’opposant du seul fait de son inclusion dans le droit invoqué.

Lees de beslissing hier (link).
BVIE

IEF 9978

Ook CvdM en CvTA samen?

Overleg vaste commissie over samenvoeging NMa, OPTA en Consumentenautoriteit Kamerstukken II 31 490, nr. 70;

Na de aankondiging de NMa, OPTA en Consumentenautoriteit samen te voegen, vraagt kamerlid Verburg zich af of ook CvdM en het CvTA kunnen fuseren, en transparantie-oproep bij BUMA/STEMRA. Minister Verhagen vindt het geen goed idee.

Mevrouw Verburg (CDA), p.3 “(...) Ik ontvang van de minister ook graag een reactie op de mogelijkheid om het Commissariaat voor de Media en het College van Toezicht Auteursrechten (CvTA) met elkaar te combineren. Het Commissariaat voor de Media houdt nu toezicht op de Mediawet wat betreft de vergunningverlening en het CvTA houdt toezicht op het auteursrecht, maar dat is zeer mager. Ziet de minister er verbetering in door dat met elkaar te verbinden en de monopolistische trekjes van beide teniet te doen? Ik vraag de minister te bekijken of ook de activiteiten van de belangenbehartiger van muziekauteurs Buma/Stemra daarbij kunnen worden betrokken, omdat er in de praktijk buitengewoon veel onvrede is over het gebrek aan transparantie bij die organisatie.

Ik vraag de minister inzake het functioneren van de toezichtorganen wat hij gaat doen aan de afvinkcultuur. Inspecteurs kijken alleen of ze vinkjes kunnen zetten op hun blaadje en niet naar wat er in een bedrijf speelt. Er moet veel meer geïnspecteerd worden naar de geest van de wet: lopen de processen, hoe kunnen we het mogelijk maken en hoe hebben we oog voor het ondernemersbelang?”

Minister Verhagen: (...)Convergentie tussen telecom en media zorgt voor groter draagvlak tussen de toezichthouders. Dat is een feit. Ik ben het ermee eens dat ze op dat punt goed moeten samenwerken, maar de verschillen tussen de OPTA, het Agentschap Telecom en het Commissariaat voor de Media zijn groter dan de overeenkomsten. Toezicht op de programmavoorschriften door het Commissariaat voor de Media hoort echt niet thuis bij een markttoezichthouder. Voorts vind ik het niet wenselijk om de frequentietaken van het Agentschap Telecom bij een zbo te leggen, dus op nog grotere afstand van de politiek. Het Britse Ofcom kan zelf de regels maken. Dat is hier aan de politiek voorbehouden en ik heb begrepen dat de Kamer dat ook wenselijk vindt. Ik wil wel een goede samenwerking tussen de nieuwe toezichthouder en het Agentschap Telecom en het Commissariaat voor de Media. Daar waar raakvlakken met het markttoezicht zijn, moet goed worden samengewerkt. Dat gebeurt nu al op basis van samenwerkingsafspraken en protocollen. Voor de NMa, de OPTA en de Consumentenautoriteit is de minister van EL&I politiek verantwoordelijk of in ieder geval aanspreekbaar. Voor het Commissariaat voor de Media is de minister van OCW verantwoordelijk en als het gaat om toezicht op auteursrecht de minister van V en J. Ik vind het geen goed idee om dit ministerie nog groter te maken.”

IEF 9977

Betreft .xxx extensie

Het ICANN (Internet Corporation for Assigned Names and Numbers) heeft aangekondigd dat eigen generic Top-Level Domains (gTLD) dat een nieuwe categorie geïntroduceerd, de zogenaamde porno-extensie. Oftewel domeinnamen die eindigen met .xxx.

Nu heeft de porno-industrie haar bezwaren geuit, met name omdat preventief blokkeren 'in het kader van bescherming  van de internetgebruiker' voor een terugval van gebruik van internetporno kan zorgen, India was het eerste land dat officieel zo'n blokkering aankondigde (hier). Echter dit heeft eveneens gevolgen voor merk- en handelsnaamhouders.

Kunt u zich voorstellen dat uw bedrijfs- of kantoornaam gevolgd door .xxx zorgt voor een andere ranking in google waarmee u helemaal geassocieerd wilt worden? En de niet-gewenste gevolgen daarvan voor eventueel opgebouwde reputatie en online presentie. De ICM-registry geeft de mogelijkheid om voor de lanceing domeinnamen te blokkeren van .xxx registratie. Dit kan van 7 september tot 28 oktober, daarna worden de .xxx-domeinnamen vrijgegven voor lancering:

Sunrise B is the time when trademark owners and other IP holders can apply to opt-out of .XXX. This period will run for 52 days starting September 7, 2011

Meer informatie: zie voor de procedure hier.