Assens vangnet houdt het niet (2)
Op 13 oktober en 23 juni berichtte IEForum (hier) al over het octrooigeschil tussen Schneider en Cordis dat, nadat de Haagse rechtbank bij vonnis van 8 juni 2005 aan Cordis een inbreukverbod had opgelegd, werd "voortgezet" in Assen. Inmiddels hebben ook de bonden CNV en FNV zich in de discussie gemengd.
De Assense voorzieningenrechter beval op 23 juni 2005 staking van executie, o.m. vanwege de mogelijkheid van banenverlies bij Cordis' vestiging in Roden. Het Leeuwardense hof vernietigde dat vonnis evenwel nog geen vier maanden later, bij arrest van 12 oktober 2005. Het hof onderzocht o.m. of executie klaarblijkelijk een noodtoestand voor Cordis zou doen ontstaan. Het hof overwoog dat zij Cordis en Schneider bij het pleidooi in hoger beroep in overweging heeft gegeven om tot een licentie-overeenkomst te komen hangende het hoger beroep in de hoofdzaak, en dat zij daarvoor zelfs het wijzen van arrest met twee weken had opgeschort. Op die manier zou het dreigende (mogelijk zelfs algehele) banenverlies bij Cordis kunnen worden afgewend. Schneider had ook laten weten hier niet onwelwillend tegenover te staan. Partijen konden echter niet tot overeenstemming komen en hebben het hof aldus bericht, terwijl volgens het hof niet was gebleken dat de door Schneider aan een licentie verbonden voorwaarden dusdanig belastend waren dat Cordis daaraan redelijkerwijs niet kon of behoefde te voldoen. Onder die omstandigheden meende het hof dat de sluiting van de faciliteiten van Cordis niet zozeer een als gevolg van de executie ontstane noodtoestand is, maar dat "als causa efficiens daarvoor heeft te gelden de daartoe strekkende wilsbesluiten van (de directie) van Cordis." Ten overvloede merkte het hof nog op dat het beschermen van belangen van derden, zoals werknemers van Cordis, niet behoort te geschieden door middel van het toelaten van inbreuk op het octrooirecht.
Cordis heeft inmiddels in Roden productielijnen stopgezet. Een van de productielijnen is na verkregen positief advies van de ondernemingsraad eind oktober 2005 verplaatst naar Mexico.
Vervolgens hebben de bonden FNV en CNV in een kort geding bij de Voorzieningenrechter te Assen geprobeerd Schneider en Cordis te dwingen tot overeenstemming te komen. Bij vonnis van 23 december jl. wees de Voorzieningenrechter de vorderingen af.
De Voorzieningenrechter overwoog o.m.:
"Voorop staat dat het doorzetten van de executie door Schneider van het uitvoer bij voorraad verklaarde vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage d.d. 8 juni 2005 de directie van Cordis heeft doen besluiten de productie van de desbetreffende katheters in Roden stop te zetten en (deels) naar het buitenland te verplaatsen. Nu dit besluit van de directie van Cordis niet tevens mede omvat het aanbieden van ander werk aan de desbetreffende werknemers op de locatie te Roden komt hierdoor de werkgelegenheid te vervallen dan wel in gevaar. Deze werkgelegenheid kan worden behouden door het sluiten van een (voorwaardelijke) licentieovereenkomst tussen Schneider en Cordis. Het hof Leeuwarden heeft partijen de gelegenheid gegeven hierover te onderhandelen, alvorens uitspraak te doen, maar gebleken is dat partijen niet tot overeenstemming hebben kunnen komen. Hoewel dit gezien de gevolgen voor de werknemers in Roden, zeer te betreuren valt, moet de vraag beantwoord worden of gedaagde partijen daardoor onrechtmatig handelen jegens de vakbonden en/of de werknemers.
