IEF 22194
19 augustus 2024
Uitspraak

Onduidelijkheid over geclaimde intellectuele eigendomsrechten leidt niet tot schadevergoeding

 
IEF 22192
19 augustus 2024
Uitspraak

Artiest mocht muziek-exploitatieovereenkomst opzeggen

 
IEF 22193
19 augustus 2024
Uitspraak

Aanpassing van memorie van antwoord na afwijzing van verzoek tot vertrouwelijkheid

 
IEF 5075

Niet openbaar toegankelijk

steigerkop.gifRechtbank ’s-Gravenhage, 7 november 2007, HA ZA 04-1278, Scafom International B.V. tegen Wilhelm Layher Vermogens Verwaltungs- Gmbh.

Eiser Scafom heeft Layher gedagvaard om vernietiging te verkrijgen van het Nederlandse deel van een Europees octrooi van Layher over een aansluitkop voor steigerbuizen. Scafom betoogde dat het octrooi niet nieuw is op grond van, onder andere, openbaar voorgebruik. Daarnaast is het octrooi volgens Scafom onvoldoende duidelijk / niet-nawerkbaar en niet-inventief en zou het octrooi toegevoegde materie bevatten.

In reconventie heeft Layher een inbreukverbod gevorderd en een aantal nevenvorderingen geformuleerd. De rechtbank gaat in conventie aan ieder van de geldigheidsargumenten voorbij. Scafom heeft de inbreuk niet betwist en de rechtbank wijst in reconventie de inbreukvorderingen voor het grootste gedeelte toe.

Geldigheid. Layher maakte kennelijk gebruik van een bedrijf (Woeste) dat voor Layher de aansluitkoppen, waarin de uitvinding belichaamd was, voor haar produceerde. De rechtbank overweegt dat het feit dat medewerkers van Woeste voor de prioriteitsdatum toegang zouden hebben gehad tot die aansluitkoppen nog niet betekent dat de uitvinding openbaar toegankelijk is geworden. Volgens de rechtbank vloeit de verplichting tot vertrouwelijke omgang met de kennis over de bewuste aansluitkoppen voort uit de rechtsverhouding tussen Layher en Woeste (opdrachtgever – opdrachtnemer). Dit geldt volgens de rechtbank eveneens voor medewerkers van bedrijven die weer door Woeste zijn ingeschakeld.

Ook het feit dat klanten voor de prioriteitsdatum toegang zouden hebben gehad tot het fabrieksterrein van Layher, kan niet tot de conclusie leiden dat de uitvinding openbaar toegankelijk is geworden, omdat niet gebleken is dat deze klanten de aansluitkoppen in detail hebben kunnen bestuderen, zodat zij van de uitvinding kennis hebben kunnen nemen. Tot slot overweegt de rechtbank dat ook het produceren en verhandelen van de aansluitkoppen voor de prioriteitsdatum niet tot gevolg kan hebben dat de uitvinding openbaar toegankelijk is geworden. Layher heeft onweerspoken aangevoerd dat de aansluitkoppen slechts in gelaste toestand op de markt zijn gebracht en dat bij gelaste aansluitkoppen de uitvinding niet meer zichtbaar is.

De overige nieuwheidsargumenten worden, evenals het beroep op het gebrek aan inventiviteit, door de rechtbank afgewezen. De rechtbank gaat voorbij aan de stelling van Scafom dat de “grenzen” van een zinsnede uit de conclusie onduidelijk zouden zijn, aangezien Scafom volgens de rechtbank onvoldoende heeft duidelijk gemaakt wat zij met die stelling heeft bedoeld. Na een vergelijking van het verleende octrooi en de oorspronkelijke aanvrage concludeert de rechtbank dat het octrooi door de aanvrage wordt gedekt.

Inbreuk. Scafom heeft bij conclusie van antwoord erkend dat zij aansluitkoppen heeft verhandeld die voldoen aan de kenmerken van de hoofdconclusie van het octrooi. De rechtbank onderzoekt of de vorderingen van Layher voor toewijzing in aanmerking komen en wijst deze voor het grootste gedeelte toe. 

Lees het vonnis hier.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

IEF 5074

Indian Film

Rechtbank 's-Gravenhage 31 oktober 2007, KG ZA 07-1126. Stichting Indian Film and Music (Sifam) tegen Roshan Video- CD & DVD World c.s.

Handhaving en exploitatie van auteursrecht met betrekking tot Bollywoodfilms. Korte inleiding in filmexploitatierecht. Verschoonbaar verzuim ten aanzien van kostenveroordeling.

