IEF 21272
2 april 2025
Artikel

DeLex zoekt juridisch redactioneel stagiair voor juli 2025 t/m september 2025

 
IEF 22665
24 april 2025
Uitspraak

Geluidsopname niet meegewogen in wrakingsverzoek wegens bescherming privacy en portretrecht, verzoek afgewezen

 
IEF 22663
24 april 2025
Uitspraak

Hof bevestigt dat verzameling van productgegevens door Tracpartz geen databank vormt

 
IEF 1304

Afschaffen

Afschaffing SIDN-domeinarbritrage bepleit. Disputen over het eigendom van Nederlandse internetdomeinen worden vaker beslecht bij de rechter dan via de arbitragecommissie van de SIDN. Juristen bepleitten de afschaffing van de SIDN-arbitrage lees hier meer

IEF 1302

Over steenwol en bevochtigingsmiddel (2)

Gerechtshof 's-Gravenhage 27 oktober 2005, Rockwool - Saint Gobain.

Rockwool komt in hoger beroep tegen het door de rechtbank te 's-Gravenhage gewezen vonnis van 27 juni 1986 (zie eerder hier). In het geding heeft Isover gevorderd het Nederlands octrooi 165.798 van Rockwool nietig te verklaren. Het betreft een octrooiaanvrage uit 25 november 1970, die is geëxpireerd op 24 november 1990. Het octrooi betreft een werkwijze voor het maken van een poreus product  van minerale wol [...], gebruikt in de tuinbouw (als kweekmedium). De incidentele grief I strekt ten betoge dat de rechtbank het octrooi met terugwerkende kracht nietig had behoren te verklaren wegens gebrek aan inventiviteit. "Naar het oordeel van het hof ziet Rockwool eraan voorbij dat de conclusies van het octrooi (slechts) zijn gericht op een werkwijze en dat het er dus om gaat of deze werkwijze op zichzelf beschouwd nieuw en inventief is gezien de 'stand der techniek', dat wil zeggen 'al hetgeen voor 25 november 1969 (de prioriteitsdatum, red.) door een beschrijving of op enige andere wijze openbaar toegankelijk is geworden'. Daarbij is niet van belang of de toepassing als kweekmedium van de rechtstreeks met de onderhavige werkwijze verkregen bevochtigbare minerale wol, "iets bijzonders" zou inhouden; zelfs is daarbij niet van belang of deze toepassing nieuw en inventief zou zijn."

Isover heeft als bezwarend voor de nieuwheid en/of de inventiviteit naar voren gebracht een op 14 april 1964 gepubliceerd Zweeds octrooischrift, dat door de Octrooiraad niet in aanmerking is genomen bij de verlening van het onderhavige octrooi. Het hof acht dit octooi echter niet nieuwheidsschadelijk. Daarentegen mist het octrooi wel inventiviteit: "Naar het oordeel van het hof is het voor de gemiddelde vakman bekend om in de te verstuiven oplossing (emulsie of dispersie) van het bindmiddel andere stoffen op te nemen teneinde aan de minerale vezels van het eindproduct specifieke, gewenste eigenschappen te geven en om aldus al deze stoffen in een enkele vloeistof te verstuiven [...]. Op grond hiervan ligt het voor de gemiddelde vakman zonder meer voor de hand om het bevochtigingsmiddel in de oplossing van het bindmiddel op te nemen, waardoor het apart verstuiven van het bevochtigingsmiddel niet nodig is."

"Op grond van het voorgaande dient het Nederlandse octrooi 156.798 nietig te worden verklaard en slaagt de incidentele grief I [...]. Nu in de parallelle inbreukzaak (met rolnummer 85/019) de inbreukvorderingen van Rockwool door het hof bij zijn afgewezen, heeft Isover geen belang meer bij de door haar gevorderde 'verklaring voor recht dat geen rechten kunnen worden ontleend ter zake van onder de beschermingsomvang van dat octrooi vallende producten voor zover die afkomstig zijn uit een andere lidstaat van de Europese Unie' en behoeft niet meer te worden ingegaan op de vraag tot welk tijdstip de nietigverklaring van het onderhavige octrooi teruggaat."

Het hof vernietigt het vonnis waarvan beroep en vernietigt tevens het Nederlandse octrooi 156.798 (een kennelijke verschrijving? Het gaat in het onderhavige arrest om NL165.798). Bovendien lijkt de beslissing niet een vernietiging te zijn, maar een verklaring voor recht. Lees hier het arrest.

IEF 1301

Vrijdagmiddagberichten

1- Beroemdheden in het nieuws vanwege (vermeend) inbreuk op intellectuele eigendomsrechten: Tennister (en: Tennisster) Maria Sharapova pakt DVD aan (zie hier) en Jessica Simpson vangt $15.000.000,- voor het gebruik van haar naam, maar er ontstaat ruzie over royalties (zie hier).

