IEF 21272
2 april 2025
Artikel

DeLex zoekt juridisch redactioneel stagiair voor juli 2025 t/m september 2025

 
IEF 22665
24 april 2025
Uitspraak

Geluidsopname niet meegewogen in wrakingsverzoek wegens bescherming privacy en portretrecht, verzoek afgewezen

 
IEF 22663
24 april 2025
Uitspraak

Hof bevestigt dat verzameling van productgegevens door Tracpartz geen databank vormt

 
IEF 78

Format geen éénlijnsprestatie

Auteursrecht / Formats: Rechtbank Amsterdam, 12 december 2005 (publ. 11/02/2005) Zaaknr. 282430/ H 04.0321, LJN: AS5802. Eerste aanleg, Jok Foe tegen BNN. Zaak over het format van het BNN programma "Op zoek naar aids." Eisers proberen nu eindelijk eens duidelijkheid te verkrijgen over de juridische status van tv-formats en vorderen voor recht te verklaren "dat de prestatie van eisers op één lijn te stellen is met prestaties die de bescherming van het intellectueel eigendomsrecht genieten, welke ertoe strekt om eisers de mogelijkheid te geven tot exploitatie van hun prestatie over te gaan en zich er tegen te verzetten dat hun prestatie zonder hun toestemming wordt verveelvoudigd en openbaar gemaakt."

 

Rechtbank gaat hier niet in mee: " Eisers doen geen beroep op enig auteursrecht dat hen met betrekking tot de programma-formule zou toekomen, zodat aangenomen moet worden dat de door eisers bedoelde creatieve c.q. originele keuzes niet er toe leiden dat sprake is van een werk in auteursrechtelijke zin. Er is dan sprake van een prestatie die niet op grond van zijn eigen en oorspronkelijk karakter voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt. Een dergelijke prestatie komt naar het oordeel van de rechtbank ook niet voor bescherming als zogenaamde éénlijnsprestatie in aanmerking uitsluitend omdat degene die de prestatie heeft geleverd daar in geld, tijd en energie heeft geïnvesteerd."   

 

Rechtbank vindt verder wel dat BNN programma in niet onaanzienlijke mate is ontleend aan de programmaformule van eisers, maar dat er geen omstandigheden zijn die - indien bewezen - aanleiding geven om af te wijken van de hoofdregel dat profiteren van andermans inspanning niet onrechtmatig is.

 

Lees>

IEF 77

Emergente Merken

Voor wie dacht dat met het merkenjargon met alle woord-, beeld-, kleur-, geur- en klankmerken wel zo'n beetje was uitgeput, introduceert Nauta-advocaat Olav Schmutzer in zijn in de nieuwste IER gepubliceerde artikel "Weigeren voor een hoger doel" de term Emergente Merken. Naar aanleiding van het Postkantoorcriterium stelt hij: "Het is misschien aardig om deze leer van het Hof met een verwijzing naar de metafysica aan te duiden als 'merken-emergentisme. Indien een samengesteld merk ontstijgt aan de haar delen en zo kan rekenen op de goedkeuring van het Hof, kan dan gesproken worden van een 'emergent merk'. Het is afwachten of de term beklijft, maar metafysicus Schmutzer laat in ieder geval zien dat het merkenrecht niet zo oppervlakkig is als door sommigen wel wordt aangenomen

IEF 76

Leve het merkenrecht!

