Auteursrecht  

IEF 6043

Wereld Boek en Auteursrechtdag

wbcd.bmpEven voor de goede orde, De Wereld IE Dag borrel is pas morgen, en zaterdag, 26 april,  is het pas officieel Wereld IE Dag, geïnitieerd door WIPO, maar vandaag, 23 april, is het (verwarring is nu eenmaal het centrale IE-begrip) wel Wereld Boek en Auteursrechtdag, geïnitieerd door Unesco. En de Amsterdam Wereldboekenstad festiviteiten van deze week fietsen daar weer een beetje tussendoor.

“World Book and Copyright Day. By celebrating this Day throughout the world, UNESCO seeks to promote reading, publishing and the protection of intellectual property through copyright.  
23 April: a symbolic date for world literature for on this date and in the same year of 1616, Cervantes, Shakespeare and Inca Garcilaso de la Vega all died. It is also the date of birth or death of other prominent authors such as Maurice Druon, K.Laxness, Vladimir Nabokov, Josep Pla and Manuel Mejía Vallejo. It was a natural choice for UNESCO's General Conference to pay a world-wide tribute to books and authors on this date, encouraging everyone, and in particular young people, to discover the pleasure of reading and gain a renewed respect for the irreplaceable contributions of those who have furthered the social and cultural progress of humanity.”

Lees hier meer. Amsterdam Wereldboekenstad hier.


 

IEF 6042

Denigrerende daden

drf.JPGDe Volkskrant bericht “De tekening die kunstenares Nadia Plesner maakte om aandacht te vragen voor de situatie in de Soedanese regio Darfur. Blijkbaar is het dragen van een designtas en een klein lelijk hondje voldoende om aandacht te krijgen, concludeerde de Deense Plesner, die in Amsterdam aan de Rietveldacademie studeert.

En dus maakte ze een tekening van een Afrikaans jongetje met in zijn ene hand een in een paars truitje gehuld hondje en in zijn andere hand een designtas. (…) Een maand later kreeg Plesner post van het Franse modemerk Louis Vuitton Malletier, de Parijse maker van onder meer designtassen en - koffers.

Directeur intellectueel eigendom Nathalie Moullé-Berteaux verzocht Plesner om te stoppen met haar campagne. Hoewel Moullé-Berteaux vol lof was over de motieven van Plesner, schreef zij niet te kunnen accepteren dat op de tekening een tas wordt afgebeeld die een ‘verwarrende gelijkenis’ vertoont met intellectueel eigendom van Louis Vuitton.

(...) De kunstenares stelde dat de getekende tas is geïnspireerd op designtassen in het algemeen en dat zij nergens probeert te verwijzen naar het merk Louis Vuitton. Ze ging door met de verkoop.

Vorige week is Plesner aangeklaagd door Louis Vuitton. Voor elke dag dat de tekeningen nog te koop zijn, eist het modemerk 5.000 euro. En omdat Plesner op haar website de briefwisseling met het modehuis publiceerde, eist Louis Vuitton nog eens 5.000 euro voor elke dag dat zij doorgaat met deze ‘parasiterende en denigrerende daden’"

Lees hier meer. Website Plesner hier.

IEF 6037

(Redelijk) verse Europese rechtspraak

HvJ EG, 17 april 2008, In zaak C-456/06, Peek & Cloppenburg KG  tegen Cassina SpA

Prejudiciële beslissing. Auteursrecht. Distributie onder publiek van origineel van werk of kopie daarvan, door verkoop of anderszins. Gebruik van reproducties van auteursrechtelijk beschermde meubels als in verkoopruimte tentoongestelde meubelstukken en als etalagedecoratie. Geen eigendoms- of bezitsoverdracht”

“Van distributie onder het publiek van het origineel van een werk of een kopie daarvan, anderszins dan door verkoop, in de zin van artikel 4, lid 1, van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, is uitsluitend sprake wanneer er een eigendomsoverdracht van deze zaak plaatsvindt. Bijgevolg kan noch de situatie waarin het publiek de mogelijkheid is geboden om reproducties van een auteursrechtelijk beschermd werk te gebruiken, noch de tentoonstelling ten behoeve van het publiek van deze reproducties zonder dat de mogelijkheid wordt geboden om deze te gebruiken, een dergelijke vorm van distributie vormen.”

Lees het arrest hier.

HvJ EG, 17 april 2008, C-108/07 P, Ferrero Deutschland GmbH tegen OHIM / Cornu SA Fontain(nog geen Nederlandse versie beschikbaar).

