IEF 22207
30 augustus 2024
Artikel

Laatste plekken voor het Benelux Merken Congres op donderdag 5 september 2024

 
IEF 22216
30 augustus 2024
Uitspraak

Follow the Money hoeft artikelen niet te rectificeren

 
IEF 22215
30 augustus 2024
Uitspraak

Handhaving auteursrechten tegen bedrijfsopvolger is onredelijk

 
IEF 5489

De afgifte van een ABC

Rechtbank 's-Gravenhage, sector bestuursrecht, derde afdeling, meervoudige kamer, 22 oktober 2007, AWB 06/6520, AHP Manufacturing B.V. tegen Octrooicentrum Nederland

Wel gemeld, nog niet samengevat. Bestuursrechtzaak over de afgifte van een ABC. Rechtbank stelt prejudiciële vragen aan het HvJ. Meerdere basisoctrooien voor een geneesmiddel: moeten de ABC’s gelijktijdig worden aangevraagd?

AHP heeft bij het Octrooicentrum een aanvraag ingediend voor afgifte van een aanvullend beschermingscertificaat voor het geneesmiddel Enbrel. Het Octrooicentrum heeft deze afgifte geweigerd op grond van een puur tekstuele uitleg van artikel 3 aanhef en onder c van Vo. 1768/96. Kort gezegd moest volgens het Octrooicentrum de aanvrage worden afgewezen, omdat er op het moment van indiening van de aanvraag door AHP al drie certificaten voor het geneesmiddel waren verleend.

Volgens het Octrooicentrum maakt het geen verschil dat deze drie certificaten ten behoeve van drie andere octrooihouders en met betrekking tot andere basisoctrooien zijn verleend. AHP is van mening dat deze strikt tekstuele uitleg in strijd is met de leer van het arrest van het HvJEG in de Biogen-zaak, waaruit blijkt dat er geen voorkeursbehandeling mag zijn tussen octrooihouders. AHP is derhalve tegen het besluit van het Octrooicentrum in beroep gekomen bij de rechtbank Den Haag, sector bestuursrecht.

De rechtbank geeft duidelijk de voorkeur aan de doelmatige uitleg van AHP welke in lijn is met het Biogen-arrest, maar ziet desalniettemin reden om de volgende prejudiciële vragen te stellen met betrekking tot het vereiste van artikel 3 aanhef en onder c van Vo. 1768/92.

1- Verzet artikel 3 aanhef onder c van Vo. 1768/92 zich ertegen dat een certificaat wordt verleend aan de houder van een basisoctrooi voor een product waarvoor op het moment van indiening van de aanvraag voor het certificaat reeds één of meer certificaten zijn verleend aan één of meer houders van één of meer andere basisoctrooien? 

2- Leidt Vo. 1610/96, meer specifiek overweging 17 en artikel 3 lid 2 tweede volzin daarvan, tot een ander antwoord op vraag 1?

3- Is voor de beantwoording van de vorige vragen van belang of de laatst ingediende aanvraag, net als de eerdere aanvraag of aanvragen, binnen de termijn van artikel 7 lid 1 van Vo. 1768/92, dan wel binnen de termijn van artikel 7 lid 2 van Vo. 1768/92 is ingediend?

4- Is voor de beantwoording van de vorige vragen van belang of de bij de verlening van een certificaat geboden beschermingsduur op hetzelfde moment dan wel op een later tijdstip afloopt dan op grond van één of meer reeds voor het betreffende product verleende certificaten het geval is?

5- Is voor de beantwoording van de vorige vragen van belang dat in Vo. 1768/92 niet is bepaald op welke termijn de bevoegde autoriteit de aanvraag voor een certificaat in behandeling moet nemen en uiteindelijk verlenen, waardoor een verschil in behandelingssnelheid van de betreffende autoriteiten in de Lidstaten tot onderlinge verschillen kan leiden in de mogelijkheid tot verlening van een certificaat?

Lees het vonnis hier.

