IEF 22202
23 augustus 2024
Artikel

Entertainment & Recht op 4 september

 
IEF 22201
22 augustus 2024
Uitspraak

Beroep op uitputting mislukt: verkoop van inbreukmakende (namaak)sjaals moet worden gestaakt

 
IEF 22196
22 augustus 2024
Uitspraak

Orchid Gardens maakt geen inbreuk op de octrooirechten van HE Licenties

 
IEF 9805

Personalia Tom Wittop Koning

Persbericht: Versterking kantoor Den Haag, AOMB

Met genoegen maken wij bekend dat per heden Tom Wittop Koning is aangetrokken ter versterking van ons kantoor Den Haag, gevestigd tegenover de ‘The Hague Branch' van Europees Octrooibureau.

Wittop Koning, moleculair bioloog, begon zijn carrière in 1994 bij Exterpatent, dat al snel fuseerde met Polak&Charlouis tot EP&C. Hij werd als Nederlands en Europees gemachtigde ingeschreven in 1998 en 1999. Tom was tussen 2002 en 2009 partner van EP&C, en managing partner in 2004. Na een korte tijd in Amsterdam partner te zijn geweest bij het Scandinavische Zacco is Tom weer terug in het Haagse.

Wittop Koning heeft veel ervaring op het gebied van life sciences, een vakgebied dat enorm in ontwikkeling is en vooral ook bij AOMB'S Franse Duitse en Engelse partners in de IP alliantie AIPEX, die AOMB vorig jaar oprichtte prioriteit is. Wittop Koning zal dan ook voor AIPEX een internationale trekkersrol vervullen vanuit haar Haagse vestiging.

IEF 9804

Aanbesteding van reclameborden

Antwoord kamervragen Haverkamp en Koopmans over het artikel ‘Vrije meningsuiting beknot’ Aanhangsel Handelingen 2010-11, 2 769, nr. 2606.

Parallel gepubliceerd van reclameboek.nl (RB 996). Reclamerecht. Vrijheid van meningsuiting. Aanbesteding van digitale reclameborden.

2. Is het waar dat de gemeente Wijdemeren de borden voor buitenreclame, die voorheen bestemd waren voor niet-commerciële activiteiten, sinds 1 januari 2011 commercieel laat exploiteren?
Antwoord 2
Ja. Uit het oogpunt van onder meer verbetering van de kwaliteit van de publieke ruimte heeft de gemeente Wijdemeren recentelijk een nieuw buitenreclamebeleid geïntroduceerd. Hierbij is gekozen voor openbare aanbesteding. Commerciële en niet-commerciële uitingen op nieuwe tweezijdige borden zullen tegen betaling kunnen worden geplaatst. Daarnaast zijn als onderdeel van het nieuwe buitenreclamebeleid acht digitale informatieborden en posterborden aan de invalswegen van de gemeente geplaatst waarop, naast gemeentelijke informatie, ook kosteloos nietcommerciële informatie kan worden gepubliceerd door derden.

3. Ontstaat hierdoor het risico dat de promotie-uitingen van lokale verenigingen, zoals die sinds jaar en dag in de dorpen hangen, nu verwijderd worden, omdat zij voor die uitingen moeten betalen aan de exploitant van de buitenreclames? Zo ja, hoe beoordeelt u deze ontwikkeling?

Antwoord 3
Nee. Naast de commercieel uit te baten reclameborden heeft de gemeente ook acht digitale informatieborden en posterborden beschikbaar gesteld. Hierop kunnen evenementenorganisaties en verenigingen die niet van de commercieel geëxploiteerde nieuwe borden kunnen of willen gebruikmaken kosteloos kenbaarheid geven aan niet-commerciële informatie. De gemeente heeft daarnaast in antwoorden aan de lokale CDA-fractie aangegeven de mogelijkheid te willen openlaten om enkele extra niet-digitale vrije plakplaatsen te creëren als mocht blijken dat de geboden mogelijkheid voor kosteloos niet-commercieel aanplakken onvoldoende is.

