IEF 22155
25 juli 2024
Uitspraak

Boska kaasschaven niet auteursrechtelijk beschermd

 
IEF 22153
25 juli 2024
Uitspraak

Vorderingen EUR tegen platform Studeersnel afgewezen

 
IEF 22152
25 juli 2024
Uitspraak

Verzoek om schorsende werking afgewezen

 
IEF 17649

Opdrachtnemer heeft geheimhoudingsplicht, maar hoeft geen verantwoording af te leggen over vernietigde bedrijfsvertrouwelijke gegevens

Hof Arnhem-Leeuwarden 20 feb 2018, IEF 17649; ECLI:NL:GHARL:2018:1712 (Ylvas tegen Transvision), https://ie-forum.nl/artikelen/opdrachtnemer-heeft-geheimhoudingsplicht-maar-hoeft-geen-verantwoording-af-te-leggen-over-vernietigd

Hof Arnhem-Leeuwarden 20 februari 2018, IEF 17649; IT 2547; ECLI:NL:GHARL:2018:1712 (Ylvas tegen Transvision c..) Geheimhoudingsbeding. Opdrachtnemer heeft geen verplichting om verantwoording af te leggen over wijze van vernietiging van bedrijfsvertrouwelijke informatie van opdrachtgever. Transvision c.s. sommeren de opdrachtnemer om binnen 24 uur de schriftelijke informatie op hun kantoor af te geven en de digitale informatie te vernietigen en daarvan proces-verbaal op te maken. De opdrachtnemer heeft aangevoerd dat hij als reactie op de brief de schriftelijke informatie heeft vernietigd en de digitale informatie heeft verwijderd van zijn gegevensdrager en cloud-opslag. Transvision c.s. stellen dat de opdrachtnemer daardoor de verdenking op zich heeft geladen dat hij bedrijfsvertrouwelijke informatie heeft achtergehouden. De voorzieningenrechter gaat hierin voor een groot deel mee en legt de opdrachtnemer een aantal bevelen op tot afstaan van gegevens en het afleggen van verantwoording daarover, naast een gebod tot naleving van het geheimhoudingsbeding en een verbod om zich in te laten met de Valys-aanbesteding [ECLI:NL:RBGEL:2018:380; ECLI:NL:RBGEL:2017:6488]. Hof: In beginsel is de geheimhouder vrij te bepalen op welke manier hij zijn geheimhoudingsverplichting uitvoert en rust op hem niet een verantwoordingsplicht als door de voorzieningenrechter aangenomen. Het voorgaande wordt niet anders, doordat geheimhouding urgenter werd door de indiensttreding van de opdrachtnemer bij een concurrent. Het is niet zodanig ongebruikelijk dat een opdrachtnemer na beëindiging van de opdracht werkzaamheden gaat verrichten voor een concurrent dat daardoor een verantwoordingsplicht gaat gelden als door Transvision c.s. verdedigd en door de voorzieningenrechter aangenomen. Het Hof gebiedt geheimhoudingsverplichting van de opdrachtnemer.

IEF 17648

Letters HP kan als Europees merk

Gerecht EU (voorheen GvEA) 24 apr 2018, IEF 17648; ECLI:EU:T:2018:215 en ECLI:EU:T:2018:216 (Senetic tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/letters-hp-kan-als-europees-merk

Gerecht EU 24 april 2018, IEF 17648; IEFbe 2556; ECLI:EU:T:2018:215; T-207/17 en ECLI:EU:T:2018:216; T-208/17 (Senetic tegen EUIPO) Uit het persbericht: Hewlett Packard kan de letters HP als Europees merk registreren. Senetic had een nietigheidsvordering ingesteld omdat het merk beschrijvend zou zijn en geen onderscheidend vermogen zou hebben. Het Gerecht EU verklaart dat het in het algemeen niet kan worden gezegd dat een merk beschrijvend is omdat het bestaat uit een of twee letters.

IEF 17645

Uitspraak ingezonden door Jaap Versteeg en Merel Teunissen, Versteeg Wigman Sprey advocaten.

