IEF 22183
8 augustus 2024
Artikel

Inschrijving geopend Mr. S.K.Martens Academie 2024-2025

 
IEF 22180
8 augustus 2024
Uitspraak

Babyvoeding van Nutricia komt niet in aanmerking voor octrooi

 
IEF 22179
8 augustus 2024
Uitspraak

Procureur-generaal Hoge Raad over de gevolgen van vernietiging op verbeurde dwangsommen in IT-zaak

 
IEF 17248

Uitspraak ingezonden door Anke Heezius, LSLegal en Francis van Velsen, FISAL IP.

Geen rechtsmaatregelen die Wallmax belemmeren om ongestoord aanwezig te zijn tijdens Amsterdamse en Rotterdamse beurs

Rechtbank Rotterdam 6 nov 2017, IEF 17248; ECLI:NL:RBROT:2017:8662 (Wallmax tegen Roxtec), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-rechtsmaatregelen-die-wallmax-belemmeren-om-ongestoord-aanwezig-te-zijn-tijdens-amsterdamse-en

Vzr. Rechtbank Rotterdam 6 november 2017, IEF 17248; ECLI:NL:RBROT:2017:8662 (Wallmax tegen Roxtec). Verbod rechtsmaatregelen. Zie eerder de Vzr. Rechtbank Amsterdam [IEF 17245]. Wallmax vordert het verbieden van feitelijke en/of bewarende rechtsmaatregelen te nemen die Wallmax het ongestoord houden van beurzen in Amsterdam of Rotterdam belemmeren (met betrekking tot het ronde opvuldeel). Roxtecs octrooi op een verpakking voor een kabeldoorvoer is geëxpireerd en is nog houdster van zeven 2D-weergaves hiervan. Auteursrechtelijk zijn de vorm, de afmetingen en het materiaal technisch bepaald. De kleurstelling met geel, roze en lila wijkt voldoende af van zwart-blauw en oranje. Het verbod op feitelijke en/of (bewarende) rechtsmaatregelen die Wallmax belemmeren om ongestoord aanwezig te zijn en haar multicolor producten te presenteren op de Rotterdamse en Amsterdamse beurs wordt toegewezen.

IEF 17247

Staking Tel Sells aanbeveling van producten die lijken op die van Tommy Teleshopping

Rechtbank Den Haag 8 nov 2017, IEF 17247; ECLI:NL:RBDHA:2017:12687 (Tommy c.s. tegen Tell Sell c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/staking-tel-sells-aanbeveling-van-producten-die-lijken-op-die-van-tommy-teleshopping

Rechtbank Den Haag 8 november 2017, IEF 17247; RB 3026; ECLI:NL:RBDHA:2017:12687 (Tommy c.s. tegen Tell Sell c.s.). Intellectuele Eigendom. Uniemerk. Oneerlijke Handelspraktijken. Verbod jegens gelieerde vennootschappen wegens reële dreiging voortzetting onrechtmatig handelen. Bestuursaansprakelijkheid van enige bestuurder van Tel Sell IE en indirect enig aandeelhouder. De rechtbank beveelt gedaagden ieder voor zich om te staken en gestaakt te (doen) houden iedere oneerlijke handelspraktijk bestaande uit het op een zodanige wijze aanbevelen van een product dat lijkt op een product dat Tommy in haar assortiment heeft dat bij de consument doelbewust de verkeerde indruk wordt gewekt dat het product is vervaardigd door de fabrikant van het product in het assortiment van Tommy, terwijl dit niet het geval is, waaronder in ieder geval is begrepen aanprijzing van de producten Dual Bike, Swing Maxx, Alcacil Slimming Shots en Figur Body met de namen Vita Dual Bike, Wonder Body Core Trainer, Alcachofa Slimming Shots/Alcachofa de Laon en Miss Hourglass Belt.