4. Doet deze ontwikkeling zich ook in andere gemeenten voor?
Antwoord 4
Ja. Naast Wijdemeren hebben ook vele andere gemeenten gekozen voor openbare aanbesteding van reclameborden.

5. Deelt u de mening, dat de vrijheid van meningsuiting in het gedrang komt, als er naast de exclusieve rechten voor het A0-formaat geen plakruimte blijft voor niet-commerciële mededelingen?
Antwoord 5
Ja. In de APV-modelverordening van de VNG (artikel 2:42) wordt aangegeven onder welke omstandigheden aanplakken van onder meer niet-commerciële mededelingen kan worden beperkt. Op grond van rechtspraak wordt benadrukt dat gemeenten zorg moeten dragen voor een “voorwaardenscheppend beleid” waarmee plakruimte overblijft voor “gebruik van enige betekenis”. In het geval van de gemeente Wijdemeren blijft er, zoals aangegeven, ruimte voor het plaatsen van niet-commerciële berichten met het installeren van de acht digitale informatieborden. Daarnaast heeft de gemeente aangegeven extra vrije plakplaatsen te zullen creëren als mocht blijken dat de geboden mogelijkheid voor kosteloos niet-commercieel aanplakken onvoldoende is.

Meer hierover: link

IEF 9803

Meer dulden dan als privépersoon

Rechtbank Utrecht 15 juni 2011, KG ZA 11-33 (Kuks tegen Hankes en SIN-NL)

Met dank aan Milica Antic, SOLV.

In navolging van IEF 8954. Domeinnaamrecht. Handelsnaamrecht. "Privépersoon". Onrechtmatige inhoud. Kuks is neuroloog, SIN-NL is stichting die zich richt op het verbeteren van de situatie van slachtoffers van medische fouten en de nabestaanden van die slachtoffers. KukS komt op een zwarte lijst voor. SIN-NL is rechthebbende van domeinnaam jankuks.nl waarop uitlatingen staan. Ook wordt naar deze site gelinkt. Vrz beoordeelt dit onrechtmatig en beveelt staking. Nu www.drkuks.nl, vordering site uit hele lijst zoekmachines resulaten verwijderen. In reconventie: beslag op uitkering, executie eerder vonnis gestaakt houden, en meer. Nu een persoon met hoge functie zal meer openlijke kritiek moeten dulden als privépersoon. Wijst de vorderingen af. In Reconventie: executie van eerder vonnis door voorzieningenrechter te staken, zolang Hankes de website www.jankuks.nl (niet doelend op de domeinnaam) verwijderd houdt.

5.1 (...) Of de reputatie van Kuks door Hankes c.s. wordt geschaad, kan in het middel blijven nu Kuks naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter te weinig heeft aangevoerd om de hiervoor genoemde belangen afweging in zijn voordeel uit te laten vallen. Kuks verwijst weliswaar naar het vonnis van 23 juni 2010, maar in die zaak handelde het om een domeinnaam waarin de privénaam van Kuks - Jan Kuks - was opgenomen. In onderhavig geschil wordt in de domeinnaam verwezen naar de beroepsmatige aanduiding van Kuks, te weten dr. Kuks. Nu naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter een persoon in de uitoefening van een hoge (medische) functie in het algemeen ten aanzien van het openlijk uiten van kritiek meer zal moeten dulden dan als privépersoon, kan een enkel beroep op het vonnis van 23 juni 2010 Kuks niet baten.

