IEF 22155
25 juli 2024
Uitspraak

Boska kaasschaven niet auteursrechtelijk beschermd

 
IEF 22153
25 juli 2024
Uitspraak

Vorderingen EUR tegen platform Studeersnel afgewezen

 
IEF 22152
25 juli 2024
Uitspraak

Verzoek om schorsende werking afgewezen

 
IEF 18497

Handelsnaam Eco Board Company in strijd met ECOBoard International en leidt tot verwarring

Rechtbank Gelderland 21 mei 2019, IEF 18497; ECLI:NL:RBGEL:2019:2216 (ECOBoard International tegen Eco Board Company), https://ie-forum.nl/artikelen/handelsnaam-eco-board-company-in-strijd-met-ecoboard-international-en-leidt-tot-verwarring

Rechtbank Gelderland 21 mei 2019, IEF 18497; ECLI:NL:RBGEL:2019:2216 (ECOBoard International tegen Eco Board Company) Handelsnaamrecht. Aangevallen handelsnaam in strijd met artikel 5 Handelsnaamwet. ECOBoard International houdt zich bezig met internationale verkoop van ecologische vezelplaten (‘biobased plaatmateriaal’). Zij maakt gebruik van de websites www.ecoboardinternational.com en www.eco-boards.eu. Ter aanduiding van het plaatmateriaal gebruikt ECOBoard International de termen eco-boards of ecoboard. Eco Board Company richt zich ook op (onder meer) de internationale verkoop van biobased plaatmateriaal. Zij beheert de website www.ecoboardcompany.com. ECOBoard International verzoekt Eco Board Company om de handelsnamen en de domeinnaam www.ecoboardinternational.com te wijzigen zodat daarin in elk geval de woorden "ECOBoard” en “Eco Board” niet voorkomen. Eco Board Company slaagt er niet in aan te tonen dat de handelsnaam afwijkt van die van ECOBoard International en verwarring bij het publiek tussen de ondernemingen te duchten is.

IEF 18496

Reclames huidcrème Lidl zijn misleidend én maken inbreuk op merkrechten La Prairie

Rechtbanken 31 mei 2019, IEF 18496; ECLI:NL:RBAMS:2019:3868 (La Prairie tegen Lidl), https://ie-forum.nl/artikelen/reclames-huidcr-me-lidl-zijn-misleidend-n-maken-inbreuk-op-merkrechten-la-prairie

Vzr. Rechtbank Amsterdam 31 mei 2019, IEF 18496; RB 3317, ECLI:RBAMS:2019:3868 (La Prairie tegen Lidl) Reclamerecht. Merkenrecht. Vergelijkende reclame. La Prairie biedt huidverzorgingsproducten aan, en is in deze hoedanigheid houdster van het internationale woordmerk ‘La Prairie’. Lidl is een levensmiddelenbedrijf, en heeft gestunt met soortgelijke huidverzorgingsproducten, waarbij La Prairie herhaaldelijk werd aangehaald. La Prairie vordert nu elk gebruik van het merk door Lidl te verbieden, en elke vergelijking in de reclames te verbieden. Lidl slaagt er niet in aan te tonen dat de gegevens in haar reclame juist zijn, nu slechts deels dezelfde ingrediënten worden gebruikt, en de resultaten van het gebruik ook zullen verschillen, terwijl in de reclame de indruk wordt gewekt dat deze gelijk zullen zijn. Daarnaast heeft Lidl een sub c inbreuk gemaakt op de merkrechten van La Prairie, nu Lidl heeft geprofiteerd van de reputatie van dit merk. Lidl wordt veroordeeld gebruik van de term La Prairie te staken en eerder gebruik te rectificeren.

IEF 18495

Uitspraak ingezonden door Rogier de Vrey, CMS.

Persoonlijk stempel op logo en woord Mayvinci niet gemotiveerd betwist

Rechtbank Gelderland 28 mei 2019, IEF 18495; ECLI:NL:RBGEL:2019:3092 (Bigfoot tegen Ayanmo), https://ie-forum.nl/artikelen/persoonlijk-stempel-op-logo-en-woord-mayvinci-niet-gemotiveerd-betwist