IEF 5488

Nieuwe geschillenregeling

sidn.gifDe SIDN introduceert per 28 februari een nieuwe geschillenregeling voor .nl-domeinnamen. Deze regeling zal de huidige arbitrageprocedure vervangen en zal van toepassing zijn op alle .nl-domeinnamen. Door de introductie van de Geschillenregeling zal ook het Reglement voor registratie van .nl-domeinnamen wijzigen. De geschillenregeling heeft ten doel een snel, eenvoudig en goedkoop alternatief te bieden voor de gang naar de rechter. De geschillen zullen worden beslecht door erkende, onafhankelijke specialisten op het gebied van domeinnamen en intellectuele eigendomsrechten.

Roelof Meijer, Algemeen Directeur SIDN: “Met de introductie van de nieuwe geschillenregeling volgen we een advies op dat de lokale internetgemeenschap heeft gegeven tijdens het Domeinnaamdebat 2006. Deze regeling heeft een aantal grote voordelen boven de huidige arbitrageregeling. Zo is de geschillenregeling van toepassing op alle .nl-domeinnamen en hun houders en biedt de regeling bredere grondslagen dan alleen intellectuele eigendomsrechten als merken en handelsnamen. Wij zijn er van overtuigd dat de nieuwe geschillenregeling bij zal dragen aan de kwaliteit van het .nl-domein.”

Lees hier meer.

IEF 5487

Verdacht goedkoop

Rechtbank ’s-Gravenhage, 12 december 2007, HA ZA 07-2052, Stichting De Thuiskopie tegen Media-Madness B.V.

Wel gemeld, nog niet samengevat. Incidentele vordering tot onbevoegdheidverklaring van de rechtbank afgewezen. Het innen van de thuiskopievergoeding is niet op publiekrechtelijke, maar op privaatrechtelijke grondslag gebaseerd.

Thuiskopie heeft tussen januari 2005 en februari 2007 op meerdere momenten controles verricht/aankopen gedaan in de winkels van Media-Madness. Zij heeft geconstateerd dat door Media-Madness blanco informatiedragers tegen een dusdanige lage verkoopprijs werden aangeboden dat daarover volgens Thuiskopie waarschijnlijk geen thuiskopievergoeding is geheven. Thuiskopie heeft Media-Madness daarop verzocht – kort gezegd - opgave te doen van de geïmporteerde en/of verhandelde blanco informatiedragers.

Media-Madness vordert dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart in de hoofdzaak. Volgens Media-Madness is Thuiskopie een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1:1 lid 1 sub b Awb dat onder toezicht staat op grond van de Wet toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten (CvTA). De inning heeft volgens Media-Madness een publiekrechtelijk karakter omdat het thuisgebruik ingevolge de Auteurswet geen auteursrechtinbreuk oplevert.

De rechtbank oordeelt dat Thuiskopie geen bestuursorgaan is. Ook een private rechtspersoon kan met openbaar gezag als bedoeld in art. 1:1 lid 1 sub b Awb zijn bekleed. “2.14. De omstandigheid dat Thuiskopie als enige gerechtigd is tot de inning van de rechtstreeks uit de wet voortvloeiende thuiskopievergoedingen, betekent niet dat zij is belast met een overheidstaak en daartoe over publiekrechtelijke bevoegdheden beschikt. De vergoeding is privaatrechtelijk van aard aangezien zij in het auteursrecht haar grondslag vindt. Dat de thuiskopieregeling dient te voldoen aan hetgeen in de wet aan beperkingen en restricties is opgenomen, maakt dit niet anders.

Lees het vonnis hier.

IEF 5486

Bijverdiensten van hoogleraren

Kamervragen, nr. 1139. Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de bijverdiensten van hoogleraren en onderzoekers. (Ingezonden 20 december 2007); antwoord.

"14. Vraag: Zijn er nieuwe regels of richtlijnen die gelden voor alle departementen en zijn eisen zoals standaard geheimhouding van resultaten, overdracht van intellectueel eigendom en auteursrecht hieruit verdwenen?

Antwoord: Zoals in het antwoord op de vorige vraag al is aangegeven is voor het verrichten van onderzoeksopdrachten een apart  model onderzoeksovereenkomst opgesteld. Daarin is onder meer opgenomen dat onderzoeksresultaten die zich lenen voor meervoudig gebruik, geschoond van vertrouwelijke en volgens de wet niet openbaar te maken gegevens, binnen drie maanden na publicatie van het eindrapport door de Opdrachtnemer aan het Data Archiving and Networked Services (DANS) van de KNAW moeten worden aangeboden.  Voor wat betreft het intellectuele eigendom en het auteursrecht geldt dat de in de ARVODI opgenomen bepalingen zijn gehandhaafd en waar nodig nader zijn geconcretiseerd."