Ook speelde in de eerdere zaak een rol dat (een deel van) de inhoud van de website die onder de domeinnaam www.jankuks.nl hangt, onrechtmatig werd geacht. In onderhavig geschil heeft Kuks niets over de eventuele onrechtmatigheid van de inhoud van de website aangevoerd. Sterker nog, Kuks voert aan dat de inhoud van de  website grotendeels overeenkomt met de (door de voorzieningenrechter te Groningen bij vonnis van 25 september 2009) niet onrechtmatig geachte  inhoud van de websitte www.sin-nl.org. Ook de inhoud van de website (in combinatie met de domeinnaam) kan dus niet tot de conclusie leiden dat het registreren en gebruiken van de domeinnaam www.drkuks.com onrechtmatig jegens Kuks moet worden geacht. Gelet op het voorgaande heeft Kuks ook met betrekking tot de vermelding van de domeinnaam www.drkuks.com op de website www.sin-nl.org onvoldoende aangevoerd om te kunnen oordelen dat zulks onrechtmatig is jegens Kuks. De stelling van Kuks dat de (verwijzing naar) eerste genoemde website niet noodzakelijk zou zijn om de doelstellingen van SIN-nL na te streven, is hiertoe onvoldoende.

Lees de uitspraak hier (pdf, LJN)

IEF 9802

Actieve sportbeoefening

RCC 9 juni 2011, Dossiernr. 2011/00438 (Amstel)

Reclamerecht. Alcoholreclame. Dragen van rode Amstel badjassen door spelers FC Twente na KNVB bekerfinale. Klacht art. 28 RVA overtreden, sportploeg mag geen reclame voor alcohol voeren. Verweerder stelt dat vieren overwinning geen actieve sportbeoefening is dus RVA niet van toepassing. Badjassen ook geen onderdeel van outfit.

Commissie oordeelt dat nu gehele ploeg deze badjassen aanhad er sprake is van reclame voor alcohol gevoerd op sportploeg. Strijd met art. 28 RVA. Badjassen zijn geen onderdeel outfit maar spelers worden toch als sportploeg aangemerkt. Art. 28 RVA vereist geen "actieve sportbeoefening," alleen in context van door speler gebruikte attributen. Doet aanbeveling.

Naar de Commissie begrijpt uit het verweer waren alle spelers van FC Twente tijdens de huldiging na hun overwinning in de KNVB bekerfinale op 8 mei 2011 gehuld in rode badjassen met de merknaam Amstel. Aldus is naar het oordeel van de Commissie reclame voor alcoholhoudende drank gevoerd op een sportploeg. Dit is in strijd met artikel 28 RVA.

Aan dit oordeel doet niet af dat de badjassen geen deel uitmaken van de outfit waarin de voetballers de finale hebben gespeeld, nu dit laatste onverlet laat dat de spelers tijdens het dragen van de jassen als sportploeg konden worden aangemerkt. Voorts is voor overtreding van artikel 28 RVA niet nodig dat er sprake is van actieve sportbeoefening. Over “actieve sportbeoefening” wordt in artikel 28 RVA alleen gesproken in de context van attributen die door de sporter worden gebruikt. 

Ten slotte leidt het verweer dat door het kleine letterformaat goed moet worden gekeken om de merknaam Amstel op de badjassen te zien evenmin tot een ander oordeel.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: RVA art. 28, zie ook RB 987

IEF 9801

Alcoholverbod in Mediawet

Amendement van de leden Van der Staaij/ Voordewind ter vervanging van nr. 10 over het opnemen van een verbod in de Mediawet 2008 op reclame voor alcoholhoudende drank, Kamerstukken II, 2010-11, 32 022, nr. 64.

Parallelle publicatie Reclameboek (RB 991). Reclamerecht. Mediarecht. Vervallen van zinsnede: "tussen 06.00 uur en 21.00 uur" in een aantal artikelen. Kern van amendement:

(...) Een verbod tussen 06.00 uur en 21.00 uur is onvoldoende omdat de doelgroep van jongeren rond de 16 jaar door deze maatregel niet wordt beschermd. Immers, zij zien doorgaans ook na 21:00 uur nog televisieprogramma’s en komen dus nog teveel in aanraking met alcoholreclames. In elk geval is voldoende aangetoond – onder andere door STAP - dat zelfregulering niet werkt. Zelfregulering is een systeem dat in theorie veel voordelen biedt, maar in de praktijk onhaalbaar is. Daarvoor zijn de belangen van de alcoholbranche veel te groot. Daar komt nog bij dat er met een algeheel verbod niet langer meer een onderscheid is tussen reclame voor alcohol en tabak. Ook tabaksreclame is verboden en alles wijst erop dat dit zijn vruchten begint af te werpen!