IEF 17245

Uitspraak ingezonden door Anke Heezius, LSLegal en Francis van Velsen, FISAL IP

Uiterlijk bulls-eye vloeit voort uit octrooi en valt dus niets creatiefs aan te ontwerpen

Rechtbank Amsterdam 3 nov 2017, IEF 17245; ECLI:NL:RBAMS:2017:8152 (Roxtec tegen Wallmax), https://ie-forum.nl/artikelen/uiterlijk-bulls-eye-vloeit-voort-uit-octrooi-en-valt-dus-niets-creatiefs-aan-te-ontwerpen

Vzr. Rechtbank Amsterdam 3 november 2017, IEF 17244; LS&R 1532; ECLI:NL:RBAMS:2017:8152 (Roxtec tegen Wallmax). Merkenrecht. Octrooirecht. Auteursrecht. Roxtec is wereldwijd actief in de kabel- en pijpafdichtingsoplossingen voor de (middel)zware industrie. Zij was houdster van een, inmiddels verlopen, octrooi betreffende verpakking voor een kabeldoorvoer. Tevens is zij houdster van verschillende Uniemerkregistraties waarin het bulls-eye ontwerp vastgelegd is. Wallmax is actief in dezelfde sector als Roxtec en brengt eveneens afdichtingsmodules op de markt. OTM richt zich met name op het ontwerpen en fabriceren van kabelklemmen en heeft bij een persbericht een foto geplaatst waarop de producten van Wallmax te zien zijn. Roxtec beroept zich op de bescherming van het grafische (figuratieve) bulls-eye ontwerp en niet op de (drie dimensionale) module als zodanig. Er is onvoldoende aannemelijk gemaakt dat OTM inbreuk maakt of dreigt te maken op de IE-rechten van Roxtec. Het verweer van Wallmax dat indien een recht van intellectuele eigendom eenmaal is geëxpireerd het eerder beschermde object in beginsel vrij mag worden gekopieerd is in zijn algemeenheid juist. Door Wallmax zijn voldoende argumenten opgeworpen dat de de technische bepaaldheid van het zogenoemde bulls-eye ontwerp technisch voorgeschreven zijn zoals in het octrooi en er dus niets creatiefs is ontworpen. Ook de merkenrechtelijke vorderingen van Roxtec dienen afgewezen te worden nu zij niet zien op identieke tekens en er geen gevaar voor verwarring bij het desbetreffende publiek aangetoond of te verwachten is. Daarnaast, als al zou zijn dan Wallmax profiteert van de bekendheid en aantrekkingskracht van de Roxtecmerken, heeft te gelden dat dit een gevolg is van het feit dat Wallmax dezelfde techniek gebruikt en mag gebruiken omdat het octrooirecht van Roxtec nu eenmaal is geëxpireerd. De auteursrechtelijke vorderingen worden evenmin gevolgd.

IEF 17244

Een bijdrage van Bas Pinckaers, Secretaris Nederlandse Groep van AIPPI.

AIPPI World Congress Sydney resolutions

Van 13 tot 17 oktober vond het 47e World Congress van AIPPI plaats in Sydney. Ongeveer dertien leden van de Vereniging voor Intellectuele Eigendom (VIE), de Nederlandse groep van AIPPI, hebben dit congres bezocht, waarvan een aantal zich hebben ingespannen dat zes resoluties zijn aangenomen, waarvan vier naar aanleiding van Study Questions:

 

IEF 17243

Stichting verzint niet zelf een handelsnaam, dat moeten haar bestuursleden doen

Antilliaanse Gerechten 30 okt 2017, IEF 17243; ECLI:NL:OGEAC:2017:157 (CURISES tegen I.C.U.C.), https://ie-forum.nl/artikelen/stichting-verzint-niet-zelf-een-handelsnaam-dat-moeten-haar-bestuursleden-doen