Gedaagden stellen voorop dat de vordering van Sifam bij gebreke aan een deugdelijke substantiering voor afwijzing gereed liggen (n.b. het vonnis geeft eerst een complete weergave van het lichaam van de dagvaarding, waarbij de voorzieningenrechter de nummering heeft aangebracht). Voorts is volgens gedaagden het gevorderde in de eerste alinea volstrekt onduidelijk. Niet duidelijk is wie de aangeslotenen zijn en duidelijk is met betrekking tot welke werken rechten worden gepretendeerd.

 

De rechtbank stelt dat degene die op eigen naam een vordering ter handhaving van verkregen exclusieve rechten wil instellen, zoals Sifam kennelijk voor ogen stond, bij dagvaarding in elk geval een zevental punten moeten stellen. Sifam heeft zeker op vijf punten daarvan nagenoeg niets gesteld. Dit wordt niet goedgemaakt door overgelegde producties, aldus de rechtbank. "Later, gelet op de door de voorzieningenrechter gestelde termijn te laat, heeft Sifam een groot aantal ongespecificeerde documenten, voornamelijk contracten, in het geding gebracht. (...) Uit de contracten kan niet worden afgeleid welke entiteit en waarom als producent met betrekking tot de filmtitels kan worden aangemerkt." Sifam heeft een en ander ook niet goedgemaakt ter zitting. Niet in beeld is gekomen om welke films het nu eigenlijk gaat. Derhalve worden de vorderingen afgewezen.

Sifam stelt nog dat gedaagden de kostenopgave ex artikel 1019 Rv te laat hebben gedaan. "Als regel dient de kostenopgave en een specificatie daarvan (kort) voor de zitting ter kennis van de wederpartij te worden gebracht, zodat de wederpartij de mogelijkheid heeft hierop te reageren. Gelet op die regel hebben gedaagden te laat hun kosten opgegeven. De voorzieningenrechter acht dit verzuim in dit geval evenwel verschoonbaar omdat eiseres geen gehoor heeft gegeven aan de uitdrukkelijke aanwijzing van de voorzieningenrechter in haar dagvaarding op te nemen dat partijen hun kostenopgaven uiterlijk 15 oktober (twee dagen voor de zitting, red. IEF) zullen doen." Sifam wordt veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag.

Lees het vonnis hier.

 

IEF 5073

Vaarwel Dr. Kamil Idris

kidris.gifDr. Kamil Idris gaat weer zijn eigen weg. De Grote Roerganger van de Intellectuele Eigendom vertrekt niet  meteen, maar wel een jaar eerder dan oorspronkelijk gepland (hoewel je het met data natuurlijk nooit zeker weet bij Dr. Kamil Idris). Volgens een persbericht (dat niet kan tippen aan de prachtige, ronkende persberichten die Idris zelf altijd deed uitgaan) zal de nieuwe DG eind 2008 aantreden:

“The embattled head of the United Nations patent organisation, embroiled in allegations of misconduct, will step down a year early, with his successor expected to start after September 2008, a spokeswoman said Wednesday. (…) Idris, a Sudanese national who has headed the UN's only revenue-earning agency for ten years, has been under intense pressure over claims he misrepresented his age when joining the organisation. He has also faced criticism for alleged poor management. The Swiss press revealed in February that Idris was born in 1954, not 1945 as he claimed when he first joined the organisation. WIPO has also been criticised for its working culture under Idris's stewardship, with a report by accounting firm PriceWaterhouseCoopers citing high levels of absenteeism, incompetence and inadequate disciplinary measures.”

Lees hier meer. Eerder bericht hier. Open solliciaties hier.

IEF 7782

Nokia vs. Qualcomm

Distric Court of The Hague, 14th november 2007, Nokia vs. Qualcomm, Case number: 287058/HA ZA 07-1470

Patent case. No exhaustion of rights. Nokia demands a declaration in law. The court only has jurisdiction for as far as the claims relating to the Dutch claims.

Nokia and Qualcomm signed a licensing agreement (the SULA) in which Qualcomm gave Nokia a licence relating to patents owned by Qualcomm for the use of WCDMA-technology. After the SULA expired Nokia continued use of the rights pertained in the SULA without remunerating Qualcomm. Qualcomm also has an agreement with Texas Instruments in which it is stipulated that parties won’t litigate against each other on matters concerning the production and sale of chips and chipsets. The grounds for this agreement lie in their patent rights. Nokia and Qualcomm also have disputes in Germany and Italy.