Deze vraag wordt door de voorzieningenrechter voorshands ontkennend beantwoord. De essentie van het octrooirecht is nu juist, dat men anderen kan beletten geoctrooieerde producten te vervaardigen om op die wijze economisch voordeel uit de geoctrooieerde uitvinding te behalen. Het handhaven van octrooirechten is ook een zaak van mededinging. Op dit mededingingsgebied is het uitgangspunt dat ondernemingen zich op de markt in al hun contractsvrijheid moeten kunnen bewegen. In dat kader is van belang dat onderhandelende partijen jegens elkaar weliswaar verplicht zijn hun gedrag mede door elkaars gerechtvaardigde belangen te laten bepalen, maar in beginsel vrij zijn de onderhandelingen af te breken.
Het standpunt van Schneider dat zij jegens Cordis haar wereldwijde onderhandelingspositie niet wil opgeven door alleen voor Nederland een llicentieovereenkomst te sluiten, staat haar in beginsel dan ook vrij, zoals het ook Cordis vrijstaat in de onderhandelingen met Schneider vast te houden aan haar voorkeur voor een licentie overeenkomst alleen voor Nederland voor de duur van het hoger beroep in de bodemzaak voor het Gerechtshof te 's-Gravenhage.
Hierbij is de voorzieningenrechter van oordeel, dat het verlies aan arbeidsplaatsen dat door het sluiten van een (voorwaardelijke) licentieovereenkomst mogelijk had kunnen worden voorkomen geen omstandigheid is die het afbreken van de onderhandelingen, hetzij door Cordis, hetzij door Schneider jegens de werknemers van Cordis onaanvaardbaar doet zijn, nu de beoogde licentierechten niet strekken tot bescherming van werknemersbelangen. Cordis noch Schneider kunnen jegens deze werknemers dan ook verplicht worden met elkaar een vorm van commerci le samenwerking (tot het behalen van wederzijds voordeel) aan te gaan, waar een licentieverlening in wezen immers op neer komt."
De Voorzieningenrechter overwoog ook nog:
"Daarbij is de voorzieningenrechter van oordeel dat de belangen van de werknemers van Cordis niet behoren te worden beschermd door middel van het toelaten van octrooi-inbreuk. De voorzieningenrechter passeert hierbij de stelling van de Bonden dat deze belangen uitsluitend kunnen worden gerespecteerd door stopzetting van de executie van het vonnis d.d. a juni 2005. De Bonden verliezen daarbij uit het oog het besluit van de directie van Cordis om ha de stopzetting van de productie de vrijgekomen productiecapaciteit niet in Roden te gebruiken maar te verplaatsen naar het buitenland."
Lees vonnis hier.
Geen betrekking op het oorspronkelijke verzoek
Rechtbank 's-Gravenhage 15 december 2005, Duyvis - Teckru c.s. (met dank aan Otto Swens, SteinhauserHoogenraad)
Vervolg op de beschikking van de Rechtbank Alkmaar van 14 juli 2005 waarin deze zich onbevoegd verklaarde en de zaak doorverwees naar Den Haag. Duyvis heeft uit de markt berichten vernomen die haar doen vermoeden dat Teckru c.s. persen vervaardigen en/of verhandelen die onder de beschermingsomvang van het octrooi van Duyvis vallen. Aangezien Duyvis in een bodemprocedure het bewijs van de vermoede inbreuk zal moeten leveren, wil zij getuigen doen horen. Teckru acht het verzoek misbruik van procesrecht. Het horen van getuigen zal moeten leiden tot een uitleg door de r-c omtrent de beschermingsomvang van het octrooi. Het verzoekschrift ademt bovendien de sfeer van een 'fishing expedition', aldus Teckru. Tot slot is het verzoek slecht ingegeven uit rancune, aangezien één van de getuigen oud-werknemer is van Duyvis.
De rechtbank stelt: "Indien het al juist is dat bij het horen van de getuigen omtrent de feitelijke handelingen interpretaties van het octrooi aan de orde zouden komen, ligt het op de weg van de rechter-commissaris om na te gaan in hoeverre dergelijke interpretaties wel of niet verantwoord zijn vanuit een oogpunt van aan de getuigen te stellen vragen. Die omstandigheid staat dan ook niet in de weg aan toewijzing van het verzoek."