Zie link / pdf
Mediawet 2008

IEF 9800

Doet een boekje open

Boekaankondiging, C.A. Alberdingk Thijm, Het Proces van de Eeuw, Amsterdam: Lebowski 2011.

Met dank aan EppoBoetselaar, Schwaab & Helvoeth Lawyers. ;-)

Over een jonge, hongerige advocaat, van de titelpagina van Lebowski: "Opgejaagd door de urennorm en onbegrensde ambitie van zijn bazen maakt Eppo fouten. Hulp inroepen is geen optie. Hij raakt verstrikt in zijn eigen leugens en sleept Helvoeth mee in zijn onvermijdelijke val."

Inzake Stokke, p. 292: "Wat was dit toch een kinderachtig rechtsgebied, Twee volwassen mannen die rond twee stoeltjes cirkelden, kinderstoeltjes nota bene. Bij Schwaab & Helvoeth was bijna de hele sectie intellectuele eigendom verdwenen. Ze waren een nichekantoor begonnen zodat ze hun dansjes in de beslotenheid van hun eigen kring konden maken, niet gehinderd door de cowboys van M&A. Het werd door het sectiehoofd, een man met een vlinderdas, gebracht als een kans om eindelijk zelf te ondernemen – ‘altijd al een eigen kantoor willen beginnen.’- maar iedereen wist dat ze waren weggejaagd door M&A te weinig omzet. Wie het winstdeel drukt, moest vertrekken, zo eenvoudig was het."

Lees een fragment hier, meer over het boek hier.
@EppoBoetselaar

IEF 9799

WIPO berichten

De Patent Cooperation Treaty (PCT) Newsletter van de maand juni is uit, met ditmaal o.a.:

  • Rwanda nieuwste 'PCT contracting state, hier
  • Geamendemendeerde PCT Regulations gelden vanaf 1 juli 2011, hier 
    gevolgen hiervan heeft de WIPO uiteengezet, hier
    bestel uw versie hier
  • Daarbij zijn nieuwe voorstel-amendementen voor de PCT Assembly september/oktober 2011 vastgesteld, hier 
  • Vanaf 1 juni 2011 zijn er bilaterale pilots in het kader van PCT-Patent Prosecution Hightway tussen zweden-VS, Japan-Zweden, Japan-Mexico, hier 
  • Geen aparte Power of Attorney Waiver meer nodig, hier
  • Elektronische internationale aanmeldingen zijn mogelijk dankzij: PCT-ROAD (Receiving Offices Administration) software en manuals zijn gratis beschikbaar voor PCT Receiving Offices, hier
  • Verder: diverse wijzigingen in o.m. fees, contact informatie, hier

Lees de gehele newsletter hier (link / pdf)

IEF 9798

verwijderd houden van ongebalkte foto's

Vzr. Rechtbank 's-Gravenhage 17 juni 2011, LJN BQ8288 (Passageproces portretrecht)

Portretrecht. Persrecht. Websites. Publicatie van (link naar) ongebalkt portret van kroongetuige. Vrijheid van meningsuiting (10 EVRM) tegenover persoonlijke levenssfeer en onaantastbaarheid menselijk lichaam (2 en 8 EVRM, 10 en 11 Grondwet). Onrechtmatig indien gedaagde toelaat dat ongebalkte foto's worden gepubliceerd, voor de toekomst: gedaagde wordt geboden ongebalkte foto's van zijn website verwijderd houden.

3.8.   Het voorgaande leidt tot de conclusie dat gedaagde, indien hij toelaat dat ongebalkte foto's van eiser op zijn website worden gepubliceerd, onrechtmatig jegens eiser zou handelen. Het gedeelte van de vordering onder 1a dat ziet op het verwijderd houden van ongebalkte foto's zal dan ook worden toegewezen.