Oppositieprocedure  o.g.v. ouder nationaal woordmerk FERRERO  tegen Gemeenschapswoordmerkaanvrage  FERRO.

“58. S’agissant, enfin, de l’appréciation globale du risque de confusion, la Cour considère que la faible similitude des produits désignés est compensée par la similitude des marques en conflit et par le caractère distinctif élevé dont jouit la marque FERRERO auprès du consommateur moyen allemand, de sorte qu’il existe un risque que le public pertinent puisse croire que les produits Giotto, Raffaello et Mon Chéri, commercialisés sous la marque antérieure FERRERO, et les biscuits salés, commercialisés sous la marque demandée FERRO, proviennent de la même entreprise ou d’entreprises économiquement liées.

59. Dès lors, en considérant, dans la décision litigieuse, qu’il n’existait pas de risque de confusion entre les marques en conflit, la quatrième chambre de recours de l’OHMI a violé l’article 8, paragraphe 1, sous b), du règlement n° 40/94.

60. Il y a donc lieu d’annuler la décision litigieuse.”

Lees het arrest hier

GvEA, 22 april 2008, T-233/06, Casa Editorial El Tiempo SA tegen OHIM / Instituto Nacional de Meteorología(nog geen Nederlandse versie beschikbaar).

Oppositieprocedure  o.g.v. oudere nationale woordmerken TELETIEMPO tegen Gemeenschapswoordmerkaanvrage EL TIEMPO.

“57.  S’agissant du fait que les différences conceptuelles compenseraient les similitudes sur les plans visuel et phonétique, il y a lieu de rappeler qu’il ressort de l’examen ci-dessus qu’il n’existe pas de telles différences sur le plan conceptuel entre les signes en cause dès lors que le signe EL TIEMPO peut être compris comme se référant aux deux acceptions du mot « tiempo » en espagnol (voir point 48 ci-dessus). S’agissant des différences découlant de la présence des éléments « el » et « tele », il convient de relever qu’elles ne sont pas de nature à écarter la possibilité d’un risque de confusion dès lors qu’elles ne conditionnent pas de manière significative l’impression d’ensemble produite par chacun des signes. En outre, comme le fait valoir l’OHMI, il ne saurait être exclu que le public pertinent considère, en raison de la signification du préfixe « tele » et de son utilisation habituelle, que les marques antérieures constituent une variation de la marque demandée et, par conséquent, que les produits et les services revêtus des marques en cause ont une même origine commerciale.”

Lees het arrest hier.

GvEA, 17 april 2008, zaak  T-294/06, Nordmilch eG tegen OHIM(nog geen Nederlandse versie beschikbaar)

Weigering woordmerk VITALITY (melkproducten, dranken).

“32. Das Gericht bestätigte die Entscheidung der Beschwerdekammer im Wesentlichen. Speziell im Hinblick auf Waren für besondere medizinische, Ernährungs- oder Diätzwecke war das Gericht der Auffassung, die Beschwerdekammer sei zu Recht zu dem Ergebnis gelangt, dass das Zeichen im Verkehr zur Bezeichnung der Bestimmung dieser Waren dienen könne. Dagegen verneinte das Gericht einen beschreibenden Charakter der Marke VITALITE für Babykost sowie für Mineralwässer mit oder ohne Kohlensäure (Urteil VITALITE, oben in Randnr. 12 angeführt, Randnrn. 24 und 25).”

Lees het arrest hier

GvEA, 17 April 2008, zaak T-389/03, Dainichiseika Colour & Chemicals Mfg. Co. Ltd tegen OHIM /  Pelikan Vertriebsgesellschaft mbH & Co. KG(nog geen Nederlandse versie beschikbaar).

Opposition proceedings.Application for a figurative Community trade mark depicting a pelican, earlier Community or national figurative trade mark Pelikan.

“102. Nevertheless, in the present case, it must be held that the degree of similarity between the marks in issue is such (see paragraphs 96 and 98 above) that it must be found that a likelihood of confusion exists regardless of whether or not the visual aspect is more important than the other aspects.

103. Some visual differences between the conflicting marks are rendered neutral by the fact that the marks are conceptually identical and phonetically identical or very similar, and by the identical nature of, or strong similarity between, the products in issue. Therefore, the differences between the marks are not sufficient to remove a likelihood of confusion in the minds of the relevant public.

104. In this respect, it is appropriate to dismiss the applicant’s claim that, even if the mark applied for and the earlier trade marks were to be associated conceptually by reason of the word ‘pelican’ and the image of a ‘bird in/on a globe’, this would not be enough to justify a finding that there is a likelihood of confusion between the marks at issue.”

