DOSSIERS
Alle dossiers

Muziek  

IEF 15387

Vraag aan HvJ EU: Kan dubbele en driedubbele van passende vergoeding voor auteursrechtinbreuk worden gevorderd?

Prejudiciële vraag gesteld aan HvJ EU 15 mei 2015, IEF 15386; zaak C-367/15 (OTVK tegen Poolse Filmmakers Associatie)
Auteursrecht. ECER:  Verzoekster exploiteert een kabeltelevisienetwerk. Verweerster is een organisatie die door MinOCW is gemachtigd tot beheer van auteursrechten. Tussen partijen is in oktober 1995 een licentieovereenkomst gesloten waarin een vergoeding voor verweerster is geregeld. In 1998 beëindigt verweerster de overeenkomst en stelt voor een nieuwe te sluiten waarin een hogere vergoeding voor verweerster geregeld is. Die komt blijkbaar niet tot stand. Verweerster vordert op 12-01-2009 dat verzoekster wordt beboet en een verbod krijgt opgelegd heruitzendingen op haar netwerk te verrichten van televisieprogramma’s totdat een nieuwe licentieovereenkomst tot stand is gekomen. De rechter stelt in zijn beslissing van 06-03-2009 verweerster grotendeels in het gelijk. Verzoekster heeft verweerster een bedrag volgens eigen berekening betaald. Maar wettelijk heeft verweerster recht op drie keer de passende vergoeding omdat verzoekster programma’s uitzond terwijl zij (wist dat zij) geen licentie had. De rechter houdt wel rekening met de machtspositie van verweerster. Tussen 2010 en 2013 pendelt de zaak heen en weer van appelrechter naar cassatie v.v.

De verwijzende Poolse cassatierechter hoeft bij de derde keer dat de zaak bij hem voorligt alleen uitspraak te doen over de door verweerster gevorderde (driedubbele) vergoeding. De bescherming in de Poolse regeling is uitgebreider dan in RL 2004/48. Eerder heeft de cassatierechter geoordeeld dat verzoekster terecht heeft aangevoerd dat artikel 13 en overweging 26 van RL 2004/48 preciseren dat de EULS geen verplichting mogen introduceren om te voorzien in een niet-compensatoire vergoeding. De rechter twijfelt dan ook over de juiste uitleg van de bepalingen van de RL en legt daarom de volgende vraag voor aan het HvJ EU:

“Kan artikel 13 van richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele eigendomsrechten (PB L 157[, blz.]. 45) aldus worden uitgelegd dat de houder van patrimoniale auteursrechten waarop inbreuk is gemaakt, vergoeding kan eisen van de door hem geleden schade op grond van de algemene beginselen, of, zonder dat de schade en het causale verband tussen het inbreukmakende feit en de geleden schade hoeven te worden aangetoond, de betaling kan vorderen van een bedrag dat overeenkomt met het dubbele en, bij foutieve inbreuk, het driedubbele van de passende vergoeding, terwijl artikel 13 van richtlijn 2004/48 bepaalt dat de rechterlijke instantie beslist over de schadevergoeding rekening houdend met de in artikel 13, lid 1, onder a), vermelde aspecten, en dat zij enkel als alternatief in bepaalde gevallen de schadevergoeding kan vaststellen als een forfaitair bedrag op basis van de in artikel 13, lid 1, onder b), vermelde elementen? Is de toekenning, op verzoek van de belanghebbende, van een forfaitaire schadevergoeding waarvan het bedrag vooraf is vastgesteld en die het dubbele of het driedubbele van de passende vergoeding uitmaakt, toegestaan op grond van artikel 13 van de richtlijn, gelet op het feit dat in overweging 26 van de considerans ervan wordt gepreciseerd dat het doel van de richtlijn niet erin bestaat een niet-compensatoire schadevergoeding in te voeren?"
IEF 15194

Nummer Shakira toch geen plagiaat

Bijdrage ingezonden door Bas Kist, Chiever. Dat moet een enorme opluchting zijn voor zangeres Shakira. Haar nummer Loca uit 2010, waarvan ruim 5 miljoen exemplaren over de toonbank gingen, is toch geen plagiaat. Dat heeft de rechtbank in New York vorige week bepaald.