Persbericht Sanoma Uitgevers: 'Het seniorenblad Vive Magazine, uitgegeven door TOPpers, moet vanaf het tweede nummer van 2005 haar naam wijzigen. Dit is de uitslag van het kort geding, dat was aangespannen door het vrouwenblad Viva, uitgegeven door Sanoma Uitgevers.
In het vonnis stelt de rechtbank dat de namen Viva en Vive te sterk op elkaar lijken. Tevens is onderkend dat Viva een sterk merk is met een grote naamsbekendheid en een groot onderscheidend vermogen. De rechtbank is daarom van mening dat Toppers met het tijdschrift Vive magazine ongerechtvaardigd voordeel trekt uit de op Viva gelijkende naam. Tevens staat Viva in haar recht op te treden tegen verwatering van haar merk.'
Hoofdredacteur Monique van Diessen van Vive Magazine in een reactie op bovenstaand bericht: 'Het zit toch ietsje anders in elkaar. De rechter heeft namelijk in haar vonnis gesteld dat er volgens haar geen verwarring zou kunnen ontstaan tussen Viva en Vive Magazine. De reden dat zij toch wil dat wij onze naam wijzigen is dat onze naam mogelijk zou kunnen leiden tot verwatering van het merk Viva. Wij mogen dus nog gewoon het eerste nummer uitbrengen onder de naam Vive Magazine en de door Sanoma geeiste schadevergoedingen zijn ook niet toegekend.'

 
IEF 75

Octrooirecht?

Ananova bericht dat "a Chinese man has patented his technique for growing his own wooden chairs. Mr Wu, from Shenyang City, Liaoning province, moulds branches into shape while the tree is still growing." Geen idee hoe het Chinese octrooirecht werkt, maar je kunt je afvragen of modellenrecht niet toepasselijker zou zijn. Of nog beter, kwerkersrecht.

src=

Mr Wu sits in his wooden chair / Lu Feng

Chinese man Mr Wu grows his own wooden chairs /Lu Feng

IEF 74

Inburgering merk in de gehele Benelux?

Over de vraag of een merk in de gehele Benelux moet zijn ingeburgerd of slechts in een (aanmerkelijk) deel, zijn de meningen verdeeld. Maar binnen afzienbare tijd komt hierop eindelijk een antwoord. Het Hof ’s-Gravenhage heeft namelijk hierover vragen gesteld aan het HvJ EG/BenGH. Dit alles is terug te vinden in het beroep dat is ingesteld tegen de weigering van het depot EUROPOLIS d.d. 27 januari 2005 (rekest nr. R98/474).

IEF 73

Nieuwe wetbundels voor Rechtbank Zwolle?

In een vonnis inzake een inbreuk op een handelsnaam en merkrecht van de onderneming Protect Eye door een oud-werknemer doet Rechtbank Zwolle een opmerkelijke uitspraak. 

In rechtsoverweging 3.6.3 overweegt de rechtbank “dat gedaagde heeft betwist dat hij inbreuk maakt op een merkrecht van Protect Eye. Hij heeft daartoe aangevoerd dat hij zijn naam niet gebruikt in het economisch verkeer.”. Volgens de rechtbank treft dit verweer doel, aangezien “voor een succesvol beroep op artikel 13A lid 1 aanhef en onder d BMW dient vast te staan dat er sprake is van gebruik in het economisch verkeer. Volgens vaste rechtspraak is daarvan sprake wanneer het gebruik van merk of teken plaatsvindt, anders dan met een uitsluitend wetenschappelijk doel in het kader van een bedrijf, van een beroep of enige andere niet in de particuliere sfeer verrichte activiteit, waarmee economisch voordeel wordt beoogd. Zoals hiervoor reeds is overwogen, is commercieel gebruik van de site of gebruik waarbij enig economisch voordeel wordt beoogd niet aannemelijk geworden. Het beroep van Protect Eye op artikel 13A lid 1 aanhef en onder d BMW gaat derhalve alleen om deze reden al niet op.”

Deze uitspraak van 22 september 2004 is op zijn minst opmerkelijk te noemen, aangezien het begrip “in het economisch” verkeer reeds sinds 1 januari 2004 niet meer terug te vinden is in artikel 13A lid 1 sub d BMW. Zo zie je maar, nooit bezuinigen op wetteksten. (voor de volledige uitspraak zie: LJN: AS5108, Rb. Zwolle, 100304 / KG ZA 04-358)

IEF 72

Handelsnaamrecht

Interessante uitspraak over 'licentie' van een handelsnaam. Een Amerikaanse onderneming geeft via haar Nederlandse dochter een bepaalde glaspolijsttechniek in licentie aan twee Nederlandse bedrijven, waarbij de één de techniek exclusief mag gebruiken in Noord-Nederland en de ander het exclusieve recht verkrijgt voor Zuid-Nederland (of dit mededingingsrechtelijk in de haak is wordt in het vonnis niet besproken).