Gerecht in EA van Curaçao 30 oktober 2017, IEF 17243; ECLI:NL:OGEAC:2017:157 (CURISES tegen I.C.U.C.). Handelsnaamrecht. Eiseres, opgericht in 1994, en gedaagde, opgericht in 2013 door een voormalig bestuurder van eiseres, hebben ten doel het ontwikkelen en uitvoeren van academische onderwijsprogramma’s. Eiseres gebruikt voor haar activiteiten in - elk geval vanaf 2010 - de handelsnaam I.C.U.C. (spreek uit: I see you see) op onder meer haar website, gebouw, advertenties en op diploma’s van haar studenten. De statutaire naam van gedaagde bevat de afkorting I.C.U.C. en zij gebruikt die naam ook in haar logo, op haar website, etc. Bij beide partijen staat I.C.U.C. voor Inter-Continental University of the Caribbean. Het is aannemelijk dat het gebruik door beide partijen van nagenoeg gelijke handelsnamen verwarring kan veroorzaken bij het publiek. Hoewel de voormalig bestuurder van eiseres de handelsnaam bedacht heeft, dient te gelden dat een stichting niet zelf iets kan verzinnen; dat moeten haar bestuursleden of derden voor haar doen. Doorslaggevend is niet wie de bedenkers zijn van de naam, maar de omstandigheid dat de naam werd bedacht ten behoeve van eiseres en haar activiteiten, dat het bestuur van eiseres vervolgens besloten heeft die naam als handelsnaam te gebruiken en dat eiseres die naam vervolgens ook daadwerkelijk in gebruik heeft genomen. Eiseres is aldus rechthebbende op de handelsnaam. Gedaagde dient te stoppen met het voeren van de handelsnaam I.C.U.C.

IEF 17242

Woordmerk SPIRIT vervallen verklaard in verstekvonnis

Rechtbank Den Haag 1 nov 2017, IEF 17242; ECLI:NL:RBDHA:2017:12344 (JT International tegen Philip Morris), https://ie-forum.nl/artikelen/woordmerk-spirit-vervallen-verklaard-in-verstekvonnis

Rechtbank Den Haag 1 november 2017, IEF 17242; ECLI:NL:RBDHA:2017:12344 (JT International tegen Philip Morris). Merkenrecht. Verstekvonnis. JT vordert vervallenverklaring van een (middels een internationale registratie verkregen) Benelux merkrecht van gedaagde. Er wordt voor recht verklaard dat het krachtens internationale merkregistratie ingeschreven Beneluxwoordmerk SPIRIT niet normaal is gebruikt in de Benelux voor de waren waarvoor het merk is ingeschreven. Tevens wordt het recht van gedaagde op het woordmerk SPIRIT vervallen verklaard voor de waren waarvoor het merk is ingeschreven, voor zover die registratie betrekking heeft op de Benelux, en beveelt dat het voornoemde Beneluxmerk wordt doorgehaald in het merkenregister.

IEF 17241

Uitspraak ingezonden door Tobias Cohen Jehoram, Vivien Rörsch en Carlos van Staveren, De Brauw Blackstone Westbroek.

 

HR: Geen onderscheid tussen verschillende typen tweede medische indicatie octrooien

Hoge Raad 3 nov 2017, IEF 17241; ECLI:NL:HR:2017:2807 (MSD tegen Teva), https://ie-forum.nl/artikelen/hr-geen-onderscheid-tussen-verschillende-typen-tweede-medische-indicatie-octrooien