KOPIE
Precies een jaar geleden had dezelfde rechtbank nog vastgesteld dat Loca een kopie was van het nummer Loca Con Su Tiguere van de Dominicaanse zanger Ramon Arias Vazquez. In de procedure in 2014 tegen Shakira’s platenmaatschappij Sony, had Vazquez een cassette overgelegd die aantoonde dat hij zijn lied al in 1998 had uitgebracht.

BEWIJSMATERIAAL VERVALST
Echter, op basis van nieuw bewijsmateriaal stelt de rechter nu vast dat Sony en Shakira niets te verwijten valt en dat er mogelijk zelfs sprake is van fraude. De cassette van Vazquez blijkt bij nader inzien van een type te zijn dat in 1998 nog helemaal niet op de markt was. Bovendien is de volwassen man op de cover de zanger Jhoan Gonzalez, en die was in 1998 pas negen jaar oud. Het heeft er dan ook alle schijn van dat Vazquez de zaak gewoon heeft belazerd. Vazquez en zijn platenmaatschappij zullen het vermoedelijk wel uit hun hoofd laten beroep aan te tekenen tegen deze vernietigende uitspraak.

Dit artikel verscheen eerder in NRC Handelsblad Nummer Shakira toch geen plagiaat NRC 20-8-2015

IEF 15186

Staking van wekelijkse uploads muziekcollectie via Usenet

Beschikking Vzr. Rechtbank Zeeland-West-Brabant 25 juni 2015, IEF 15186 (Stichting BREIN tegen X)
Beschikking ingezonden door Thomas Kriense, Stichting BREIN. Auteursrecht. Ex parte. Gerekwestreerde uploadt wekelijks op Usenet een collectie van de nieuwe Nederlandstalige muziekproducties van onder meer Gerard Joling, Wolter Kroes, Ali B en Nick & Simon. Dit gebeurt via NZB-bestanden die via "spots" naar een bestand leiden die via nieuwsgroepen gedownload kunnen worden. Er volgt een dwangsom van 2.000 per dag(deel), met een maximum van 50.000 [red. inzender meldt dat een schikking is getroffen].

IEF 15176

BGH over aansprakelijkheid van access provider voor Sharehoster-linksite

BGH 30 juli 2015, Sachen I ZR 3/14 (3dl.am)
In Duitsland heeft GEMA Duitslands grootste telecomonderneming in haar rol als acces-provider aangesproken op auteursrechtinbreuk die door derden zijn begaan door het verzamelen van hyperlinks naar sharehosters (RapidShare, netload, Uploaded).

Persbericht: Die Klägerin ist die Gesellschaft für musikalische Aufführungs- und mechanische Vervielfältigungsrechte (GEMA). Sie nimmt ihr von Komponisten, Textdichtern und Musikverlegern aufgrund von Berechtigungsverträgen eingeräumte urheberrechtliche Nutzungsrechte an Musikwerken wahr.

Die Beklagte ist Deutschlands größtes Telekommunikationsunternehmen. Sie war Betreiberin eines zwischenzeitlich von einer konzernverbundenen Gesellschaft unterhaltenen Telefonnetzes, über das ihre Kunden Zugang zum Internet erhielten. Als sogenannter Access-Provider vermittelte die Beklagte ihren Kunden auch den Zugang zu der Webseite "3dl.am".

Nach Darstellung der Klägerin konnte über diese Webseite auf eine Sammlung von zu urheberrechtlich geschützten Musikwerken hinführenden Hyperlinks und URLs zugegriffen werden, die bei Sharehostern wie "RapidShare", "Netload" oder "Uploaded" widerrechtlich hochgeladen worden seien. Die Klägerin sieht hierin eine Verletzung der von ihr wahrgenommenen Urheberrechte, wobei sie geltend macht, Inhaberin des Rechts der öffentlichen Zugänglichmachung im Einzelnen benannter Musikwerke zu sein. Sie macht geltend, die Beklagte habe als Störerin für das Bereithalten der einen Download durch beliebige Nutzer ermöglichenden Links und URLs auf der Webseite "3dl.am" einzustehen, da es ihr möglich und zumutbar sei, derartige Rechtsverletzungen zu unterbinden. Die Klägerin hat die Beklagte auf Unterlassung in Anspruch genommen, über von ihr bereitgestellte Internetzugänge Dritten den Zugriff auf Links zu den streitbefangenen Werken über die Webseite "3dl.am" zu ermöglichen.

