Auteursrecht  

IEF 5435

De Nieuwe Regeling

dnr2005.gifKamerstuk 30501, nr. 28, Tweede kamer. Regels voor het gunnen van overheidsopdrachten door aanbestedende diensten en opdrachten door speciale-sectorbedrijven (Aanbestedingswet); Brief van de minister van Economische Zaken met nadere informatie over aanbesteden.

Architectenovereenkomsten. "U heeft mij gevraagd aan te geven wat de verhouding is tussen het auteursrecht van architecten enerzijds en het aanbestedingsrecht anderzijds. Tevens heeft u mij gevraagd om te bekijken of de standaardvoorwaarden voor de architect, De Nieuwe Regeling 2005 (Rechtsverhouding opdrachtgever-architect, ingenieur en adviseur, hierna:DNR 2005) op het punt van het auteursrecht in strijd zijn met het aanbestedingsrecht.

Voor architectenovereenkomsten wordt veelal gebruik gemaakt van de DNR 2005. In de DNR 2005 wordt als uitgangspunt genomen dat het auteursrecht van het uit te voeren gebouw bij de architect blijft. De DNR 2005 stelt echter niet dat het auteursrecht gelijk staat aan een eerste recht op verbouw. Dit betekent dat iedere architect kan worden gevraagd het ontwerp te maken voor de verbouwing. Het auteursrecht houdt in dat een architect zich kan verzetten tegen een voorgenomen verbouwing van dat gebouw indien die verbouwing (als zodanig of het specifieke ontwerp van de verbouwing) een aantasting van dat auteursrecht oplevert. Bij de aanbesteding van het ontwerp van de verbouwing, resp. de uitvoering van de verbouwing geldt het auteursrecht op het oorspronkelijke ontwerp als een randvoorwaarde voor de aanbestedende dienst en voor potentiële aanbieders.

Als een architect zich met recht heeft verzet tegen de verbouwing, heeft dit niet tot gevolg dat deze architect het recht heeft om het ontwerp voor de verbouwing te maken of uit te voeren. Wel betekent dit dat de eigenaar van het gebouw de voorgenomen verbouwing niet mag uitvoeren, of dat hij de verbouwing niet mag uitvoeren overeenkomstig het ontwerp waartegen de architect zich met succes heeft verzet. Indien het verzet van de architect niet slaagt, mag de eigenaar van het gebouw de voorgenomen verbouwing uitvoeren. Het ontwerp van deze verbouwing mag door elke andere architect gemaakt worden, respectievelijk door iedere aannemer uitgevoerd worden. Als de eigenaar van het gebouw aanbestedingsplichtig is moet hij deze opdracht uiteraard aanbesteden wanneer met deze opdracht een bedrag is gemoeid dat gelijk is aan of hoger is dan de Europese aanbestedingsdrempel.

Indien een aanbestedende dienst met een ondernemer afspreekt dat die ondernemer een eerste recht op verbouw heeft, is die afspraak in strijd met de aanbestedingsregels wanneer met deze opdracht een bedrag is gemoeid dat gelijk is aan of hoger is dan de Europese aanbestedingsdrempel. Voor zover een aanbestedende dienst een eerste recht op verbouw afspreekt met een ondernemer dient hij daarbij de mogelijkheid open te houden om opdrachten met een waarde gelijk aan of hoger dan de Europese aanbestedingsdrempel overeenkomstig de aanbestedingsregels aan te besteden. Een afspraak betreffende eerste recht op verbouw doet immers niet af aan de aanbestedingsplicht die een aanbestedende dienst op grond van de aanbestedingsregels heeft." 

Lees het kamerstuk hier.

IEF 5430

Safety 1st / Bauhaus / Specialsauce / SENA / Plazacasa / BREIN / Aventis / Chick on a mission / Alfa Romeo

1- GvEA, 24 January 2008, zaak T-88/06, Dorel Juvenile Group, Inc tegen OHIM.

Weigering woordmerk SAFETY 1st. “It follows, as the Board of Appeal correctly found, that the relevant English-speaking public’s overall perception of the mark applied for will not be as an indication of the commercial origin of the goods which that mark covers; therefore, for the public in question, that mark is devoid of any distinctive character in respect of those goods. The plea in law alleging infringement of Article 7(1)(b) of Regulation No 40/94 must therefore be rejected.”

Lees het arrest hier(geen Nederlandse versie beschikbaar).

2- GvEA, 23 januari 2008, zaak T-106/06, Demp BV tegen OHIM / BAU HOW GmbH.

Oppositie BAUHAUS tegem BAU HOW. “In Anbetracht der erheblichen Unterschiede zwischen den Zeichen in visueller Hinsicht, des geringeren Gewichts ihrer klanglichen Ähnlichkeit und der Tatsache, dass die Zeichen entweder für einen begrifflichen Vergleich ungeeignet sind oder einige wahrnehmbare begriffliche Unterschiede aufweisen, ist im Ergebnis festzustellen, dass die Beschwerdekammer fehlerfrei entschieden hat, dass eine Verwechslungsgefahr im Sinne von Art. 8 Abs. 1 Buchst. b der Verordnung Nr. 40/94, auch wenn die von den Zeichen erfassten Waren identisch oder ähnlich sind, ausscheidet.“

Lees het arrest hier(geen Nederlandse versie beschikbaar). 

