IEF 22183
8 augustus 2024
Artikel

Inschrijving geopend Mr. S.K.Martens Academie 2024-2025

 
IEF 22180
8 augustus 2024
Uitspraak

Babyvoeding van Nutricia komt niet in aanmerking voor octrooi

 
IEF 22179
8 augustus 2024
Uitspraak

Procureur-generaal Hoge Raad over de gevolgen van vernietiging op verbeurde dwangsommen in IT-zaak

 
IEF 16569

Vragen aan HvJ EU: Kan een ABC-houder import naar Duitsland uit toetredende EU-lidstaten tegenhouden, ondanks dat er een ABC-regeling was, maar geen basisoctrooi van de ABC in die landen bestond?

HvJ EU 6 feb 2017, IEF 16569; (Pfizer tegen Orifarm), https://ie-forum.nl/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-kan-een-abc-houder-import-naar-duitsland-uit-toetredende-eu-lidstaten-tegenhouden

HvJ EU 6 februari 2017, IEF 16569; IEFbe 2080; LS&R 1424; C-681/16 (Pfizer tegen Orifarm) ABC. Octrooirecht. Verzoekster is een in IER gevestigde onderneming van het Pfizer-concern. Zij is in het octrooiregister ingeschreven als houdster van een ABC dat is 31-03-2006 afgegeven door het DUI patentbureau voor het in DUI geldende basisoctrooi (voor TNF-bindende eiwitten), in 1989 afgegeven aan AHP Manufacturing en vervallen op 31-08-2010. Het ABC beschermt Etanercept (werkzame stof van het geneesmiddel Enbrel) en geldt als vergunning voor het in de handel brengen. De eerste vergnning voor Enbrel is op 01-02-2000 in ZWI afgegeven en zo geldig voor de EU. Het ABC was in DUI geldig tot 01-02-2015, en na een ‘pediatrische verlenging’ (Vo. 1901/2006) tot 01-09-2015 niet meer geldig. Verweerster (Orifarm in Leverkusen/DUI) maakt deel uit van de DEN Orifarm groep, actief in de parallelimport (uit landen waar de prijzen lager liggen). Zij maakt bij brief van 27-06-2013 aan verzoekster haar voornemen bekend parallelimport te beginnen vanuit EST en LET, en later ook uit andere NLS (BUL, KRO, LIT, POL, ROE, SLW, SLV, TSJ en HON). In april 2015 ontdekt verzoekster op de DUI markt verpakkingen waarop verweerster als parallelimporteur wordt genoemd. Zij start een procedure waarin zij betoogt dat verweerster het ABC heeft geschonden en verzoekt om informatie, terugroeping en vernietiging alsook om vaststelling van de schadevergoedingsplicht. Zij is van mening dat de regelingen van de specifieke mechanismen, die zijn opgenomen in de toetredingsakten van de NLS, op het onderhavige geval van toepassing zijn waardoor verweerster zich niet op het argument van uitputting kon beroepen. Verweerster stelt dat de specifieke mechanismen om verschillende redenen niet van toepassing zijn. (zie de noot van de vertaler onderaan pagina 4 voor wat betreft het verschil in de DUI versie van de toetredingsakten van de begrippen “Besonderen Mechanismus” en “Speziellen Mechanismus”.) Gestelde vragen:

