IEF 21272
2 april 2025
Artikel

DeLex zoekt juridisch redactioneel stagiair voor juli 2025 t/m september 2025

 
IEF 22665
24 april 2025
Uitspraak

Geluidsopname niet meegewogen in wrakingsverzoek wegens bescherming privacy en portretrecht, verzoek afgewezen

 
IEF 22663
24 april 2025
Uitspraak

Hof bevestigt dat verzameling van productgegevens door Tracpartz geen databank vormt

 
IEF 1241

Fietsvrienden

Rechtbank Breda,  17 november 2005, KG ZA 05-539.  Dhr. A. Moonen / Le Tour Direct B.V. tegen  Dhr. J. Mauritz. Partijen beroepen zich ieder op de rechten op de domeinnamen met de handelsnaam Le Tour Direct. Samen fietsen, samen zakendoen en samen procederen.

Eiser Moonen heeft diverse malen meegedaan aan de Race Across America (RAAM), een wielertocht waarbij een afstand van 5000 kilometer in één keer non-stop wordt afgelegd.Eind augustus/begin september 2002 hebben Moonen en Mauritz gesproken over het organiseren van een non-stop wielerevenement in Europa onder de naam Le Tour Direct. Goede afspraken over ie-rechten worden niet gemaakt, althans niet op papier gezet. En dan gaat het mis.

Mauritz heeft op 3 september 2002 de domeinnaam www.letourdirect.nl geregistreerd en per 1 september 2004 een commanditaire vennootschap met als handelsnaam, ondermeer “LeTourDirect C.V.” ingeschreven. Moonen is enig aandeelhouder van LTD, sinds 24 december 2003 ingeschreven bij de KvK met als doelomschrijving de verdere belichaming en uitwerking van het Le Tour Direct wielertochtconcept, alsmede de daadwerkelijke organisatie van de Le Tour Direct wielerevenementen. Moonen heeft op 16 december 2004 een zogenaamd format voor een non-stop wielerevenement gedeponeerd bij een notaris. LTD heeft in september 2005 het eerste Le Tour Direct wielerevenement georganiseerd. Mauritz heeft LTD geassisteerd bij de organisatie. Op enig moment begin september 2005 heeft LTD de samenwerking met Mauritz verbroken.

Op grond van een door Mauritz overgelegde e-mail staat vast dat Mauritz aan Moonen terstond mededeling heeft gedaan van de registratie van de domeinnaam door zijn eenmanszaak. Uit de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gekomen leidt de voorzieningenrechter af dat het gedurende de samenwerking tussen partijen kennelijk niet relevant is geweest op wiens naam de onderhavige domeinnamen geregistreerd stonden, omdat partijen er beiden vanuit gingen dat zij op fifty-fiftybasis zouden samenwerken en Mauritz 40% van de aandelen in LTD zou verwerven. De samenwerking is echter in september 2005 gestrand zonder dat Mauritz 40% van de aandelen in LTD heeft verworven. Volgens Moonen is een en ander niet doorgegaan omdat Mauritz geen geld had om de aandelen te kopen. Mauritz is echter van mening dat hij 40% van de aandelen in LTD om niet zou verwerven, omdat hij arbeid, knowhow en de onderhavige domeinnamen zou inbrengen.

Nu partijen hun afspraken omtrent samenwerking niet op schrift hebben gesteld en de voorwaarden waaronder Mauritz 40% van de aandelen in LTD zou verwerven geheel afwijkend invullen, ontbreekt in dit kort geding, waar voor nader onderzoek geen plaats is, voldoende inzicht om het standpunt van een der partijen als meest aannemelijk aan te merken. Dat Mauritz van LTD opdracht zou hebben gehad om de onderhavige domeinnamen op naam van LTD te registreren is door Mauritz betwist en door Moonen niet onderbouwd of aannemelijk gemaakt.

Partijen miskennen verder dat voor rechtsverkrijgend gebruik van een handelsnaam bepalend is dat onder die naam een onderneming feitelijk wordt gedreven en niet de handelsregister-inschrijving. Nu zowel Moonen als Mauritz betogen dat zij als eerste gebruik hebben gemaakt van de handelsnaam Le Tour Direct, zal nader onderzoek noodzakelijk zijn teneinde vast te kunnen stellen wie van partijen deze handelsnaam als eerste heeft gebruikt en wel op zodanige wijze dat sprake was van voor derden kenbaar gebruik. Nader onderzoek zal plaats dienen te hebben in een bodemprocedure waarvan op dit moment de afloop niet met voldoende graad van zekerheid is te voorspellen. Voor toewijzing van de vorderingen op grond van art. 5 van de Handelsnaamwet is dan ook in dit kort geding geen plaats. Lees het doodlopende vonnis hier. Website hier.

