IEF 22163
30 juli 2024
Uitspraak

NRC hoeft artikel over Bunq niet te rectificeren

 
IEF 22162
29 juli 2024
Uitspraak

Gebruik IGLOO-merken door oud-distributeur is toegestaan voor de verkoop van opgebouwde voorraad

 
IEF 22161
29 juli 2024
Uitspraak

Ziggo is niet langer vergoedingen verschuldigd voor de uitzending van fonogrammen op televisie

 
IEF 15914

Uitspraak ingezonden door Rutger Kleemans, Freshfields Bruckhaus Deringer.

 

Hof vernietigt oordeel over Lysine-octrooi

Hof Den Haag 26 apr 2016, IEF 15914; (Ajinomoto tegen Global-Biochem), https://ie-forum.nl/artikelen/hof-vernietigt-oordeel-over-lysine-octrooi

Hof Den Haag 26 april 2016, IEF 15914 (Ajinomoto tegen Global-Biochem)
Octrooirecht. Ajinomoto is houdster van octrooi EP 1664318, voor een proces ontwikkeld voor de productie van lysine op industriële schaal, waarbij gebruikt wordt gemaakt van een genetisch gemodificeerde bacterie. De rechtbank vernietigt conclusies IEF 14187, omdat ze niet inventief zijn. Het Hof vernietigt het vonnis, Bio-Chem heeft octrooiinbreuk gepleegt op conclusies 15 en 17 van EP 318, een recall wordt bevolen en Global wordt veroordeeld in de proceskosten in eerste aanleg €206.613,42 en in hoger beroep €394,637,97.

IEF 15913

In de tijdschriften april 2016

Hieronder een selectie van de hoofdartikelen uit de vakbladen van deze maand. Voor de losse tijdschriftensites dient u apart in te loggen.
Inhoud AMI 2016-2: www.ami-online.nl
Artikel- De ontsporing van het begrip databank. Enige bedenkingen bij HvJEU Freistaat Beieren/Verlag Esterbauer - M.M.M. van Eechoud

Jurisprudentie
Nr. 3 • Rb. Amsterdam 21 maart 2016, Van Huut/CRI Residence Amstelveen B.V. m.nt. J.J.C. Kabel
Nr. 4 • Hof Arnhem-Leeuwarden 2 februari 2016, Simonis & Buunk/Pictoright m.nt. Th. M. de Boer

Commentaar
Conclusie A-G Wathelet 7 april 2016, Geen Stijl/Sanoma met commentaar M.R. de Zwaan

IEF 15911

Bijdrage ingezonden door Rens Uijttenboogaard, LinkedIn-profiel.

Auteursrechtdebat: Blokkering The Pirate Bay effectief en gerechtvaardigd

De heren Lodder en Van Ramshorst hebben recent het debat rondom het opleggen van een blokkeringsmaatregel met betrekking tot het tegengaan van auteursrechtinbreuk op internet nieuw leven ingeblazen. Lodder stelt dat in The Pirate Bay zaak voorbij wordt gegaan aan het vaststellen van criteria aan de hand waarvan bepaald kan worden of de gevorderde maatregel als effectief is te kwalificeren. Terecht stelt hij dat het formuleren van dergelijke criteria niet eenvoudig is. Maar zijn deze criteria daadwerkelijk nodig om te kunnen beoordelen of een blokkade voldoende doeltreffend is om een effectieve bescherming van het auteursrecht te verzekeren?

Het Hof van Justitie heeft in de Telekabel/Wien zaak bepaald dat een volledige beëindiging niet is vereist voor het opleggen van een dergelijke maatregel. Dit houdt in dat de maatregel tot gevolg heeft dat het plegen van auteursrechtinbreuk met behulp van The Pirate Bay wordt verhinderd of minstens bemoeilijkt en het de internetgebruikers, die gebruik maken van The Pirate Bay, ontmoedigt om zich toegang te verschaffen tot auteursrechtelijk beschermde content. Een volledige beëindiging wordt niet vereist.

IEF 15912

Bijdrage ingezonden door Bart Lukaszewicz, Lukaszewicz.