Ex-vriend van Gordon mag affectieve en seksuele relatie niet in de media ontkennen

Rechtbank Midden-Nederland 23 apr 2018, IEF 17645; ECLI:NL:RBMNE:2018:1676 (Ex-vriend tegen Gordon), https://ie-forum.nl/artikelen/ex-vriend-van-gordon-mag-affectieve-en-seksuele-relatie-niet-in-de-media-ontkennen

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 23 april 2018, IEF 17645; ECLI:NL:RBMNE:2018:1676 (Ex-vriend tegen Gordon) Kort geding. Onrechtmatige uitingen op social media. Eiser vordert verwijdering van alle publicaties in ruimste zin van het woord. Er is echter geen reden om te verwachten dat uitingen weer op Facebook of Instagram geplaatst worden. Contactverbod afgewezen. In reconventie: Gedaagde mag affectieve en seksuele relatie niet in media ontkennen. Een verdere beperking van de vrijheid van meningsuiting van eiser wordt vooralsnog niet noodzakelijk geacht.

IEF 17644

Vragen aan HvJ EU over reclame maken voor imitatieproducten in ander land en de bevoegdheid van de Uniemerkrechter

HvJ EU 12 feb 2018, IEF 17644; (AMS Neve tegen Heritage Audio), https://ie-forum.nl/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-over-reclame-maken-voor-imitatieproducten-in-ander-land-en-de-bevoegdheid-van-de-u

Prejudicieel gestelde vragen gesteld aan HvJ EU 12 februari 2018, IEF  17644; IEFbe 2555; C-172/18 (AMS Neve tegen Heritage Audio) Bevoegdheid. Merkenrecht. Verzoekers produceren, verkopen en leveren audioapparatuur in het Verenigd Koninkrijk en daarbuiten. Zij stellen dat verweerders inbreuk hebben gepleegd op hun Uniemerk en hun twee Britse nationale merken door reclame te maken voor imitaties van hun producten en deze goederen te verkopen en te leveren aan consumenten in het Verenigd Koninkrijk. Verzoekers hebben een inbreukprocedure ingesteld bij de Britse merkenrechtbank (IPEC). Verweerders hebben een exceptie van onbevoegdheid opgeworpen. De IPEC-rechter is van oordeel dat zij krachtens artikel 7 van verordening nr. 1215/2012 bevoegd is ten aanzien van inbreuken op de Britse nationale merken, aangezien het schadeveroorzakende feit zich dan heeft voorgedaan in het Verenigd Koninkrijk. Voorts stelt de IPEC dat zij niet bevoegd is ten aanzien van inbreuken  op het Uniemerk, gelet op artikel 97(5) van de gecodificeerde Uniemerkverordening, aangezien de lidstaat waar de inbreuk heeft plaatsgevonden Spanje is, waar verweerders stappen hebben ondernomen om de desbetreffende tekens op hun website te plaatsen.

IEF 17643

Uitsluitend Instrumental Mix valt onder de producersovereenkomst

Rechtbank Amsterdam 18 apr 2018, IEF 17643; ECLI:NL:RBAMS:2018:2584 (Spinnin Records tegen Nicky Romero), https://ie-forum.nl/artikelen/uitsluitend-instrumental-mix-valt-onder-de-producersovereenkomst

Rechtbank Amsterdam 18 april 2018, IEF 17643; ECLI:NL:RBAMS:2018:2584 (Spinnin Records tegen Nicky Romero) Bij het tussenvonnis [IEF 17005] is overwogen dat de instrumentale versie van het nummer “I Could Be The One (Nicktim)” in beginsel als een gereed gekomen product en dus als productie in de zin van de tussen partijen gesloten ‘exclusieve producers overeenkomst’ kan worden aangemerkt. Het tussenvonnis is aan te merken als eindbeslissing omdat uitdrukkelijk en zonder voorbehoud is beslist. Het gebruik van de woorden ‘kan’ en ‘in beginsel’ maken dat niet anders. Gedaagde is in de nakoming van de aanbiedingsplicht zoals opgenomen in de producersovereenkomst, uitsluitend tekortgeschoten ten aanzien van de Instrumental Mix.