IEF 1240

Heel apart

“De omstreden kopieerbeveiliging van Sony staat naar schatting ook op duizenden Nederlandse computers. Een Amerikaanse beveiligingsexpert becijferde dat de kwetsbare software op 27.838 systemen in Nederland staat. (…) Algemeen-directeur J. Post van Sony BMG in de Benelux kan geen sluitende verklaring voor het hoge aantal 'besmettingen' in Nederland geven. „Heel apart”, verklaarde hij vrijdag. Het vermoeden bestaat dat cd's zijn geïmporteerd, meegenomen of via internet besteld. De platenmaatschappij sloot vrijdag voor het eerst definitief uit dat de gewraakte kopieerbeveiliging ook op cd's in Europa komt. “ Lees hier meer.

IEF 1239

Niet belachelijk

Uit de AutoTelegraaf: “Dealer krijgt juristen premier op zijn dak. Premier Balkenende voelt zich misbruikt omdat hij in een folder is afgebeeld als verkoper van tweedehands auto's. Het drukwerkje, op grote schaal verspreid in de regio's Rotterdam en Gouda, plofte een dezer dagen ook bij de minister-president op de mat van zijn woning in Capelle aan den IJssel. Juristen van het ministerie van Algemene Zaken, dat onder de premier valt, hebben direct opdracht gekregen om de zaak uit te zoeken. “

Middels een tekstballon zegt Balkenende in de gewraakte occasion-folder: 'U kunt uw geld maar één keer uitgeven, dus kies voor de beste deal!'  De maker van de folder, Vaartland Auto’s uit Stolkwijk,  is zich van geen kwaad bewust. "Voordat we de foto plaatsten, hebben we bekeken of we er heibel mee zouden krijgen. Maar volgens ons is er niets aan de hand, zolang je de premier maar niet belachelijk maakt. En dat doen we niet." Lees hier meer.

IEF 1238

Eerlijke concurrentie

De NRC bericht dat de PvdA-fractie in de Tweede Kamer vindt dat de reclameregels voor de Nederlandse commerciële omroepen minder streng moeten worden. Zo zou een einde gemaakt kunnen worden aan de de huidige ongelijke situatie waarin SBS en Talpa zich wel moeten houden aan de Nederlandse reclameregels, terwijl de ‘Nederlandse’ RTL-zenders in het reclameparadijs Luxemburg zo’n beetje kunnen doen wat ze willen. 

Tweede-Kamerlid Martijn van Dam (PvdA): ,,Wij vinden dat je de hoeveelheid reclame kunt overlaten aan de markt. Als er te veel reclame te zien is, zal de kijker dat afstraffen door weg te zappen.'' Hij wil ook de discussie aangaan ,,in hoeverre de overheid burgers moet beschermen''. En bovendien: ,,Als de digitale videorecorder zijn intrede doet, zullen kijkers masaal reclame door gaan spoelen. Je moet commerciële omroepen daarom de mogelijkheid geven op andere manieren - ook tijdens programma's - reclame te maken.'' Reclame bij publieke omroepen moet wel aan regels gebonden blijven.

IEF 1236

Waarheden

Interessante zaak: Aan welke normen moet een persbericht over een rechterlijke uitspraak voldoen? Voorafgaand aan een rechtszaak mag vrijwel alles gezegd worden, maar daarna? Is een persbericht ook reclame of ‘gewoon een mening’? En een persbericht over een persbericht?

Tiscali werd vrijdag opnieuw door KPN gedagvaard, omdat KPN vindt dat zijn concurrent onterecht de overwinning claimt in de rechtszaak van de dag ervoor (vonnis hier).  Op vordering van KPN verbood  de voorzieningenrechter Tiscali om nog langer de uitlatingen ‘Altijd gratis bellen’ en ‘24,95 per maand’ en ‘Bespaar 300,- per jaar’ te gebruiken. Alleen het gebruik van de uitlating ‘Geen kpn meer nodig’ werd niet verboden. Volgens het persbericht van Tiscali  was dat laatste punt echter het belangrijkste.