3- Rechtbank Amsterdam, 9 januari 2008, LJN: BC2660, Specialsauce B.V. tegen Proud Design B.V.

Samenvatting Rechtspraak.nl: “Inbreuk auteursrecht voor het gebruik van een foto, auteursrechtelijk beschermd werk De rechtbank komt tot het oordeel dat tussen partijen geen overeenkomst tot stand is gekomen ten aanzien van het gebruik van de diensten van de fotograaf voor een reclamecampagne, nu partijen geen overeenstemming hadden bereikt over de rechten op foto’s en dit als wezenlijk onderdeel van de overeenkomst kan worden beschouwd. Ook is geen sprake van onrechtmatig afgebroken onderhandelingen. Wel wordt aansprakelijkheid aangenomen voor inbreuk op het auteursrecht voor gebruik van een foto in een reclamecampagne die op wezenlijke onderdelen overeenstemt met de foto gemaakt door de fotograaf in het kader van een proefserie. De wezenlijke kenmerken stemmen overeen. Het verweer dat geen sprake was van een auteursrechtelijk beschermd werk omdat het een productfoto betrof en deze iedere originaliteit ontbeert, wordt verworpen.”

Lees het vonnis hier

4- Rechtbank Amsterdam , 31 oktober 2007, LJN: BC2662. Eisers tegen Stichting Ter Exploitatie Van Naburige Rechten.

Samenvatting rechtspraak.nl: Aanspraak op uitkering op grond van de Wet op de Naburige rechten? Zijn eisers aan te merken als fonogrammenproducent? Zijn eisers aan te merken als uitvoerend kunstenaars? Voornemen om vragen te stellen aan het HvJ EG Artikel 1 sub a en d WNR Aan de orde is onder meer de vraag of eisers sub 7 tot en met 10 zijn aan te merken als producent van fonogrammen, welke vraag uiteindelijk in negatieve zin wordt beantwoord. Ook is aan de orde de vraag of eisers sub 7 tot en met 10 kunnen worden aangemerkt als uitvoerend kunstenaars in de zin van artikel 1 sub a WNR.

De rechtbank ziet in de omstandigheid dat de producer - anders dan de dirigent, orkestleider of regisseur – in wet noch verdrag, noch de totstandkomingsgeschiedenis daarvan als uitvoerend kunstenaar wordt genoemd, een aanwijzing dat de producer niet als zodanig gekwalificeerd behoort te worden. Alvorens de vorderingen af te wijzen, en nu de rechtbank van oordeel is dat het begrip uitvoerend kunstenaar een autonoom gemeenschapsrechtelijk begrip is dat binnen de Europese Gemeenschappen uniform moet worden uitgelegd en dit begrip in de Richtlijn niet nader wordt toegelicht en de betekenis ervan ook niet anderszins uit de Richtlijn blijkt, ziet de rechtbank aanleiding om het HvJ EG te vragen of een lidstaat in strijd handelt met het doel en de strekking van de Richtlijn, indien hij oordeelt dat de producer die betrokken is bij het maken van de arrangementen voor een op te nemen werk en voorts de instrumenten en sessiemuzikanten uitkiest, speelinstructies en zanginstructies geeft, het tempo, de dynamiek, de frasering, de timing en de klankkeuze van het op te nemen werk bepaalt en zijn invloed op de verschillende deelopnamen en de mixage daarvan uitoefent, niet onder het begrip uitvoerend kunstenaar in de zin van artikel 8 van de Richtlijn 2006/115/EG kan worden gebracht. Alvorens deze vraag aan het HvJ EG voor te leggen zullen genoemde eisers en SENA in de gelegenheid worden gesteld zich bij akte over de geformuleerde vraag uit te laten. 

Lees het vonnis hier.

5- Vzr. Rechtbank Alkmaar, 24 januari 2008, LJN: BC2614, Stichting Baas In Eigen Huis tegen  Plazacasa B.V.

Jaap II. Collectieve actie. “4.10 Op grond van het voorgaande komt de voorzieningenrechter tot het oordeel dat de stichting niet voldaan heeft aan de door het Gerechtshof gestelde voorwaarden, nu zij nog altijd onvoldoende onderscheid maakt tussen voor- en tegenstanders van de handelwijze van Plazacasa. Dit brengt mee dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat de stichting gelijksoortige belangen behartigt en dat zij dientengevolge niet in haar vordering kan worden ontvangen.”

Lees het vonnis hier.  

6- Rechtbank Amsterdam, 24 januari 2008, KG ZA 07-2249 P/TF, Stichting Brein tegen M. (met dank aan Ruber Brouwer, Hocker).

