Conclusie ingezonden door Thijs van Aerde, Houthoff en Arnout Groen, Hofhuis Alkema Groen.
Conclusie tot verwerping cassatieberoep Coty
HR Conclusie A-G 4 novermber 2022, IEF 21068, RB 3715; 21/04768 (Coty tegen Easycosmetic) Zie [IEF 20184] en [IEF 19102]. De vraag is of Easycosmetics gebruik van verzenddozen met daarop afgebeeld 80 verschillende merken, waaronder de merken Jil Sander en Davidoff waarvan Coty licentiehouder is, een gegronde reden voor Coty vormt om zich te verzetten tegen dit gebruik van die merken op de verzenddozen. De rechtbank oordeelde dat dit het geval was en zag in dit advertentiegebruik een omdat Easycosmetic daarmee de suggestie wekt dat er een economische band bestaat tussen haar en de merkhouder. Het hof heeft geoordeeld dat dit geen gegronde reden oplevert voor de merkhouder om zich tegen verdere verhandeling van de merkproducten te verzetten en dat dus sprake is van uitputting. Hiertegen wordt in cassatie opgekomen door Coty. A-G Van Peursem concludeert tot verwerping van het beroep omdat er hier, kort gezegd, sprake is van uitgeputte waar.
Jurisprudentielunch merken-, modellen- en auteursrecht op 7 december
Raak in één keer volledig up-to-date bij deze halfjaarlijkse jurisprudentielunch! Op woensdag 7 december geven Tobias Cohen Jehoram (De Brauw Blackstone Westbroek), Jesse Hofhuis (Hofhuis Alkema Groen) en Joris van Manen (HOYNG ROKH MONEGIER) een compleet overzicht van actuele rechtspraak in het merkenrecht, het auteursrecht en productvormgeving.
Tijd: 13:00 – 16:15 uur (inloop vanaf 12:30 uur)
Locatie: Amsterdam, met online optie
Accreditatie: 3 opleidingspunten NOvA, BMM en Vlaamse Orde
HvJ EU Conclusie A-G: vereniging houders kwekersrechten
HvJ EU Conclusie A-G 27 oktober 2022, IEF 21065, IEFbe 3567; C‑522/21, ECLI:EU:C:2022:847 (MS tegen STV) STV is een vereniging van houders van kwekersrechten, die door deze houders is belast met de behartiging van hun rechten en in het bijzonder met het in eigen naam uitoefenen van het recht op informatie en het recht op betaling. MS, verzoeker in het hoofdgeding, is een landbouwer, tegen wie in eerste aanleg door STV een vordering is ingesteld om onder meer informatie te verkrijgen over de onrechtmatige aanplanting van het door het Unierecht beschermde wintergerstras "KWS Meridian”. STV heeft betaling gevorderd van een verdergaande schadevergoeding ten bedrage van het viervoud van het gemiddelde bedrag dat in rekening wordt gebracht voor het produceren onder licentie. MS betoogt dat de schade van STV is gecompenseerd door de betaling van de "enkelvoudige” licentievergoeding, in plaats van het bedrag dat verschuldigd is als vergoeding voor aanplanting.
IE-rechten verwarmingsketel hoeven niet te worden overgedragen
Rb. Overijssel 26 oktober 2022, IEF 21064; ECLI:NL:RBOVE:2022:3175 (Reduxion c.s. tegen gedaagde 1 c.s.) Reduxion is een onderneming die zich bezighoudt met de ontwikkeling en productie van een elektrische verwarmingsketel onder de naam 'Reduxion Ecoliner'. Tussen Reduxion c.s. en gedaagde c.s. zijn geheimhoudingsovereenkomsten gesloten. Op 4 december 2020 is E-Ketel opgericht. E-Ketel houdt zich bezig met de ontwikkeling en productie van een elektrische verwarmingsketel en doet dat onder de naam 'Trion E-ketel'. Gedaagde 2 heeft zich vanaf februari 2020 bezig gehouden met de ontwikkeling van de Trion E-ketel. Bij separate brieven van 25 juni 2021 heeft Reduxion c.s. gedaagde 1 c.s. aansprakelijk gesteld en onder meer gesommeerd om alle activiteiten met betrekking tot de verdere ontwikkeling, productie en verkoop van de Trion E-ketel per direct te staken en gestaakt te houden. Reduxion c.s. vordert verschillende varianten van schadevergoeding, verboden en geboden. Reduxion c.s. vordert verder dat gedaagde 1 c.s. alle IE-rechten met betrekking tot de Trion E-ketel aan Reduxion om niet overdraagt. De rechtbank oordeelt dat alleen gedaagde 2 aansprakelijk is voor de geleden schade. De rechtbank wijst de vordering tot overdracht van de IE-rechten op de Trion E-ketel af omdat Reduxion c.s. onvoldoende heeft onderbouwd op welke grond Reduxion gesteld zou moeten worden in de positie van rechthebbende op de verschillende IE-rechten die volgens haar aan gedaagde 1 c.s. ter zake de Trion E-ketel toekomen. Verder zou door toewijzing van de gevorderde overdracht van de IE-rechten Reduxion meer krijgen dan waar zij recht op heeft.