"Tiscali gaat voorbij aan het feit dat wij de wedstrijd hebben gewonnen", aldus een KPN-woordvoerder. "Het is 3-1 geworden voor KPN, maar Tiscali claimt dat hun ene doelpunt het mooiste is dat ooit werd gescoord." (Wat in een voetbalwedstrijd natuurlijk heel goed zou kunnen). Tiscali noemt de dagvaarding van KPN ‘stuitend’. "Wij geven alleen een duidelijke mening over een belangrijk feit voor Tiscali. Dat heet vrijheid van meningsuiting." Lees hier iets meer.

IEF 1235

Woonde Madonna ooit in Moeskroen? (2)

In aansluiting op dit eerdere bericht: O.a.de Standaard en de Telegraaf berichten dat "Belgische platenwinkels  cd's en dvd's waarop het lied Frozen van Madonna te horen is, uit de schappen moeten halen. Radio en televisie mogen het lied niet meer uitzenden. Dat is het gevolg van een uitspraak vrijdag door een kortgedingrechter in Bergen (Mons), die stelt dat Frozen plagiaat is." lees hier of hier of hier meer.

IEF 1234

Vrijdagmiddagbericht

Niet elke naam wordt geschikt geacht om als merk te dienen. Zo gaat een fabrikant van negerzoenen onderzoek doen naar de gevoeligheid van de naam negerzoen. Tentamenvraag: zou de registratie van het merk negerzoen nu worden geweigerd wegens strijd met de goede zeden of de openbare orde? 

Initiator van het onderzoek is de Stichting eer- en herstelbetalingen slachtoffers slavernijleden Suriname, die de koekfabrikant van Breggen, de maker van de negerzoenen van Buys, meerdere brieven stuurde. "We krijgen ieder jaar wel een brief binnen over de negerzoen, maar de commotie rondom de naam wordt steeds groter", zo meldt de woordvoerder van de koekfabrikant. Hij betreurt het dat alleen gekeken wordt naar negatieve kant van het woord neger. 'Volgens de Dikke Van Dale is een negerzoen een klein rond koekje met een bol van schuim, omhuld met een laagje krakende chocolade'. 'Negerzoen is hier een soortnaam. We hebben ook de partyzoen en volgend jaar komen we met een WK-zoen', aldus de woordvoerder.

De negerzoen is sinds 1920 op de markt en sinds lange tijd ingeburgerd. In Frankrijk en Duitsland is de naam inmiddels wel veranderd. 'In Frankrijk staat er inmiddels bisous de mousse op de verpakking, maar op de kassabon lees je têtes de nègre. In Duitsland heten ze Schaumküssen, maar iedereen kent het als een Negerkussen.' Lees iets meer hier of hier.

IEF 1233

Breed, breder, breedst (2)

Gerechtshof Amsterdam, 4 augustus 2005, LJN:AU6405, UPC tegen Bbned. Hoger beroep in kort geding Brederland tegen Brederband.

Vandaag gepubliceerd arrest, in navolging van dit eerdere bericht. UPC voert primair aan dat de voorzieningenrechter heeft miskend dat zij de aanduiding BREDERBAND niet als merk gebruikt maar als aanduiding van een eigenschap van de door haar geleverde dienst. Breedband is, aldus UPC, een soortnaam voor internet via DSL en niet gebruikt als teken om de herkomst van de aangeboden diensten te onderscheiden. Het Hof denkt hier anders over.

"BREDERBAND is een fantasiewoord dat in de vergrotende trap verwijst naar het bestaande woord breedband. Dat de term BREDERBAND echter ook in de visie van UPC zelf geen soortnaam is die enkel het kenmerk van het sneller zijn van deze internetdienst beschrijft, valt af te leiden uit de geprononceerde wijze waarop UPC dit woord in haar reclamecampagne gebruikt: tegen een oranje achtergrond volgt na de in wit uitgevoerde woorden "Chello introduceert" het in hetzelfde lettertype in opvallend blauw uitgevoerde woord "brederband©", waarbij het toegevoegde copyright-teken lijkt te benadrukken dat UPC aanspraak maakt op exclusief gebruik van dit woord.

Daarmee is niet verenigbaar dat UPC het woord BREDERBAND louter als soortnaam zou gebruiken. [...] Onder deze omstandigheden acht het hof voorshands niet aannemelijk dat de gemiddelde consument zal menen dat het gebruikte fantasiewoord BREDERBAND niet als herkomstaanduiding maar louter als productbeschrijving wordt gebruikt."