Vzr. Rechtbank Gelderland 28 mei 2019, IEF 18495; ECLI:NL:RBGEL:2019:3092 (Bigfoot tegen Ayanmo) Kort geding. Bigfoot is een Qatarese onderneming in coatingtechnologie onder de merknaam 'Mayvinci´ voor (exclusieve) auto's, luxe motorjachten en privéjets. Het bedrijf Van Leeuwen SCC houdt zich onder meer bezig met de reparatie en het slepen van auto´s. Bigfoot en Van Leeuwen SCC hebben een exclusieve distributieovereenkomst gesloten. Gedaagde Ayanmo houdt zich bezig met de in- en verkoop van auto's, en is houdster van het Benelux woordmerk Mayvinci. Het auteursrecht op het logo en het woord Mayvinci komen op grond van artikel 8 Aw toe aan Bigfoot. Ayanmo heeft niet gemotiveerd betwist dat het logo en het woord Mayvinci werken zijn die een eigen oorspronkelijk karakter bezitten en het persoonlijk stempel van de maker dragen. Bovendien heeft Ayanmo op geen enkele wijze gesteld, dat iemand anders dan Bigfoot het logo en het woord Mayvinci heeft ontworpen/bedacht.

IEF 18494

EN-S Sports hoeft Van Caem Sports niet te vrijwaren nu er gebrek is aan overtuigend bewijs

Rechtbanken 20 mrt 2019, IEF 18494; ECLI:NL:RBDHA:2019:2683 (Van Caem Sports tegen EN-S Sports), https://ie-forum.nl/artikelen/en-s-sports-hoeft-van-caem-sports-niet-te-vrijwaren-nu-er-gebrek-is-aan-overtuigend-bewijs

Rechtbank Den Haag 20 maart 2019, IEF 18494; ECLI:NL:RBDHA:2019:2683 (Van Caem Sports tegen EN-S Sports) Vrijwaringszaak. Hier spelen twee zaken. In beide zaken ligt de vraag voor of EN-S Sports is gehouden Van Caem Sports te vrijwaren omdat zij schoenen heeft geleverd aan Van Caem onder een garantie-verplichting. Van Caem is er niet in geslaagd te bewijzen dat EN-S Sports gehouden is haar te vrijwaren, omdat zij onvoldoende (overtuigend) bewijs heeft aangeboden. De rechtbank wijst de vorderingen van Van Caem daarom af.

IEF 18493

Uitspraak ingezonden door Yves Janssen, Huver Advocaten

Mobiele inklapbare sanitaire inrichting is niet inventief

Hof Den Haag 28 apr 2019, IEF 18493; ECLI:NL:GHDHA:2019:1182 (MSS tegen TWT), https://ie-forum.nl/artikelen/mobiele-inklapbare-sanitaire-inrichting-is-niet-inventief

Hof Den Haag 28 mei 2019, IEF 18493; ECLI:NL:GHDHA:2019:1182 (MSS tegen TWT) Octrooi. Kort geding. De MSS-groep houdt zich bezig met het leveren van mobiele sanitaire oplossingen voor (grote) evenementen. MSS is houdster van het Europese octrooi EP 2 780 515 met als titel “Mobile sanitary unit for accommodating at least three sanitary facilities”. De vorderingen van MSS in eerste aanleg strekten samengevat tot een verbod aan TWT om inbreuk te maken op de conclusies 1 t/m 3 en 5 t/m 15 van EP 515 (in alle landen waarin dit octrooi van kracht is), een recall, rectificaties, en overlegging van diverse gegevens betreffende ontwerp, productie en exploitatie van de volgens MSS inbreukmakende inrichting van TWT. De voorzieningenrechter wees de vorderingen af [IEF 16998]. Het verweer van TWT houdt onder meer in dat het octrooi nietig is wegens gebrek aan inventiviteit. Het hof bekrachtigt het bestreden vonnis. Er bestaat een serieuze, niet te verwaarlozen kans bestaat dat het octrooi in (een) bodemprocedure(s) nietig zal worden geoordeeld. De gevraagde voorzieningen, die alle strekken tot handhaving van het octrooi, zijn om die reden niet toewijsbaar. Voor nadere bewijslevering is in het kader van dit kort geding geen plaats.

IEF 18491

Debat over Europees uploadfilter

YouTube-serie De snijtafel (VPRO) gaat offline! Debatcentrum De Balie in Amsterdam organiseert elke eerste donderdag van de maand een feestelijke première van de nieuwe aflevering met aansluitend debat. We gaan verder waar de aflevering normaal gesproken stopt en nodigen een deskundig duo uit om de besneden bron te verdedigen en gaan in discussie met de zaal.

