IEF 22227
9 september 2024
Artikel

Brinkhof Symposium op woensdag 9 oktober 2024

 
IEF 22229
9 september 2024
Uitspraak

Octrooizaak LinXis wordt doorverwezen naar rechtbank Den Haag

 
IEF 22226
9 september 2024
Artikel

Jong IE-borrel: donderdag 19 september @cafebinnenbuiten

 
IEF 103

Nieuw Verkade Album Uitgebracht

-Persbericht XS4ALL: Afgelopen vrijdag heeft heeft Advocaat-Generaal Verkade advies uitgebracht aan de Hoge Raad in de Scientology-zaak. In deze zaak beschuldigt Scientology Karin Spaink van auteursrechtinbreuk omdat de publiciste stukken uit de leer van Scientology op haar website heeft geplaatst. Spaink wil met het plaatsen van deze stukken een maatschappelijke discussie over de aard van de sekte op gang brengen.

Verkade is blijkens zijn 82 pagina's (!) tellende conclusie van mening dat het auteursrecht onder bepaalde omstandigheden moet wijken voor de vrijheid van meningsuiting. Het recht op vrijheid van meningsuiting, zoals beschermd door art. 10 EVRM, gaat dan boven de Auteurswet. Verkade zegt hierover o.m. 'Hoewel het auteursecht onder art. 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM valt en dus als mensenrecht kan worden bestempeld, is het auteursrecht daarmee geenszins verheven boven een afweging tegen de informatievrijheid van art. 10 EVRM'.

De conclusie bevat ook principiële passages over het citaatrecht en met name wanneer is voldaan aan het vereiste dat het werk waaruit wordt geciteerd, 'rechtmatig openbaargemaakt' is. Hiervoor is volgens de Advocaat-Generaal niet vereist dat de auteur van het werk toestemming heeft gegeven voor openbaarmaking. In het geval van Scientology is het ter inzage leggen van een tekst in de bibliotheek van een gerechtshof, zoals bij het Fishman Affidavit het geval was, volgens Verkade als een rechtmatige openbaarmaking te beschouwen en mag er daarom door anderen uit deze tekst geciteerd worden.

Als de Hoge Raad het advies van zijn advocaat-generaal volgt, blijft de uitspraak in hoger beroep van het Gerechtshof Den Haag overeind. De Hoge Raad doet uitspraak op 8 juli as.

Het advies van de advocaat-genraal is te downloaden in PDF-formaat: deel 1 (2.2 MB) en deel 2 (2.3 MB).

De Scientology-zaak loopt al sinds 1995, toen Karin Spaink voor het eerst stukken uit de leer van Scientology uit een Amerikaanse rechtszaak op haar website plaatste.

Bij XS4ALL werd beslag gelegd op de computers. Spaink, XS4ALL en twintig andere providers van wie de abonnees stukken van Scientology op hun website hadden geplaatst werden in kort geding gedagvaard. De president van de rechtbank wees de vorderingen van Scientology af. Er volgde een langlopende bodemprocedure waarvan het einde nu in zicht lijkt.

-Agence France Presse (AFP) pakt Google News aan. Google News gebruikt op haar websites de nieuwskoppen, artikelen, foto's etc. van AFP. Google News verkrijgt deze informatie via de klanten van AFP. AFP heeft de rechtbank in Washington verzocht New Googles te bevelen dit gebruik te doen stopppen en een bedrag van 17.5 miljoen dollar aan schadevergoeding te betalen. Via webwereld

IEF 101

En 1 vonnis

Rechtbank Amsterdam, 17 maart 2005, zaak 309195 / KG 05-270 SR, LJN: AT1087, Kimberly-Clark tegen  Riedel Drinks. Een zaak over  'advertisement property' en 'brand icons.' Kort geding tegen  over het gebruik van een 'page'-puppy in een reclameboodschapvan Dubbelfrisss.

"Om inbreuk op het merkenrecht te kunnen aannemen is het uitgangspunt het merk zoals dat is gedeponeerd. Het door K-C gedeponeerde teken betreft een foto en een (gestileerde) tekening van een stilzittend hondje. Het in de Dubbelfriss reclame voorkomende hondje is echter een levend hondje dat bewegend ten tonele verschijnt. Deze Dubbelfrisss-puppy vertoont, zoals gedaagden terecht hebben aangevoerd, onvoldoende verwantschap met het door K-C gedeponeerde teken om inbreuk op haar merkenrechten te kunnen aannemen. Alleen al hierom is de op het merkenrecht gebaseerde vordering van K-C niet toewijsbaar.