2- Strange copyright claims. “The Associated Press's claim at the bottom of this article on eWeek that: "This material may not be published, broadcast, rewritten or redistributed." This material may not be published? What? Hello, it's just been published. That's why you wrote it. Waste of time for AP to write articles that no one is allowed to read.” Lees meer hier.

IEF 10471

Krafft/Vitakraft

HvJ EG 1 december 2005, zaak C-512/04 P (Vitakraft tegen OHIM/Krafft; inzake: Krafft/Vitakraft) - dossier

(verwarring)

Hogere voorziening. Het Spaanse Krafft stelde op basis van haar Spaanse woordbeeldmerken met het woord ‘Krafft’ oppositie in tegen de inschrijving van het woordmerk ‘Vitakraft’.

Volgens het Gerecht van Eerste aanleg is er sprake van verwarringsgevaar, onder andere omdat het bestanddeel ‘Kraft’ voor het Spaanstalige publiek het meest onderscheidende bestanddeel is, aangezien dit geen betekenis heeft in het Spaans. Dit is een feitelijk beoordeling waar het HvJ EG zich niet over uitspreekt.

In zaak C-512/04 P, betreffende een hogere voorziening krachtens artikel 56 van het Statuut van het Hof van Justitie, ingesteld op 14 december 2004, Vitakraft-Werke Wührmann & Sohn GmbH & Co. KG, gevestigd te Bremen (Duitsland) (advocaat: U. Sander), andere partijen in de procedure: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) (gemachtigde: G. Schneider), Krafft SA, gevestigd te Andoain (Spanje) (advocaat: P. Koch Moreno), heeft het Hof (Vierde kamer), samengesteld als volgt: K. Schiemann, kamerpresident, M. Ilešič (rapporteur) en E. Levits, rechters; advocaat-generaal: F. G. Jacobs; griffier: R. Grass, op 1 december 2005 een beschikking gegeven waarvan het dictum luidt als volgt:

1. De hogere voorziening wordt afgewezen.

2. Vitakraft-Werke Wührmann & Sohn GmbH & Co. KG wordt verwezen in de kosten, met inbegrip van de kosten die in het kader van het procesincident zijn opgekomen.

IEF 1300

Uitzonderlijk omvangrijk

Rechtbank 's-Gravenhage, 1 december 2005,Heineken/Interbrew en Philips. Lang vonnis in kort geding in de zaak tussen Philips en Heineken: De rechtbank gaat uitgebreid in op de beoordeling van de geschiktheid van de zaak voor kort geding: "De onderhavige zaken zijn niet geschikt om in kort geding te worden beslist, omdat deze vanwege hun complexiteit niet vatbaar zijn om in kort geding genoegzaam te worden toegelicht. Op grond van art. 256 Rv. zullen de door Heineken in beide procedures gevorderde voorzieningen dan ook worden geweigerd. [...] De zaken zijn in verschillend opzicht als uitzonderlijk complex aan te merken – ook als verdisconteerd wordt dat deze rechtbank vanwege haar exclusieve bevoegdheid in octrooigeschillen in Nederland in beginsel niet terugschrikt voor omvangrijke octrooizaken in kort geding."

Allereerst betreft het de omvang van de in kort geding aan de orde gestelde materie, te weten 5 ingeroepen Nederlandse registratieoctrooien, die elk op hun beurt ook uitzonderlijk omvangrijk zijn. Daarnaast zijn de zaken aanzienlijk feitelijk gecompliceerd. Voorts is in de twee zaken met name zijdens Heineken een in omvang buitensporig pakket producties ingebracht. Daarbij hebben de zittingen in beide zaken gezamenlijk bijna 12 uur geduurd. Bovendien zijn zowel de dagvaardingen als de pleitnota's buitengewoon omvangrijk. Ook zijn er zijdens Philips en Interbrew in de onderhavige kort gedingen 21 nieuwe, beweerdelijk nietigheidsschadelijke octrooischriften ingebracht, die niet eerder door de Europese examiners zijn getoetst of in de inbreukrapportages van de octrooigemachtigde van Heineken zijn besproken. Bovendien moet, aldus de rechtbank, bedacht worden dat Heineken op een naar zich laat aanzien rijkelijk laat moment met de onderhavige procedures is gekomen. Ook wordt meegewogen dat de inmiddels door Heineken aanhangig gemaakte bodemprocedure niet een procedure volgens het versneld regime in octrooizaken is, wat overigens een bewuste keuze is geweest. "De zaken zijn naar het oordeel van de voorzieningenrechter te ingewikkeld en te omvangrijk (gemaakt) voor kort geding, zodat het daarop gerichte formele verweer zijdens Philips en Interbrew behoort te worden gehonoreerd."