1. Kan degene aan wie een aanvullend beschermingscertificaat is verleend voor de Bondsrepubliek Duitsland zich op de regelingen van de specifieke mechanismen beroepen om te verhinderen dat producten uit de nieuwe lidstaten Tsjechië, Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Slovenië, Slowakije, Roemenië, Bulgarije en Kroatië (bijlage IV bij de toetredingsakte van 2003, PB 2003, L 236, blz. 797, zoals gewijzigd bij PB 2004, L 126, blz. 4, voor Estland, Letland, Litouwen, Polen, Slovenië, Hongarije, Slowakije en Tsjechië; deel I, bijlage V, punt 1, van de toetredingsakte van 2005, PB 2005, L 157, blz. 268, voor Roemenië en Bulgarije; bijlage IV bij de toetredingsakte van 2011, PB 2012, L 112, blz. 60, voor Kroatië) in de Bondsrepubliek Duitsland worden ingevoerd, wanneer het aanvullende beschermingscertificaat in de Bondsrepubliek Duitsland werd aangevraagd op een tijdstip waarop in die nieuwe lidstaten (die toen nog toetredende landen waren) al regelingen bestonden voor de verkrijging van een dergelijk aanvullend beschermingscertificaat, maar een dergelijk certificaat in die staten niet kon worden aangevraagd door of verleend aan de houder van het voor de Bondsrepubliek Duitsland afgegeven beschermingscertificaat, aangezien deze in de betrokken staten niet beschikte over een basisoctrooi, wat nodig was om een aanvullend beschermingscertificaat te kunnen verkrijgen?

IEF 16568

Uitspraak ingezonden door Maarten Rijks, Taylor Wessing.

Het is denkbaar dat een ander procedé voor productie gel is ontwikkeld

Rechtbank Gelderland 30 jan 2017, IEF 16568; ECLI:NL:RBGEL:2017:550 (Secmatix tegen Noviotech), https://ie-forum.nl/artikelen/het-is-denkbaar-dat-een-ander-proced-voor-productie-gel-is-ontwikkeld

Vzr. Rechtbank Gelderland 30 januari 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:550 (Secmatix tegen Noviotech) Octrooirecht. Contractenrecht. Secmatix ontwikkelt producten voor geneesmiddelenonderzoek en heeft voor een nieuw molecuul, polyisocyanopeptide (PIC), een octrooi aangevraagd: "Method for the preparation of high molecular weight oligio(alkylene glycol) functionalized polisocyanopeptides". Aan gedaagde is een licentie afgegeven om de PIC-technologie te gebruiken voor het verrichten van research en development, alsmede de vervaardiging en verkoop van producten onder gebruikmaking van de technologie. Secmatix stelt dat NovioTech in strijd met de Company Sublicense Agreement (CSA) en termsheet PIC heeft laten produceren en voor welke toepassing(en) vertrouwelijke informatie aan Novioponics en Syncom heeft verstrekt met voor de productie van PIC’s. NovioTech betwist dat gemotiveerd en stelt dat Syncom een eigen procedé heeft ontwikkeld dat geheel afwijkt van het procedé uit de octrooiaanvraag. Het is goed mogelijk dat NovioTech gebruik heeft gemaakt van informatie om PIC’s te produceren, maar het is ook denkbaar dat er een ander procédé is ontwikkeld of informatie openbaar toegankelijk is, via tijdschriftartikelen en de gepubliceerde octrooiaanvraag. Toewijzing van enig deel van het gevorderde op dit punt zou ertoe kunnen leiden dat NovioTech genoopt zou kunnen worden vertrouwelijke informatie over dat procedé prijs te geven aan Secmatix. De vordering tot nakoming van CSA en termsheet, onder meer inhoudende het overleggen van stukken en het houden van een audit, wordt afgewezen.

IEF 16567

Bijdrage ingezonden door Bas Kist, Chiever.

Bas Kist - Trump kaapt slogan

Tijdens de strijd om het Witte Huis in 2016 dook in de media de slogan ‘Keep America Great’ op, de democratische tegenhanger van Trumps’ ‘Make America Great Again’. Met Keep America Great-T-shirts en -mokken probeerden de democraten het tij te keren. Merkregistratie slogan geweigerd Om de slogan te beschermen vroeg de democraat Andreas Mueller in juli 2016 merkregistratie aan voor ‘Keep America Great’. Zonder succes, want volgens het Amerikaanse merkenbureau kan je zo’n algemene, politieke slagzin niet via het merkenrecht monopoliseren. Een beslissing die weinig verbazing hoeft te wekken, want zo werkt dat nu eenmaal in het merkenrecht.