Bart Lukaszewicz - Een beroep op de reportage-exceptie voor Twitteraars en de driestappentoets

Op de reportage-exceptie van art. 16a Aw wordt, in ieder geval in rechte en voor zover ik kan nagaan, zelden een beroep gedaan. Dat kan te maken hebben met het feit dat van oudsher ervan uit wordt gegaan dat een beroep op deze exceptie is voorbehouden aan traditionele (nieuws)media. Een uitspraak van de Engelse rechter van 18 maart 2016 werpt hier een ander licht op (England And Wales Cricket Board Ltd & Anor v Tixdaq Ltd & Anor [2016] EWHC 575 (Ch)).

IEF 15910

Licentieovereenkomst geoctrooieerd proces afwaterzuivering afhankelijk van positief testresultaat

Hof Den Haag 26 apr 2016, IEF 15910; ECLI:NL:GHDHA:2016:1063 (Olaopa tegen BP Raffinaderij), https://ie-forum.nl/artikelen/licentieovereenkomst-geoctrooieerd-proces-afwaterzuivering-afhankelijk-van-positief-testresultaat

Hof Den Haag 26 april 2016, IEF 15910; LS&R 1304; ECLI:NL:GHDHA:2016:1063 (Olaopa tegen BP Raffinaderij)
Contractenrecht. Octrooirecht. Eiser heeft Geoctrooieerd proces voor zuivering van afvalwater van olieraffinaderij (Biological nutritient removal using ‘the Olaopa Process’ - EP 1 196 354 B1. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank die de vorderingen heeft afgewezen. Tussen X en BP is wel een licentieovereenkomst tot stand gekomen is, deze voorwaardelijk was aan het welslagen van de test, waarbij niet is komen vast te staan dat deze voorwaarde is vervuld. De vorderingen op basis van de precontractuele aansprakelijkheid worden afgewezen, de vorderingen kunnen niet worden toegewezen gelet op het (niet aan BP te wijten) mislukken van de test. Het hof bekrachtigt het vonnis.

IEF 15909

Uitspraak ingezonden door Daniëlle Beentjes, I-ee..

Auteursrechtinbreuk foto 'Rotterdam haven bij nacht'

Kantonrechter 17 mrt 2016, IEF 15909; (Dijkstra tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/auteursrechtinbreuk-foto-rotterdam-haven-bij-nacht

Ktr. Rechtbank Noord-Holland 17 maart 2016, IEF 15909 (Dijkstra tegen gedaagde)
Dijkstra is professioneel fotograaf en auteursrechthebbende op de foto 'Rotterdam haven bij nacht’. Gedaagde heeft deze foto op haar website geopenbaard. Er dient te worden beoordeeld of gedaagde schadeplichtig is vanwege auteursrechtinbreuk. Volgens de kantonrechter is het niet relevant dat gedaagde niet de intentie heeft gehad om de foto’s te gebruiken. Daarnaast mag van gedaagde als ondernemer verwacht worden dat zij zich ervan vergewist of de foto auteursrechtelijk beschermd is en wie de maker van de foto is alvorens gebruik te maken van een foto. Gedaagde heeft bewust het risico genomen van auteursrechtinbreuk en is daarom schadeplichtig. De algemene voorwaarden zijn een rechtens aanvaardbaar uitgangspunt om de schade van Dijkstra te begroten.

IEF 15908

Uitspraak ingezonden door Stijn Debaene en Hakim Haouideg, Field Fisher.

The Book Seat werd slechts op Australische lokale marktjes aangeboden, model is nieuw

Belgische gerechten 20 apr 2016, IEF 15908; (Barber tegen BVBA Leuke Dinges), https://ie-forum.nl/artikelen/the-book-seat-werd-slechts-op-australische-lokale-marktjes-aangeboden-model-is-nieuw