IEF 17642

Geen plaats voor verlening van een ABC voor een combinatieproduct nu voor eerste werkzame stof al een ABC is verleend

Rechtbank Den Haag 10 apr 2018, IEF 17642; ECLI:NL:RBDHA:2018:4081 (Schering tegen Octrooicentrum NL), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-plaats-voor-verlening-van-een-abc-voor-een-combinatieproduct-nu-voor-eerste-werkzame-stof-al-ee

Rechtbank Den Haag 10 april 2018, IEF 17642; LS&R 1598; ECLI:NL:RBDHA:2018:4081 (bedrijf tegen Octrooicentrum NL) Octrooi EP0720599B1. Aanvullend beschermingscertificaat (ABC) combinatieproduct. Uit de door het HvJ EU gegeven uitleg aan artikel 3 in Actavis/Sanofi en Actavis/Boeringer volgt dat in deze situatie, waarin het combinatieproduct bestaat uit enerzijds een werkzame stof die als zodanig (‘as such’) wordt beschermd door het basisoctrooi en het voorwerp (‘subject matter’) uitmaakt van de geoctrooieerde uitvinding en anderzijds uit een werkzame stof - deel uitmakend van een niet gelimiteerde groep biosyntheseremmers - die niet als zodanig wordt beschermd door datzelfde basisoctrooi en niet het voorwerp van de uitvinding vormt, geen plaats is voor verlening van een ABC voor het combinatieproduct, nu voor de eerste werkzame stof op basis van een eerdere handelsvergunning al een op hetzelfde basisoctrooi gegrond ABC is verleend. De rechtbank verwijst in het bijzonder naar par. 36-38 van Actavis/Boehringer en de verwijzing daarin naar par. 41 en 30 in Actavis/Sanofi.

IEF 17641

HvJ EU: Voor vaststelling 'nadeel bij mededinging' bij stroomafwaartse markt door collectieve beheersvennootsschap is geen bewijs van daadwerkelijke en kwantificeerbare verslechtering vereist

HvJ EU 19 apr 2018, IEF 17641; ECLI:EU:C:2018:270 (MEO tegen Autoridade da Concorrência), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-voor-vaststelling-nadeel-bij-mededinging-bij-stroomafwaartse-markt-door-collectieve-beheersve

HvJ EU 19 april 2018, IEF 17641; IEFbe 2554; C-525/16; ECLI:EU:C:2018:270 (MEO tegen Autoridade da Concorrência) Begrip  ,nadeel bij de mededinging’. Discriminerende prijzen op de stroomafwaartse markt. Vennootschap voor het beheer van de naburige rechten van het auteursrecht. PT Comunicações SA, rechtsvoorganger van MEO, heeft bij de mededingingsautoriteit een klacht ingediend tegen GDA wegens eventueel misbruik van machtspositie. GDA zou buitensporig hoge prijzen hanteren voor het gebruik van de naburige rechten van de auteursrechten en dat GDA tevens ongelijke voorwaarden toepaste op MEO in vergelijking met een andere leverancier van betaaldiensten voor het uitzenden van televisiesignalen en de inhoud ervan. HvJ EU:

Het begrip „nadeel bij de mededinging” in de zin van artikel 102, tweede alinea, onder c), VWEU moet aldus worden uitgelegd dat het, in het geval waarin een onderneming met een machtspositie discriminerende prijzen toepast op haar handelspartners op de stroomafwaartse markt, ziet op de situatie waarin deze gedraging een verstoring van de mededinging tussen deze handelspartners tot gevolg kan hebben. Voor de vaststelling van een dergelijk „nadeel bij de mededinging” is geen bewijs van een daadwerkelijke en kwantificeerbare verslechtering van de mededingingspositie vereist, maar die vaststelling moet worden gebaseerd op een analyse van alle relevante omstandigheden van het concrete geval die de slotsom rechtvaardigt dat die gedraging invloed heeft op de kosten, winsten, of enig ander relevant belang van een of meer van voornoemde partners, zodat deze gedraging die mededingingspositie kan aantasten.