In short Nokia claims a statement to declare it to be law that all Qualcomm’s patent rights relating to chips and chipsets have been exhausted for the Dutch market. Furthermore it claims that because of the exhaustion in the Netherlands the patents should also be considered  exhausted in the EU and the whole EEC. The foundation for this claim is that the chips or chipsets bought by Nokia from Texas Instruments with Qualcomm’s permission have been put onto the European market. Qualcomm replied to this with motivation and invokes that the court has no jurisdiction regarding Nokia’s claims.

First of all Qualcomm invokes invalidity the of the writ of summons because it views it to be unclear and too unspecific. The invalidity defence does not succeed. The court considers:

“4.2 This plea does not succeed. Even though Qualcomm is correct that the writ of summons has a quite broad tenor, the claim and the grounds have been included sufficiently clear. Therefore, the writ of summons meets the requirements of article 111 paragraph 2 of Dutch Civil Code of Civil Procedure. Qualcomm unsuccessfully pleaded that it was not able to put up a decent defence and therefore is harmed in its interest. As appears from its defence in the Statement of Defence and during the hearing, Qualcomm on the contrary has understood the essence of the plea of Nokia apparently very well. The (possibly) broad tenor of the claim of Nokia is a question which should be answered within the framework of the discussion of the awardness of the claims, which is dealt with hereinafter.”


As regard to the jurisdiction of the court the court rules firstly that Nokia’s claims are a request based on article 53 ROW 1995 (Dutch patent law of 1995):

“4.5 () This declaration is, against the background of Nokia’s statements, substantively equivalent to and can be put into line with a declaration that certain acts, namely selling mobile phones containing TI chips, are not infringing Qualcomm’s patents rights valid in the Netherlands.”


Furthermore the court rules that a request for a declaration for it to be law of non-infringement is not the same as an injunction request (see consideration 4.5)

The court rules that it only has international jurisdiction for so far as the request is relevant for the Netherlands and this jurisdiction is not international by nature. Nokia’s claim taht exhaustion in the Netherlands causes exhaustion in the EU and EEC is not followed by the court:

“4.10 ()From the provisions of the EC Treaty or Article 94 of the Constitution no international (cross-border) jurisdiction can be derived. As considered in the above, the jurisdiction of the Dutch court is restricted to an assessment of whether Nokia’s acts are infringing the Dutch patents or the Dutch parts of the European patents from Qualcomm.  The assessment as to whether other than the aforementioned patent rights are exhausted must – in the absence of other reference points  – take place by the

court of the country of the foreign patent right (where the damage occurs). The Dutch court has in this respect no jurisdiction.”


Qualcomm’s second jurisdiction defence based on article 27 EEX-Vo also fails as the foreign procedures (in Germany and Italy) are based on different patents or on different claims or causes.

The court rules that the request for a declaration of exhaustion for the Netherlands is too broad and not specified sufficiently:

“4.15 ()the claim, has been formulated too broad and insufficiently specific. From the used formulation (“patents of Qualcomm that are realised through this chip”, see ground 3.2 under d of this decision) it cannot be determined whether the exhaustion has taken place.”

()

okia has refrained form specifying the patents of Qualcomm and the relevant claims thereof. Nokia has solely submitted one example, which furthermore solely regards an application (EP 1 239 465 A2). In addition it has not specified which specific products would be brought within the free movement of goods and what the exact configuration of these products would be, nor where it regards the chips of Texas Instruments, nor where it would regard Nokia’s own mobile phones.

()

Nokia has refrained form specifying the patents of Qualcomm and the relevant claims thereof. Nokia has solely submitted one example, which furthermore solely regards an application (EP 1 239 465 A2). In addition it has not specified which specific products would be brought within the free movement of goods and what the exact configuration of these products would be, nor where it regards the chips of Texas Instruments, nor where it would regard Nokia’s own mobile phones.

()

Nokia has also not specified which features of which patent(s)(claims) would read on which parts of the chips of the mobile phones. In view of the different types of possible claims – Nokia itself mentions apparative claims, process claims and system claims -  it is thinkable that there are many permutations. In view of the foregoing it is

unclear which type of claims in relation to which products may possibly be exhausted. Another thing is that it also depends on the type of claim whether or not (implicit) consent has been given by the patentee for the placing of the products within the free movement of goods, for so far the TI patent portfolio agreement would contain such consent, that which Qualcomm has contested. Therefore, the by Nokia chosen general formulation of the claims are not allowable.”