“5.1. Beveelt M. om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis te staken en gestaakt te houden ieder onrechtmatig handelen jegens de rechthebbenden wier belang Brein vertegenwoordigt, door te bevorderen dat auteurs- en nabuurrechtelijke inbreuken plaatshebben door het ter beschikking stellen  met behulp van de domeinnaam “Shareconnector.com” of anderszins van hashcodes of links, al dan niet via andere netwerken, naar auteursrechtelijk of nabuurrechtelijk beschermde werken, die zonder toestemming van de rechthebbenden zijn openbaar gemaakt, alsmede het doen of laten verrichten van zodanige handelingen en het daarbij direct of indirect betrokken zijn.”

Lees het vonnis hier.

7- Rechtbank Maastricht, 23 janurai 2008, HA ZA 06-1003, Private Limited Company Ofpact Ltd. tegen Vandenhof c.s. (met dank aan Kees Berendsen, Croon Davidovich).

3.6 De rechtbank is van oordeel dat de werking die Cyborg geeft aan het geciteerde arrest verder gaat dan de uitzondering die op basis ervan kan worden aangenomen. Ten eerste hebben de stills het primaire doel om reclame te maken voor de eigen, tegen betaling te raadplegen, website en worden zij niet rechtstreeks getoond in verband met de verkoop van de film zelf. Ten tweede beperkt Cyborg zich kennelijk niet tol het tonen van de verpakking of voorzijde van de betreffende DVD's, maaroont zij er fragmenten uit, hetgeen veel verder gaat dan voor de aanprijzing van het product nodig is.”

Lees het vonnis hier

8- Rechtbank ’s-Gravenhage, 23 januari 2008, HA ZA 03-39, Dr. O.K. Wack Chemie Gmbh tegen Brookside Imports Specialties inc.

“4.9. Op grond van het voorgaande moet worden geconcludeerd dat BIS het merk S100 te kwader trouw heeft gedeponeerd. Het betoog van BIS dat de toepassing van het begrip “te kwader trouw” in artikel 3 lid 2 sub d van de merkenrechtrichtlijn (…) beperkt is tot gevallen van misbruik door de deposant, kan niet leiden tot een ander oordeel. Het deponeren van een merk wetende op grond van een rechtstreekse betrekking dat een ander het merk al jaren buiten de Benelux gebruikt, moet immers, behoudens bijzondere omstandigheden, worden gezien als misbruik. Juist daarom is die situatie in het BVIE opgenomen als voorbeeld van een depot te kwader trouw. (…)”

Lees het vonnis hier.

9- Rechtbank ’s-Gravenhage, 22 januari 2008, KG ZA 07-1439, Aventis tegen Apothecon.

“3.1. Aventis vordert, uitvoerbaar bij voorraad, kort gezegd, een verbod op inbreuk in Nederland door Apothecon en Ratiopharm op EP 976, met name door verkoop of verhandeling van een geneesmiddel bevattende fexofenadine.

Lees het vonnis hier

10- Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 22 januari 2008, KG C0601411, Chick on a Mission tegen Christine Le Duc (met dank aan Paul Steinhauser, Steinhauser Heezius Rijsdijk).

“4-18 Voorts speelt een rol de mate van aandacht en inzicht die in dit geval aan het relevante publiek kan worden toegeschreven. Beide partijen rekenen vrouwen tot hun doelgroep, zodat in zoverre een zekere overeenstemming bestaat. Echter, aan de doelgroep van CoaM zoals deze door CoaM wordt omschreven mag een kritische instelling, een meer dan gemiddeld inzicht in de ontwikkeling van de mode en wat daarmee samenhangt en enige kennis van het winkelaanbod worden toegeschreven. Deze doelgroep zal niet snel een verband zien tussen de gewenste exclusieve mode en de producten in de erotische/seksuele sfeer die ClD aanbiedt.”

Lees het arrest hier.

11- Gerechtshof ’s-Gravenhage, 17 januari 2008, KG ZA 06/20, Alfa Romeo Nederland B.V. tegen Houthuijzen c.s. (met dank aan Simone Davina, Boekel De Neree).

“De verordening (Verordening (EG) Nr. 1400/2002 betreffende de toepassing van artikel 81 lid 3 EG op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de motorvoertuigensector) bevat geen regels ten aanzien van het handelen van derden die geen partij zijn bij een distributieovereenkomst. Meer in het bijzonder staat de verordening er niet aan in de weg dat een marktdeelnemer, die noch een erkend wederverkoper is, noch een gevolmachtigd tussenpersoon, zich bezig houdt met de parallelimport van nieuwe voertuigen van het merk en deze vervolgens als onafhankelijk wederverkoper verkoopt."

Lees het arrest hier.

IEF 5428

Technische adviesraden

Kamerstukken II, 31201, nr. 24. Trendnota Arbeidszaken Overheidspersoneel 2008; Lijst van vragen en antwoorden over paragraaf 3.3, de adviesfunctie van de Trendnota.