"Nu zij echter, zo stellen zij [Philips en Interbrew], toch gedwongen zijn geweest om de zaak inhoudelijk voor te bereiden [...] hebben zij in beide zaken uitdrukkelijk aangegeven dat het zeer op prijs zou worden gesteld, indien de voorzieningenrechter desalniettemin (ten overvloede) een inhoudelijk oordeel zou willen geven." De rechtbank oordeelt op een bijna verontschuldigende manier: "Het is van tweeën één: De zaken zijn geschikt of ongeschikt voor een voorlopige beoordeling in kort geding, en beetje geschikt bestaat in wezen niet. Bedoeld verzoek zou dan ook moeten worden genegeerd - hoe onbevredigend dat op zichzelf ook moge zijn; het kort geding kent nu eenmaal zijn beperkingen, een verantwoorde integrale beoordeling is op de aangegeven gronden in kort geding niet mogelijk. Daartoe moet de bodemprocedure worden afgewacht. Onbevredigend is ook, dat zij dezerzijds gaarne toegegeven, dat uit de aard van dergelijke kort gedingen pas ná de pleidooien kan worden beoordeeld, of alsdan een zodanige toelichting voorligt, dat het vereiste inzicht is verworven om tot een verantwoorde voorlopige beslissing te komen. Dat is juist het geval in mega-zaken, bij grote hoeveelheden stukken en meervoudige eis- en grondslagwijzigingen. Ook dat is evenwel nu eenmaal het gevolg van ons kort gedingstelsel."

"De voorzieningenrechter realiseert zich echter dat zowel partijen als de markt er bij gebaat zijn - althans gedeeltelijk en waar wel mogelijk - ook een inhoudelijk voorlopig oordeel te vernemen. Voor zover dat wel verantwoord wordt geacht en met de grootst mogelijke nadruk uitdrukkelijk ten overvloede, zal daartoe, mede gelet op de door partijen aangegeven grote commerciële belangen die in het spel zijn, bij wijze van uitzondering worden overgegaan."

De slotsom van de rechtbank leidt tot het afwijzen van alle inbreukeisen met nevenvorderingen van Heineken. De reconventionele eis in de zaak met rolnr. KG 05-1211 wordt toegewezen. Aldus wordt Heineken verboden te kennen te geven dat de PerfectDraft valt onder de beschermingsomvang de Nederlandse registratieoctrooien van Heineken. Tevens mag Heineken niet meer te kennen geven dat Philips bij de ontwikkeling van de PerfectDraft geheimhoudingsafspraken met Heineken heeft geschonden. Lees hier het vonnis.

IEF 1299

Eerst even voor jezelf lezen

Lang vonnis in kort geding in de zaak tussen Philips en Heineken: "De onderhavige zaken zijn niet geschikt om in kort geding te worden beslist, omdat deze vanwege hun complexiteit niet vatbaar zijn om in kort geding genoegzaam te worden toegelicht. Op grond van art. 256 Rv. zullen de door Heineken in beide procedures gevorderde voorzieningen dan ook worden geweigerd. [...] De zaken zijn in verschillend opzicht als uitzonderlijk complex aan te merken – ook als verdisconteerd wordt dat deze rechtbank vanwege haar exclusieve bevoegdheid in octrooigeschillen in Nederland in beginsel niet terugschrikt voor omvangrijke octrooizaken in kort geding."

Persbericht Rechtbank 's-Gravenhage, 1 december 2005: Kort geding vonnissen Heineken tegen Philips en Interbrew, vonnissen KG 05-1210 en KG 05-1211 Heineken/Philips en Interbrew. De voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage heeft bij vervroeging uitspraak gedaan en bij vonnissen van 1 december 2005 in beide zaken alle octrooi-inbreuk vorderingen van Heineken geweigerd. Lees persbericht en vonnis hier.

IEF 1297

General Public License v3 (3)

De herziening van de General Public License (die o.a. gebruikt wordt voor het programma Linux) begint meer vorm te krijgen (eerder bericht hier en hier). Volgens Gigalaw zal het eerste concept op 16 /17 januari 2006 op een conferentie bij het Massachusetts Institute of Technology gepresenteerd worden. Het tweede concept staat gepland voor de zomer van 2006. Meer informatie over de wijze waarop men deel kan nemen aan het herzienings proces is binnenkort beschikbaar op de site www.gplv3.fsf.org

IEF 1296

Buma bashing

VPRO's 3voor 12 doet verslag van de dinsdag gehouden eerste Creative Commons bijeenkomst in de Amsterdamse Waag.