De Noord-Nederlandse licentienemer gebruikt de handelsnaam 'Glasrenovatie Nederland' en 'licentieert' deze naam aan de Zuid-Nederlandse licentienemer. Na een paar jaar wordt de licentieovereenkomst tussen de Amerikaan en de beide Nederlandse bedrijven zo gewijzigd, dat beide niet-exclusieve licentienemers voor heel Nederland worden.

Probleem is uiteraard  dat beide ondernemingen nog steeds dezelfde naam hanteren, maar intussen concurrenten van elkaar geworden zijn...

De Noord-Nederlander ontbindt daarop de handelsnaamlicentie-overeenkomst en sommeert de Zuid-Nederlander het gebruik van de handelsnaam te staken.

De Voorzieningenrechter in Arnhem meent echter dat de licentieovereenkomst (die overigens geen opzegtermijn bevatte) niet zonder meer opgezegd kan worden, aangezien de Zuid-Nederlander inmiddels gedurende de licentie de nodige bekendheid en reputatie bij haar klanten en relaties heeft opgebouwd onder de naam Glasrenovatie Nederland; onmiddellijke wijziging van de handelsnaam zou de Zuid-Nederlander veel schade berokkenen.

De Voorzieningenrechter wijst de vordering van de Noord-Nederlander daarom af, en geeft hem mee dat hij alleen tegen financiele vergoeding de Zuid-Nederlander kan dwingen het handelsnaamgebruik te staken.

Lees hier het gehele vonnis.

IEF 71

Auteursrecht te koop

Shieldmark mag dan weer eens het nieuws hebben gehaald met  Maxima op merkentekoop.nl, maar ondertussen kun je op ebay al lang merken. domeinnamen en auteursrechten kopen en verkopen. Liefhebbers kunne nog vijf dagen bieden op  Kinky Friedmans "The Lone Star of David Flag".

Offered in this auction is the U.S. Copyright for the original combination of the Lone Star flag of Texas background and the Star of David,"The Lone Star of David Flag". This is U.S. Copyright #VAu-40-928 and can be verified on the CopyrightOffice website. This design was originally presented as a gift, sans copyright, in the form of a custom made flag to Kinky Friedman at a show at Rockefeller's night club in Houston in 1981. In February 1982 the designer of the flag, Paul Domsalla, copyrighted the original artwork & design with the Library of Congress (VAu-40-928). Mr. Friedman is now using the Lone Star of David flag design for the first time on caps, bumperstickers and on his website in his 2006 campaign to be Governor of Texas. The copyright can be transferred to the winning bidder through the Library of Congress upon receipt of the winning bid at the auctions end. Payment will be made by cashiers check from a major bank before transfer is completed. The winning bidder will receive a certified copy of the copyright and framed artwork shown in the photo. 10% of the winning bid price will be donated to a Tsunami Relief Fund. Mahalo and "Mozel Tov".

IEF 70

Polemiek Auteurscontractenrecht

Voor wie nooit verder komt dan de inhoudsopgave van de AMI: Dit artikel  van Dr. Kamiel Koelman uit de recente AMI-special over het rapport auteurscontractenrecht van Hugenholtz en Guibault is scherp van toon en zeer leesbaar. De aanbevelingen uit het rapport zijn volgens Koelman niet overtuigend, ongefundeerd en niet genoeg.  En kennelijk heeft de tijdgeest ook het auteursrechtendebat bereikt: alleen met meer dwang en ingrijpender maatregelen zou het nog wat kunnen worden, aldus Koelman.

IEF 69

Neemt het aantal IE-zaken toe of het aantal gepubliceerde uitspraken?

Merkenrecht: Rechtbank Den Haag, 8 februari 2005, KG 04/1431. Vitra tegen diverse gedaagden. Kort Geding. Diverse Eames merken (woord- en vormmerken). Rechtbank verklaart zich onbevoegd, omdat geen van de door Vitra ingeroepen bevoegdheidsgronden de bevoegdheid schept maatregelen te treffen buiten het grondgebied van Nederland resp. de Benelux.

