Ingezonden door Jaap Bremer en Allard van Duijn, BarentsKrans.
Merkinbreuk vanwege ongeautoriseerde parallelimport
Vrz. Rechtbank Gelderland 23 november 2021, IEF 20386; ECLI:NL:RBGEL:2021:6179 (Hewlett Packard Enterprise tegen PTP) Kort geding. Hewlett Packard Enterprise (hierna HPE) houdt een aantal merkrechten. HPE informeert PTP dat zij beschikt over bewijs dat wijst op illegale parallelimport door PTP van HPE-producten. HPE heeft bewijsbeslag doen leggen op een grote hoeveelheid aan digitale en fysieke bescheiden van PTP. Uit hoofde van het beslag tot afgifte zijn een groot aantal bij PTP aanwezige HPE-producten in gerechtelijke bewaring genomen. HPE stelt in deze procedure vorderingen in op grond van het bepaalde in artikel 843a Rv, die bij toewijzing in staat stellen om al dan niet volledige inzage in afschriften en afgifte van de beslagen bescheiden te verkrijgen.
Ingezonden door Marcel de Zwaan, Bremer & de Zwaan
Dwangsom tot plaatsing van kunstwerk
Gerechtshof Amsterdam 16 november 2021, IEF 20385; C/13/687466 / KG ZA 20-652 (Kunstenares tegen gemeente Amsterdam) Eiseres is kunstenares en heeft in opdracht van de gemeente een kunstwerk vervaardigd, dat op een locatie in Amsterdam zou worden geplaatst. De gemeente heeft na protest van buurtbewoners besloten het kunstwerk niet op die locatie te plaatsen. In een door eiseres aangespannen kortgedingprocedure heeft het hof de gemeente op straffe van een dwangsom van € 50.000 veroordeeld tot plaatsing van het kunstwerk op een alternatieve locatie [IEF 17472]. Volgens eiseres is de gemeente die veroordeling niet nagekomen en is de dwangsom verbeurd. De gemeente vordert opheffing dan wel matiging van de dwangsom onder andere omdat in hun ogen de door voorzieningenrechter opgelegde combinatie van een inspannings- en resultaatsverplichting tegenstrijdig is. Het hof stelt dat de inspanningsverplichting van de gemeente om zich maximaal in te spannen de tijdige plaatsing van het kunstwerk binnen maximaal twee jaar te realiseren niet tegenstrijdig is. Het hof oordeelt dat de dwangsom is verbeurd en ziet geen grond voor opheffing of matiging van de dwangsom.
Stichting Brein kan als ieder ander aangifte doen van strafbare feiten
Hof 's-Hertogenbosch 22 november 2021, IEF 20384; ECLI:NL:GHSHE:2021:3547 (Masterboxen) Zie [IEF 14644] Het hof veroordeelt de verdachte ter zake van de illegale productie, invoer en handel in/van Masterboxen en deelneming aan een criminele organisatie tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 9 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Het hof wijdt onder meer overwegingen aan de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de strafvervolging, onder andere met betrekking tot het (rechtmatige) optreden van de Stichting Brein en de samenwerking tussen deze stichting en de FIOD.
Onjuiste rechtsopvatting van EUIPO
Gerecht EU 1 december 2021, IEF 20382, IEFbe 3335; ECLI:EU:T:2021:851 (Gabriele Schmid tegen EUIPO) Op 8 juli 2011 heeft verzoekster, Gabriele Schmid, bij het EUIPO een Uniemerkaanvraag ingediend. Dit merk is in 2012 onder nummer 010108454 ingeschreven. In 2018 heeft interveniënte een vordering tot nietigverklaring van dit merk ingesteld omdat deze te veel overeenkomt met het symbool van de Europese Unie voor “beschermde geografische aanduidingen” (BGA). In 2019 heeft de nietigheidsafdeling het litigieuze merk nietig verklaard. Verzoekster heeft bij het EUIPO beroep ingesteld tegen de beslissing van de nietigheidsafdeling.
Wie heeft auteursrecht op de Asserbo?