IEF 16566

Waarschuwing voor concurrent Proximedia is verboden vergelijkende reclame

Hof Arnhem-Leeuwarden 31 jan 2017, IEF 16566; ECLI:NL:GHARL:2017:702 (Proximedia tegen Visualmedia), https://ie-forum.nl/artikelen/waarschuwing-voor-concurrent-proximedia-is-verboden-vergelijkende-reclame

Hof Arnhem-Leeuwarden 31 januari 2017, IEF 16566; ECLI:NL:GHARL:2017:702 (Proximedia tegen Visualmedia) Media. Reclamerecht. Proximedia is een leverancier van internetdiensten in onder andere Nederland en België. Concurrent VisualMedia publiceert op haar website een waarschuwing: "Wees alert wanneer u benaderd wordt door vertegenwoordigers van Proximedia of BeUp. De firma staat bekend door de agressieve manier van benaderen en het aansturen op het direct tekenen van contracten met een lange looptijd." Het bericht is enkele dagen later aangevuld met een update dat zij door Proximedia is benaderd en heeft gevraagd om documentatie om onjuistheden te weerleggen. Artikelen 6:194 en 6:194a BW. Waarschuwing voor concurrent op internet is in dit geval aan te merken als een verboden vergelijkende reclame. Het Hof gebiedt, anders dan de rechtbank [IEF 15114], VisualMedia om het artikel van 19 mei 2015 verwijderd te houden van haar website en Twitterkanaal.

IEF 16565

Uitspraak mede ingezonden door Sander Dikhoff, Dikhoff Van Dongen Advocaten.

Biografie over oud-wielrenner, 'Mijn gevecht', hoeft niet uit de handel

Rechtbank Amsterdam 2 feb 2017, IEF 16565; ECLI:NL:RBAMS:2017:570 (biografie oud-Wielrenner 'Mijn gevecht'), https://ie-forum.nl/artikelen/biografie-over-oud-wielrenner-mijn-gevecht-hoeft-niet-uit-de-handel

Vzr. Rechtbank Amsterdam 2 februari 2017, IEF 16565; ECLI:NL:RBAMS:2017:570 (biografie oud-Wielrenner 'Mijn gevecht') Mediarecht. Gedaagde heeft het boek “Mijn gevecht” geschreven waarin over het leven van wielrenner [de wielrenner] in de ik-vorm wordt verteld. De voorzieningenrechter zal gezien het faxbericht van 18 januari 2017 de beoordeling in dit geschil overigens beperken tot “het vermeende aanzetten tot doping door cliënt, zijn vermeende eigen dopinggebruik en zijn vermeende contacten met [naam 2]”. Daarbij is uitdrukkelijk meegewogen dat het gaat om een biografie van [de wielrenner], die als eerste verantwoordelijk kan worden gehouden voor zijn beweringen. Het door gedaagde en uitgeverij Overamstel aangevoerde, in samenhang met de overgelegde verklaringen, is voldoende geverifieerd en vindt voldoende steun in het beschikbare feitenmateriaal. 'Mijn gevecht',de biografie over een oud-wielrenner, hoeft niet uit de handel te worden genomen. Ook hoeft het boek niet te worden gerectificeerd.

IEF 16564

Traditie voor IE-juristen: het IE-Diner - foto's en tafelredes

Tien jaar IE-Diner en ook ruim tien jaar deLex. Daarom was er een speciaal feestje. Afgelopen donderdag was het zover: het tiende IE-Diner. Een lustrum. En dat vierden we. Dit keer geen jasje/dasje, maar Black Tie. Onder de bezielende leiding van ceremonie meester jhr.mr.Toon Huydecoper, oud-advocaat-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden, een mooie avond met IE-juristen. Magazine Mr. was erbij, zie hier de foto's.