HR 3 november 2017, IEF 17241; LS&R 1531; ECLI:NL:HR:2017:2807 (MSD tegen Teva). Octrooirecht. Swiss-type claim. Zie eerder Conclusie A-G. MSD is houdster van verschillende octrooien waar in een 'Swiss-type claim' geopenbaard wordt de combinatie van ribavirine en interferon alfa voor de behandeling van chronische hepatitis C. Op basis van deze octrooien brengt MSD de geneesmiddelen Rebetol en Copegus op de markt. Teva heeft in 2009 twee marktvergunningen verkregen voor de verhandeling van generiek ribavirine op basis van een 'skinny label' met als referentiegeneesmiddelen Rebetol en Copegus. De rechtbank en het Hof hebben de vorderingen van MSD afgewezen en gesteld dat Teva buiten de beschermingsomvang van de Swiss-type claims valt, door specifiek de geclaimde patiëntencategorie uit te sluiten. Het Hof overwoog eerder: 'een tweede-medische indicatie' octrooi beschermt tegen het gebruik van de stof voor de behandeling van de ‘nieuwe’ ziekte. Een 'subgroep-indicatie octrooi' beschermt tegen het gebruik van de stof voor de geselecteerde subgroep patiënten'. Voor een categorisch onderscheid tussen de beide typen tweede medische indicaties, gemaakt door het Hof, is in het stelsel van het EOV geen plaats. De enkele aanwezigheid van een carve-out in de SmPC en de bijsluiter van het generieke geneesmiddelen zijn in het algemeen niet toereikend om directe inbreuk uit te sluiten. Tevens is het mogelijk om indirecte inbreuk op een octrooi voor een tweede medische indicatie te maken. Nu de zaak zal worden terugverwezen naar het Hof wordt tevens meegegeven dat ‘een middel betreffende een wezenlijk bestanddeel van de uitvinding’ uitleg vergt van het octrooi en sterk verweven is met waarderingen van feitelijke aard.

IEF 17240

Geen verwarring tussen Nederlandse Internet Maatschappij en Nederlandse Energie Maatschappij

Hof Den Haag 21 mrt 2017, IEF 17240; ECLI:NL:GHDHA:2017:3096 (Nederlandse Energie Maatschappij tegen Nederlandse Internet Maatschappij), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-verwarring-tussen-nederlandse-internet-maatschappij-en-nederlandse-energie-maatschappij

Gerechtshof Den Haag 21 maart 2017, IEF 17240; ECLI:NL:GHDHA:2017:3096 (Nederlandse Energie Maatschappij tegen Nederlandse Internet Maatschappij). Merkenrecht. De Nederlandse Energie Maatschappij (NLE) stelt op basis van drie merken oppositie in tegen een Benelux-depot van de Nederlandse Internet Maatschappij (NIM). Het BBIE heeft de oppositie afgewezen en aldus het depot ingeschreven. NLE gaat in hoger beroep tegen deze beslissing. Ten aanzien van merk 3 ken er geen sprake zijn van verwarringsgevaar daar overeenstemming één van de voor het aannemen daarvan vereiste cumulatieve voorwaarden is. De (soort)gelijkheid van de waren en diensten en het onderscheidend vermogen van merk 3 behoeven niet te worden onderzocht. Tussen het teken en merk 2 is sprake van een (zeer) geringe overeenstemming in visueel en auditief opzicht. De waren en diensten waarvoor het teken is gedeponeerd zijn deels (soort)gelijk en deels niet soortgelijk aan de diensten waarvoor het merk is ingeschreven. Uitgaande van het uitgangspunt dat slechts sprake kan zijn van verwarringsgevaar als merk 2 een groot onderscheidend vermogen zou hebben leidt dit tot het oordeel dat verwarringsgevaar niet kan worden aangenomen. Het teken wijkt meer af van merk 1 dan van merk 2 door de plaatsing van onderdelen van het woordelement en de verhouding tussen het woordelement en het beeldelement, zodat de overeenstemming, zo al aanwezig, geringer is dan tussen het teken en merk 2.

IEF 17238

'Saucisson d'Ardenne' opgenomen in register van beschermde geografische aanduidingen

Europese Commissie 26 oktober 2017, IEF 17238; IEFbe 2397; Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1956 (Saucisson d'Ardenne). Merkenrecht. Geografisch beschermde aanduiding. In vervolg op eerdere uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Belgische Raad van State [IEF 11830], heeft de Europese Commissie Uitvoeringsverordening 2017/195 uitgevaardigd waarbij de aanduiding 'Saucisson d'Ardenne' is opgenomen als Beschermde Geografische Aanduiding.