3.4.   Toewijzing van het gedeelte van de vordering onder 1a dat ziet op het verwijderd houden van ongebalkte foto's zou een beperking vormen van het grondrecht op de vrijheid van meningsuiting dat aan gedaagde op grond van artikel 10 lid 1 EVRM toekomt. Dat recht kan slechts worden beperkt, indien deze beperking bij de wet is voorzien en deze in een democratische samenleving noodzakelijk is, bijvoorbeeld ter voorkoming van strafbare feiten (artikel 10 lid 2 EVRM).

3.5.   Tegenover het recht van gedaagde op vrijheid van meningsuiting staat het grondrecht van eiser op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer in het algemeen en van de onaantastbaarheid van zijn lichaam in het bijzonder, dat wordt beschermd door artikel 8 lid 1 EVRM en, voor zover het betreft het recht op leven, mede door artikel 2 lid 1 EVRM. Weigering van de door eiser gevraagde voorzieningen zou op dat recht mogelijk inbreuk maken. Artikel 8 lid 2 EVRM laat echter onder dezelfde voorwaarden als artikel 10 EVRM een beperking toe, onder meer ter bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. Een beperking zal eerder toelaatbaar zijn als met de publicatie een maatschappelijk belang is gediend, in het bijzonder wanneer het een publicatie door een journalist betreft. Het grondrecht van eiser op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer wordt daarnaast beschermd door artikel 10 van de Grondwet en, voor zover het de onaantastbaarheid van zijn lichaam betreft, mede door artikel 11 van de Grondwet.

3.7.   In het kader van de vereiste afweging acht de voorzieningenrechter in het bijzonder van belang dat aan eiser de status van bedreigde getuige is verleend en dat hij is opgenomen in een getuigenbeschermingsprogramma. Dit betekent immers dat niet kan worden uitgesloten dat door het plaatsen van ongebalkte foto's op de website van gedaagde de veiligheid van eiser ernstig in gevaar wordt gebracht. Het argument van gedaagde dat het portret van eiser reeds sinds 12 maart 2009 voor een ieder beschikbaar is geweest via het internet, is onvoldoende overtuigend, nu eiser in de rechtszaal alleen verschijnt als hij is voorzien van een vermomming en in een separate ruimte, zodat het publiek hem niet kan zien. Aannemelijk is weliswaar dat zijn portret bij enkele van zijn 'vijanden' bekend is, maar dat geldt niet voor al zijn potentiële vijanden. Dat eiser in het verleden ook zelf contact met de media heeft gezocht, is niet relevant, aangezien hij toen nog geen 'kroongetuige' was. In verhouding tot het gewicht van het recht van eiser is dat van gedaagde naar het oordeel van de voorzieningenrechter gering. Gedaagde beroept zich op het publieke belang bij een eerlijk gevoerd strafproces. De noodzaak om bij het plaatsen van foto's op het internet deze eerst van een balk te voorzien, vormt in dat verband slechts een geringe beperking van de vrijheid van meningsuiting, ook als het een journalistieke publicatie betreft. De stelling van gedaagde dat zich in het Passageproces een nieuwe getuige heeft gemeld louter als gevolg van de herkenning van het portret van eiser in een ander medium, wat daarvan ook zij, kan geen rechtvaardiging bieden voor het in gevaar brengen van de veiligheid van eiser.