Rechtbank Den Haag 3 november 2021, IEF 20381; ECLI:NL:RBDHA:2021:12111 (Nikki Amsterdam tegen Nomenta cs) Twee partijen (de huidige eigenaresse van Nikki Amsterdam en de eigenaar van Wierdijk) zijn in 2017 samen de onderneming Nikki Amsterdam begonnen die zich bezighield met de verhandeling van een bluetooth luidspreker, ledlamp en wijnkoeler ineen met een design dat trekken heeft van een Chinese lampion (hierna: de Asserbo). De Asserbo werd aan Nikki Amsterdam geleverd door Nomenta HK. Na enige tijd heeft de eigenaar van Wierdijk zijn aandelen in Nikki Amsterdam overgedragen aan zijn compagnon en zich ook verder teruggetrokken uit die onderneming. Hij is daarna gaan samenwerken met Nomenta HK die zelf in Europa de markt op wilde. Omdat Nomenta HK de Asserbo niet meer aan Nikki Amsterdam wilde leveren, heeft deze het product rechtstreeks afgenomen van producent Foshan uit China. Nomenta HK wilde dit verbieden en is daarom een procedure in kort geding begonnen waarbij zij zich op het standpunt stelde dat zij het auteursrecht en een niet geregistreerd Gemeenschapsmodel-recht op het product heeft.
Ondanks toestemming toch inbreuk op auteursrecht
Ktr. Rechtbank Amsterdam 13 juli 2021, IEF 20380; ECLI:NL:RBAMS:2021:6507 (Fotograaf tegen Ingenieursbureau) Een architectenbureau heeft een huis ontworpen. Gedaagde is een ingenieursbureau in constructieadvies en heeft voor het huis de constructieberekeningen gemaakt. Eiser is professioneel fotograaf en heeft in opdracht van het architectenbureau acht foto’s van het huis gemaakt. Eiser is auteursrechthebbende op de foto’s. Het architectenbureau heeft deze foto’s op haar website geplaatst. Gedaagde heeft vervolgens met toestemming van het architectenbureau deze foto’s ook op haar website geplaatst, zonder melding te maken van de fotograaf. Eiser vordert onder andere dat gedaagde zal worden verplicht tot betaling van € 2.400,00 aan schadevergoeding. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde de foto’s voor het publiek toegankelijk heeft gemaakt en daarmee inbreuk maakt op het aan eiser toekomende auteursrecht. Het verweer van gedaagde dat zij toestemming had van het architectenbureau kan haar niet helpen. Die omstandigheid kan er niet toe leiden dat gedaagde geen inbreuk heeft gepleegd op het auteursrecht van eiser. Het onbewust schenden van het auteursrecht komt voor rekening en risico van de inbreukmaker. Geoordeeld wordt dat de gevorderde schadevergoeding, mede gelet op de periode van ruim twee jaar waarin de foto’s op de website van gedaagde te zien zijn geweest, redelijk is en wijst deze toe.
Uitspraak ingezonden door Bert Gravendeel, Fruytier.
Inbreuk op handelsnaam en domeinnaam ledverlichting
Vrz. Rechtbank Amsterdam 3 december 2021, IEF 20378; C/13/709551 / KG ZA 21/908 (Led-gigant tegen Ledgigant) Kort geding. Olsti maakt sinds 10 juni 2013 gebruik van de handelsnaam LED-Gigant.nl. Op 4 januari 2005 heeft T. de domeinnaam ledgigant.nl (zonder verbindingsstreepje) geregistreerd. Op 3 november 2021 heeft Olsti het Benelux-merk LED-Gigant gedeponeerd voor ledverlichting en daarbij behorende accessoires. Daarbij heeft Olsti het voorgebruik sinds 10 juni 2013 ingeroepen. Het merk is geregistreerd als beeldmerk met woordelementen. Olsti vordert T. te veroordelen elk gebruik, online of offline, van de naam Ledgigant en daarop sterk gelijkende namen te staken en gestaakt te houden. De voorzieningenrechter acht dat het voldoende aannemelijk is dat het gebruik door T. van Ledgigant.nl kan leiden tot verwarring tussen zijn onderneming en die van Olsti, aangezien beide ondernemingen een webshop exploiteren in ledverlichting en zich richten op hetzelfde publiek. Het streepje tussen LED en Gigant zal bij de gemiddelde bezoeker van de website niet direct in het oog springen, en de kans is dan ook groot dat een consument die op zoek is naar LED-Gigant.nl zal uitkomen bij Ledgigant.nl. Nu T. een vrijwel identieke naam hanteert voor een vrijwel identieke onderneming, moet zijn handelwijze ook bij een geringe beschermingsomvang van de handelsnaam, worden aangemerkt als een inbreuk op de handelsnaam van Olsti als bedoeld in artikel 5 Hnw. Dit betekent dat het gebruik door T. van de handelsnaam Ledgigant.nl en de domeinnaam Ledgigant.nl onrechtmatig is jegens Olsti. De vordering van Olsti wordt toegewezen.