Lees alle antwoorden hier.

IEF 5485

Toekomstmuziek

Kamerstuk 28989, nr. 63, Tweede Kamer. Cultuurnota 2005-2008; Brief minister met beleidsstandpunt en visie over toekomst popmuziek in Nederland.

"Ik heb met mijn ambtsgenoten van Economische Zaken en Justitie opdracht gegeven voor een onderzoek naar de culturele en economische effecten van downloaden uit illegale bron op de muziek-, film- en gamingsector. Ik verwacht dat de uitkomsten van het onderzoek ook inzicht zullen geven in de effecten voor de popmuziek. Dit onderzoek is aan u toegezegd. De resultaten hiervan zullen naar verwachting nog in de eerste helft van dit jaar met u kunnen worden gedeeld."

Lees de hele brief hier.

IEF 5484

Kinderreclame

Kamervragen, vraagnr. 2070810110. Vragen van de leden Langkamp en Gerkens (beiden SP) aan de minister voor Jeugd en Gezin over misleidende reclame op kinder-websites. (Ingezonden 30 januari 2008).

"1. Wat is uw reactie op het dossier «Gratis! (maar niet heus)» over digitale marketing voor kinderen van de stichting Mijn Kind Online?

2. Deelt u de conclusie van Mijn Kind Online dat de bestaande regels voor kinderreclame op internet niet voldoende zijn? Zo ja, bent u bereid de bestaande regels aan te scherpen?

3. Bent u bereid de Reclame Code Commissie en de Consumentenautoriteit extra controle te laten uitoefenen op misleiding op kinder-websites? Zo neen, waarom niet?

4. Deelt u de mening dat reclame gericht op kinderen niet langer toegestaan zou moeten worden,omdat kinderen het onderscheid tussen commercie en redactie nog moeten leren begrijpen en herkennen? Zo ja, op welke manier en op welke termijn gaat u dit bewerkstelligen? Zo neen, waarom niet?"

Lees de vragen hier

IEF 5483

‘portakabin’, ‘portacabin’, ‘portokabin’, …

portakabin.jpgRechtbank ’s-Gravenhage, 9 januari 2008, HA ZA 06-1854, Portakabin Limited c.s. tegen Primakabin B.V.

Wel gemeld, nog niet samengevat. Merkgebruik in gesponsorde koppeling (advertentie). Het door Primakabin tegen betaling opgeven van het woordmerk PORTAKABIN als zoekwoord in een internetzoekmachine (via het advertentieprogramma Google AdWords) is toegestaan voor zover het zoekwoord wordt gebruikt om de door Primakabin aangeboden tweedehands PORTAKABIN-producten onder de aandacht te brengen.

Portakabin en Primakabin produceren en verhandelen verplaatsbare cabines (o.a. bouwketen en andere mobiele bouwsystemen). Gedaagde Primakabin verhuurt en verkoopt naast haar eigen cabines tevens gebruikte cabines van haar concurrent Portakabin. Bij het adverteren via internet maakt Primakabin gebruik van de mogelijkheid om tegen betaling bij zoekprogramma’s zoals Google zogenaamde ‘adwords’ op te geven, zodat bij het intikken van het woord ‘portakabin’, of varianten daarop, in de zoekmachine een gesponsorde koppeling verschijnt boven of naast de (‘gewone’) zoekresultaten. Eiseres Portakabin vordert onder meer een verklaring voor recht dat Primakabin merkinbreuk pleegt door het koppelen van de zoekwoorden aan eigen advertenties met als kop “Nieuwe en gebruikte units” en “gebruikte portakabins”.