Das Landgericht hat die Klage abgewiesen. Das Berufungsgericht hat die Berufung der Klägerin zurückgewiesen. Es hat angenommen, auch ein Access-Provider könne zwar grundsätzlich als Störer für Urheberrechtsverletzungen Dritter haften. Die Voraussetzungen, bei deren Vorliegen einem Access-Provider untersagt werden könne, Dritten solche Rechtsverletzungen zu ermöglichen, lägen im Streitfall jedoch nicht vor. Der Beklagten sei es - ohne eine ausdrückliche gesetzliche Grundlage - insbesondere mit Blick auf die mit möglichen Sperrmaßnahmen verbundenen Beeinträchtigungen von (Grund-)Rechten Dritter nicht zuzumuten, den Zugang zu den streitbefangenen Links und URLs zu unterbinden.

Mit der vom Berufungsgericht zugelassenen Revision verfolgt die Klägerin ihr Unterlassungsbegehren weiter.
IEF 15168

Ex parte tegen torrentuploaders Dutch Release Team

Beschikking Vzr. Rechtbank Noord-Holland 10 april 2015, IEF 15168 (Stichting BREIN tegen Dutch Release Team - V) en Vzr. Rb Noord-Holland 15 april 2015, (tegen beheerder hetmultimediacafe.nl A) en Vzr. Rb Limburg 13 april 2015, IEF 15168 (- d)
Beschikkingen ingezonden door Victor den Hollander en Bastiaan van Ramshorst, Stichting BREIN. Ex parte. Auteursrecht. V/d/A - laatste is ook beheerder hetmultimediacafe.nl - maken onderdeel uit van Dutch Release Team dat zich richt op gratis ter beschikking stellen van films, tv-series en andere beschermde werken via BitTorrent websites. V/d/A uploaden torrents, die bij het downloaden van een bestand, reeds gedownloade delen van het bestand automatisch uploaden (seeden); dit kan pas beëindigd worden nadat het volledige bestand is gedownload. Op multimediacafe.nl worden reviews geplaatst, zonder directe links naar de bestanden, waarbij de titel van de review direct resultaat in zoekmachines oplevert naar de torrent-sites. Bevel tot staking wordt gegeven, onder last van dwangsom van €2.000 met een maximum van 50.000.

Op andere blogs:
Stichting BREIN

IEF 15151

Met een klik ongeautoriseerde e-books en muziekwerken downloaden

Beschikking Vzr. Rechtbank Noord-Holland 17 juli 2015, IEF 15151 (Stichting BREIN tegen X)
Beschikking ingezonden door Thomas Kriense, Stichting BREIN. Ex parte. Auteursrecht. Naburige rechten. Gerekwestreerde biedt op grote schaal e-books en muziekwerken aan via zijn website, gebruikers dienen eerst een (gratis) account aan te maken om met één klik het e-book of gewenste muziekalbum te downloaden. Er zijn geen (ingewikkelde) downloadprogramma's vereist. Gerekwestreerde wordt bevolen dit handelen te staken op straffe van een dwangsom van €2.000 per dag(deel), met een maximum van €50.000. [red. inzender meldt: "Naar aanleiding van de ex parte heeft BREIN een schikking getroffen met de inbreukmaker."]

IEF 15145

Admin moet uploaden en spotten van entertainmentcontent staken

Beschikking Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 25 februari 2015, IEF 15145 (Stichting BREIN tegen admin Dutplanet)
Beschikking ingezonden door Victor den Hollander, Stichting BREIN. Gerekwestreerde stelt via Usenet films, series, muziek en ebooks ongeautoriseerd ter beschikking aan het publiek. Via Dutplanet.net worden op grote schaal entertaimentcontent gespot, dit gebeurt door het aanbieden van vindplaatsen van NZB-bestanden die via nieuwsgroepen worden gedownload. Gerekwestreerde uploadt content op het Usenet en spot dezelfde content vervolgens via dutplanet.net, waar zij als 'admin' vermeld staat. Staking wordt (ex parte) bevolen en dwangsommen van €2.000 per dag(deel) of €1.000 per individuele openbaarmaking met een maximum van €50.000.
Lees verder

Op andere blogs:
Stichting BREIN

IEF 15036

BGH bevestigt: geen vergoeding voor achtergrondmuziek tandartswachtkamer

BGH 18 juni 2015, IEF 15036 (GEMA - Duitse tandartspraktijk; persbericht)
Auteursrecht. Naburige rechten. CBO. Duitsland Partijen hebben in augustus 2003 een auteursrechtelijk licentieovereenkomst gesloten voor het laten horen van radiozenders in de wachtruimte van de tandartspraktijk. Na het Marco Del Corso-arrest [IEF 9859], heeft de tandarts de overeenkomst beëindigd zonder opzegtermijn te hanteren. Het BGH is gebonden aan de uitleg van het Europese gemeenschapsrecht door het Hof van Justitie en volgt haar dan ook in het oordeel dat er geen vergoeding verschuldigd is, omdat de casus gelijk is.

