IEF 22155
25 juli 2024
Uitspraak

Boska kaasschaven niet auteursrechtelijk beschermd

 
IEF 22153
25 juli 2024
Uitspraak

Vorderingen EUR tegen platform Studeersnel afgewezen

 
IEF 22152
25 juli 2024
Uitspraak

Verzoek om schorsende werking afgewezen

 
IEF 17688

Uitspraak ingezonden Paul Kreijger en Jacqueline Schaap, Visser Schaap & Kreijger, Bart van der Wiel en Thijs van Aerde, Houthoff.

HR: In stand houden van onrechtmatige wetgeving door onjuiste implementatie Databankenrichtlijn

Hoge Raad 4 mei 2018, IEF 17688; ECLI:NL:HR:2018:677 (TMG tegen Staat der Nederlanden), https://ie-forum.nl/artikelen/hr-in-stand-houden-van-onrechtmatige-wetgeving-door-onjuiste-implementatie-databankenrichtlijn

HR 4 mei 2018, IEF 17688; ECLI:NL:HR:2018:677 (TMG tegen Staat der Nederlanden) Verjaring. Vordering tot schadevergoeding wegens onrechtmatige wetgeving (onjuiste implementatie Databankenrichtlijn). Aanvang korte verjaringstermijn art. 3:310 lid 1 BW. Onbekendheid met of onzekerheid over juridische beoordeling; grond voor later aanvangsmoment?  Het hof heeft miskend dat niet alleen het invoeren, maar ook het in stand houden van onrechtmatige wetgeving een onrechtmatige daad vormt. Dit onderdeel is gegrond. Verjaring van voortdurende onrechtmatige daad. Vernietiging van Hof Den Haag [IEF 16276], verwijzing naar Hof Amsterdam.

IEF 17687

Geen rectificatie van artikel over zaaddonor die zwijgt over Asperger

Rechtbank Amsterdam 21 mrt 2018, IEF 17687; ECLI:NL:RBAMS:2018:1543 (eiser tegen De Persgroep), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-rectificatie-van-artikel-over-zaaddonor-die-zwijgt-over-asperger

Rechtbank Amsterdam 21 maart 2018, IEF 17687 ; ECLI:NL:RBAMS:2018:1543 (eiser tegen De Persgroep) Onrechtmatige perspublicatie artikel in het AD en op haar website. Niet onrechtmatig jegens eiser. Dat eiser als spermadonor verzwijgt dat bij hem de diagnose Asperger is gesteld is een maatschappelijke misstand. Zie eerder de afgewezen klacht bij de RvdJ [2011/78]. Bij eiser is in 2008 de diagnose ‘syndroom van Asperger’ gesteld en biedt via internet aan als zaaddonor te fungeren en gebruikt daarbij afwisselend zijn drie officiële voornamen. AD publiceert artikelen (2011) met als titel: “Zaaddonor (30) zwijgt over ziekte” en "Asperger-patiënt [eiser] heeft zeker twintig donorkinderen". Hoewel onduidelijk is in welke mate het syndroom van Asperger enige erfelijke component kent. De blote betwisting van eiser is onvoldoende om dit te ontkrachten. Nu deze informatie voor wensmoeders echter wel relevant is, is sprake van een misstand waaraan de Persgroep c.s. in beginsel aandacht heeft mogen besteden. Vordering tot rectificatie wordt afgewezen.

Misstand?
4.9. Vaststaat dat [eiser] in zijn gesprekken met wensmoeders niet – althans niet altijd – heeft verteld dat bij hem de diagnose syndroom van Asperger is gesteld. Dit strookt ook met zijn standpunt dat hij vindt dat deze informatie niet behoeft te worden gedeeld met de wensmoeders. Nu, zoals hiervoor reeds is overwogen, deze informatie voor wensmoeders echter wel relevant is, is sprake van een misstand waaraan de Persgroep c.s. in beginsel aandacht heeft mogen besteden in het kader van haar taak informatie en ideeën van publiek belang te verspreiden en haar vitale rol van publieke waakhond te spelen. Dit is slechts anders, indien in dit geval het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer van [eiser] zwaarder zou moeten wegen. Ter beantwoording van die vraag wordt het volgende overwogen.