IEF 17640

HvJ EU: Geen beoordeling van nietigheid of vervallenverklaring op het tijdstip van de rechterlijke beslissing waarbij deze vaststelling plaatsvindt

HvJ EU 19 apr 2018, IEF 17640; ECLI:EU:C:2018:271 (Peek & Cloppenburg Hamburg tegen Peek & Cloppenburg Düsseldorf), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-geen-beoordeling-van-nietigheid-of-vervallenverklaring-op-het-tijdstip-van-de-rechterlijke-be

HvJ EU 19 april 2018, IEF 17640; IEFbe 2553; ECLI:EU:C:2018:271 (Peek & Cloppenburg Hamburg tegen Peek & Cloppenburg Düsseldorf) Merkenrecht – Richtlijn 2008/95/EG – Artikel 14 – Vaststelling achteraf van nietigheid of vervallenverklaring van een merk – Tijdstip waarop aan de voorwaarden voor nietigheid of vervallenverklaring moet zijn voldaan – Verordening (EG) nr. 207/2009 – Uniemerk – Artikel 34, lid 2 – Inroepen van de anciënniteit van een ouder nationaal merk – Rechtsgevolgen van dit inroepen voor het oudere nationale merk. HvJ EU:

Artikel 14 van [merkenrechtRl], gelezen in samenhang met artikel 34, lid 2, van [UniemerkVo], moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een uitlegging van de nationale wetgeving volgens welke de nietigheid of vervallenverklaring van een ouder nationaal merk, waarvan de anciënniteit wordt ingeroepen voor een Uniemerk, achteraf alleen kan worden vastgesteld indien aan de voorwaarden voor deze nietigheid of vervallenverklaring is voldaan niet alleen op het tijdstip waarop afstand is gedaan van dit oudere nationale merk of waarop het is vervallen, maar ook op het tijdstip van de rechterlijke beslissing waarbij deze vaststelling plaatsvindt.

IEF 17639

Uitspraak ingezonden door Maarten Leopold, Leopold Meijnen Oosterbaan.

Het is Free Style Events niet onmogelijk gemaakt een voetbal of hardloopevenement voor de marcom-branche te organiseren

Hof Amsterdam 17 apr 2018, IEF 17639; (Just Ask tegen Free Style Events), https://ie-forum.nl/artikelen/het-is-free-style-events-niet-onmogelijk-gemaakt-een-voetbal-of-hardloopevenement-voor-de-marcom-bra

Hof Amsterdam 17 april 2018 en Rechtbank Amsterdam 8 maart 2017, IEF 17639 (Just Ask tegen Free Style Events) Geen onrechtmatige daad. Lieverdjestoernooi is een voetbaltoernooi voor de Marketing-Communicatiebranche buiten de reguliere competitie . Partijen hebben samengewerkt . Na opzegging organiseert Just Ask de AdfoCup, een aan het LT identiek voetbaltoernooi, op dezelfde velden als waarvoor de voorgaande jaren het LT plaatsvond voor een beperkte markt. De rechtbank: Dat is onrechtmatig. Dat geldt ook voor de Sky Radio Run. Al 16 jaar organiseert G op de eerste vrijdag in september een hardloopevenement voor de marcom-branche. G werd vanaf 2014 feitelijk buitengesloten om het LT en de SRR te organiseren. Anders dan de rechtbank, het Hof: valt echter niet in te zien dat Just Ask het hem onmogelijk heeft gemaakt vanaf dat jaar het LT of een hardloopevenement voor de marcom-branche te organiseren. De grieven van Just Ask slagen.

IEF 17638

Tweede herziene editie Monografie Intellectuele eigendom

Willem Grosheide, Monografie Intellectuele eigendom, nr. A32 in de WoltersKluwer-reeks Monografieën BW, ISBN 9789013135336 Al langer dan een halve eeuw staat het intellectuele eigendomsrecht in de startblokken voor integratie in het burgerlijk recht. Toch is dit tot op de dag van vandaag nog altijd niet gebeurd. Hoe kan dit? Staan de prominente Europese ontwikkelingen op dit rechtsgebied integratie wellicht in de weg? Deze monografie werpt een beschouwende blik op dit vraagstuk.