Ook ten aanzien van de het vermoeden van een 'fishing expedition' is het "[...] aan de rechter-commissaris om het verhoor zodanig in te rechten dat daarbij met alle betrokken belangen, dus ook die van Teckru c.s. en de te horen getuigen, rekening wordt gehouden."
Tot slot overweegt de rechtbank: "De vraag of het octrooi nietig is, zoals Teckru c.s. stelt, betreft een geheel ander onderwerp dan de door Duyvis in haar verzoekschrift geponeerde inbreuk op het octrooi. Een eventuele contra-enquête in het kader van dit verzoek zal dan ook eveneens slechts op de gestelde inbreuk betrekking kunnen hebben, en niet op veronderstelde nietigheid. Om dezelfde reden is er geen aanleiding in te gaan op het voorwaardelijke verzoek tot het houden van een tegen-getuigenverhoor, nu dit verzoek niet voldoet aan de eis, neergelegd in artikel 282 lid 4 Rv, inhoudende dat een verweerschrift een zelfstandig verzoek mag bevatten, mits dat betrekking heeft op het onderwerp van het oorspronkelijke verzoek. Van dat laatste is immers geen sprake."
Lees hier de beschikking.
Uitgefeest
Vznr. Rb. Haarlem 19-12-2005, LJN: AU8684, Party Service Jan Lijnzaat ./. Viskraam Lijnzaat c.s. Handels- en domeinnaamgeschil.
In 2004 verkoopt Viskraam de domeinnamen janlijnzaat.nl en -.com aan Party Service. Kort daarna registreert De Viskraam de domeinnamen partyservicejanlijnzaat.nl en partyservicelijnzaat.nl. Op de daaronder hangende website duidt Viskraam zich aan als 'Party Service Jan Lijnzaat'. Party Service vordert de domeinnamen met een beroep op haar handelsnaamrechten op en sommeert Viskraam om verdere inbreuk op haar handelsnaamrechten te staken. Daarop verklaart Viskraam de domeinnamen niet meer te zullen gebruiken maar weigert ze aan Party Service over te dragen. De gang naar de rechter volgt.
De rechter vraagt zich eerst af of het inbreukverbod mbt de handelsnaam nog wel nodig is, aangezien Viskraam heeft aangegeven zich niet meer van de handelsnaam te zullen bedienen.
"Uitgangspunt bij de beoordeling van deze vraag is dat de enkele omstandigheid dat de aangesprokene toezegt een bepaalde handeling niet meer te zullen plegen, de rechter niet behoeft te beletten een verbod tot het plegen van een zodanige handeling op te leggen (HR 23 februari 1990, NJ 1990, 663 en HR 1 december 1995, NJ 1996, 510). De voorzieningenrechter ziet vooralsnog onvoldoende grond om het gevraagde verbod niet toe te wijzen. Vast staat dat de toezegging die [gedaagden] bij brief van 9 augustus 2005 heeft gedaan in feite alleen inhoudt dat zij de website verbonden aan de domeinnaam partyservicelijnzaat.nl van het web zal halen. [gedaagden] heeft dat ook daadwerkelijk gedaan en maakt bedoeld gebruik thans ook niet. [gedaagden] heeft echter niet volmondig erkend dat zij met het gebruik van de tekens partyservicejanlijnzaat.nl, partyservicelijnzaat.nl alsmede ieder gebruik van iedere met handelsnaam Party Service Jan
De vordering tot overdracht van de domeinnamen wordt niet toewezen, aangezien Party Service al over een over bij haar handelsnaam aansluitende domeinnaam beschikt, namelijk janlijnzaat.info. (Wat overigens vreemd is, aangezien het voorvoegsel 'party service' wel (zie hiervoor) wordt beschouwd als relevant onderdeel van de handelsnaam van Party Service Jan Lijnzaat en gebruik van deze term in combinatie met Jan Lijnzaat als handelsnaam door Viskraam als inbreuk geldt, maar 'party service geen onderdeel vormt van de .info-domeinnaam van Viskraam)
Lees hier vonnis.