Lees het vonnis hier (link / pdf)
EVRM, Grondwet

IEF 9797

Technische verschillen tussen beide vormen

Antwoord vragen Peters over het factureren door Buma/Stemra van websites die een radiostream op hun site embedden, Aanhangsel handelingen II, 2010-11, nr. 2824

In reactie op kamervragen antwoordt Staatsecretaris Teeven dat er technisch verschil is tussen tussen 'embedden' en 'linken'. Vooralsnog geen aanleiding voor wetsaanpassing. De uitleg van het begrip 'openbaarmaking' en zinsnede 'mede delen aan het publiek' is voorbehouden aan HvJ EU en is er bewust gekozen voor een open norm. Citaatrecht 15a Aw wordt door rechter beoordeeld. Verder: achtergrondmuziekonderhandelingen en verschil met kwestie uit 2010: YouTube-taks op privésites (Aanhangselen II, 2009-10, nr. 637)

Vragen 2 tot en met 5. Vindt u het terecht en wenselijk dat Buma/Stemra van websitebeheerders geld gaat vragen voor het embedden van radiostreams? Is bij het embedden van auteursrechtelijk beschermde muziek wel sprake van een nieuwe openbaarmaking of verveelvoudiging? Moet embedden niet veeleer worden vergeleken met hyperlinken? Als er sprake is van heropenbaarmaking, is dan niet vaak het citaatrecht van toepassing? Indien de wet hier onduidelijkheid over laat bestaan, bent u bereid aanpassingen door te voeren opdat het embedden van streams niet gezien kan worden als openbaarmaking of verveelvoudiging? Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet?

(...) Voor de vraag of embedden gelijk is aan hyperlinken geldt voorts dat er (technische) verschillen tussen beide vormen zijn. Ingeval van embedden is de radiostream te beluisteren binnen de website van degene die op internet de embedded link heeft geplaatst. De gebruiker blijft dus op de site waarin de stream is ingebed. De stream zelf (het auteursrechtelijk beschermde werk) is echter afkomstig van de servers van de website waar de embedded link naar verwijst. Ingeval van een hyperlink wordt er een nieuw tabblad of venster geopend met de website waarnaar wordt gelinkt. De bezoeker verlaat aldus de website waar hij de link aantrof om zo de inhoud waar deze naar verwijst te kunnen raadplegen. Of het citaatrecht van toepassing is, moet worden beoordeeld op grond van artikel 15a van de Auteurswet. Één van de voorwaarden is dat de omvang van het citaat in overeenstemming is met wat in het maatschappelijk verkeer redelijkerwijs geoorloofd is. Of met succes een beroep kan worden gedaan op dit artikel is uiteindelijk aan de rechter. Ik heb begrepen dat Buma/Stemra met de betrokken website van mening verschilt over de vraag of een vergoeding verschuldigd is en dat inmiddels een procedure bij de rechter is gestart. Die zal daarover een uitspraak doen. Hiernaast heb ik begrepen dat voor de embedding van achtergrondmuziek nog overleg plaatsvindt tussen Buma/Stemra en VNO/NCW over een mogelijke regeling. Daarbij wordt ook de optie opengehouden om in goed overleg de kwestie voor te leggen aan de rechter.

 Vooralsnog zie ik geen aanleiding om op dit punt de wet aan te passen. Ten eerste dekt het begrip ‘openbaarmaking’ de zinsnede ‘mede delen aan het publiek’ uit de artikelen 2 en 3 van de Richtlijn Auteursrecht (2001/29/EG), waarvan de uitleg uiteindelijk is voorbehouden aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. Voorts is bij de invoering van het begrip bewust gekozen voor een open norm. Hierdoor is het aan de rechter om op grond van de concrete omstandigheden te beoordelen of er sprake is van openbaarmaking. Dit systeem heeft als voordeel dat de wet niet na elke technologische ontwikkeling en innovatie hoeft te worden aangepast.

Vragen 6 en 7. Deelt u de mening dat geld vragen voor embedden een aanslag is op de rijke, multimediale cultuur van het web en Nederland op achterstand plaatst in de digitale revolutie? Zo nee, waarom niet? Bent u bereid stappen te zetten om Buma/Stemra te bewegen tot het terugdraaien van deze maatregel? Zo ja, welke stappen? Zo nee, waarom niet?