Finally, the matter of compensation of procedural costs. Even though Nokia is ordered to pay the costs of the procedure as the losing party, cost are calculated at the standard rate, as Qualcomm did not fully justify its claimed costs. Qualcomm did not provide a specified account of its incurred costs.

Read the entire judgement here.

IEF 5072

The presentation and discussions will be in Dutch

inta.gifUitnodiging INTA Round Table: "Join your colleagues in Amsterdam at a valuable INTA roundtable! Topic: The Impact of the Comparative Advertising Directive on Existing Benelux Trademark Law (The presentation and discussions will be in Dutch).  November 16, 2007, 3:30 p.m., Freshfields Bruckhaus Deringer, Strawinskylaan 10, 1077 XZ Amsterdam, The Netherlands

The Roundtable will focus on the question of whether trademark law still has a role to play in cases of comparative advertising. Does the Directive actually cover Harmonised EU Trademark Law? Will all instances of comparative advertising under the Directive's definition be put to the Directive's test of 'not being misleading and containing an objective comparison of material and relevant features of goods/services that are intended for the same purpose, which comparison does not take unfair advantage of another's trademark nor create confusion,' etc? What opportunities does Benelux law offer outside the Harmonized part of Trademark law? Come and join the discussion! A complimentary cocktail will follow at the end of the debate."

"Host and Moderator
Hub. J. Harmeling
(Lawyer at Freshfields Bruckhaus Deringer in Amsterdam, the Netherlands)

Guest speakers
Marcel Eswilder
(Legal counsel at Casema)

Nicolas Clarembeaux
(Lawyer at Altius in Brussels, Belgium)

Paul Reeskamp
(Lawyer at Allen & Overy in Amsterdam, the Netherlands)

Register
To register, please contact Ms. Marinka Blom, Freshfields Bruckhaus Deringer – Strawinskylaan 10 1077 XZ Amsterdam, the Netherlands.
By email: marinka.blom@freshfields.com
By fax: +31-0-20-517-7763

Members of the Dutch Bar Association are awarded two PO-points (permanent education credits) for attending the Roundtable."

IEF 5071

Eerst even voor jezelf lezen

1- Rechtbank ’s-Gravenhage, 14 november 2007, Actervis GMBH &  Industex S.L.n tegen Tel Sell B.V.

“De rechtbank te s-Gravenhage heeft in een vonnis van 14 november 2007 geoordeeld dat het “Velform Sauna Belt”product dat wij onlangs aan u hebben geleverd geen origineel product betreft maar een namaak product. Door levering van deze nam aak producten hebben wij inbreuk gemaakt op de exclusieve rechten van Actervis GmbH en Industex S.L op het Velform Sauna Belt Product.Wij verzoeken u alle Velform Sauna Belt producten die u van ons heeft ontvangen aan ons terug te zenden, waarna wij het volledige aankoop bedrag en eventuele verzendkosten aan u zullen restitueren. Hoogachtend, Tel Sell B. V.”

Lees het vonnis hier.

2- Rechtbank ’s-Gravenhage, 14 november 2007, HA ZA 07-216, Exodus Holding B.V. tegen Joyincare B.V.

"4.24. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de Careclip valt onder de beschermingsomvang van het octrooi. Daarmee maakt Joyincare inbreuk op conclusie 18 van het octrooi."

Lees het vonnis hier.

3- Rechtbank ’s-Gravenhage, 14 november 2007, HA ZA 07-1470, Nokia Nederland B.V. tegen Qualcomm Incorporated.

“Het is geenszins denkbeeldig dat eerst na toepassing van dergelijke van derden afkomstige componenten sprake is van inbreuk op bepaalde conclusies van bepaalde Qualcomm octrooien. Hiernaar blijft het echter gissen, nu de betreffende octrooien, het zij herhaald, niet zijn overgelegd of verder gespecificeerd.”

Lees het vonnis hier.

4- Rechtbank ’s-Gravenhage, 7 november 2007, HA ZA 04-1278, Scafom International B.V. tegen Wilhelm Layher Vermogens Verwaltungs- Gmbh.