4.15. De conclusie is dan ook dat de inhoud van de publicaties voldoende steun in het ten tijde van de publicatie beschikbare feitenmateriaal vindt. Voor zover al van enige feitelijke onjuistheid in de publicaties sprake zou zijn, is die niet van zodanige aard dat daarmee de belangenafweging in dit geval in het voordeel van [eiser] zou moeten uitvallen.

Wederhoor?
4.16. Ten aanzien van het betoog van [eiser] dat geen deugdelijke wederhoor heeft plaatsgevonden, wordt het volgende overwogen. Vaststaat dat voorafgaand aan de publicaties een telefoongesprek heeft plaatsgevonden tussen de journalist van het AD en [eiser] . In dat telefoongesprek is [eiser] gehoord. Dat, zoals [eiser] stelt, afgesproken zou zijn dat hij ook nog voorafgaand aan de publicatie(s) inzage zou hebben in het artikel, heeft de Persgroep c.s. betwist en heeft [eiser] niet voldoende onderbouwd. Maar ook als dat anders was, wordt bij gebrek aan belang geen gevolg gegeven aan het bewijsaanbod dat [eiser] ter gelegenheid van de comparitie ten aanzien van dit geschilpunt heeft gedaan. De rechtbank acht het, gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen, namelijk niet waarschijnlijk dat [eiser] de Persgroep c.s. ervan had kunnen overtuigen dat haar voorgenomen publicaties zó onjuist waren dat die publicaties achterwege dienden te blijven of minst genomen anders moesten worden geredigeerd. De situatie zou dus niet anders zijn geweest, indien [eiser] de concepttekst had kunnen inzien. Een eventueel verzuim op dit punt kan daarom niet tot de gevolgtrekking leiden dat de Persgroep c.s. onrechtmatig jegens [eiser] heeft gehandeld.

Mate van inbreuk
4.17. [eiser] is door de opgenomen afbeelding waarbij zijn ogen en een groot deel van zijn gezicht door middel van blokjes zijn afgeschermd, slechts in kleine kring herkenbaar. De Persgroep c.s. heeft ter zitting naar voren gebracht dat [eiser] bij het boodschappen doen in de supermarkt niet zal worden herkend. [eiser] heeft dit niet betwist. Wel zal hij - in overeenstemming met een van de doelen die de Persgroep c.s. met de publicaties heeft gehad - door de combinatie van zijn op internet gebruikte namen, woonplaats en leeftijd worden herkend door de wensmoeders die met hem in contact zijn getreden en bij wie de inseminatie al heeft plaatsgevonden, respectievelijk die nog overwegen tot inseminatie over te gaan. De rechtbank acht deze herkenbaarheid in kleine kring een beperkte inbreuk op de privacy van [eiser] . Bovendien weegt het maatschappelijk belang dat met de publicaties is gediend - in het bijzonder het waarschuwend effect op de wensmoeders - in dit geval zwaarder.

4.18. Ten overvloede wordt nog overwogen dat de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting niet van toepassing is op de pers. [eiser] doet dan ook tevergeefs een beroep op de daarin opgenomen waarborgen ter bescherming van de privacy van een zaaddonor.

IEF 17686

Bijdrage ingezonden door Hayke Veldman, Tweede Kamerfractie VVD.

Hayke Veldman - Reactie op opiniestuk Vrendenbarg

Hayke Veldman, Reactie op opiniestuk Vrendenbarg, MKB´er met bedrijfsgeheimen juist beter beschermd, IEF 17686. Op IE-Forum [IEF 17651] werd eerder door Charlotte Vrendenbarg een amendement van mijn hand op de wet bescherming bedrijfsgeheimen bekritiseerd. Kritiek staat uiteraard iedereen vrij, maar in dit geval werd een verkeerd beeld geschetst van de positie van het MKB. Als VVD’er ligt het MKB mij nauw aan het hart. Ik ben daarom blij dat deze dit platform me de gelegenheid geeft om de zaak recht te zetten.