Der Beklagte hat der Klägerin zum 17. Dezember 2012 die fristlose Kündigung des Lizenzvertrags erklärt. Diese hat er damit begründet, dass die Wiedergabe von Hintergrundmusik in Zahnarztpraxen nach dem Urteil des Gerichtshofs der Europäischen Union vom 15. März 2012 (C-135/10) keine öffentliche Wiedergabe darstelle.

Die Klägerin hat den Beklagten mit ihrer Klage auf Zahlung der für den Zeitraum vom 1. Juni 2012 bis zum 31. Mai 2013 geschuldeten Vergütung von 113,57 € in Anspruch genommen.
(...)
Die Parteien hatten den Lizenzvertrag am 6. August 2003 in der damals zutreffenden Annahme geschlossen, dass die Rechtsprechung in der Lautsprecherübertragung von Hörfunksendungen in Wartezimmern von Arztpraxen eine - vergütungspflichtige - öffentliche Wiedergabe im Sinne von § 15 Abs. 3 UrhG* sieht, die zum einen in das ausschließliche Recht der Urheber von Musikwerken oder Sprachwerken eingreift, Funksendungen ihrer Werke durch Lautsprecher öffentlich wahrnehmbar zu machen (§ 22 Satz 1 Fall 1 UrhG**) und zum anderen einen Anspruch der ausübenden Künstler auf angemessene Vergütung begründet, soweit damit Sendungen ihrer Darbietungen öffentlich wahrnehmbar gemacht werden (§ 78 Abs. 2 Nr. 3 Fall 1 UrhG***).

Dem Urteil des Gerichtshofs der Europäischen Union vom 15. März 2012 ist zu entnehmen, dass eine öffentliche Wiedergabe im Sinne von Art. 3 Abs. 1 der Richtlinie 2001/29/EG zur Harmonisierung bestimmter Aspekte des Urheberrechts und der verwandten Schutzrechte in der Informationsgesellschaft**** und Art. 8 Abs. 2 Satz 1 der Richtlinie 2006/115/EG zum Vermietrecht und Verleihrecht sowie zu bestimmten dem Urheberrecht verwandten Schutzrechten im Bereich des geistigen Eigentums***** jedenfalls voraussetzt, dass die Wiedergabe gegenüber einer unbestimmten Zahl potentieller Adressaten und recht vielen Personen erfolgt. Der Gerichtshof der Europäischen Union hat mit diesem Urteil ferner entschieden, dass diese Voraussetzungen im Allgemeinen nicht erfüllt sind, wenn ein Zahnarzt in seiner Praxis für seine Patienten Hörfunksendungen als Hintergrundmusik wiedergibt.

Der Bundesgerichtshof ist an die Auslegung des Unionsrechts durch den Gerichtshof der Europäischen Union gebunden und hat die entsprechenden Bestimmungen des nationalen Rechts richtlinienkonform auszulegen. Der vom Bundesgerichtshof zu beurteilende Sachverhalt stimmte darüber hinaus in allen wesentlichen Punkten mit dem Sachverhalt überein, der dem Gerichtshof der Europäischen Union bei seiner Entscheidung vorgelegen hatte. Der Bundesgerichtshof hat daher entschieden, dass die Wiedergabe von Hörfunksendungen in Zahnarztpraxen im Allgemeinen - und so auch bei dem Beklagten - nicht öffentlich und damit auch nicht vergütungspflichtig ist.

IEF 15031

Bestuurder Fresh FM hoofdelijk aansprakelijk voor Sena-vergoeding

Ktr. Rechtbank Den Haag 11 juni 2015, IEF 15031 (SENA tegen SCOEZH)
Uitspraak ingezonden door Dirk Visser, Patty de Leeuwe, Visser Schaap & Kreijger. Gedaagde exploiteert Fresh FM een niet-landelijke commerciële radio-omroep; bestuurder heeft een vaststellingsovereenkomst gesloten om 30.000 als billijke vergoeding te betalen. Bestuurder ontkent dat hij in privé heeft meegetekend voor de betalingsverplichting. De kantonrechter veroordeelt SCOEZH en bestuurder hoofdelijk om betalingstermijnen (met wettelijke handelsrente) te betalen, opgave te doen van de commerciële inkomsten en dat op straffe van een dwangsom.