“Scafom heeft in haar conclusie van antwoord erkend dat zij een aansluitkop heeft ingekocht en verhandeld die voldoet aan de kenmerken van conclusie 1 van EP 516. Aangezien niet is weersproken dat Layher daarvoor geen toestemming heeft gegeven en gesteld noch gebleken is dat de betreffende aansluitkoppen door of met toestemming van Layher in het verkeer zijn gebracht, staat daarmee vast dat Scafom inbreuk heeft gemaakt op de rechten van Layher met betrekking tot EP 516. Op de navolgende gronden leidt dat evenwel niet tot een integrale toewijzing van alle vorderingen.”

Lees het vonnis hier.

5- Rechtbank Amsterdam, 24 oktober 2007 en 6 december 2006, HA ZA 05-2182, International Rights Collecting and Distribution Agency tegen Stichting De Thuiskopie(met dank aan Marcel Bunders, Hellingman Bunders Advocaten).

Eind- en tussenvonnis. “De rechtbank is met IRDA van oordeel dat Thuiskopie het verlangde inzicht niet heeft gegeven. Alleen al doordat SENA niet tot specificatie in staat is, staat niet vast dat de uitvoerend kunstenaars het door Thuiskopie gestelde totaalbedrag van €2.483.534,05 daadwerkelijk hebben ontvangen. De door Thuiskopie overgelegde stukken kunnen dat niet genoegzaam onderbouwen. Dit betekent dat het ervoor moet worden gehouden dat het door IRDA gevorderde bedrag van €1.098.583,71 toewijsbaar is.”

Lees de vonnissen hier.

IEF 5070

Roda-Oda: 2-0

oda.gifGvEA, 14 novenber 2007, zaak T-101/06, Castell del Remei, SL tegen OHIM /  Bodegas Roda, SA (alleen beschikbaar in het Frans en het Spaans)

Tweede Roda/Oda-zaak. Oppositieprocedure op grond van oudere (inter)natinale woordmerken RODA, RODA I, RODA II en BODEGAS RODA tegen Gemeenschapsbeeldmerkaanvrage Castell del Remei ODA. De oppositie betreft klasse 33, alcoholische dranken, met uitzondering van bieren).

Oppositie toegewezen door OHIM & Gerecht. Op wijnetiketten staan nu eenmaal een hoop dingen die minder relevant zijn en ODA is daarom het dominante element. Visuele en auditieve overeenstemming heffen de conceptuele verschillen op. Vreedzame coëxistentie niet aangetoond.

“59 L’élément verbal « oda » de la marque dont l’enregistrement est demandé apparaît donc dominant, compte tenu, d’une part, de sa police de caractère, de sa taille et de son emplacement dans la marque et, d’autre part, du fait que, pour au moins une partie des produits pour lesquels l’enregistrement est demandé, en particulier les vins, la représentation d’un château n’est pas particulièrement distinctive, l’activité vitivinicole étant traditionnellement associée à l’image d’un château ou d’une bâtisse du même genre. De plus, considérant que l’élément verbal « castell del remei » est le nom social de la requérante et apparaît comme une légende au-dessus de ce dessin de château, il ne peut être exclu que cet élément soit considéré par le consommateur moyen en cause comme une simple description des locaux où s’exerceraient les activités ou une partie des activités de la requérante et que ces éléments, placés à une certaine distance de l’élément « oda », seraient, de ce fait, probablement ignorés par ce consommateur, qui ne percevrait en tant que marque que le seul élément « oda ».

71 Partant, c’est à bon droit que la chambre de recours a considéré qu’il n’existait aucune différence conceptuelle entre les marques en conflit pouvant neutraliser leurs similitudes visuelle et phonétique”

Lees het arrest hier. Eerste zaak Roda-Oda hier (GvEA, 25 oktober 2006, zaak T-13/05. Castell del Remei tegen OHIM/ Bodegas Roda, SA).

IEF 5069

Actieve- en passieve toneelbeleving

Rechtbank Haarlem, Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer. 11 oktober 2007, LJN: BB6572.

Belastingzaak. Dinnergameshows vormen geen toneel- en / of muziekvoorstelling. Het verlaagde tarief van 6 procent is niet van toepassing. 

“5.5. De rechtbank komt tot het oordeel dat de dinnergameshows geen toneel- en / of muziekvoorstelling vormen, en wel om de volgende redenen. Uit de aparte vermelding in de Wet van het gelegenheid geven tot sportbeoefening en het bijwonen van sportwedstrijden en -demonstraties, leidt de rechtbank af dat de wetgever onderscheid heeft willen maken tussen actieve en passieve sportbeleving. Naar het oordeel van de rechtbank geldt dit onderscheid ook voor toneel- en muziekuitvoeringen, zodat alleen de passieve bijwoning van een dergelijke uitvoering voor het verlaagde tarief in aanmerking komt.