Breaking Barbie
Onderzoek van de Universiteit van Bath in Groot-Brittannië naar het merkbewustzijn onder kinderen van 7 - 11 jaar leidde tot schokkende resulaten. De naam Barbie roept bij deze kinderen blijkbaar vele haatgevoelens en geweld op:
"Barbie, that plastic icon of girlhood fantasy play, is routinely tortured by children, research has found. The methods of mutilation are varied and creative, ranging from scalping to decapitation, burning, breaking and even microwaving, according to academics from the University of Bath. ....The researchers had not intended to focus on Barbie, but they were taken aback by the rejection, hatred and violence she provoked when they asked the children about their feelings for the doll. Violence and torture against Barbie were repeatedly reported across age, school and gender. No other toy or brand name provoked such a negative response. " (The Times)
Vrijdagmiddagberichten
- Wie kent ze niet: de Commodore 64, de Amiga etc. Het merk Commodore is van hand tot hand gegaan en een tijd lang ongebruikt gebleven. maar nieuwe eigenaar Yeahronimo Media Ventures uit Baarn is nu voornemens het merk te koppelen aan nieuwe producten, waaronder een media center, een draagbare gps-eenheid en mp3-spelers. "Volgens Yeahronimo-directeur Ben van Wijhe is er veel interesse uit de hoek van voormalige gebruikers van Commodore-apparatuur. "Mensen volgen ons nauwgezet om te zien wat we van plan zijn. We hebben duizenden e-mails gehad van mensen die met en voor ons willen werken", aldus Van Wijhe." Op dit moment verkoopt Commodore al enige producten.
- "Kerst hoort gezellig te zijn. Maar wat als je niet thuis kunt zijn met Kerst? Dan voel je je net als de kinderen die met een ernstige ziekte in het Emma Kinderziekenhuis AMC liggen. Geef die kinderen iets leuks voor de kerst bied op deze URL!".
Ilse Media biedt voor het goede doel de domeinnaam www.fijnefeestdageneneengelukkignieuwjaar.nl te koop aan. Het hoogste bod staat nu op € 2500,-.
- Onderzoek van de Universiteit van Bath in Groot-Brittannië naar het merkbewustzijn onder kinderen van 7 - 11 jaar leidde tot schokkende resulaten. De naam Barbie roept bij deze kinderen blijkbaar vele haatgevoelens en geweld op:
"Barbie, that plastic icon of girlhood fantasy play, is routinely tortured by children, research has found. The methods of mutilation are varied and creative, ranging from scalping to decapitation, burning, breaking and even microwaving, according to academics from the University of Bath. ....The researchers had not intended to focus on Barbie, but they were taken aback by the rejection, hatred and violence she provoked when they asked the children about their feelings for the doll. Violence and torture against Barbie were repeatedly reported across age, school and gender. No other toy or brand name provoked such a negative response. " (The Times)
Nog steeds op slot
Rechtbank 's-Gravenhage 23 december 2005, Acco - Noble
Acco is houdster van het Europees octrooi dat 'een inrichting voor de beveiliging van computers tegen diefstal' betreft (EP 123). Noble verhandelt kabelsloten welke bestemd zijn voor de diefstalbeveiliging van onder meer computers. Acco vordert een inbreukverbod in de aangewezen landen.
De rechter komt hier te lande uitsluitend rechtsmacht toe als forum delicti (art. 6 sub d Rv). Naar vaste rechtspraak is deze internationale bevoegdheid niet grensoverschrijdend.
Noble stelt dat het octrooi niet geldig is en dat de overgelegde sloten niet door haar in Nederland in het verkeer zijn gebracht, maar door anderen, mogelijk Ratto c.s.
De geldigheid van het octrooi
"EP 123 zou ongeldig zijn, zo stelt Noble, omdat het verwante Amerikaanse octrooi US 5,327,752, hierna US 752, verleend op 12 juli 1994, naar aanleiding van een verzoek van 19 augustus 2005, thans wordt onderworpen aan reexamination. Deze reexamination is voornamelijk gegrond op het Amerikaanse octrooi US 2,172,208, hierna US 208. De ongeldigheid van US 552 zou weer gevolgen moeten hebben voor de geldigheid van het Amerikaanse octrooi US 6,000,251, hierna US 251. US 251 zou volgens Noble weer nagenoeg identiek zijn aan het
octrooi.