UPC komt verder op tegen de door de voorzieningenrechter aanwezig geachte begripsmatige en auditieve overeenstemming tussen het merk BREDERLAND en het teken BREDERBAND. UPC wijst op een verschil in uitspraak tussen, respectievelijk, de zachte letter L en de harde letter B. Het hof acht dit verschil, zo al aanwezig, niet zodanig groot dat dit noemenswaard afbreuk vermag te doen aan het overigens overeenstemmende klankbeeld, dat geaccentueerd wordt door het identieke woorddeel 'BREDER'. Zo er al enig begripsmatig verschil tussen merk en teken bestaat, acht het hof dit voorshands niet dermate zwaarwegend dat dit de visuele en auditieve overeenstemming kan ontkrachten.

Enige opening voor UPC: "Op zichzelf terecht stelt UPC bij grief 7 dat merken met een grote bekendheid een ruimere bescherming genieten. De vaststelling van de mate waarin Bbned het merk BREDERLAND (heeft) gebruikt, waarover partijen verdeeld zijn, vereist nader feitelijk onderzoek waarvoor dit kort geding geen ruimte biedt. Voorshands is onvoldoende gebleken dat het, aan de hand van bewijsstukken aannemelijk gemaakte, merkgebruik door Bbned in het economisch verkeer dusdanig gering zou zijn dat dit, gelet op de grote mate van overeenstemming tussen merk en teken en de overige omstandigheden van het geval, aan toewijzing van de op merkinbreuk gegronde vordering in de weg zou moeten staan. Grief 7 kan daarom evenmin slagen." Lees het arrest hier.

IEF 1232

Waar ligt de grens?

K.J. Koelman, noot bij Rechtbank Arnhem, 21 september 2005 (Tellegen/Codemasters). Verschenen in AMI 2005, p. 204-207.

"Maar een rechter die zich gaat bezighouden met de vraag of een werk waarde toevoegt aan het product waarin het is opgenomen, begeeft zich op glad ijs. Zou art. 18a Aw er eveneens aan in de weg staan dat een fotograaf optreedt tegen gebruik van een foto in een boek waarin ook honderden foto’s van anderen staan, indien de uitgever kan aantonen dat het boek evengoed verkoopt zonder die foto – en de fotograaf bovendien al genoeg heeft verdiend met het werk? Dat zou een opmerkelijke ontwikkeling zijn. Waarschijnlijk is echter iedereen het er over eens dat bijvoorbeeld een ontwerper die een stoel heeft ontworpen die op een van de foto’s voorkomt, niet moet zeuren, behalve misschien als het een fotoboek is over stoelontwerpen. (...) Maar waar ligt de grens? Waarom de fotograaf betalen en niet de ontwerper? Zou de architect van het stadion wél kunnen optreden tegen gebruik ervan in het spel – als Ajax zich tenminste diens rechten evenmin heeft laten overdragen?" Lees de hele noot hier en het vonnis hier.

IEF 1231

Koelman schrijft door

K.J. Koelman, noot bij Vzr. Rb. Den Haag 16 september 2005 (Stichting Thuiskopie/Opus), AMI 2005, p. 207-211. Tips voor de bewuste consument:

"Het kan echter nog goedkoper, zo blijkt uit deze uitspraak: als een Nederlandse consument de onbespeelde dvd’s of cd’s via internet bestelt bij een Duitse aanbieder die ze vervolgens per post laat bezorgen, hoeft er helemaal geen heffing te worden betaald. In Duitsland hoeft namelijk geen heffing te worden afgedragen, omdat de dragers niet op de plaatselijke (Duitse) markt worden gebracht. En de rechter oordeelt nu dat er in Nederland evenmin een partij kan worden aangewezen die moet betalen."

"Gedaagde verweerde zich met het argument dat een partij die via internet opnamemedia aan Nederlandse consumenten verkoopt niet als ‘importeur’ in de zin van de Auteurswet heeft te gelden en dat hij daarom geen opgave- en/of betalingsplicht heeft. Met enige tegenzin honoreert de voorzieningenrechter dit verweer. Hij schrijft allereerst dat gedaagde civielrechtelijk en volgens het gezonde verstand als importeur van de waar moet worden gezien. Maar uit de toelichting bij de Auteurswet kan worden afgeleid dat de minister niet de verkoper, maar de consument die de dragers via internet bestelt en naar zich laat opsturen als ‘importeur’ beschouwt. [...] De rechter heeft zichtbaar moeite met dit resultaat, maar moet toegeven dat voldoende twijfel is gezaaid over de uitkomst van een bodemprocedure. Hij kan de vordering daarom niet toewijzen."
Lees de hele noot hier en het vonnis hier.