De rechtbank stelt vast dat de adwords door Primakabin worden gebruikt in het kader van reclame voor door Primakabin verhandelde producten en dat het gebruik van de adwords valt onder artikel 2.20 lid 1 sub a BVIE. Primakabin beroept zich op uitputting van de merkrechten van Portakabin (2.23 lid 3 BVIE). De rechtbank volgt dit standpunt aan de hand van het HvJ EG-arrest BMW/Deenik. Het staat Primakabin volgens de rechtbank in beginsel vrij om het merk PORTAKABIN te gebruiken om reclame te maken voor haar handel in gebruikte PORTAKABIN-producten, mits (i) de reclame betrekking heeft op die PORTAKABIN-producten en (ii) de wijze waarop het merk in de reclame wordt gebruikt geen gegronde reden voor Portakabin oplevert om zich daartegen te verzetten.

Ten aanzien van de gesponsorde koppeling (de advertentie) met als titel “Nieuwe en gebruikte units” maakt de rechtbank onderscheid tussen het gebruik van het merk PORTAKABIN als adword voor gebruikte Portakabin cabines die Primakabin zélf verhandelt en het gebruik daarvan voor haar handel in nieuwe cabines, waaronder die van Primakabin zelf. Volgens de rechtbank trekt Primakabin met het merk van Portakabin c.s. aandacht voor producten die concurreren met de cabines van Portakabin c.s., terwijl Primakabin de titel van de gesponsorde koppeling eenvoudig had kunnen toespitsen op de PORTAKABIN-producten. Primakabin heeft volgens de rechtbank immers zelf aangegeven de adwords uitsluitend te willen gebruiken voor PORTAKABIN-producten. “Door het gebruik van de adwords in combinatie met een advertentie met die titel heeft Primakabin derhalve meer voordeel uit de repuatie en het onderscheidend vermogen van het merk van Portakabin c.s. getrokken dan nodig was om Primakabins tweedehands handel in Portakabin producten te verzekeren.”

Over de gesponsorde koppeling met als titel “gebruikte Portakabins” oordeelt de rechtbank dat dit toelaatbaar is om tweedehands PORTAKABIN-producten aan te bieden. Het bezigen van de meervoudsvorm ‘portakabins’ is niet ongeoorloofd “aangezien het ook gebruikelijk is - zoals Primakabin heeft aangevoerd – een aantal auto’s van het Renault aan te duiden met Renaults, hoewel Renault niet kan worden geacht tot soortnaam verworden te zijn”.

De rechtbank acht het toelaatbaar dat de hyperlink die is opgenomen in de gesponsorde koppeling verwijst naar de homepage van Primakabin. Niet nodig is dat er een deeplink wordt gebruikt naar de subpagina van de website waarop de PORTAKABIN-producten worden aangeboden.

Een – overigens – ander geschilpunt tussen partijen in deze procedure betreft het door Primakabin verwijderen van de merkstickers van de gebruikte Portakabin cabines. De rechtbank is van oordeel dat dergelijk gebruik niet kan worden gekwalificeerd als merkgebruik en derhalve kan van merkinbreuk geen sprake zijn.

Het vonnis van de Rechtbank ’s-Gravenhage heeft geleid tot commentaar. Lees hier de bespreking van Tjalling Hylkema (bron: SOLV) en hier die van Debbie Schelvis (bron: De Gier Stam).

Lees het vonnis hier. Lees het bericht over het arrest van het hof Amsterdam hier.

IEF 5482

Voortvarend handelen bij merkinbreuk

heritage.gifVzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 18 december 2007, KG ZA 07-1224, English Heritage Buildings Limited en English Heritage Buildings Products Limited tegen Heritage Nederland B.V. en Bloemen.

Wel gemeld, nog niet samengevat. Handelsnaam-, merken- en auteursrecht. Het voortdurende karakter van de merkinbreuk is voldoende om een spoedeisend belang aan te nemen indien rechthebbende voortvarend handelt om aan de inbreuk een einde te maken.

English Heritage houdt zich sinds 1979 bezig met het ontwerpen, produceren en leveren van houten gebouwen, zoals tuinhuizen, garages en stallen. Vanaf oktober 1997 heeft Bloemen als distributeur van English Heritage in Nederland houten gebouwen verkocht in welk kader hij gebruik maakte van de merken en handelsnamen van English Heritage. In mei 2006 eindigt de handelsrelatie tussen partijen. Bloemen start daarop de onderneming Heritage Nederland waarin hij zijn eenmanszaak inbrengt. Heritage Nederland verkoopt houten gebouwen van andere producenten dan English Heritage.