De voorzieningenrechter begrijpt dat Noble langs deze weg nieuwheids- of inventiviteitsbezwaren oppert. Omdat Noble niet specificeert wat zij bedoelt zal de voorzieningenrechter er van uit gaan dat Noble de geldigheid van EP 123 in algemene zin aan de orde willen stellen."
"[...] In het kader van en voorlopige voorziening dient de voorzieningenrechter een inschatting te maken van de kans dat het aangevallen octrooi ongeldig zal blijken. Dit dient een meer dan aanmerkelijke gerede kans te zijn. Voor een dergelijk voorlopig oordeel heeft Noble volstrekt onvoldoende aangedragen. Dat er zoals zij stelt meer tijd nodig is om het onderwerp van de geldigheid uit te zoeken, maakt het afvuren van een losse flodder nog niet doeltreffend. De hiervoor geformuleerde norm brengt met zich mee dat de bal voor een open doel dient te liggen en het is aan degene die de geldigheid van het octrooi betwist om het daartoe te brengen. Nu Noble dat onvoldoende heeft gedaan wordt het verweer afgewezen en wordt uitgegaan van de prima facie geldigheid van EP 123."
In Nederland in het verkeer gebracht?
Gelet op de in het geding gebrachte brief van de Israëlische advocaten, waarin deze niet betwisten dat de Noble producten door hun cliënt zijn geleverd, gaat de voorzieningenrechter er voorshands van uit dat de gewraakte sloten wel degelijk zijn geleverd met tussenkomst van Noble (gedaagde sub 1). Ten aanzien van gedaagde sub 2 en 4 acht de rechtbank voldoende grond om in elk geval dreigende inbreuk op EP 123 aan te nemen. Tevens wordt aangenomen dat gedaagde sub 3 betrokken was bij het in het verkeer brengen van inbreukmakende sloten in Nederland.
Lees hier het vonnis.
De geest van de waarschuwing (2)
Rechtbank Utrecht 29 november 2005, Sem Trading - Wesco (met dank aan Leo Kooy, Octrooibureau Vriesendorp & Gaade B.V.)
In navolging van dit vonnis wederom een vonnis over de waarschuwing van wederverkopers.
Wesco brengt sedert geruime tijd een pedaalemmer op de markt onder de naam Kickboy. Sem Trading brengt sinds kort een pedaalemmer op de markt, onder andere bij Gamma-bouwmarkten, die tussen partijen bekend is als de Bigfoot. Wesco heeft naast een sommatiebrief aan Sem Trading tevens Gamma verzocht en zonodig gesommeerd de verkoop van de pedaalemmer van Sem Trading te staken. Gamma heeft de bestelling geblokkeerd.
"De rechtmatigheid van een waarschuwing als voornoemd hangt niet alleen af van de waarheid daarvan, dus de vraag of Sem Trading daadwerkelijk inbreuk maakt op de rechten van Wesco, maar wordt met name bepaald door de vraag of Wesco een verwijt kan worden gemaakt, dat wil zeggen dat zij handelt in strijd met geldende zorgvuldigheidsnormen. Slechts wanneer tegen beter weten in, of al te lichtvaardig is aangenomen en doorgegeven dat er van inbreuk sprake is, kan een verwijt worden gemaakt. De beantwoording van de inbreukvraag moet in dit kort geding derhalve wel aan de orde komen, zij het marginaal.