De Commissie Auteursrecht is een technische adviesraad. "Wat zijn "technische" adviesraden? Om welke "technische" adviesraden gaat het dan? Antwoord: Technisch-specialistische adviesraden zijn vaste, bij wet en voor onbepaalde tijd ingestelde adviescolleges. In tegenstelling tot vast, bij wet en voor onbepaalde tijd ingestelde strategische adviescolleges zijn ze niet gericht op strategische advisering over de hoofdlijnen van beleid op de lange en middellange termijn. De technisch-specialistische adviescolleges hebben een ‘smalle’ specialistische taakstelling en adviseren de regering en beide kamers der Staten-Generaal over een bepaald rechtsgebied en/of bepaalde technische, specialistische aangelegenheden."

IEF 5427

Enkel suggereren

Rechtbank ‘s-Gravenhage, 16 januari 2008, HA ZA 07-1794, Stichting De Thuiskopie tegen Gedaagde.

Wel gemeld, nog niet samengevat. Stichting De Thuiskopie heeft tijdens bezoeken aan de zwarte markt geconstateerd dat gedaagde blanco informatiedragers verkocht tegen prijzen die lagen onder het niveau van de thuiskopievergoeding. Naar aanleiding van het bezoek stuurde gedaagde (om te voldoen aan zijn informatievoorzieningsplicht)  de Thuiskopie een factuur van 23 juni 2006 van Le Group, betreffende een door Le Group aan gedaagde geleverde partij blanco informatiedragers. Onder aan de factuur staat:

Copyrightheffing DVD+R 14100 schijfs 0,40 E 5.640,00
Copyrightheffing DVD-R 5000 schijfs 0,60 E 3.000,00
Copyrightheffing CD-R 6300 schijfs 0,14  E   882,00

Thuiskopie stelt dat gedaagde met de factuur niet heeft voldaan aan haar verplichtingen uit artikel 16ga Aw. De rechter oordeelt dat de getoonde facturen niet aantonen dat de thuiskopievergoeding door Le Group, althans door de fabrikant of importeur, is betaald. "De op de factuur afzonderlijk in rekening gebrachte "copyright heffing" suggereert enkel dat dit het geval is" (rov. 4.3)

In het licht van de omstandigheden acht de rechter deze suggestie onvoldoende om aan te nemen dat de fabrikant of importeur de heffing betaald heeft. Gedaagde dient alsnog de thuiskopieheffing te betalen.

Lees het vonnis hier.

IEF 5426

Faits Divers

Verbied afkopen rechten filmmaker. “ De Nederlandse filmmakers willen een verbod op het contractueel afkopen van auteursrechten. De Dutch Directors Guild (DDG) heeft dit gisteren gezegd tegen minister Plasterk (Cultuur) bij de overhandiging van een boek over de positie van filmmakers.  Plasterk maakt zich volgens de DDG zorgen over de onderhandelingspositie van regisseurs bij de financiering van hun films. De minister werkt aan een wetsvoorstel om hun positie te versterken. Het ministerie van OCW kon vanmiddag geen commentaar geven.

Lees hier meer (NRC).

In de autosport zijn geen octrooien. Teammanager Mario Theissen voegde hier aan toe: “Er is een fundamenteel verschil tussen autosport en andere technische industrieën. In de autosport zijn geen octrooien, dus je kan je eigen ideeën niet beschermen zodra ze uit de fabriek komen en op het circuit te zien zijn. Dus ideeën toepassen die zichtbaar zijn op andere bolides is absoluut normaal. Je krijgt ideeën van je tegenstanders, en andersom.”

Lees hier meer (Racefreaks.nl).

Al twee keer uitgebracht. “Wolter Kroes zou zich schuldig maken aan plagiaat. Dat beweert de Brabantse zanger Addie Timmermans althans. Wolter Kroes, die in een klap onsterfelijk werd met het aanstekelijke 'Ik heb de hele nacht liggen dromen', komt binnenkort met een nieuwe single op de proppen, getiteld 'Ik kom terug'. Timmermans beweert nu dat hij dit nummer al twee keer eerder heeft uitgebracht. Eerst in 2004, en vorig jaar bracht Timmermans opnieuw dit nummer uit.”

Lees hier meer (Fok!).

De poes van ons Marie. “Het Liedjesfestival van Teskesdurp, waar vijf groepen aan deelnamen, is gewonnen door DES Kerkdriel. Dé carnavalskraker van Kerkdriel van dit jaar heet: De poes van ons Marie. Volgens een anonieme bron gaat het echter om een nummer dat gekopieerd is van de Groesbeekse smartlappenkoning Fred Theunissen. "Wat dus plagiaat betekent", aldus de bron.”

Lees hier meer (Brabants Dagblad).

Voor wie niet naar het IE Diner gaat. “Seminar auteursrecht van anderen op jouw foto's. Stichting Burafo organiseert in samenwerking met Stichting Cultuurlab/Pakhuis de Zwijger een avond over het auteursrecht speciaal voor fotografen. Het thema van deze avond is: rechten van derden. 'Een zonnebril van Rayban zonder toestemming van Rayban gebruiken in een reclamecampagne voor een auto kan flinke ellende veroorzaken,' aldus de uitnodiging.