Met hieronder de tafelspeeches van:
Constant van Nispen, VU Amsterdam - Fundatie Redding Juridisch Cultureel Erfgoed
Christiaan Alberdingk Thijm, bureau Brandeis - Inclusieve eigendom: kom uit je luie bubbel
Vivien Rörsch, de Brauw Blackstone Westbroek - Levenslessen van damesrugby; the FIPA
Joris van Manen, Hoyng Rokh Monegier - A little bit more Obama, a little less Trump

IEF 16562

Uitspraak ingezonden door Jaap Versteeg, Versteeg Wigman Sprey advocaten.

Hof bekrachtigt afwijzend vonnis over tv-serie De Maatschap - motivering

Hof Amsterdam 24 jan 2017, IEF 16562; ECLI:NL:GHAMS:2017:207 (Moszkowicz tegen VPRO Dutch Mountain Film), https://ie-forum.nl/artikelen/hof-bekrachtigt-afwijzend-vonnis-over-tv-serie-de-maatschap-motivering

Hof Amsterdam 24 januari 2017, IEF 16562 (Moszkowicz tegen VPRO Dutch Mountain Film) Na het kop-staartarrest [IEF 16543], nu mét motivering. Auteursrecht. Eiser is in hoger beroep gekomen tegen uitspraak van de Vzr. Rechtbank Amsterdam [IEF 16490], waarin de gevorderde overhandiging van beelden van tv-serie De Maatschap, openbaarmakingsverbod en schadevergoeding worden afgewezen. Het hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep.

3.3.1. Moszkowicz heeft zijn vordering in eerste aanleg gebaseerd op de stelling dat door de uitzending van de serie en wel in het bijzonder door de openbaarmaking van de tweede aflevering daarvan inbreuk op zijn auteursrecht op het boek ‘De Straatvechter’ wordt gemaakt. Het hof heeft dit boek gelezen en de serie bekeken en komt op basis van dit feitelijk onderzoek tot de conclusie dat noch de verhaallijn van de serie noch de daarin opgenomen scènes (met name voor zover die betrekking hebben op het op de persoon van Moszkowicz geënte personage Theo Meyer) zodanige gelijkenis vertonen met hetgeen in het boek is beschreven dat deze als verveelvoudiging van (delen van) het boek in auteursrechtelijke zin kunnen worden aangemerkt.

IEF 16561

Impulsief downloaden van kosteloze versie Cariphy-software, duidt niet op grote mate van oplettendheid van professionals

Rechtbank Den Haag 1 feb 2017, IEF 16561; ECLI:NL:RBDHA:2017:907 (IPPZ; Karify tegen Cariphy), https://ie-forum.nl/artikelen/impulsief-downloaden-van-kosteloze-versie-cariphy-software-duidt-niet-op-grote-mate-van-oplettendhei

Rechtbank Den Haag 1 februari 2017, IEF 16561; IEFbe 2079; ECLI:NL:RBDHA:2017:907 (IPPZ; Karify tegen Cariphy) Merkenrecht. Onvolmaakt beeld. Gemiddeld aandachtsniveau. IPPZ is actief op het gebied van softwareontwikkeling en advies in de zorgsector, onder de geregistreerde merken KARIFY voert zij een dochteronderneming. Cariphy brengt health en fitness software op de markt. Een kosteloze versie valt te downloaden en kan impulsief door professionals worden gedownload. Er is een gemiddeld aandachtsniveau bij het relevante publiek, auditief en begripsmatig is de overeenstemming volledig. De mindere visuele overeenstemming onvoldoende (tegen)gewicht in de schaal om die overeenstemming te neutraliseren. De aard van de producten is identiek; qua functionaliteit en gebruikers belangrijke overeenkomsten. De rechtbank is ambtshalve bekend met de nietigverklaring van het merk CARIPHY (IEF 16551), maar dat is voor de uitkomst niet relevant. Ex artikel 9 lid 2 sub b UMVo dient het teken CARIPHY ter aanduiding van software gericht op zorgaanbieders dient in de gehele EU te worden gestaakt, op last van een dwangsom. Karify kan geen aanspraak om merkenrecht maken, zij is slechts volle dochteronderneming van de merkhouder IPPZ.