Nu de gasten uitdrukkelijk worden uitgenodigd om zelf toneel te spelen en deze actieve deelname de sleutel tot een geslaagde bijeenkomst vormt, kan niet worden gezegd dat de gasten toegang wordt geboden tot een toneeluitvoering. De rechtbank concludeert uit de ter zitting getoonde film dat indien de gasten onvoldoende meewerken, de dinnergameshow het best te omschrijven is als een diner met muzikale omlijsting (de muzikale boodschappen, showtunes en acts). Deze omlijsting is echter niet van een dergelijk artistiek niveau dat kan worden gesproken van de schepping, de interpretatie of de uitvoering van een muzikaal werk. De dinnergameshow kwalificeert dus evenmin als een muziekuitvoering.”

Lees het vonnis hier.

IEF 5068

Het verspreiden van geschriften

RBRotterd.gifRechtbank Rotterdam, 30 oktober 2007, LJN: BB7174. Strafzaak.

Strafrecht: Het plaatsen van een link is verspreiden. Althans, gelet op concrete omstandigheden van het geval; Internetzoekmachines hebben in beginsel niets te vrezen.

 “De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte links naar de onder de gedachtestreepjes 7 en 8 genoemde documenten 'Vergiftiging van de Ummah' en 'De honden blaffen en de karavaan gaat voort...' heeft geplaatst op het internet. Deze links zijn geplaatst op de website/MSN-groep.(…) Thans dient de vraag te worden beantwoord of het plaatsen van een link gelijkgesteld kan worden aan het via internet verspreiden van eerdergenoemde twee teksten.

De rechtbank beantwoordt die vraag in beginsel bevestigend in het geval een directe link wordt geplaatst. Door het plaatsen van een dergelijke link kan de lezer met slechts één handeling (te weten het klikken/dubbel klikken op de link) het onderliggende document opvragen en lezen. Het onderliggende document is daarmee zodanig verbonden met de link dat door het plaatsen van de link het onderliggende document in zekere zin onderdeel is geworden van het stuk waarin de link is geplaatst. In die zin wordt naar het oordeel van de rechtbank door het plaatsen van de link ook het onderliggende document verspreid.

De vraag die vervolgens moet worden beantwoord is of het enkel plaatsen van een link ook moet vallen onder de strafbaarstelling van artikel 132 van het Wetboek van Strafrecht. Die vraag is van belang omdat de rechtbank niet aannemelijk acht dat het de bedoeling van de wetgever is geweest om het enkele plaatsen van een link in alle gevallen onder die strafbepaling te laten vallen. Gevolg daarvan zou immers onder meer zijn dat (de exploitanten van) internetzoekmachines - die links produceren naar aanleiding van ingevoerde zoektermen - ook onder deze strafbepaling zouden komen te vallen als die links leiden naar opruiende geschriften en/of afbeeldingen. Bij bepaalde zoektermen is het immers onontkoombaar dat die links opleveren naar geschriften of afbeeldingen waarin tot enig strafbaar feit of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag wordt opgeruid.

De vraag of met het plaatsen van een link het onderliggende document wordt verspreid in de zin van artikel 132 van het Wetboek van Strafrecht dient daarom te worden beantwoord aan de hand van de relevante concrete omstandigheden van het geval.

In het geval van de verdachte zijn die relevante omstandigheden dat zij een moslima is met een meer dan gewone belangstelling voor het jihadistisch-salafistisch gedachtegoed en dat zij actief is deze geloofsovertuiging uit te dragen via het internet door daar allerlei bestanden en stukken op te plaatsen. In ruim drie maanden tijd heeft de verdachte meer dan 65 artikelen geplaatst op het internet. In de bij het requisitoir gevoegde kopie van een gedeelte van het boek 'Strijdsters van Allah' (bijlage 2), zijn bijna 2 pagina's aan de verdachte gewijd. Daarin is onder meer te lezen dat Fadoua (de islamitische naam die de verdachte - zoals zij in haar verklaringen bij de politie ook heeft erkend - gebruikt) onder de naam SoS (Supporter of Sharia) teksten verspreid en actief is op een website waarop 42 artikelen, verwijzingen naar radicale buitenlandse sites en acht filmpjes staan, alsmede dat zij ook zelf schrijft. Kortom, 'Fadoua is zich steeds actiever op internet gaan manifesteren', zo valt er te lezen.