Lees hier meer (Photoq).

Installatiespeech. “De storm over de installatiespeech van burgmeester Boerma is nog niet geluwd. Waar de kersverse burgemeester van Maasdriel de kritiek op haar ‘plagiaat’ nuanceert, is de VVD-fractie er nog niet klaar mee.

(…)  “Bij velen is de indruk gewekt dat mijn speech bijna één-op-één is overgenomen van die van burgemeester De Graaf. Die indruk is onjuist”, zegt burgemeester Boerma in een schriftelijke reactie. “Correct is dat ik me bij de samenstelling van mijn speech deels heb laten inspireren door teksten van anderen, waaronder die van Thom de Graaf. In delen van mijn speech maak ik hier ook gewag van. Het overgrote deel van mijn rede is geheel oorspronkelijk en van mijn eigen hand.” (…) De VVD-fractie in Maasdriel is ontevreden met de reactie van Boerma: “In plaats van het aanbieden van haar verontschuldigingen ontkent ze het plagiaat. Met dit persbericht wordt de kwestie alleen maar erger. (…) De VVD-voorman zegt ‘diep geschokt’ te zijn dat het plagiaat van Boerma-van Doorne niet is veroordeeld door de collega-raadsleden.

Lees hier meer (Het Kontakt).

Reclamerecht. Google moet alsnog advertenties accepteren van een handelaar in elektronische sigaretten. Dat eist Frans van Hintum uit Helmond in een kort geding dat hij donderdag tegen de zoekgigant heeft aangespannen bij de rechtbank in Den Bosch. 

Van Hintum handelt onder meer via internet in elektronische sigaretten. Die bevatten geen tabak, maar waterdamp en eventueel nicotine. Volgens Van Hintum is gebruik van apparaatjes niet schadelijk voor de gezondheid.  Google weigert advertenties voor de 'slimme sigaret' te tonen. Het bedrijf beroept zich daarbij volgens Van Hintum op de regel dat geen reclame voor tabaksproducten mag worden gemaakt.

Lees hier meer (Nu.nl).

Jaarcijfers. “BREIN voerde in het afgelopen jaar 2485 onderzoeken uit: 586 met betrekking tot illegale verspreiding van bestanden op Internet en 1246 met betrekking tot aanbod van illegale dragers op internet. Daarnaast 643 zaken betreffende offline aanbod van illegale dragers en 10 met betrekking tot illegale vertoningen van film.

Er werden in de acties tegen Internetpiraterij onder meer 96 illegale p2p-sites met meer dan 7 miljoen gebruikers en 2585 http-websites afgesloten. In totaal verleenden die sites illegaal toegang tot enkele miljoenen bestanden van met name recente populaire werken. Ook werden 9930 advertenties voor illegale dragers van veilingsites verwijderd.”

Lees hier meer.

NORMA volhardt. NORMA gaat in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechter rond de kopieervergoeding voor mediabestanden op apparaten met een harde schijf. De naburige rechtenorganisatie spande in december een kort geding aan in samenwerking met artiesten (…) De artiesten maakten bezwaar tegen het uitblijven van heffingen op mp3-spelers en dvd-recorders. NORMA verloor de zaak.

Lees hier meer (Webwereld.nl).

Gaspedaal.nl . “Wegener trekt het hoger beroep in tegen autozoekmachine Gaspedaal.nl. Dat laat het Holter bedrijf weten.Over de reden voor het intrekken is niets bekend. (…) De rechter heeft eerder bepaald dat Gaspedaal.nl geen inbreuk maakt op het auteursrecht door advertenties van andere websites te plaatsen. Daartegen ging Wegener aanvankelijk in beroep, maar heeft dat nu dus ingetrokken.

Lees hier meer (RTV Oost).

IEF 5425

Filteren

Bright.nl bericht: “ De cultuurcommissie in het Europees Parlement stemde vandaag (21 januari – IEF) over amendementen die internetproviders hadden kunnen verplichten tot blokkeren of filteren van bijvoorbeeld auteursrechtelijk materiaal. Diverse weblogs zetten een online protestactie op touw. Met succes: het omstreden amendement werd ingetrokken, meldt PvdA-politica Emine Bozkurt ons zojuist vanuit Brussel.

Volgens Bozkurt waren er tal van protestmailtjes bij haar en haar collega's in het europarlement binnengekomen, waarna het amendement alsnog niet in stemming werd gebracht. Volgende maand komt de kwestie mogelijk nog ter stemming in een plenaire zitting.”

Lees hier meer.

IEF 5422

Een vermoeden

Kamervragen met antwoord, nr. 965, Tweede Kamer. Vragen van het lid Gerkens (SP) aan de staatssecretaris van Financiën en minister van Justitie over de doorgifte van NAW-gegevens door de douane aan private organisaties. (Ingezonden 13 november 2007). O.a:

"Vraag: Deelt u de mening dat bij het doorgeven van NAW-gegevens door de douane een afweging van proportionaliteit en subsidiariteit dient plaats te vinden? Zo neen, waarom niet? Toetst de douane voldoende of aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit is voldaan bij het doorgeven van NAW-gegevens van particulieren, niet zijnde handelaren? Zo ja, waarop baseert u dit? Zo neen, welke maatregelen gaat u treffen dat dit in de toekomst wel in voldoende mate zal gebeuren?