Van het aanbieden als voormeld in de Benelux van artikelen op een website op het internet is bovendien  slechts sprake indien het gaat om een website die door woord en inhoud onmiskenbaar mede op het publiek van de Benelux is gericht. Of dat geval zich voordoet zal in de regel afhangen van een combinatie van factoren. Eén van die factoren is de toegankelijkheid van de website vanuit de Benelux.

Die toegankelijkheid alleen is evenwel onvoldoende om tot onmiskenbare gerichtheid van de website op (mede) het publiek in de Benelux te concluderen. Daarvoor moeten verdere aanwijzingen voorhanden zijn, waarbij gedacht kan worden aan (bij voorbeeld) de taal van de website en de aard van de domeinnaam (.com of .nl, .be of .lux).

Kunstexceptie: Rb. Den Haag, 27 januari 2005. Rappers tegen Hirsi Ali. Zaken. Rb. Veroordeelt twee makers van het rapnummer waarin het kamerlid Hirsi Ali wordt bedreigd, tot werkstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf. Het verweer dat hier zou gaan om een artistieke expressie die valt onder de vrijheid van meningsuiting wordt verworpen. De makers hebben met het nummer de ter bescherming van derden geldende grens van artistieke expressie ver overschreden.

Portretrecht: Rechtbank Amsterdam, 27 januari 2005, 305329 / KG 04-2581 Eiser tegen Parool. Het Parool heeft een foto van eiser geplaatst als illustratie bij een artikel dat - kort gezegd - gaat over seropositieve homo's en hun onveilige vrijgedrag. Geoordeeld is dat Het Parool hiermee inbreuk heeft gemaakt op het portretrecht van eiser. Het Parool wordt veroordeeld tot het betalen van € 2.500,- aan immateriële schadevergoeding. 

Reclamerecht / Merkenrecht: Rb. Amsterdam, 13 januari 2005, rolnummer KG 05/55 SR, McDonald´s tegen Burger King. Ronald McDonald koopt Big King bij Burger King: Belachelijkmakend karakter van reclame redt belachelijk gedeponeerd merk. 

Verweer van Burger dat getoonde clown onvoldoende verwantschap vertoont met McDonald´s Ronald McDonald treft doel: hoewel het volkomen evident is dat de gebruikte clown Ronald McDonald moet voorstellen vertoont hij onvoldoende verwantschap met het door McDonald gedeponeerde zwartwit beeldmerk (onder andere omdat de opvallende jumpsuit onder een regenjas verborgen blijft).

Impliciete vergelijkende reclame, ongeoorloofd omdat McDonald´s in de reclame belachelijk wordt gemaakt. Verweer dat McDonald´s het onderzoekrapport van Burger King zodanig laat heeft ontvangen dat zij geen tegenonderzoek meer kon verrichten, wordt niet gehonoreerd, aangezien zij voorbereid had moeten zijn op een dergelijk rapport. Onderzoek Burger King voldoet aan eisen.

Merkenrecht: Hof Den Bosch, 1 februari 2005, rolnr. C0301139/HE, Djasai tegen Kuijper. Woordmerk MAXIMAalORANJEFAN tegen beeldmerk 'Maximaal Oranje'. Hof verklaart inschrijving beeldmerk nietig. Kent geen betekenis toe aan het ontbreken van spaties en het gebruik van  onderkast en kapitalen: het is tenslotte een woordmerk.

Modellenrecht. Vzngr. Rb, Den Haag, 7 januari 2005, rolnr. KG 04/1369. Starform  tegen Time Out Holland. Beroep op het niet-ingeschreven gemeenschapsmodel word gehonoreerd.

Auteursrecht: Rb. Alkmaar, 3 februari 2005, KG nummer: 453/2004. Right/Repusel tegen Service Best. Caravanspiegel eiser is, zoals bijna alles, een auteursrechtelijk beschermd werk (ondanks het overwegend technische en functionele karakter).