Mevrouw Vrendenbarg gaat in op mijn amendement dat redelijke en evenredige proceskostenvergoeding regelt bij een rechtszaak over bedrijfsgeheimen. Bedrijven kunnen geconfronteerd worden met concurrenten die er met hun waardevolle informatie vandoor gaan. De gang naar de rechter is dan cruciaal om hun ideeën en producten te beschermen. Een rechtszaak kost echter geld en iemand zal voor die rekening moeten opdraaien. De wet ging voor die vergoeding eerst uit van het zogeheten liquidatietarief. Dit tarief is lager dan de gebruikelijke proceskosten in het intellectuele eigendomsrecht. Daardoor bleef de partij die een rechtszaak won alsnog met een deel van de advocaatkosten zitten. Kleine bedrijven kunnen die kosten maar moeilijk dragen en daarom zou het voor grotere bedrijven makkelijk zijn om hun kleinere concurrenten in de rechtszaal af te troeven. Dat is een onwenselijke situatie. Zelfs een gewonnen rechtszaak kost de MKB-ondernemer zo geld; geld wat in een klein bedrijf niet zomaar op de plank ligt.

IEF 17685

Geen aantasting van de nagedachtenis van betrokkene met BNN-VARA-documentaire over stalking

Rechtbank Amsterdam 16 apr 2018, IEF 17685; ECLI:NL:RBAMS:2018:2955 (eiseres tegen Halal Docs en BNN-Vara), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-aantasting-van-de-nagedachtenis-van-betrokkene-met-bnn-vara-documentaire-over-stalking

Vzr. Rechtbank Amsterdam 16 april 2018, IEF 17685; ECLI:NL:RBAMS:2018:2955 (eiseres tegen Halal Docs en BNN-Vara) Onrechtmatige perspublicatie. Verbod uitzending (deel) documentaire. Aantasting van de nagedachtenis van betrokkene. Halal Docs heeft een documentaire gemaakt over wijlen betrokkene die door de strafrechter is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor stalking. Eiseres, moeder van de overleden man, vindt dat haar zoon eenzijdig negatief in beeld wordt gebracht en vordert verwijdering van de beelden van de arrestatie; de beelden waarin de suggestie ligt dat hij X zal vermoorden; de beelden die zonder toestemming van de familie op de uitvaart zijn gemaakt; en de beelden waarin portretrecht wordt geschonden. Van aantasting in de persoon of schaden eer of goede naam van moeder is onvoldoende gebleken. Betrokkene heeft kennelijk op enig moment ingestemd met het opnemen van bewegende beelden van hem ten behoeve van de film. De arrestatiescène stelt betrokkenen niet ten onrechte in een negatief daglicht. De afweging tussen de belangen van betrokkene, ware hij nog in leven geweest, en die van Halal Docs c.s. leidt ertoe dat een beperking van de uitingsvrijheid niet gerechtvaardigd zou zijn geweest (ex artikel 6:106, eerste lid, onder c BW). Daaruit volgt dat eiseres zich niet op die grond kan verzetten tegen de uitzending.

IEF 17681

Uitspraak ingezonden door Rutger van Rompaey, IP-Atelier.

Uitlatingen FNV over loon en krakkemikkige stoelen vinden geen steun in feiten

Hof Arnhem-Leeuwarden 1 mei 2018, IEF 17681; (Osseveld en Zevenhuizen Have tegen FNV), https://ie-forum.nl/artikelen/uitlatingen-fnv-over-loon-en-krakkemikkige-stoelen-vinden-geen-steun-in-feiten