Voorz. NL Rechtbank van Koophandel Brussel 20 april 2016; IEF 15908; IEFbe 1781 (Barber tegen BVBA Leuke Dinges)
Modelrecht. Samenloop met octrooirecht. Eiseres ontwikkelt 'The Book Seat', een minizitzak die als boekensteun kan worden gebruikt en heeft hiervoor een octrooi (voor het centrale deel) en gemeenschapsmodel (voor de contouren) verkregen. De distributieovereenkomst met de herverkoper werd verbroken, de Nederlandse agent brengt de identieke 'Lärs boekenhouder" op de markt. Het model is nieuw, omdat het voor de aanvraag slechts op lokale marktjes werd aangeboden en niet (naar HvJ EU Gautzsch Grosshandel IEF 13538; IEFbe 642)  op een internationaal befaamde beurs waaraan voornaamste of meeste (EU) marktdeelnemers deelnamen. Er is duidelijk afstand tot het bestaande vormgevingserfgoed. Door verweerder werden drie inkepingen in het midden afgeschaft, bijgevolg valt het niet binnen het octrooi, maar bij normaal gebruik zijn die niet waarneembaar bij het model. Het vervangen van een lus door een volwaardig handvat is niet relevant voor de modelrechtelijke vergelijking. Er wordt een verbod opgelegd.

IEF 15907

EFTA-adviesvraag over limiet merkenregistratie voor (bekende) beeldhouwwerken waarop geen auteursrecht meer rust

22 mrt 2016, IEF 15907; zaak E-05/16 (Vigeland park), https://ie-forum.nl/artikelen/efta-adviesvraag-over-limiet-merkenregistratie-voor-bekende-beeldhouwwerken-waarop-geen-auteursrecht

Request for an Advisory Opinion van EFTA-Gerecht 22 maart 2016, IEF 15907, IEFbe 1780, zaak E-05/16 (Vigeland park)
Advies gevraagd door Hof van Beroep Oslo voor Intellectuele Eigendomsrechten (Klagenemnda for industrielle rettigheter). Merkenrecht. EFTA (Europese Vrijhandelsorganisatie). Verlopen auteursrecht. Zeer bekende, cultureel waardevolle beeldhouwwerken. In het Vigeland park in Oslo, Noorwegen, staat het grootste beeldenpark ter wereld dat door één kunstenaar is gemaakt, Gustav Vigeland. Tussen 1907 en 1942 zijn er 212 stenen en bronzen beelden gemaakt. Het park is de populairste toeristische attractie van Noorwegen. Is de bekendheid van het werk relevant om een merk te weigeren? Geldt de richtlijn ook voor 2D-weergave van 3D-beeldhouwwerken? Moet een merk worden geweigerd op basis van sectorgebruiken of is beschrijvendheid voldoende?

1. May trademark registration of copyright works, for which the protection period has expired, under certain circumstances, conflict with the prohibition in Article 3(1)(f) of the Trade Marks Directive on registering trademarks that are contrary to 'public policy or … accepted principles of morality'?

IEF 15906

Prejudicieel gestelde vraag: Is transmissie via gemeenschappelijk antenne-installatie met minder dan 500 verbonden deelnemers geen nieuwe uitzending?

HvJ EU 26 apr 2016, IEF 15906; IEF 15906; IEFbe 1779 (AKM), https://ie-forum.nl/artikelen/prejudicieel-gestelde-vraag-is-transmissie-via-gemeenschappelijk-antenne-installatie-met-minder-dan

Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 16 februari 2016, IEF 15906; IEFbe 1779; zaak C-138/16 (AKM)
Over de uitleg van artikel 3(1) en 5 van de InfoSoc-richtlijn. Via Minbuza: Verzoekster AKM (Autoren, Komponisten und Musikverleger) is een overkoepelende organisatie op grond van de Wet op de rechtenbeheerders. Conform de wettelijke regeling staat zij onder toezicht van het Oostenrijkse MinJUS. Verzoekster regelt voor de aangesloten leden de rechten op muziekwerken.
Verweerster Zürs.net exploiteert een kabelnetwerk (in Zürs) via welk radio- en tv-uitzendingen integraal worden doorgegeven aan de abonnees. Het gaat om diverse programma’s, zowel van Oostenrijkse als van Duitse origine, publiek en commercieel, en analoog en digitaal. Verzoekster biedt via een glasvezelnetwerk verschillende diensten zoals internet, tv en telefonie. Het betreft hier (de exploitatie van) een ‘antenne-installatie voor kleine gemeenschappen’ in de zin van de OOS auteurswet, en verweerster breidt deze diensten steeds verder uit. In de programma’s worden ook werken uitgevoerd waarvan verzoekster de rechten beheert. Verzoekster eist informatie van verweerster over het aantal abonnees op verschillende tijdstippen en opgave van de op die tijdstippen doorgegeven programma’s. Zij eist subsidiair een vergoeding voor oorspronkelijk niet uit Oostenrijk afkomstige werken (op grond van de Berner Conventie). Verzoekster stelt dat de uitzonderingsbepaling in de Oostenrijk ten behoeve van kleine gemeenschappen strijdig is met verdragen en het EUrecht en wijst op de herziene Berner Conventie (1967/1971). Kabelexploitanten met niet meer dan 500 aansluitingen voldoen niet aan de vereisten van de ‘tweestapstoets’ op basis waarvan beperkingen slechts bij uitzondering mogen worden toegepast. Zij wijst op de jurisprudentie van het HvJEU, waarin met name is bepaald dat aan de ‘mededeling aan het publiek’ een ruime betekenis moet worden gegeven. Verzoekster twijfelt er niet aan dat de door verweerster geëxploiteerde ‘gemeenschappelijke antenne-installatie’ aan de voorwaarden voor ‘mededeling aan het publiek’ in de zin van de RL voldoet, zodat verweerster daarvoor toestemming nodig heeft en een vergoeding zal moeten betalen.
De verwijzende Oostenrijkse rechter (Handelsgericht Wien) legt de volgende vraag voor aan het HvJEU:

Moeten artikel 3, lid 1, respectievelijk artikel 5 van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, respectievelijk artikel 11 bis, lid 1, punt 2, van de Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst in de versie van Stockholm/Parijs 1967/1971 aldus worden uitgelegd dat een regeling, waarbij de doorgifte van omroepuitzendingen via “gemeenschappelijke antenne-installaties” zoals die van verweerster in het hoofdgeding
a) niet wordt beschouwd als een nieuwe omroepuitzending wanneer bij de installatie niet meer dan 500 abonnees zijn aangesloten en/of
b) wordt beschouwd als een onderdeel van de oorspronkelijke omroepuitzending wanneer het de gelijktijdige, volledige en onveranderde doorgifte van omroepuitzendingen van de Oostenrijkse omroeporganisatie door middel van binnenlandse leidingen betreft, en deze vormen van gebruik evenmin onder een ander uitsluitend recht van mededeling aan het publiek met een element van afstand in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29/EG vallen, en derhalve niet afhankelijk zijn van de toestemming van de auteur en hiervoor dus ook geen vergoedingsplicht geldt, strijdig is met het Unierecht respectievelijk met het recht van de Berner Conventie als binnen de rechtsorde van de Unie vallende internationale overeenkomst?

IEF 15905

Uitspraak ingezonden door Tobias Cohen Jehoram en Vivien Rörsch, De Brauw Blackstone Westbroek.

Imation niet-ontvankelijk in haar cassatieberoep tegen tussenarrest Thuiskopie

Hoge Raad 22 apr 2016, IEF 15905; (Imation tegen Stichting Thuiskopie), https://ie-forum.nl/artikelen/imation-niet-ontvankelijk-in-haar-cassatieberoep-tegen-tussenarrest-thuiskopie

HR 22 april 2016, IEF 15905 (Imation tegen Stichting Thuiskopie)
Procesrecht. De rechtbank heeft niet door een uitdrukkelijk dictum omtrent enig deel van het gevorderde een einde aan het geding gemaakt [IEF 13010]. Het arrest [IEF 14984] van het hof dat daarop volgt is een tussenarrest. Beroep in cassatie van het tussenarrest van het hof kan ingevolge artikel 401a lid 2 Rv slechts tegelijk met dat van het in deze te wijzen eindarrest worden ingesteld. De uitzondering van lid 2 Rv is niet van toepassing en dus is Imation niet-ontvankelijk.