Antwoord: Zoals blijkt uit het antwoord op vragen 3 en 4, dient de Douane volgens de Verordening alleen na te gaan of er een vermoeden van inbreuk is en vervolgens (artikel 4, eerste lid, van de Verordening) of er voldoende aanwijzingen zijn van de inbreuk. Vervolgens moet de Douane de houder van het intellectuele-eigendomsrecht informeren. De Douane heeft krachtens de Verordening geen verder gaande bevoegdheden om proportionaliteit en subsidiariteit af te wegen. Dat is ook geen taak voor een uitvoeringsinstantie als de Douane, maar een taak voor de civiele rechter."

 

Lees alle vragen en antwoorden hier

IEF 5421

Regeldruk

Kamerstukken II, 29515, nr. 226, Tweede Kamer. Kabinetsplan aanpak administratieve lasten; Brief staatssecretarissen met reacties op acht moties uit VAO over aanpak regeldruk-bedrijven

Auteursrechten; de motie Smeets, Van der Burg (Handelingen TK 2007–2008, 29 515, nr. 219).

Op 20 december 2007 hebben de ministers van Justitie, Economische Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een brief aan uw kamer gezonden, waarin de ontwikkelingen en het beleid van dit kabinet op het brede terrein van auteurs- en naburige rechten uiteen wordt gezet. Daarin is ook ingegaan op de verzoeken uit de motie, ten aanzien van de voortgang in de stroomlijning van de inning van vergoedingen. Op het (eerste) verzoek uit de motie om te komen tot één inningsorganisatie voor auteursrechten is al schriftelijk gereageerd door het kabinet, namelijk bij het antwoord van de minister van Economische Zaken op 26 oktober jl. n.a.v. motie 28 van kamerlid Aptroot.

De wijziging van de Wet toezicht collectief beheer, waarin de verbreding van het toezicht zal worden geregeld, zal naar verwachting komend voorjaar worden ingediend en is op dit moment onderwerp van consultatie. In dit voorstel zal het toezicht op de collectieve beheersorganisaties sterk
worden verbeterd. Ook wordt de grondslag geboden om bij AMvB tot een stroomlijning van de organisaties en hun activiteiten te komen (als zelfregulering faalt). Overigens is al bekend dat Buma Stemra en Sena binnenkort beginnen met de introductie van één factuur, zoals ook gemeld in de brief van 12 november jl. van de minister van Justitie aan uw Kamer (nr. Just 070776).

Lees de brief hier

IEF 5416

In de publieke uitrustzone

pc.JPGHvJ EG, 17 januari 2008, conclusie A-G Sharpston in zaak C 456/06, Peek & Cloppenburg KG tegen Cassina SpA

Voostel voor antwoorden op Duitse prejudiciële vragen over de auteursrechtrichtlijn. De zaak heeft betrekking op meubels die op het relevante tijdstip geen auteursrechtelijke bescherming genoten in Italië, waar zij waren geproduceerd en waar zij door Peek & Cloppenburg KG waren verkregen. Een dergelijke bescherming bestond echter wel in Duitsland, waar Peek het meubilair “voor tijdelijk gebruik beschikbaar stelde in de publieke uitrustzone van een van haar winkels en tentoonstelde in de etalage van een andere winkel”.

Het HvJ EG wordt verzocht te beoordelen of een dergelijk gebruik van de betrokken meubels moet worden beschouwd als „distributie onder het publiek door verkoop of anderszins” in de zin van artikel 4, lid 1, van de auteursrechtrichtlijn. Zo ja, wordt het Hof gevraagd of de uitoefening van dat recht in de omstandigheden van de onderhavige zaak in overeenstemming is met artikel 28 EG. A-G Sharpston maakt een onderscheid tussen stoffelijke en onstoffelijke werken en concludeert dat het louter etaleren of aanbieden van een auteursrechtelijk beschermde tijdelijke rustplek geen distributie onder het publiek is.

“35. Indien artikel 4, lid 1, van de auteursrechtrichtlijn zo wordt uitgelegd dat „distributie onder het publiek” ook het beschikbaar stellen van beschermde goederen voor tijdelijk gebruik omvat, hetgeen zou betekenen dat de rechthebbende een dergelijk gebruik kan verbieden, zou het vrije verkeer van goederen kunnen worden beperkt. Overeenkomstig artikel 30 EG kan een dergelijke beperking gerechtvaardigd zijn op grond van onder meer de bescherming van de industriële en commerciële eigendom. Het is echter vaste rechtspraak dat een afwijking om deze reden slechts is toegestaan voor zover zij gerechtvaardigd is ter bescherming van de rechten die het specifieke voorwerp van die eigendom vormen.