Hof Arnhem-Leeuwarden 1 mei 2018, IEF 17681 (Osseveld en Zevenhuizen Have tegen FNV) Onrechtmatige publicatie. Arrest in kort geding. FNV verwijt dat medewerkers van Ten Have c.s. niet het cao-loon krijgen dat zij verdienen. Uit de door FNV overlegde producties blijkt niet dat haar uitlatingen ter zake voldoende steun vinden in het ten tijde van de publicaties beschikbare feitenmateriaal. Ook indien met FNV moet worden aan aangenomen dat een medewerker na één jaar dient door te stromen, is er geen misstand die de in de publicaties gebezigde kwalificaties rechtvaardigt. Het tweede verwijt van FNV is dat Ten Have c.s. verouderde en krakkemikkige stoelen heeft. Ten Have c.s. heeft het gemaakte verwijt gemotiveerd weersproken en aangevoerd dat de stoelen voldeden aan de geldende Arbo normen. Dat de uitlating in de flyer voldoende steun vindt in het ten tijde van de publicatie beschikbare feitenmateriaal is derhalve ook in hoger beroep niet komen vast te staan. Het hof bekrachtigt het vonnis [IEF 16034] waarvan beroep.

IEF 17680

Conclusie AG: Debranding en rebranding is geen merkgebruik

HvJ EU 26 apr 2018, IEF 17680; ECLI:EU:C:2018:292 (Mitsubishi tegen Duma c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-ag-debranding-en-rebranding-is-geen-merkgebruik

Conclusie AG HvJ EU 26 april 2018, IEF ; IEFbe (Mitsubishi tegen Duma c.s.) Parallelimport, Debranding, Rebranding, marktpraktijken, vergoeding. Conclusie AG:

Vormt geen gebruik van een merk in de zin van artikel 5 van [UniemerkRl], de verwijdering, door een derde, zonder de toestemming van de merkhouder, van de op waren aangebrachte tekens wanneer:
– die waren niet eerder zijn verhandeld in de Europese Economische Ruimte, aangezien zij zijn geplaatst onder douane-entrepot, tijdens hetwelk zij wijzigingen hebben ondergaan om ze in overeenstemming te brengen met de technische voorschriften van de Unie; en
– de tekens zijn verwijderd met het oog op de invoer of het in de handel brengen van die waren in de Europese Economische Ruimte onder een (nieuw) merk, dat verschilt van het oorspronkelijke merk.

IEF 17683

Geen afzonderlijke vergoeding van websitebouwer voor hyperlink naar gebouwde sites waar auteursrechtinbreuk is gepleegd

Hof Arnhem-Leeuwarden 1 mei 2018, IEF 17683; ECLI:NL:GHARL:2018:4083 (Demalux Dakkapellen tegen Teun.pro), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-afzonderlijke-vergoeding-van-websitebouwer-voor-hyperlink-naar-gebouwde-sites-waar-auteursrecht

Hof Arnhem-Leeuwarden 1 mei 2018, IEF 17683; ECLI:NL:GHARL:2018:4083 (Demalux Dakkapellen tegen Teun.pro) Auteursrecht. Hyperlink Demalux drijft een onderneming, gericht op het ontwerpen en installeren van dakkappellen. Teun.pro bouwt websites, waaronder een voor Prefab en Dakkapelservice. Op beide websites zijn foto's van dakkappellen geplaatst die een fotograaf in opdracht van Demalux zijn gemaakt. Op een van de aanklikpagina's van Teun.pro is een link naar de door haar gebouwde websites te zien, waaronder een kleine foto van een dakkapel. De kantonrechter heeft - met toepassing van de tarievenlijst van stichting Foto Anoniem de vordering tegen Prefab toegewezen (€656,00) en tegen Teun.pro een bedrag van €166,80 voor afbeelding het formaat 50*75 pixels op een site met een internationale domeinnaam op niveau drie. Er bestaan geen termen om Teun.pro te veroordelen tot een afzonderlijke vergoeding voor de hyperlink naar de sites van Prefab en DSN.