Daarnaast hebben gedaagden terecht aangevoerd dat het deponeren van de PAGE-puppy als merk niet meebrengt dat K-C het gebruik van een puppy in advertentiecampagnes kan monopoliseren.

Naast inbreuk op haar merkenrecht heeft K-C onrechtmatig handelen door gedaagden aan haar vordering ten grondslag gelegd. Gedaagden hebben, ondanks het vermelde onder 1 f, op een zeker moment het standpunt ingenomen dat de gelijkenis van het hondje in de Dubbelfrisss reclame met de PAGE-puppy op louter toeval berust. In dit geding wordt er niettemin vanuit gegaan dat de Dubbelfrisss-puppy, met name nu ook hij met toiletpapier in de weer is, en gelet op het onder 1 e en f vermelde, op zijn minst geïnspireerd is op en aldus in zekere mate een nabootsing is van de PAGE-puppy. Nabootsing is echter in zijn algemeenheid niet steeds onrechtmatig en rechtvaardigt evenmin zonder meer toewijzing van de vorderingen van K-C. Van slaafse nabootsing is geen sprake nu de pup in de Dubbelfrisss reclame iets geheel anders met toiletpapier doet dan de PAGE-puppy"  Lees vonnis

IEF 100

Nog 2 arresten

Gerechtshof Arnhem, 8 maart 2005, zaak 2003/1139, LJN: AS9895, VRB tegen Allfitt. Hoger beroep. Verwarringsgevaar merken Airpress en Airpro,  voor persluchtgereedschap, wordt niet aanwezig geacht. 

"Vervolgens komt de niet door de rechtbank behandelde vraag aan de orde of VRB zich met succes kan beroepen op de stelling dat Allfitt door het gebruik van haar merk AIRPRO ongerechtvaardigd voordeel wil trekken van het onderscheidend vermogen of de reputatie van het bekende merk AIRPRESS van VRB. Een dergelijk beroep komt VRB slechts toe, indien haar merk AIRPRESS een bekend merk is. Dat hiervan sprake zou zijn, is onvoldoende aangetoond. Het hof ziet geen aanleiding om VRB tot bewijslevering toe te laten, omdat in hoger beroep geen daartoe strekkend bewijsaanbod is gedaan. Het bewijsaanbod dat namens VRB is gedaan tijdens het pleidooi in hoger beroep was beperkt tot het doen uitvoeren van een marktonderzoek voor het geval het hof zou oordelen dat een marktonderzoek vereist was om bekendheid te kunnen aannemen. Naar het oordeel van het hof is een marktonderzoek daartoe op zichzelf niet vereist." Lees arrest

Gerechtshof Arnhem, 8 maart 2005, zaak 2004/1197 LJN: AS9897,  Hoger beroep. In dit geding staat de vraag centraal wie van partijen de rechthebbende is in de Benelux ten aanzien van het merk FREAKS voor en auteursrecht op kledingstukken (klasse 25). Kan allemaal niet goed worden vastgesteld. Lees arrest

IEF 99

De bal is rond

Actuele doch hele obscure merkinformatie uit de registers: was AZ vroeger eigendom van Wastora, nu is Wastora eigendom van AZ.

IEF 98

Dagverse rechtspraak

HvJ EG, arrest  17 maart 2005, zaak C-228/03, antwoord op Finse prejudiciële vragen. The Gillette Company, Gillette Group Finland Oy tegen LA-Laboratories Ltd Oy. HVJ verklaart voor recht:

De geoorloofdheid van het gebruik van het merk krachtens de MR hangt af van het antwoord op de vraag of dit gebruik nodig is om de bestemming van een product aan te geven.

Het gebruik van het merk door een derde die niet de houder van het merk is, is nodig om de bestemming van een door deze derde in de handel gebracht product aan te geven, wanneer een dergelijk gebruik in de praktijk het enige middel is om het publiek begrijpelijke en volledige informatie te verstrekken over deze bestemming teneinde het stelsel van onvervalste mededinging op de markt van dit product te vrijwaren.