SCOEZH en X hebben geen gemotiveerd verweer gevoerd tegen de stelling dat Sena dat de tweede en zesde betalingstermijn opgenomen in de vaststellingsovereenkomst onbetaald zijn gebleven, en dat de vierde betalingstermijn niet tijdig is voldaan. SCOEZH en X hebben evenmin verweer gevoerd tegen de stelling dat zij vanwege het niet (tijdig) voldoen aan deze betalingsverplichtign de in de overeenkomst onder 2.3 opgenomen boete verschuldigd zijn. De kantonrechter zal dan ook de onderdelen 1a tot en met 1c van de vorderign toewijzen, inclusief de gevorderde handelsrente. (...)
IEF 15014

Prejudiciële vragen: Is tijdelijke reproductie door streamen uit evident illegale bron onrechtmatig?

Rechtbank Midden-Nederland 10 juni 2015, IEF 15014; ECLI:NL:RBMNE:2015:4343 (Stichting BREIN tegen Filmspeler)
Uitspraak ingezonden door Dirk Visser en Patty de Leeuwe, Visser Schaap & Kreijger, Fulco Blokhuis en Jurian van Groenendaal, Boekx. Filmspeler biedt (technisch verschillende) modellen mediaspelers aan die fungeren als een medium tussen bron van beeld en/of geluidssignalen en een televisie. Er is open source software en add-ons op de filmspeler geïnstalleerd die het mogelijk maken om via hyperlinks naar streamingwebsites te kijken die al dan niet met toestemming van de rechthebbenden films, series en (live)sportwedstrijden aanbieden. Filmspeler adverteert met de mededeling dat downloaden illegaal is, maar streamen uit illegale bron niet. De rechtbank overweegt de volgende prejudiciële vragen te stellen:

1. Moet artikel 3 lid 1 van de Auteursrechtrichtlijn aldus worden uitgelegd dat er sprake is van een "mededeling aan het publiek" in de zin van die bepaling, wanneer iemand een product (mediaspeler) verkoopt waarin door hem add-ons zijn geïnstalleerd die hyperlinks bevatten naar websites waarop auteursrechtelijk beschermde werken, zoals films, series en live-uitzendingen, zonder toestemming van de rechthebbenden, direct toegankelijk zijn gemaakt?

2. Maakt het daarbij verschil:
- of de auteursrechtelijk beschermde werken in het geheel nog niet eerder of uitsluitend via een abonnement met toestemming van de rechthebbenden op internet openbaar zijn gemaakt?
- of de add-ons die hyperlinks bevatten naar websites waarop auteursrechtelijk beschermde werken zonder toestemming van de rechthebbenden direct toegankelijk zijn gemaakt, vrij beschikbaar zijn en ook door de gebruikers zelf in de mediaspeler te installeren zijn?
- of de websites en dus de daarop - zonder toestemming van de rechthebbenden - toegankelijk gemaakte auteursrechtelijk beschermde werken, ook zonder de mediaspeler door het publiek te benaderen zijn?

3. Dient artikel 5 Auteursrechtrichtlijn (Richtlijn 2001/29/EG) aldus te worden uitgelegd dat geen sprake is van "rechtmatige gebruik" in de zin van het eerste lid sub b van die bepaling, indien een tijdelijke reproductie wordt gemaakt door een eindgebruiker bij het streamen van een auteursrechtelijk beschermd werk van een website waarop dit auteursrechtelijk beschermde werk zonder toestemming van de rechthebbende(n) wordt aangeboden?

4. Indien het antwoord op vraag 1) ontkennend luidt, is het maken van een tijdelijke reproductie door een eindgebruiker bij het streamen van een auteursrechtelijk beschermd werk van een website waarop dit auteursrechtelijk beschermde werk zonder toestemming van de rechthebbende(n) wordt aangeboden, dan strijdig met de "driestappentoets" bedoeld in artikel 5 lid 5 Auteursrechtrichtlijn (Richtlijn 2001/29/EG)?

Lees de uitspraak hier (pdf/html)