 

IEF 16560

Hogere voorziening tegen mededingingsrechtelijk besluit vanwege octrooischikkingen met Lundbeck

HvJ EU 25 nov 2016, IEF 16560; (Xellia c.s. tegen Europese Commissie), https://ie-forum.nl/artikelen/hogere-voorziening-tegen-mededingingsrechtelijk-besluit-vanwege-octrooischikkingen-met-lundbeck

Hogere voorziening HvJ EU 25 november 2016, IEF 16559; IEFbe 2077; C-611/16 P (Xellia c.s. tegen Europese Commissie) en vgl. C-586/16 P (Sun Pharmaceutical) Octrooirecht. Mededingingsrecht. Beperking markttoegang vanwege bestaande octooirechten. Tot staving van de hogere voorziening voeren rekwirantes negen gronden aan, gebaseerd op onjuiste rechtsopvattingen van het Gerecht. Het Gerecht heeft de verkeerde juridische maatstaf toegepast om te beoordelen of Alpharma een potentiële concurrent was in de context waarin haar producten inbreuk maakten op Lundbecks octrooien. Bij het ontbreken van bewijs dat Lundbecks octrooien zwak waren, moeten de octrooien worden vermoed geldig te zijn en moet toetreding tot de markt met een inbreukmakend product worden geacht onwettig zijn.

Hoewel het Gerecht erkent dat Alpharma pas vlak voor de schikking ontdekte dat Lundbecks octrooi zou worden verleend en dat haar producten inbreuk maakten op Lundbecks octrooien, heeft het verzuimd te beoordelen of de Commissie had bewezen dat toetreding tot de markt voor Alpharma een economisch haalbare strategie bleef in het licht van deze bijkomende belemmeringen voor toegang. In plaats daarvan steunde het Gerecht op bewijs dat niet in het litigieuze besluit was genoemd en heeft het ten onrechte de bewijslast naar rekwirantes verschoven, opdat zij de stelling van de Commissie weerleggen dat Alpharma een potentiële concurrent was.

IEF 16559

Uitspraak ingezonden door Leonie Kroon, Dillinger Law.

Geen spoedeisend belang De Huizendokter na 13 maanden na aanpassing website

Rechtbank Amsterdam 31 jan 2017, IEF 16559; (De Huizendokter F tegen T), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-spoedeisend-belang-de-huizendokter-na-13-maanden-na-aanpassing-website

Vzr. Rechtbank Amsterdam 31 januari 2017, IEF 16559 (De Huizendokter F tegen T) Handelsnaamrecht. Spoedeisend belang. De Huizendokter Haarlem geeft zijn opdrachtgevers bouwkundig advies en onderhouddomein dehuizendokter.nl. Gedaagde schrijft in het handelsregister "De Huizendokter" in; onderhoudt een YouTubekanaal met klusadvies en houdt zich bezig met bouwkundige keuringen; aangeboden via domeinnamen zonder deze term (bijvoorbeeld: bouwkundige-keuring-amsterdam.com). Partijen hebben in oktober 2015 een gesprek gehad, T heeft hem geïnformeerd over de wijzigingen aan de website (verwijderen van 'Haarlem'); die mail is beantwoord. Het spoedeisend belang is verdwenen door het langdurig stilzitten van De Huizendokter. De gegeven redenen (ziekte van schoonmoeder, niet-onderbouwd reclame-offensief, voicemail waarin samenwerking wordt voorgesteld) maken het niet aannemelijk dat de situatie ingrijpend is gewijzigd. De Huizendokter kan de uitkomst van een bodemprocedure afwachten.