36. De door verzoekster en de Poolse regering bepleite ruime uitlegging van artikel 4, lid 1, zou derhalve slechts met artikel 30 EG stroken indien de uitoefening van het distributierecht van het aldus uitgelegde artikel 4, lid 1, het specifieke voorwerp van het auteursrecht beschermt. Zoals de Commissie aanvoert, heeft het Hof zich bij de beoordeling van de rechtmatigheid van afwijkingen van het vrije verkeer van goederen om redenen van auteursbescherming geconcentreerd op de vraag of een vermeend inbreukmakend gedrag een commercieel karakter had en inkomsten genereerde die aan de rechthebbende werden onthouden. Het vermeende inbreukmakende gedrag in gevallen als het onderhavige is daarentegen duidelijk van heel andere aard. Het is voor mij verre van evident dat de rechten die het specifieke voorwerp van het auteursrecht vormen, worden beschermd wanneer een rechthebbende in dergelijke omstandigheden een persoon die de beschermde goederen rechtmatig in een andere lidstaat heeft gekocht, zou mogen beletten die goederen voor tijdelijk gebruik ter beschikking van het publiek te stellen.

38. Verzoekster stelt dat indien het Hof het uit artikel 4, lid 1, van de auteursrechtrichtlijn voortvloeiende distributierecht enger zou uitleggen dan het distributierecht in de voornoemde gevallen, die betrekking hadden op de intellectuele eigendom van onstoffelijke objecten zoals muziek, dergelijke werken veel beter zouden worden beschermd dan stoffelijke werken, hetgeen ongerechtvaardigd zou zijn. Maar zelfs al was dat het geval, acht ik dit geen geschikt argument voor een ruime lezing van artikel 4, lid 1. Onstoffelijke werken worden per definitie op andere wijze verspreid dan stoffelijke. Juist daarom hebben eerst het Hof in zijn vaste rechtspraak en vervolgens de communautaire wetgever in de richtlijn inzake het verhuur- en het uitleenrecht de auteursrechtelijke bescherming van onstoffelijke werken uitgebreid.

45. Aangezien ik van mening ben dat beide delen van de eerste vraag ontkennend moeten worden beantwoord, zal ik geen antwoord op de tweede vraag voorstellen.

“56. In het licht van het voorgaande geef ik het Hof in overweging de vragen van het Bundesgerichtshof als volgt te beantwoorden:

„Er is geen sprake van distributie onder het publiek, door verkoop of anderszins, in de zin van artikel 4, lid 1, van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, wanneer auteursrechtelijk beschermde meubels ofwel beschikbaar worden gesteld voor tijdelijk gebruik door derden zonder dat deze derden het recht hebben over deze meubels te beschikken, dan wel in de etalage van een winkel tentoon worden gesteld zonder dat het publiek de mogelijkheid heeft ze te gebruiken of te verkrijgen.”

Lees de conclusie hier.

IEF 5415

Er lijkt sprake te zijn van een misverstand

tptgr.gifKamervragen nr. 921, met antwoord,  2e Kamer. Vragen van de leden Atsma en Van Vroonhoven-Kok (beiden CDA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur, Wetenschap over de taptoe in Groningen. (Ingezonden 29 november 2007).

1 Vraag:  Kent u het bericht ‘Buma/Stemra wil verbod op taptoe in Groningen’?

Antwoord:  Ja. De taptoe Groningen heeft inmiddels plaats gevonden nadat de organisatie en Buma contact met elkaar hebben gehad. De organisatie van de taptoe heeft besloten de rekening van Buma waarover het in het bericht gaat, te voldoen.

2 Vraag:  Bent u op de hoogte van een zelfde soort situatie bij de Taptoe Hasselt die op 29 september jl. gehouden is? Bij welke andere evenementen is dit aan de orde? Is hier sprake van nieuw beleid?

Antwoord:  Er lijkt sprake te zijn van een misverstand, de Taptoe Hasselt heeft geen rekening ontvangen en is derhalve niet vergelijkbaar met de Taptoe in Groningen.  De drie landelijke muziekorganisaties, FKM, KNFM en NFCM, hebben een overeenkomst met Buma afgesloten waardoor de aangesloten leden voor hun reguliere concerten geen afzonderlijke auteursrechten hoeven af te dragen. In gevallen dat activiteiten niet onder de overeenkomst vallen, moet de organisatie zelf een regeling met Buma treffen. Het is voor mij niet te overzien bij welke evenementen dit nog meer aan de orde is. De uitoefening van het auteursrecht of van naburige rechten is in de eerste plaats een zaak van de betrokken rechthebbenden, of van hun uitvoeringsorganisaties; er lijkt in deze geen sprake te zijn van nieuw beleid.

3 Vraag: Deelt u de mening dat er door de korpsen voldoende betaald wordt voor de rechten op bladmuziek en dat het niet nodig is om nog een deel van de inkomsten af te staan aan Buma Stemra?