CIER-congres over gebruiksmodel en getoetste Nederlandse octrooi
CIER-congres. Het gebruiksmodel en het getoetste Nederlandse octrooi: Terug naar de toekomst?
30 jaar geleden heeft het CIER een congres georganiseerd over de toenmalige plannen voor afschaffing van het getoetste Nederlandse octrooi en de niet-invoering van een gebruiksmodel. Na 30 jaar gaan de plannen in de omgekeerde richting (herinvoering van het vooronderzochte Nederlandse octrooi en invoering van een gebruiksmodel), maar het onderwerp is hetzelfde en verdient wederom een academisch debat.
Het CIER organiseert daarom een congres over de voors en tegens van invoering van een gebruiksmodelrecht en herinvoering van het vooronderzochte Nederlandse octrooi, met onder meer lezingen van Marc van der Burg, Constant van Nispen en Dick van Engelen.
Inschrijven: via deze link
Waar: Sweelinckzaal, Drift 21, Utrecht
Wanneer: vrijdag 11 november 2022 vanaf 13:00 uur (inloop) tot 17:00 uur, met aansluitend borrel
Prijs: € 100,-. Deelname is gratis voor studenten, medewerkers van universiteiten en leden van de rechterlijke macht
Ordepunten: 3 punten
Meer info: zie website UU of mail met het secretariaat secretariaatmiwpi@uu.nl
HvJ EU: SodaStream tegen MySoda
HvJ EU 27 oktober 2022, IEF 21062, IEFbe 3566; C‑197/21, ECLI:EU:C:2022:834 (SodaStream tegen MySoda) SodaStream produceert en verkoopt bruiswatertoestellen waarmee consumenten koolzuurhoudend water en koolzuurhoudende dranken met een smaakje kunnen bereiden uit leidingwater. SodaStream is houder van de Uniemerken en nationale merken SODASTREAM en SODA-CLUB. MySoda verkoopt in Finland onder het merk MySoda bruiswatertoestellen in verpakkingen die doorgaans geen kooldioxidefles bevatten. Sinds juni 2016 biedt MySoda in Finland flessen afgevuld met kooldioxide aan, die compatibel zijn met zowel haar eigen bruiswatertoestellen als die van SodaStream. Sommige van deze flessen werden aanvankelijk door SodaStream in de handel gebracht. SodaStream vordert vaststelling dat MySoda inbreuk maakt op haar merkenrechten. Uiteindelijk komt de zaak bij de Korkein oikeus (hoogste rechter in burgerlijke en strafzaken, Finland), die stelt een viertal prejudiciële vragen aan het Hof. De verwijzende rechter wenst met zijn vier vragen in wezen te vernemen of, en onder welke voorwaarden, de houder van een merk die in een lidstaat waren op de markt heeft gebracht die zijn bestemd om meermaals te worden hergebruikt en te worden nagevuld zich kan verzetten tegen verdere verhandeling van die waren in die lidstaat door een wederverkoper die de flessen heeft nagevuld en het etiket met het oorspronkelijke merk heeft vervangen door een andere etikettering, doch daarbij het oorspronkelijke merk op die waren zichtbaar heeft gelaten. Het Hof oordeelt dat de merkhouder zich in een dergelijke situatie niet tegen de wederverkoper kan verzetten, mits die nieuwe etikettering bij consumenten niet de onjuiste indruk wekt van het bestaan van een economische band tussen de wederverkoper en de merkhouder. Dit verwarringsgevaar dient globaal te worden beoordeeld, aan de hand van de vermeldingen op de waar en op de nieuwe etikettering ervan, alsmede tegen de achtergrond van de distributiepraktijken in de betrokken sector en de mate waarin de consumenten op de hoogte zijn van deze praktijken.