Reclamerecht: Gerechtshof Arnhem, 18 januari 2005, 04/734. Kwik-Fit tegen Peugeot Nederland. Hoger beroep kort geding. Onrechtmatige vergelijkende reclame van Kwik-Fit, waarbij wordt verwezen naar onderhoudsbeurten aan Peugeot-voertuigen. Hof is van oordeel dat van de door Peugeot aangevoerde drie verschillen tussen haar C-controle met APK-keuring en de grote beurt met APK-keuring van Kwik-Fit aldus maar één verschil aannemelijk is geworden. Dit ene verschil brengt niet met zich mee dat de door Kwik-Fit gebezigde individuele vergelijkende reclame ongeoorloofd is, omdat aldus geen diensten zouden worden vergeleken die in dezelfde behoeften voorzien of voor hetzelfde doel zijn bestemd. Vergelijkende reclame is ook toegestaan als de vergeleken producten niet volstrekt identiek zijn.

Modellenrecht / Auteursrecht: Vzngr. Rechtbank Arnhem, 17 12 2004, zaaknr. 119437. Kort geding. The Sting tegen Sphere. The Sting heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat de in het geding zijnde kledingstukken voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen en heeft onweersproken gesteld en voldoende aannemelijk gemaakt dat haar kledingstukken zijn beschermd als niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel.

Modellenrecht: Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 10 december 2004, zaaknr. 119058. Hesselmans – Zimex. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter heeft Hesselmans onvoldoende aannemelijk gemaakt dat Zimex de handgreep voor lijkkisten heeft nagebootst. Daarbij is van belang dat het op zichzelf, gelet op de punten van overeenstemming tussen de De Duwel-greep en de Zimex-greep, niet onaannemelijk is dat de Zimex-greep door Zimex, zoals zij, stelt zelfstandig is ontworpen als één van meerdere varianten op de Duwel-greep. 

Merkenrecht: Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 22 december 2004, rolnr. 119682. Kort geding. Distributieovereenkomst.

Wolsky Products (WP) verkoopt producten van derden onder de naam WP Suspension.  WP Suspension heeft onder meer twee verklaringen overgelegd van kopers die na de tussentijdse opzegging van de distributieovereenkomst door WP Suspension. De twee kopers hebben de door hen gekochte veren bij WP Suspension afgeleverd. WP Suspension stelt vervolgens te hebben vastgesteld dat het geen producten van WP Suspension betreft, terwijl ze wel in verpakkingen van WP Suspension zitten. De vraag of deze zware beschuldiging van WP aan het adres van Wolsky Products, die op zichzelf de tussentijdse beëindiging van de overeenkomst zonder meer zou rechtvaardigen, voldoende aannemelijk is gemaakt beantwoordt de vzngr. echter ontkennend.

Merkenrecht: Hof Den Haag, Beschikking, 27 januari 2005, rekestnr. R98/474. Bovemij Verzekeringen tegen BMB Woordmerk EUROPOLIS. Prejudiciële vragen aan het HvJ en het BenGH:

BenGH: Nadere uitleg 'Langs Vlaams Wegen: Omvang van de term "gegevens" in r.o. 11 van genoemd arrest? Kan een verzoeker die zich op inburgering beroept aanvullend bewijsmateriaal indienen tijdens de verzoekschriftprocedure ex artikel 6ter BMW, of  tellen in de procedure slechts die stukken mee die in de inschrijvingsprocedure zijn overlegd?

HvJ: Territoriale omvang inburgering?  Moet artikel 3, lid 3 Merkenrichtlijn zo worden uitgelegd dat een teken voor het verkrijgen van onderscheidend vermogen door gebruik voor het depot moet zijn ingeburgerd in de gehele Benelux? En als dit niet is vereist: volstaat een aanmerkelijk deel van de Benelux, bijvoorbeeld alleen Nederland?

-Moet bij de beoordeling van inburgering van een uit een of meer worden van een officiële taal binnen het grondgebied van een lidstaat (of zoals i.c. de Benlux) rekening worden gehouden met de taalgebieden binnen dat gebied?