IEF 18490

Calvin Klein maakt geen inbreuk op IE-rechten Diesel

Rechtbanken 27 mei 2019, IEF 18490; ECLI:NL:RBDHA:2019:5189 (Diesel tegen Calvin Klein), https://ie-forum.nl/artikelen/calvin-klein-maakt-geen-inbreuk-op-ie-rechten-diesel

Rechtbank Den Haag 22 mei 2019, IEF 18490, IEFbe 2889; ECLI:NL:RBDHA:2019:5189 (Diesel tegen Calvin Klein) Merkenrecht. Auteursrecht. Vernietiging inschrijving. Inbreuk. Diesel is een onderneming die zich bezig houdt met casual kleding, waaronder jeans. In hun collecties zit standaard het 5-pocketmodel. Bij dit model wordt op de zogenoemde ‘coin pocket’ een label met woord-/beeldmerk van Diesel aangebracht (hierna: het positiemerk). Calvin Klein is eveneens een modeconcern dat jeans voorziet van een label op de coin pocket. Diesel stelt dat dit een inbreuk is op haar merk- en auteursrechten. In reconventie vordert Calvin Klein nietigverklaring van het positiemerk. Deze vordering slaagt nu het positiemerk van huis uit het vereiste onderscheidend vermogen mist, en ook inburgering niet overtuigend bewezen kan worden. Voor zover de plaatsing van het merk als een 'werk' in de zin van de auteurswet moet worden aangemerkt, zijn er te veel verschillen om te kunnen spreken van overeenstemmende totaalindrukken. De vorderingen van Diesel worden dus afgewezen. Het positiemerk wordt nietig verklaard, en Diesel wordt veroordeeld in de proceskosten.

IEF 18489

Registratiedossier geneesmiddel is geen databank

Rechtbank Midden-Nederland 14 mei 2019, IEF 18489; ECLI:NL:RBMNE:2019:2221 (X tegen CBG), https://ie-forum.nl/artikelen/registratiedossier-geneesmiddel-is-geen-databank

Rechtbank Midden-Nederland 14 mei 2019, IEF 18489, LS&R 1711; ECLI:NL:RBMNE:2019:2221 (X tegen CBG) Wob. Auteurswet. Geneesmiddelenwet. Databankenwet. Derde-partij heeft verweerder verzocht om openbaarmaking van het registratiedossier van geneesmiddel Y. Eiseres verzet zich hiertegen en voert aan dat verweerder openbaarmaking van het registratiedossier integraal had moeten weigeren, omdat er rechten van intellectuele eigendom op rusten en Auteurswet (Aw), Databankenwet (Dw) en Geneesmiddelenwet (Gmw) een uitputtende openbaarmakingsregeling bevatten die aan openbaarmaking op grond van de Wob in de weg staan. De Geneesmiddelenwet en Auteurswet bevatten geen uitputtende openbaarmakingsregeling. Het registratiedossier is geen databank. CBG heeft artikel 10, lid 2, g, van de Wob juist toegepast door alleen de wetenschappelijke conclusies van de vergunninghouder in het registratiedossier bij de aanvraag van de handelsvergunning niet openbaar te maken. Geen integrale geheimhouding van het registratiedossier. Onevenredige benadeling bij gedeeltelijke openbaarmaking van het registratiedossier (bibliografische aanvraag) is niet aannemelijk.

IEF 18488

Bewijs uitputting Philipp Plein-merk mag nog geleverd worden

Rechtbank Den Haag 15 mei 2019, IEF 18488; ECLI:NL:RBDHA:2019:4895 (Philipp Plein tegen kledingwinkel), https://ie-forum.nl/artikelen/bewijs-uitputting-philipp-plein-merk-mag-nog-geleverd-worden

Rechtbank Den Haag, 15 mei 2019, IEF 18488; ECLI:NL:RBDHA:2019:4895 (Philipp Plein tegen kledingwinkel) Intellectueel Eigendom. Inbreuk op Uniemerk? Philipp Plein is een Duitse modeontwerper. Onder eigen naam brengt hij kleding op de markt, veelal bewerkt met doodshoofden, exotische leersoorten en biker-elementen. Gedaagde exploiteert twee gelijknamige kleding- en schoenenwinkels. Phipp Plein stelt dat gedaagde inbreuk maakt op Uniewoordmerk “PHILIPP PLEIN” door de verkoop van counterfeit producten. Gedaagde voert in reconventie aan dat het beslag onrechtmatig is omdat twee Italiaanse medewerkers van Philipp Plein aanwezig waren bij de beslaglegging terwijl de voorzieningenrechter daartoe geen toestemming heeft gegeven en daartoe geen noodzaak bestond. Beslissing wordt aangehouden. Gedaagde mag bewijs van zijn stelling leveren dat de producten door of met toestemming van Philipp Plein in de EER in het verkeer zijn gebracht.