DCNB maakt inbreuk op Beneluxmerk DNB
Vzr. Rechtbank Amsterdam 20 oktober 2022, IEF 21061; ECLI:NL:RBAMS:2022:5997 (De Nederlandsche Bank tegen DNCB) Het Beneluxmerk 'DNB' is geregistreerd ten behoeve van De Nederlandsche Bank. DNCB heeft een vestiging in Amsterdam en in Litouwen, die beide betrokken zijn in de procedure. De voorzieningenrechter oordeelt dat DCNB inbreuk maakt op het Beneluxmerk van DNB en gebiedt DCNB gebruik van elke aanduiding waarin 'DCNB' het hoofdbestanddeel is, te staken. Ook moet DCNB op haar websites een rectificatie op last van de rechter plaatsen.
Domeinnaam "firecontrol.nl" nodeloos verwarringwekkend
Rb Den-Haag 3 augustus 2022, IEF 21059; ECLI:NL:RBDHA:2022:8827 (SaFirety tegen Fire-Control) Fire-Control is een in 1981 opgerichte vennootschap die zich onder meer bezighoudt met het adviseren over en aanbieden en onderhouden van brandbeveiligingen, brandblusinstallaties, brandblussers en bedrijfshulpverleningstrainingen. Op 30 april 1998 heeft Fire-Control de domeinnaam <fire-control.nl> geregistreerd bij SIDN. Sindsdien is zij houdster van genoemde domeinnaam en is haar onderneming op dat adres via het internet vindbaar. SaFirety is opgericht op 20 november 2014. Per 1 februari 2020 is SaFirety bij SIDN geregistreerd als houder van de domeinnaam <firecontrol.nl>, nadat zij die domeinnaam via een internetveiling tegen betaling van € 1.150,- had verkregen. De geschillenbeslechter van de WIPO heeft bij uitspraak van 27 juli 2021 wijziging van de domeinnaamhouder van de domeinnaam <firecontrol.nl> bevolen, zodat Fire-Control in plaats van SaFirety domeinnaamhouder wordt. SaFirety vordert nu de rechtbank voor recht te verklaren dat de registratie van de domeinnaam <firecontrol.nl> geen inbreuk maakt op enig recht van Fire-Control. De rechtbank wijst de vorderingen af omdat SaFirety nodeloos verwarring wekt met het gebruik van de domeinnaam.
Vordering Red Bull opheffing beslag afgewezen
Vzr. Rechtbank Amsterdam 26 oktober 2022, IEF 21058; ECLI:NL:RBAMS:2022:6133 (Red Bull tegen The Bulldog) Bij arrest van 14 maart 2017 heeft het gerechtshof Den Haag het vonnis van de rechtbank Amsterdam bekrachtigd waarin is geoordeeld dat er onvoldoende overeenstemming is tussen Red Bull en Bulldog [IEF 16652]. Op 26 september 2022 heeft The Bulldog bij de voorzieningenrechter van rechtbank Amsterdam verlof gevraagd om conservatoir derdenbeslag ten laste van Red Bull te mogen leggen voor de schade die zij stelt te hebben geleden door de, in haar visie, onrechtmatige tenuitvoerlegging van het arrest van het Hof Amsterdam. Het gevraagde verlof is nog dezelfde dag verleend. De vordering van The Bulldog is daarbij begroot op € 49 miljoen inclusief rente en kosten. Red Bull vordert opheffing van het beslag, de voorzieningenrechter wijst dit af.
Bijdrage ingezonden door Dirk Visser, Universiteit Leiden.
Excursie naar pleidooi bij Hoge Raad
Op 25 november 2022 wordt er in het kader van Leiden Law Travel een excursie voor studenten georganiseerd naar het pleidooi bij de Hoge Raad in de zaak van Menzis tegen Astra Zeneca.
Menzis stelt dat Astra Zeneca onrechtmatig heeft gehandeld, misbruik heeft gemaakt van haar machtspositie en ongerechtvaardigd is verrijkt ten koste van Menzis door de winsten die AstraZeneca heeft gemaakt met de verkoop van het merkgeneesmiddel (antipsychoticum) Seroquel® XR door zich jegens concurrenten te beroepen op een octrooi dat later nietig is verklaard. De rechtbank was van oordeel [IEF 19490] dat AstraZeneca ongerechtvaardigd is verrijkt vanaf het moment dat AstraZeneca een kortgedingvonnis had betekend aan een concurrerende fabrikant van geneesmiddelen. Het hof oordeelde dat geen sprake is van onrechtmatig handelen of ongerechtvaardigde verrijking [IEF 20449]. Menzis heeft cassatie ingesteld.
De zitting begint op 25 november 2022 om 10.00 uur bij de Hoge Raad.
Reisleider is prof. Dirk Visser. Geïnteresseerde studenten van alle universiteiten zijn welkom. Men dient ruim op tijd aanwezig te zijn in verband met de toegangscontrole en een ID mee te nemen.
Aanmelden voor deze excursie kan bij alexandra.klaassen@ipmc.nl.