Volgens het sfeerverslag blijkt de bijeenkomst al snel uit te lopen op een stevig potje 'Buma bashing'. "Na een iets te uitgebreide introductie over de werking van Creative Commons van Paul Keller, wordt, nog voordat iedereen in de zaal zich netjes heeft voorgesteld, al flink uitgehaald richting de BUMA door onder meer Marco Raaphorst (Melodiefabriek) en componist Hans Timmerman. "Ik heb de schurft aan de BUMA", laat een enkeling zich ontvallen".

Verder blijkt dat BUMA Creative Commons ziet als een aanval op haar monopolie-positie, terwijl CC van haar kant BUMA ziet als een onoverkomenlijk struikelblok. Uiteindelijk blijkt de belangrijkste conclusie van de avond te zijn dat de twee partijen een stukje dichterbij elkaar zijn gekomen. Creative Commons wordt gehoord, BUMA krijgt ook de kans om weer eens wat misverstanden over hun werkwijze uit de wereld te helpen. De kou is uit de lucht. "Ga om de tafel zitten en los het op", aldus Konrad Boehmer (componist, maar ook bestuurslid BUMA/STEMRA. Lees hier verslag 3voor12, hier en hier eerdere berichtgeving over Creative Commons.

IEF 1295

Boodschappen

'Adverteerders die reclameboodschappen willen versturen via Bluetooth moeten uitkijken. In sommige gevallen overtreden ze Europese regels. Dat zegt de Mobile Marketing Association (MMA), een internationale belangenvereniging van mobiele marketeers.' Lees hier meer (Emerce)

IEF 1294

Neerslag

Staatscourant 29 november 2005, nr. 232 / pag. 11. Vaststellingen selectielijst neerslag handelingen beleidsterrein Auteursrecht periode (1912) 1945-2000. Alle vaststellingen hebben vrijwel dezelfde tekst. 

- Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Defensie beleidsterrein Auteursrecht
- Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beleidsterrein Auteursrecht
- Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Buitenlandse Zaken beleidsterrein beleidsterrein Auteursrecht
- Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Justitie beleidsterrein Auteursrecht
- Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Economische Zaken beleidsterrein Auteursrecht
- Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit beleidsterrein Auteursrecht
- Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Financiën beleidsterrein Auteursrecht
- Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap beleidsterrein Auteursrecht
- Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid beleidsterrein Auteursrecht
- Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport beleidsterrein Auteursrecht

Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Verkeer en Waterstaat beleidsterrein Auteursrecht periode (1912) 1945-2000  Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer beleidsterrein Auteursrecht periode (1912) 1945–2000. 15 september 2005/Nr. C/S&A/05/1921

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Gelet op artikel 5, tweede lid, onder b, van de Archiefwet 1995; De Raad voor Cultuur gehoord (advies van de Raad voor Cultuur van 20 juli 2005, nr. arc-20005.02444/3); Besluiten:

Artikel 1 De bij dit besluit gevoegde ‘selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Auteursrecht over de periode (1912) 1945–2000’ en de daarbij behorende toelichting worden vastgesteld.

Artikel 2 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende selectielijst en toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

Den Haag, 15 september 2005. De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, namens deze: de Algemene Rijksarchivaris, M.W. van Boven.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, namens deze: de Directeur Personeel, Informatie en Organisatie, L.W.F. Nix.

Een belanghebbende kan tegen dit besluit beroep instellen bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan hij zijn woonplaats heeft. Voordat hij beroep instelt, moet hij binnen zes weken na de inwerkingtreding van dit besluit bij de Staatssecretaris een bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet worden gestuurd naar CFI/FJZ, ter attentie van het secretariaat van de Commissie voor de bezwaarschriften, Postbus 606, 2700 ML Zoetermeer. OCW, VROM

Artikel 5 Archiefwet 1995

1. De zorgdrager is verplicht tot het ontwerpen van selectielijsten waarin tenminste wordt aangegeven welke archiefbescheiden voor vernietiging in aanmerking komen.

2. De lijsten worden, nadat Onze minister de Raad voor cultuur, bedoeld in artikel 2a van de Wet op het specifiek cultuurbeleid, heeft gehoord, vastgesteld, voor zover het betreft:
a. archiefbescheiden van de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de andere Hoge Colleges van Staat en het Kabinet der Koningin: bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze minister, in overeenstemming met het betrokken overheidsorgaan;
b. archiefbescheiden van de ministeries: door Onze minister en Onze minister wie het mede aangaat;
c. archiefbescheiden van andere overheidsorganen: door Onze minister.

3. De vastgestelde lijsten worden gepubliceerd in de StaatscoVaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van VROM beleidsterrein Auteursrecht periode (1912) 1945-2000 

Uit: Staatscourant 29 november 2005, nr. 232 / pag. 11