Vacature: legal counsel IP bij IKEA
Voxius Executive Search zoekt een legal counsel IP voor Inter IKEA Systems.
Inter IKEA Systems B.V. is the owner of the intellectual property rights in the IKEA Concept and the worldwide IKEA franchisor. The company has the responsibility to ensure that the IKEA Concept stays attractive and competitive while enabling growth and a profitable business for IKEA franchisees.
Today IKEA is present in 52 countries. All IKEA stores and other customer meeting points are operated by franchisees, with the exception of the IKEA Store in Delft, which is owned by Inter IKEA Systems B.V. There are 12 different groups of companies that own and operate IKEA customer meeting points under franchise agreements.
Lees verder >>
Cassatieberoepen Roka en Silife verworpen
HR 19 november 2021, IEF 20373, LS&R 2002; ECLI:NL:HR:2021:1712 (Roka c.s. tegen Silife c.s.) Liquistone is rechthebbende van een octrooi van onder meer een octrooi dat de techniek voor het stabiliseren van siliciumzuur en de voortbrengselen van het stabiliseren van het siliciumzuur onder bescherming stelt. Liquistone en Silife Ltd. sloten in 2010 een exclusieve licentieovereenkomst. In 2013 sloten Liquistone en Roka een exclusieve licentieovereenkomst met betrekking tot hetzelfde octrooi. Roka c.s. hebben tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld. Silife c.s. hebben incidenteel cassatieberoep ingesteld. De conclusie van de Advocaat-Generaal T. Hartlief strekt tot verwerping van het principale en het incidentele cassatieberoep [IEF 20119]. De Hoge Raad verwerpt de cassatieberoepen.
Conclusie A-G: consumentenorganisatie mag vorderingen instellen
HvJ EU Conclusie A-G 2 december 2021, IEF 20372, IT 3736, IEFbe 3332; C-319/20 (Facebook Ireland tegen Verbraucherzentrale Bundesverband) In Duitsland klaagt de Federatie van Duitse consumentenorganisaties (de Federatie) dat Facebook Ierland inbreuk maakt op regels inzake de bescherming van persoonsgegevens, de bestrijding van oneerlijke concurrentie en de consumentenbescherming, door in het App Centrum van het platform door derden geleverde spellen gratis beschikbaar te maken. In dat kader heeft de Federatie bij de Duitse rechter een vordering tot verbod ingesteld tegen Facebook Ireland. Het Bundesgerichtshof betwijfelt echter of het beroep van de Federatie ontvankelijk was. Zij vraagt zich af of een consumentenbeschermingsvereniging sinds de inwerkingtreding van de Algemene Verordening Gegevensbescherming nog steeds bevoegd is om op te treden tegen inbreuken op die verordening. Daarom heeft het Bundesgerichtshof het Hof gevraagd om uitleg van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Volgens de Advocaat-Generaal past de behartiging van de collectieve belangen van consumenten door verenigingen bij uitstek bij de doelstelling van de Algemene Verordening Gegevensbescherming om een hoog niveau van bescherming van persoonsgegevens tot stand te brengen.