Gelet op het voorgaande en met haar kennis van zaken aangaande de islam kan het plaatsen van de betreffende links door de verdachte, niet anders worden gezien dan als een strafbare handeling als bedoeld in artikel 132 van het Wetboek van Strafrecht, te weten - kort gezegd - het verspreiden van geschriften waarvan zij ernstige reden heeft te vermoeden dat die opruiend zijn.

Lees het vonnis hier.

IEF 5067

Faits divers

I-depot. “Het BBIE heeft het genoegen u uit et nodigen voor de officiële lancering van het electronische i-Depot door Minister van Economische Zaken, Maria van der Hoeven. Daarnaast zal prof. Mr. Jaap Spoor, advocaat te Amsterdam, een korte inleiding geven onder de titel “U hebt géén idee…” De ceremonie vindt plaats op donderdag 29 november 2007 om stipt 15.45 uur ten kantore van het BBIE.

Pepernotenpietenband. Het muzikale toneelstuk de Pepernotenpietenband kan gewoon onder die naam doorgaan in de Hengelose schouwburg. De Diemense Pepernotenband eiste dat de schouwburg de naam veranderde, omdat inbreuk zou worden gemaakt op het merkenrecht. De band claimde dat zij schade zou lijden door de naamsgelijkenis. De rechter vindt echter van niet. (…) ‘De producten zijn 'niet zodanig vergelijkbaar', dat voor een verwarringsgevaar moet worden gevreesd bij het publiek', aldus de rechter.

Lees hier meer (Tubantia). Wie het vonnis heeft mag het vanzelfsprekend mailen).

Copyright Nature. Wat hebben een octopus en een ruimteraket gemeen? En wat is de overeenkomst tussen een stofzuiger en een vleermuis? Uitvinders hebben hun opzienbarende ontdekkingen vaak gewoon nageaapt van dieren, planten en het menselijk lichaam. Ontdek het vanaf 15 oktober a.s. in de tentoonstelling "Copyright Nature" bij Industrion!

Lees hier meer. 

Ontoelaatbare reclame. Het Commissariaat voor de Media legt de educatieve omroep RVU een boete op van 20.000 euro wegens ontoelaatbare reclame in de uitzendingen over Tony's Chocolonely in het programma Keuringsdienst van Waarde. Volgens het Commissariaat is de boete lager uitgevallen ,,omdat de marketing van de chocoladereep een journalistiek doel diende''
Lees hier meer (AD).

112. “Zoals reeds te lezen was op ISPam.nl ben ik erg verbolgen over het machtsmisbruik van de SIDN inzake de 112 kwestie. Er blijkt immers uit het Sunrise document voor de numerieke domeinnamen dat de SIDN het domein 112.nl op voorhand aanbiedt aan de Staat ter registratie. Het wordt dus aan deze Sunrise periode onttrokken.

Dit, terwijl er gewoon nog een hoger beroep loopt over www.112.nl. Het moge duidelijk zijn dat ik dit niet kan niet laten gebeuren. Vandaar dat vandaag de volgende fax is uitgedaan door mijn advocaat aan de SIDN.”

Lees hier meer. 

“Weblogger beboet wegens auteursrecht-inbreuk, schrijft Marketingfacts. En die is dan nog netjes. Elders lees ik blogposts over copyright-aasgieren, Kotsmos, Amerikaanse toestanden, Siciliaans aandoende intimidatie, chanteurs en provocateurs en zo kan ik nog wel even doorgaan. Henk Blanken is zowat het enige tegengeluid. Weblogster Cinner kreeg een blafbrief van een bedrijf genaamd Cozzmoss, dat “schendingen opspoort en de kosten voor u verhaalt op degene die inbreuk heeft gemaakt op uw auteursrecht.”

Lees hier meer (Ius Mentis).

Geen blote Willeke van Ammelrooy op Fred Haché-dvd-box - Bekijk nu de scène online! Een legendarische scène uit de Fred Haché-show van 18 mei 1972 ontbreekt op een dvd-box die 15 november uitkomt. Het is een scène waarin actrice Willeke van Ammelrooy naakt met een geklede Barend Servet in een badkuip staat, nadat Haché en Servet door de vloer van een restaurant gezakt zijn. Van Ammelrooy deed met succes een beroep op haar portretrecht, en liet de scène blokkeren voor heruitzending of verspreiding via beelddragers.”

Lees hier meer (VPRO).