Antwoord: Het betalen van een vergoeding door korpsen voor het maken van kopieën van bladmuziek verschilt van de betaling van een vergoeding aan Buma. De rechten op bladmuziek worden door de muziekvereniging betaald om, als zij voor ieder lid originele bladmuziek heeft gekocht, van deze originelen fotokopieën te kunnen maken voor een enkel nieuw lid, om aantekeningen op te maken, om beschadigde of zoekgeraakte exemplaren te vervangen, etc. Met het betalen van deze vergoeding wordt nog geen toestemming verkregen voor het in het openbaar uitvoeren van de muziekwerken. Daarvoor is toestemming van Buma nodig, die belast is met het collectief beheer van de muziekrechten.

4 Vraag:  Deelt u de mening dat er niet dubbel betaald hoeft te worden voor de rechten op bladmuziek?

Antwoord:  Zie het antwoord op vraag 3.

5 Vraag:  Waarom moet dezelfde muzikant in een iets andere samenstelling, bijvoorbeeld een dweilorkest, opnieuw voor deze rechten op bladmuziek betalen?
Antwoord:  De auteursrechtelijke vergoedingen voor uitvoeringen en het kopiëren van bladmuziek worden afgerekend op basis van afspraken per orkest. De muzikant die in verschillende orkesten speelt, hoeft dus niet per orkest afzonderlijk rechten te betalen. Er wordt per orkest afgerekend, ongeacht welke muzikanten daarin spelen; individuele afspraken met de afzonderlijke muzikanten in een orkest zou de inning nodeloos omslachtig maken.

6 Vraag: In hoeverre is er sprake van willekeur in het beleid van Buma/Stemra?

Antwoord:  Willekeur kan geen basis voor het beleid van Buma/Stemra zijn. Buma/Stemra baseert haar beleid en de uitvoering daarvan op wet- en regelgeving. Die uitvoering geschiedt zoveel mogelijk aan de hand van standaard-regelingen en standaardovereenkomsten. Het is mij niet bekend dat bij de voorbeelden die u noemt afgeweken wordt van vaste standaardregelingen van Buma/Stemra, noch in bevoordelende zin, noch in benadelende zin.  

7 Vraag: Kunt u aangeven hoe de regelgeving op dit punt luidt?

Antwoord:  De auteur heeft het exclusieve recht zijn werk openbaar te maken en zijn bladmuziek te verveelvoudigen (artikel 1 van de Auteurswet 1912). De auteur kan anderen toestemming geven tot openbaarmaking en verveelvoudiging en hij kan daaraan voorwaarden verbinden, zoals de betaling van een vergoeding. De auteur kan het recht om toestemming te verlenen en om vergoedingen te innen en te verdelen collectief uitoefenen door middel van collectieve beheersorganisaties. Voor de openbaarmaking van een muziekwerk dient dat via Buma te geschieden, die door de Minister van Justitie met uitsluiting van anderen is aangewezen te bemiddelen inzake muziekauteursrecht (zie artikel 30a Auteurwet en de aanwijzing van BUMA bij beschikking van 24 maart 1933, Stcrt. 60).

8 Vraag: Deelt u de mening dat het niet wenselijk is dat er veel geld van amateurverenigingen en stichtingen naar Buma/Stemra gaat terwijl deze verenigingen en stichtingen geen winst maken en daarnaast veel moeite moeten doen om sponsoren te krijgen?

Antwoord:  In de Auteurswet noch bij de uitoefening van het auteursrecht bestaat een onderscheid tussen gebruik door op winst gerichte licentienemers of gebruik door non-profit instellingen. Buma hanteert evenwel voor amateurmuziek een aangepast tarief. De vraag of weinig of veel moeite moet worden gedaan om sponsorgeld te verkrijgen kan geen criterium zijn bij de uitoefening van intellectuele eigendomsrechten.

9 Vraag: Bent u van plan maatregelen te treffen om dit soort situaties in de toekomst te voorkomen? Is aanpassing van de wet mogelijk, bijvoorbeeld door het afschaffen van de heffing door Buma/Stemra bij amateurmuziekverenigingen of stichtingen?

Antwoord:  Voor beperkingen en uitzonderingen ten aanzien van het auteursrecht en de naburige rechten geldt Europese regelgeving. Richtlijn nr. 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PbEG L 167) geeft in artikel 5, tweede lid, een limitatieve opsommingen van beperkingen en uitzonderingen. Een uitzondering van de aard zoals in de vraag bedoeld, komt daarin niet voor. Een wijziging van de wet zoals door vragenstellers voorgesteld, is dan ook niet mogelijk.

Bovendien kunnen belanghebbenden die klachten hebben over de inning van vergoedingen zich wenden tot het College van Toezicht Auteursrechten. Dit college oefent op basis van de Wet toezicht collectieve beheersorganisaties auteursrecht en naburige rechten toezicht uit op de inning en verdeling van auteursrechtgelden en behandelt geschillen daarover tussen de collectieve beheersorganisatie en belanghebbenden (Stb. 2003, 111).