Naar voorlopig en marginaal oordeel heeft Wesco niet al te lichtvaardig aangenomen dat van inbreuk sprake is. Hiertoe wordt overwogen dat voorshands voldoende aannemelijk wordt geacht dat de Kickboy een eigen oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt en dat niet aannemelijk is geworden dat dit oorspronkelijk karakter mede is bepaald door een noodzakelijk technisch effect. [...] Vervolgens dient beoordeeld te worden of van inbreuk door Sem Trading sprake is. Hiertoe zal moeten worden nagegaan in hoeverre de totaalindrukken tussen de Kickboy en de Bigfoot overeenstemmen. Deze totaalindrukken tussen de Kickboy en de Bigfoot stemmen naar voorlopig en marginaal oordeel dusdanig overeen dat Wesco in redelijkheid auteursrechtelijke bescherming heeft kunnen inroepen.
[...] Gelet op het voorgaande handelt Wesco niet onrechtmatig door Sem Trading en haar afnemers te waarschuwen gelijk zij heeft gedaan."
Lees hier het vonnis (met dagvaarding).
Effe wachten (3)
De pizza's die Dr. Oetker moet terughalen, worden verkocht onder de naam Pizza New York. De onderneming mag volgens de rechter wel pizza's verkopen onder de merknamen BBQ Chicken en Hot Texas, namen die New York Pizza ook hanteert. Hierop heeft de pizzaketen geen exclusieve rechten. Ook met het kopiëren van ingrediënten of recepten heeft de rechtbank geen moeite. Vonnis nog niet gezien; wie het heeft kan het mailen. Lees hier meer.
Misleidende telemarketing
Rechtbank Rotterdam 30 november 2005, LJN: AU8551, Refill - European Office Systems
Kunnen uitspraken, gedaan via telemarketing, misleidend zijn?
Partijen concurreren op de markt voor “office supplies” in Nederland. Zij verkopen beide - onder meer - remanufactured toner cartridges: originele lege toner cartridges, waarvan alle aan slijtage onderhevige onderdelen zijn vervangen en waaraan vervolgens nieuw tonerpoeder is toegevoegd. EOS benadert haar klanten onder meer telefonisch met het volgende verkoop verhaal:
“ (…) onze nieuwe Super Long Life toner patronen, die u direct kunt gebruiken. Deze patronen bevatten een veel fijner poeder, dat u een veel betere resolutie en printkwaliteit bieden bij al uw grafische kopieën. Bovendien werden deze patronen ontworpen om geld te besparen, omdat ze bestaan uit een nieuw soort lang houdbare drum met een lange levensduur, die tot drie keer langer mee kan gaan als uw standaardpatronen die u nu gebruikt. Ik ben ervan overtuigd, dat wij het met elkaar eens zijn, dat het tegenwoordig zeer belangrijk is, geld te besparen, of niet soms? (mijnheer/mevrouw) (…)
Wij leveren de Super Long Life drums in een verpakking met twee patronen tegen een introductieprijs van … per patroon. Met deze drums kunt u dus tot drie keer langer doen dan met uw huidige standaard tonerpatronen, die tussen 100 en 200 € kosten. U ziet dus dat er grote mogelijkheden zijn om geld te besparen, of niet soms?
(Indien de klant zegt, dat hij minder betaalt dan 70 euro vertelt u hem, dat het recyclebare patronen moeten zijn en niet opnieuw geprepareerde tonerpatronen - de kwaliteit wordt vele malen slechter.) (…)”.
Refill vordert op grond van art. 6:194 jo. 6:162 BW EOS te verbieden om omtrent de eigenschappen van de producten van EOS onjuiste en/of misleidende mededelingen openbaar te (laten) maken dan wel bedrijven in persoonsgerichte benaderingen voor te houden. Tevens vordert Refill tijdens pleidooi vergoeding van haar schade. Nu deze wijziging van eis, inhoudende een vermeerdering, niet schriftelijk heeft plaatsgevonden, wordt deze niet toegestaan.
Heeft EOS nu daadwerkelijk aan potentiële klanten meedgedeeld dat haar toners langer mee gaan, goedkoop zijn en origineel zijn?