Ontduiken thuiskopieheffing moet strafbaar worden. “De Europese auteursvereniging Gesac vindt dat het ontduiken van de thuiskopieheffing strafbaar moet worden. Dit staat in een rapport dat de organisatie donderdag publiceerde. Volgens het European Union Copyright Directive mogen de lidstaten een beperkt recht op thuiskopieën toestaan, maar dan moeten de rechthebbenden wel gecompenseerd worden voor het vermeende inkomensverlies.”
Lees hier meer (Tweakers). 

Cd/ dvd piraat“Onlangs deed de Rotterdamse strafrechter uitspraak in een strafzaak tegen een cd/ dvd piraat. De Spijkenisser G. de K. werd voor het herhaaldelijk en opzettelijk plegen van auteursrechtinbreuken door cd's en dvd's met muziek, films en interactieve software te kopiëren en verspreiden veroordeeld tot 200 uur werkstraf, waarvan 80 uur voorwaardelijk en een geldboete van 5000 euro.”

Lees hier meer.

Trots. “Rita Verdonk mag de slogan ‘Trots op Nederland’ best ‘lenen’ vinden ze bij het CDA. Maar dan slaan ze wel terug. In elk geval alvast op internet. Kamerlid Koopmans (CDA) heeft deze week tientallen domeinnamen met de tekst ‘trots op’ plus een provincie geclaimd. Want het was immers partijleider Balkenende die nog vorig jaar tijdens de verkiezingscampagne het land introk met de leus ‘ik ben trots op Nederland’, memoreert het Kamerlid. En ja, het CDA zal absoluut het motto blijven gebruiken, bevestigt een woordvoerder van de partij. Maar hoe claim je dat?

Lees hier meer (Volkskrant). 

Bloemlezing. “Nadat Prometheus had geweigerd om mijn gedichten uit de bloemlezing te halen en betoogde dat mijn gedichten sowieso zonder mijn toestemming mochten worden overgenemen, namelijk op grond van artikel 16 van de Auteurswet, heb ik via de Stichting Rechtshulp Auteurs juridische steun gezocht. Ik vond het onaanvaardbaar dat Prometheus mij op basis van de zogenaamde onderwijsexceptie probeerde te bewegen tot medewerking.

De tussenkomst van een advocaat leidde tot een gesprek met Prometheus dat heeft geresulteerd in een overeenkomst. Die behelst dat Prometheus mij een substantieel hoger bedrag betaalt voor de overname van mijn gedichten, aangevuld met een boete voor het feit dat Prometheus mijn gedichten publiceerde zonder mijn toestemming.”

Lees hier meer.

Peetweepee. “De bekende p2p-website Shareconnector.com is voorlopig uit de lucht. Op de site schrijft oprichter en beheerder Adi M. dat hij afgelopen maandag thuis een bezoekje heeft gehad van medewerkers van Stichting Brein, die hem ervan overtuigden om de site te sluiten of er zou een civielrechtelijke procedure worden gestart.’
Lees hier meer (Webwereld).  

Idee. “De familie Soerjaman uit Hoogezand gaat mogelijk naar de rechter, wanneer televisiezender SBS niet met geld over de brug komt. Het gezin zag onlangs in 'Het beste idee van Nederland' hoe iemand 25.000 euro won met een autogordel die losschiet bij contact met water. De 17-jarige Marciano Soerjaman claimt een soortgelijke gordel vijf jaar geleden al te hebben bedacht. Toen won hij er ook een prijs mee en registreerde het idee bij de belastingdienst.”

Lees hier meer (Fok!).

Pluk. “Er is geen sprake van inbreuk door pluk op het octrooi van AllisBlue. Pluk Company en KPN zijn van mening dat het octrooi van European Research Technology (ERT) met betrekking tot sms2mail technologie ongeldig is. Sterker nog, KPN is van mening dat ERT-partner Allisblue octrooien schendt die KPN toebehoren, aldus een reactie van KPN en Pluk op berichtgeving door Telecompaper afgelopen maandag. De Belgische bedrijven ERT (European Research Technology) en Alliblue lieten toen weten de rechtbank in Den Haag te hebben verzocht om Pluk Company te verbieden sms2mail-technologie verder te gebruiken.”

Lees hier meer (Telecompaper).

Eerste aanhouding wegens virtuele diefstal. De politie heeft voor het eerst iemand opgepakt wegens virtuele diefstal. Dat heeft een woordvoerder van de Amsterdamse digitale recherche dinsdag in het televisieprogramma Nova gezegd.

Lees hier meer (Telegraaf).