IEF 17682

Geen verbod op voorhand van publicatie Quote-artikel

Rechtbank Amsterdam 26 jan 2018, IEF 17682; ECLI:NL:RBAMS:2018:2389 (Eiser tegen Quote), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-verbod-op-voorhand-van-publicatie-quote-artikel

Vzr. Rechtbank Amsterdam 26 januari 2018, IEF 17682; ECLI:NL:RBAMS:2018:2389 (Eiser tegen Quote) Mediarecht. Zie eerder IEF 17452. Van de voorgenomen publicatie die het onderwerp van dit geschil is, is de inhoud nog niet bekend. Weliswaar heeft Quote erkend een artikel over eiser te zullen publiceren, dat in concept vrijwel gereed is, maar hoe dat artikel er precies uit zal zien staat nog niet vast. Er is geen aanleiding om aan te nemen dat de publicatie niettemin onrechtmatig zal zijn. Het is onvoldoende aannemelijk geworden dat Quote zich schuldig maakt aan suggestieve vraagstelling. De vragen uit de in het geding gebrachte vragenlijst bevatten onvoldoende aanknopingspunten om daaraan het predicaat suggestief te verbinden, door het stellen van die ingebrachte vragen maakt een op handen zijnde onrechtmatige publicatie zeer waarschijnlijk maakt. De vordering tot verbod op voorhand van publicatie artikel over eiser wordt afgewezen.

IEF 17678

Beslissing ingezonden door Berber Brouwer en Esther Schnepper, Bergh Stoop & Sanders.

Gemeenschapsmodel Bunch O Balloons nietig verklaard omdat features technische functies vervullen

EUIPO - OHIM , IEF 17678; (Bunch O Balloons), https://ie-forum.nl/artikelen/gemeenschapsmodel-bunch-o-balloons-nietig-verklaard-omdat-features-technische-functies-vervullen

EUIPO 30 april 2018, IEF 17678; IEFbe 2565 (Bunch O Balloons) Eerdere procedure [IEF 17507] is geschorst om deze beslissing af te wachten. Geregistreerd Gemeenschapsmodelrecht 001431829-0006 is nietig verklaard omdat de 'features' van het model bepaald worden door de technische functies die deze vervullen. Er is een Europees octrooi EP 3005948 A2 dat de technische oplossing geeft. Hoewel het EP en het Gemeenschapsmodel andere aspecten van het product omvatten, betekent het niet dat de specificaties in het octrooi en de conclusies van oplossing niet kunnen worden meegenomen om de technische aspecten van het model te beoordelen. Ex artikel 35(1)(b) en 8(1) GModVo wordt het model nietig verklaard.

IEF 17677

T-shirt met tekst "Not Your Baby" maakt inbreuk op woordmerk

Rechtbank Overijssel 1 mei 2018, IEF 17677; ECLI:NL:RBOVE:2018:1462 (Not Your Baby tegen Loavies), https://ie-forum.nl/artikelen/t-shirt-met-tekst-not-your-baby-maakt-inbreuk-op-woordmerk

Vzr. Rechtbank Overijssel 1 mei 2018, IEF 17677; ECLI:NL:RBOVE:2018:1462 (Not Your Baby tegen Loavies) Merkenrecht. Webwinkel Loavies kondigde in de periode van 24 tot en met 30 juli 2017 haar nieuwe zomercollectie aan met daarin een t-shirt met daarop de tekst “Not Your Baby”. Not Your Baby heeft op 9 augustus 2017 het woordmerk “Not Your Baby” gedeponeerd. Het is aannemelijk dat het woordmerk “Not Your Baby” voldoende onderscheidend vermogen heeft en geen sprake is van een depot te kwader trouw, voorshands wordt uitgegaan van de geldigheid van dit woordmerk. Niet in geschil is immers dat Not Your Baby het teken “Not Your Baby” sinds het najaar van 2016 als handelsnaam voor haar webwinkel gebruikt, terwijl Loavies dit teken naar eigen zeggen pas sinds juli 2017 gebruikt. Het door Loavies gebruikte teken gelijk is aan het woordmerk van Not Your Baby, nu op de t-shirts van Loavies enkel de tekst “Not Your Baby” staat en daaraan geen andere tekens zijn toegevoegd. Het gebruik van het teken door Loavies levert merkinbreuk op.