English Heritage vordert, kort gezegd, een verbod op inbreuk op haar merk- en handelsnaamrechten, staking van het gebruik en overdracht van de domeinnaam heritagenederland.nl en een verbod op inbreuk op haar auteursrechten.

Wat betreft de vermeende merkinbreuk door Heritage Nederland in relatie tot het spoedeisend belang overweegt de rechtbank:

“4.6 English Heritage heeft in dit verband niet weersproken dat hij al anderhalf jaar op de hoogte is van de verweten handelingen van Heritage Nederland en dat hij tot dusver geen (rechts)maatregelen heeft getroffen. Evenmin heeft hij omstandigheden aangevoerd die aannemelijk maken dat de gevraagde voorzieningen alsnog spoedeisend zijn geworden. Hij heeft enkel gewezen op het voortdurende karakter van de inbreuk. Dat laatste is in het algemeen voldoende om een spoedeisend belang aan te nemen indien de rechthebbende vervolgens voortvarend handelt om aan de inbreuk een einde te maken. Van dat laatste is geen sprake. Wat er verder zij van het onder 4.4 weergegeven verweer, een en ander afwegend moet worden geoordeeld dat English Heritage onvoldoende spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorzieningen, voor zover die zijn gebaseerd op zijn merkrechten.

4.7. De rechtbank is van mening dat het voorgaande anders ligt voor de vorderingen die zijn gebaseerd op het handelsnaamrecht en het auteursrecht. Het enkele verweer van Heritage Nederland dat de handelsnamen van English Heritage niet bekend zijn in Nederland gaat niet op. English Heritage heeft in het verleden niet alleen veel geadverteerd in Nederland, Bloemen brengt al vanaf 1997 de producten van English Heritage op de Nederlandse markt. Nu niet is gesteld of gebleken dat Bloemen de producten in Nederland heeft verkocht en geleverd onder eigen naam, is het volstrekt aannemelijk dat de handelsnamen van English Heritage in Nederland in ieder geval enige bekendheid hebben. De inbreuk op het auteursrecht acht de rechtbank erkent, nu Heritage Nederland ter zitting heeft toegegeven dat zij tot voor kort tekeningen van English Heritage op haar website had.”

Gedaagde Bloemen heeft zijn persoonlijke aansprakelijkstelling bestreden omdat de hem verweten handelingen aan Heritage Nederland zouden moeten worden toegerekend. English Heritage heeft de persoonlijke aansprakelijkstelling van Bloemen niet nader gemotiveerd.

De rechtbank stelt English Heritage in het ongelijk en veroordeelt hem volgens de maatstaf van artikel 1019h Rv in de proceskosten. Van de totale door Heritage Nederland opgegeven – en door English Heritage niet bestreden –  proceskosten ad €  30.014,75 excl. BTW rekent de rechtbank de helft toe aan de procedure tegen Bloemen.

Lees het vonnis hier.

IEF 5481

Vrienden

alive.gifVzr. Rechtbank Amsterdam, 22 januari 2008, KG ZA 07-2504 OdC/BB, Amstel Brouwerij B.V., Heineken Nederland B.V. tegen One and Only Productions B.V. (met dank aan Adonna Alkema, Klos Morel Vos & Schaap).

Wel gemeld, nog niet samengevat. Kort geding. Merkinbreuk wordt aangenomen. Toepassing Haviltex-criterium op samenwerkingsovereenkomst.

Tussen partijen bestaat sinds 1998 een samenwerkingsverband met betrekking tot het evenement genaamd “Vrienden van Amstel Live” dat tot nu toe steeds in januari/februari in de Ahoy te Rotterdam heeft plaatsgevonden. Amstel is rechthebbende op het merk DE VRIENDEN VAN AMSTEL LIVE. Heineken heeft een licentie op dit merk.

In 2003 is de samenwerking tussen partijen vastgelegd in een overeenkomst. Eind 2006 hebben partijen gesproken over een door One and Only te organiseren evenement in de Kuip te Rotterdam onder de naam “De Vrienden van Amstel Live”. Tussen partijen is geen overeenstemming bereikt over een samenwerking voor dit evenement. Amstel heeft vervolgens aan One and Only laten weten dat zij niet de naam en het format van “De Vrienden van Amstel Live” mocht gebruiken voor het evenement in de Kuip. One and Only heeft hier geen gehoor aan gegeven. Amstel vordert derhalve in kort geding onder meer een verbod en een rectificatie.