Ik vind het van belang dat er goede balans bestaat tussen vrijheid van creativiteit enerzijds en bescherming van rechten van rechthebbenden anderzijds. Dat betekent dat ik voorstander ben van innovaties in de multimediale cultuur. Tegelijk mogen deze innovaties niet ten koste gaan van de auteurs en artiesten, die immers ook hun bijdrage leveren aan de rijke multimediale cultuur. Het is hierbij in eerste instantie aan de direct betrokken partijen om in goed overleg eruit te komen. Ik steun daarom de ontwikkeling dat VNO/NCW en BUMA/Stemra in overleg zijn over de embedding van achtergrondmuziek.

Vraag 8. Hoe beoordeelt u deze actie van Buma/Stemra in het licht van de eerdere poging van Buma/Stemra in 2010 om websites te factureren voor het embedden van video’s en audiofragmenten zoals YouTube-video's, die strandde na de commotie die dit teweeg bracht? 2)

In 2010 het ging het om het sturen van facturen voor het embedden van video’s voor persoonlijk gebruik. In het onderhavige gebruik is er sprake van commercieel gebruik, waarbij dit gebruik het hoofddoel is van de website. Dat zijn relevante verschillen. Het gaat hier immers niet om consumenten die een factuur krijgen omdat ze hun websites met een stukje muziek verfraaien. Verder is het aan de betrokken partijen om in overleg of door tussenkomst van de rechter tot een goede oplossing te komen.

IEF 9796

Verbod op prototypen bekendmaken

Vzr. Rechtbank Arnhem 16 mei 2011, LJN BQ6443 (Eiser tegen Lusaro B.V.)

Wellicht ten overvloede. Know how bescherming. Stukgelopen samenwerking. Geheimhouding.  Gedaagde heeft in 2004 een idee bedacht en uitgewerkt om een middenas aanhanger (caravan) te verbeteren. In de samenwerkingsovereenkomst: “Iedere Partij behoudt de intellectuele eigendomsrechten op de Kennis, Deelproducten en materialen die door haar ten behoeve van de samenwerking worden ingebracht en in het Projectplan worden omschreven en op materialen die door haar worden ontwikkeld in het kader van de samenwerking.". Eiser vordert voortzetting en vordert verbod op zijn (gedeelte van de) intellectuele eigendomsrechten, terwijl gedaagde de samenwerking heeft opgezegt. De vorderingen van eiser worden afgewezen, m.n. vanwege onderbouwing en vereiste voor nadere bewijslevering omtrent de toegepaste sandwichconstructie, waarvoor in kort geding geen plaats is.

4.18.  [eiser] heeft tot slot nog gevorderd dat [gedaagde sub 1] een einde dient te maken aan de inbreuk op de (intellectuele) eigendomsrechten van [eiser], ook in de toekomst, waaronder begrepen een verbod de prototypen bekend te maken aan, te verspreiden onder en te laten gebruiken door derden. [gedaagde sub 1] heeft te dien aanzien aangevoerd dat voor zover al sprake is van een intellectueel eigendomsrecht van [eiser] op het chassis van de boottrailer, dit chassis geen rol (meer) speelt in Lusaro II. Ten aanzien van het beweerdelijke intellectuele eigendomsrecht op het chassis van de caravan heeft [gedaagde sub 1] aangegeven dat [eiser] op de constructie geen rechten kan verkrijgen, nu een dergelijke sandwichconstructie al jarenlang door meerdere ondernemingen in de caravanbranche wordt toegepast. Nu de stelling van [eiser] dat [gedaagde sub 1] inbreuk maakt op de rechten van [eiser] gemotiveerd is betwist en [eiser] zijn stelling op dit punt in geen enkel opzicht concreet heeft onderbouwd, zal de vordering onder IV. niet worden toegewezen. Voor beantwoording van de vraag of [eiser] intellectuele eigendomsrechten heeft en of daarop door [gedaagde sub 1] inbreuk wordt gemaakt, is nadere onderbouwing en bewijslevering nodig, waarvoor in dit kort geding geen plaats is.

Lees het vonnis hier (link / pdf).