Het staat aan de verwijzende rechter, na te gaan of in het hoofdgeding een dergelijk gebruik nodig is, rekening houdend met de aard van het publiek waarvoor het door de betrokken derde in de handel gebrachte product is bestemd.

Aangezien artikel 6, lid 1, sub c, van de MR geen enkel onderscheid maakt tussen de mogelijke bestemmingen van de producten voor de beoordeling van de geoorloofdheid van het gebruik van het merk, verschillen de criteria ter beoordeling van de geoorloofdheid van het gebruik van het merk, met name met betrekking tot accessoires of onderdelen, dus niet van de criteria die voor de andere categorieën van mogelijke bestemmingen van de producten gelden.

De voorwaarde van een „eerlijk gebruik” in de zin van artikel 6, lid 1, sub c van de MR brengt in wezen een loyaliteitsverplichting tegenover de legitieme belangen van de merkhouder tot uitdrukking.

Het gebruik van het merk is met name dan niet in overeenstemming met de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel wanneer: het merk aldus wordt gebruikt dat de indruk kan ontstaan dat er een commerciële band tussen de derde en de merkhouder bestaat;

dit gebruik de waarde van het merk aantast doordat ongerechtvaardigd voordeel wordt getrokken uit het onderscheidend vermogen of de reputatie ervan; de goede naam van dit merk wordt geschaad of kleinerende uitlatingen over dit merk worden gedaan, of de derde zijn product voorstelt als een imitatie of namaak van het product voorzien van het merk waarvan hij niet de houder is.

Het feit dat een derde het merk waarvan hij niet de houder is, gebruikt om de bestemming van het door hem in de handel gebrachte product aan te geven, betekent niet noodzakelijk dat hij dit product voorstelt als een product van dezelfde kwaliteit als of met kenmerken die gelijkwaardig zijn aan die van het van dit merk voorziene product. Een dergelijke voorstelling hangt af van de feiten van het concrete geval en het staat aan de verwijzende rechter, dit te beoordelen aan de hand van de omstandigheden van het hoofdgeding.

Of het door de derde in de handel gebrachte product wordt voorgesteld alsof het van dezelfde kwaliteit is als of kenmerken heeft die gelijkwaardig zijn aan die van het product voorzien van het gebruikte merk, is een element dat de verwijzende rechter in aanmerking moet nemen wanneer hij nagaat of dit gebruik in overeenstemming is met de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel.

Wanneer een derde gebruikmaakt van een merk waarvan hij niet de houder is, en niet alleen een onderdeel of accessoire in de handel brengt, maar ook het product zelf waarmee het onderdeel of de accessoire dient te worden gebruikt, valt een dergelijk gebruik binnen de werkingssfeer van artikel 6, lid 1, sub c, van richtlijn 89/104 voorzover het nodig is om de bestemming van het door de derde in de handel gebrachte product aan te geven en in overeenstemming is met de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel.

IEF 97

Niet meer zo heel verse rechtspraak

 

GvEA, T-33/03, 9 maart 2005. Osotspa / OHMI - Distribution & Marketing (Hai vs. Shark) Oppositieprocedure – Ouder nationaal en ouder communautair beeldmerk SHARK Interveniënte is, anders dan verzoekster, van mening dat de betrokken consumenten het woord „Hai" niet alleen zullen opvatten als de Duitse of Nederlandse aanduiding van een roofvis, maar ook als de verbastering van het Engelse woord „high" in de zin van hoog, voornaam, goed, edel, enzovoort.

GvEA T-32/03, 8 maart 2005. Leder & Schuh / OHMI - Schuhpark Fascies (JELLO SCHUHPARK)„Gemeinschaftsmarke – Widerspruchsverfahren – Ältere nationale Wortmarke ‚Schuhpark‘ – Anmeldung des Wortzeichens ‚JELLO SCHUHPARK‘ als Gemeinschaftsmarke – Relatives Eintragungshindernis – Teilweise Zurückweisung der Anmeldung – Artikel 8 Absatz 1 Buchstabe b der Verordnung (EG) Nr. 40/94". Nog geen Nederlandse vertaling)

Arrest Gerechtshof 's-Gravenhage, 24 februari 2005, nr. R04/343LJN: AS8357, eerste aanleg - meervoudig 'E.ON voert - kort gezegd en voorzover relevant - aan dat de tekens NEUE ENERGIE, NEW ENERGY en NIEUWE ENERGIE niet uitsluitend beschrijvend zijn voor de betrokken diensten, dat de tekens door het gebruik daarvan als merk onderscheidend vermogen hebben verkregen en dat het Benelux-Merkenbureau op onjuiste althans onvolledige wijze heeft onderzocht of de desbetreffende tekens zijn ingeburgerd.