Tussen partijen bestaat een geschil van mening over de vraag of One and Only in strijd met de merkrechten van Amstel handelt, indien zij, zonder medewerking van Amstel en onder de naam “De Vrienden van Amstel Live”, in de Kuip een evenement organiseert gelijk aan het jaarlijkse met medewerking van Amstel georganiseerde evenement in Ahoy. Voor beantwoording van deze vraag kijkt de Voorzieningenrechter naar artikel 1.3 van de tussen partijen gesloten overeenkomst. Met toepassing van het Haviltex-criterium oordeelt de rechter dat:

“4.2. Amstel c.s. wordt gevolgd in haar standpunt dat uit dit artikel volgt dat in het geval Amstel c.s. haar right of first refusal niet wenst uit te oefenen, en zij dus niet wenst deel te nemen aan een ander door One and Only te organiseren evenement, One and Only voor het evenement geen gebruik mag maken van de merken van Amstel. De door One and Only aan dit artikel gegeven interpretatie dat de passage (NB: onder een gewijzigde naam in verband met de rechten van Amstel op het merk Amstel en de rechten van Amstel op het woordmerk “De Vrienden Van Amstel LIVE!”) uitsluitend betrekking heeft op 'een soortgelijk  evenement' en niet op 'hetzelfde evenement' komt de voorzieningenrechter niet aannemelijk voor.”

De vorderingen van Amstel worden grotendeels toegewezen.

Lees het vonnis hier.  

IEF 5480

Uniform merkenrecht

trbl.gifVzr. Rechtbank Arnhem 15 januari 2008, LJN; BC1837, The Pipes and Drums of the Royal British Legion, Netherlands tegen X

Wel gemeld, nog niet samengevat. Kort geding. Vordering tot afgifte eigendom. Eigendom kan niet worden verkregen op grond van het handelsnaam- en merkrecht.

The Pipes and Drums is naar Nederlands recht blijkens haar statuten opgericht om de Britse organisatie Royal British Legion te ondersteunen door deelname aan herdenkingen, parades en andere muzikale manifestaties. The Royal British Legion is op haar beurt opgericht om (financiële) steun te geven aan Britse oorlogsveteranen en hun gezinnen. In Nederland heeft RBL zogenaamde branches, zoals RBL Amsterdam.

Gedaagde is lid van RBL Amsterdam en is na oprichting van The Pipes and Drums ook daar lid van geworden. Hij heeft een uniform en een drum in bruikleen (met merktekens en embleems van RBL) gekregen.

Na onenigheid binnen The Pipes and Drums heeft gedaagde met een aantal andere ex-leden een eigen pipeband gevormd. RBL wil niet langer dat The Pipes and Drums nog gebruik maakt van de merktekens, embleem en de naam van RBL. Echter, de nieuwe band mag wel de naam, merktekens en embleem van RBL dragen.

The Pipes and Drums hebben gedaagde gesommeerd om zijn uniform en drum in te leveren. Gedaagde weigert dat. The Pipes and Drums start daarop een kort geding en vordert afgifte.

De Voorzieningrechter overweegt op grond van overgelegde stukken dat het voorshands aannemelijk is dat The Pipes and Drums eigenaar is van het uniform en de drum. Voort overweegt de rechter:

“4.3. Het verweer van [gedaagde] dat het uniform en de drum weliswaar door
The Pipes and Drums in bruikleen zijn gegeven maar dat die eigendom zijn van RBL en/of RBL Amsterdam omdat die spullen zijn aangekocht met gelden die verkregen zijn door gebruik te maken van de naam en het merk van RBL slaagt niet. Het valt niet in te zien hoe RBL en/of RBL Amsterdam op grond van het handelsnaam- en merkrecht de eigendom kan verwerven van zaken waarop haar naam, merktekens en embleem staat.”

De vorderingen van The Pipes and Drums worden toegewezen.

Lees het vonnis hier.