Getuige [C.] zegt hierover: “Tijdens de telefoongesprekken moest ik aangeven dat de cartridges van EOS drie tot vier keer zolang meegaan als gewone cartridges. … Ik vertelde de klanten dat de toners van EOS niet gerecycled waren. Ik weet niet wat het verschil is tussen gerecycled en geremanufactured. Als klanten mij vroegen of wij originele cartridges verkochten, beantwoordde ik deze vraag positief. Dat was mij zo verteld door de managers tijdens onze bijeenkomsten. … Desgevraagd vertelde ik klanten dat zij met onze toner tussen de 15.000 en 20.000 afdrukken konden maken. De genoemde aantallen mochten wij zelf bepalen.”
De rechtbank concludeert als volgt: "Op grond van de pitch, de hiervoor aangehaalde verklaringen van getuigen en bedrijven moet worden aangenomen dat de verkoopmedewerkers van EOS daadwerkelijk voormelde mededelingen hebben gedaan."
Vervolgens moet worden nagegaan of deze verkoopmededelingen “openbaar zijn gemaakt” in de zin van artikel 6:194 BW. EOS stelt zich op het standpunt - met een beroep op de parlementaire geschiedenis - dat telefonische mededelingen uitdrukkelijk zijn uitgesloten van de werkingssfeer van artikel 6:194 BW. De rechtbank: "Het EG Hof van Justitie heeft in het arrest Toshiba-Katun van 25 oktober 2001 (zaak C 112/99, rov 28) overwogen dat reclame gelet op deze bijzonder ruime definitie zeer verschillende vormen kan aannemen.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat voormelde verkoopmededelingen van EOS moeten worden beschouwd als reclame in de zin van artikel 2 lid 1 van de gewijzigde richtlijn 84/450. Deze mededelingen zijn op te vatten als productaanprijzingen in de uitoefening door EOS van haar commerciële activiteiten, gericht op vergroting van haar afzet. Dat hierbij telefonie is gekozen als verspreidingsvorm is irrelevant. Vast staat dat de namens EOS optredende telemarketeers per dag tientallen en per jaar enige honderdduizenden bedrijven telefonisch benaderen en dat zij daarbij gebruik maken van een pitch, waarin standaardvragen en antwoorden zijn vastgelegd. Indien op deze wijze potentiële klanten worden benaderd, kan niet meer gesproken worden van een louter persoongerichte benadering, waarbij de klant individueel wordt benaderd en een op die klant toegesneden aanbieding wordt gedaan. EOS gebruikt telemarketing als één van de vele ontwikkelde vormen om reclamemededelingen op een gestandaardiseerde wijze bij het (voor EOS relevante) publiek kenbaar te maken. Telemarketing in deze vorm dient dan ook te worden beschouwd als het openbaar maken van mededelingen waarop artikel 6:194 BW ziet."
Is er sprake van misleiding? "Nu de Super Long Life toner remanufactured is, is het reservoir van de toner gelijk aan die van de originele toner. De vergelijking “tot drie keer meer” vindt dan ook geen enkele grond in de door Tinto, remanufacturer van de Super Long Life toner, aangegeven pagina aantallen [...]. Deze aantallen komen overeen met die van de toners van de gangbare merken [...]. Mededeling (b) dat de Super Long Life toner naar verhouding goedkoper is dan de toners van gangbare merken is gebaseerd op het tot drie maal meer afdrukken van pagina’s dan deze, zodat ook die mededeling onjuist en misleidend is."
De gevorderde schade vergoeding wordt als ongegegrond afgewezen.
Lees hier het vonnis.
Exotische merken
Ook op voorhand al moe van al die dubbeldikke kerstedities van kranten en tijdschriften? IEForum levert wel interessant leesvoer voor de komende vrije dagen. Pieter Veeze en Camille Janssen van het Benelux Merkenbureau hebben op persoonlijke titel een praktisch en zeer leesbaar artikel geschreven over de registreerbaarheid van niet-conventionele ('exotische') merken. Het artikel is dit voorjaar reeds geplaatst in het ELSA Leiden Magazine (2/2005, ISBN nr. 90-808490-5-7, pp. 26-32), maar nog steeds actueel.
Lees hier het artikel (met dank aan de ELSA, Pieter Veeze en Camille Janssen).