Vonnis vzngr Rechtbank Arnhem, 03 maart 2005, nr. 119974, LJN: AS8572, kort geding. Bakkerij ’t Stoepje' (pré DBBW, nieuwe zaak vandaag gewonnen door JH & JvM, vonnis volgt) Franchiseovereenkomst; Mededingingsrecht; Merkenrecht; Onrechtmatige daad,  Natte Keek.

Vonnis Rechtbank Leeuwarden, 04-03-2005, nr. 54409 / HA ZA 02-0674, LJN: AS8738 Benelux merkenrecht. Green Smiles, Fair Smiles, Eco Miles. Rangorde en nietigverklaring. Kwade trouw. Eind- en tussenvonnis.

IEF 96

Octrooirecht

Record aantal octrooiaanvragen in 2004.

Het WIPO meldt op haar website dat in 2004 maar liefst 120 duizend PCT aanvragen zijn ingediend, een stijging van 4,3% ten opzichte van 2003. Bijna een derde van deze aanvragen is afkomstig uit de VS. Nederland staat met 4458 aanvragen op een niet onverdienstelijke zesde plaats, net na Groot-Brittannie en nog voor Zuid-Korea, dat overigens wel een toename van bijna 20% zag. 

Nationale trots Philips blijft van alle internationale bedrijven de belangrijkste indiener van aanvragen: niet minder dan 2362 aanvragen werden er aangeleverd.

China diende ruim 37% meer aanvragen in dan in 2003, maar staat nog altijd op de dertiende plaats.

Lees hier het persbericht van het WIPO

IEF 95

BVIE: een afkorting om te onthouden

Het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (BVIE) is op 25 februari getekend. Daarmee is de tekst definitief vastgesteld. De volledige tekst van het verdrag, maar ook van het bijbehorende commentaar en het protocol privileges en immuniteiten is beschikbaar op de website van het BMB.

IEF 94

Keuringdienst van Reclames

NRC Handelsblad meldt dat bedrijven en reclamebureaus volgend jaar hun televisiespotjes en advertenties voorafgaand aan de campagnes kunnen laten toetsen door de stichting Reclame Code. Daarmee zouden ze dan kunnen voorkomen ze dat ze reclame na gegronde klachten voortijdig moeten stoppen.

Directeur Ancion van SRC. bespaart deze nieuwe dienst van de SRC ondernemingen en reclamebureaus gezichtsverlies en hoge advocatenkosten. Hij gaat er vanuit honderden aanvragen per jaar te zullen krijgen. Van de 3.000 klachten die vorige jaar zijn ingediend, werden er 2.000 afgewezen of geschikt.  1000 klachten leidden tot een procedure voor de RCC, die in 45 procent van de gevallen klagers helemaal of deels gelijk gaf. Adverteerders trokken veroordeelde reclame vrijwel altijd in. Het CGR kent overigens al enige tijd een vergelijkbare voorafgaande toetsing.

Hoe de Keuringdienst van Reclames om zal gaan met begrippen als 'goede smaak', 'het fatsoen' en 'niet nodeloos kwetsend.' is nog onbekend. Het wachten is bovendien op een keurmerkje of vignetje van de RCC waaraan de consument kan zien dat klagen geen zin meer heeft ('100% Code Conform', 'RCComform', 'Gekwetst? Klagen heeft geen zin!').

IEF 93

Pas op, achter je!

Door alle moties, intrekkingen en herformuleringen geen idee meer hoe het precies zit met het Europese softwareoctrooi? Terwijl het toch zo simpel is: het is gewoon één groot complot!

"Onder invloed van het octrooisysteem en lobbyisten uit de zakenwereld, staat de Europese Unie op het punt een gigantische vergissing te maken: om een wet aan te nemen die softwareoctrooien zou legaliseren.  Als dat gebeurt, dan zult u daarvoor moeten bloeden. De software-industrie in Europa zal ten prooi vallen aan afpersers zonder scrupules. U persoonlijk, uw huishouden, uw bedrijf, uw regering, iedereen." Op dezelfde site: octrooien zijn wapens!