Lees het arrest hier

IEF 6010

Iets teveel techniek voor jou

Citaatje uit een van de vele aan de herrijzenis van D’66 gewijde artikelen dit weekend: “Als Pechtold weer zit, vraagt Van der Ham of hij soms naar het AO auteursrechtbeleid wil. Pechtold checkt zijn agenda: bezoek van de Kroatische president.”Dat wordt weer borrelen”, zegt hij. “Het is ook iets teveel techniek voor jou, hè, dat auteursrecht, zegt Van der Ham. Pechtold gaat wel naar een overleg over het Europees terrorismebeleid, op donderdag.” (NRC, zaterdag 19 april).

IEF 6009

De problematiek van de zogeheten verweesde werken

NRC Handelsblad en www.kb.nl,17 april: Auteurswet nekt de digitale bibliotheek, paginagroot opiniestuk van van Martin Bossenbroek & Hans Jansen (respectievelijk directeur Collecties & Dienstverlening en directeur e-Strategie van de Koninklijke Bibliotheek).

“Een aanpassing van de Auteurswet aan de eisen van de 21ste eeuw is dringend gewenst. Blijft die aanpassing uit, dan is de opbouw van een digitale bibliotheek van serieus te nemen omvang en samenstelling een illusie. 

(…) Maar zijn die (erfgenamen) er ook, en zo ja, hoe vind je die? Dat is de essentie van de problematiek van de zogeheten verweesde werken, dat wil zeggen werken waarvan de auteursrechthebbenden onbekend of onvindbaar zijn. In dit concrete geval zijn er nog aanknopingspunten - een naam en een sterfjaar - en kun je op zoek gaan, maar in talloze andere gevallen ontbreken ook dit soort basisgegevens. 

(…) Denk aan de vele miljoenen paginas kranten, tijdschriften en boeken die op digitalisering wachten, laat er een realistische vermenigvuldigingsfactor op los, en het resultaat is een opsporingsactie van mythologische proporties, die aanzienlijk meer tijd en dus geld zou kosten dan alle digitaliseringprojecten bij elkaar. (…) Maar ook commerciële bedrijven schrikken terug voor deze consequenties. Wie denkt dat bovengenoemde voorbeelden een vertekende voorstelling van zaken geven, moet eens uitrekenen waarom Google in zijn enige grote digitaliseringproject binnen het Nederlandse taalgebied - 300.000 boeken in de universiteitsbibliotheek van Gent - niet verder gaat dan 1867. Zekerheidshalve wordt een termijn van twéémaal 70 jaar gehanteerd, om elk risico van auteursrechtelijke claims uit te sluiten. 

(…) Dit scenario kan onmogelijk de bedoeling zijn van een wet die de rechten van auteurs moet beschermen. Vóór alles heeft een auteur er recht op te worden gelezen. Het is dan ook de hoogste tijd voor een internetuitzondering voor niet-commercieel gebruik in de Auteurswet. En dan eentje die beter doordacht is dan de aanpassing van 2004. Sindsdien mogen erfgoedinstellingen weliswaar hun eigen collectie digitaal beschikbaar stellen aan het publiek, maar uitsluitend via een besloten netwerk dat alleen in het eigen gebouw te raadplegen is. Zo werkt internet natuurlijk niet. 

Dat is het ministerie van Justitie zich inmiddels ook bewust. Eind vorig jaar zegde minister Hirsch Ballin de Tweede Kamer toe een onderzoek te laten verrichten naar oplossingen die in andere landen zijn ontwikkeld voor de problematiek van de verweesde werken. Aanstaande maandag is de bewindsman openingsspreker op een groot internationaal Auteursrechtsymposium in Amsterdam, dus de verwachtingen zijn hooggespannen.  

Het zou moeten kunnen, want in diverse landen zijn al oplossingen uitgedacht. (…) In Engeland wordt gedacht in dezelfde richting, met een Copyright Tribunal dat, als gebruiker en rechthebbende er onderling niet uitkomen, achteraf de hoogte van de vergoeding bepaalt - en afhankelijk van het soort gebruik(er) kan die ook op nul uitkomen. (…)  Het nadeel is echter dat alle drie varianten uitgaan van een voorafgaande zoektocht naar rechthebbenden. En die is bij grootschalige digitaliseringprojecten volstrekt onrealistisch. Er is echter een systeem dat tegemoetkomt aan de randvoorwaarden voor massadigitalisering (…) het heet extended collective licensing, en bestaat in Scandinavië. Daar kunnen rechtenorganisaties met gebruikers licentieovereenkomsten afsluiten die ook wettelijk bindend zijn voor niet-aangesloten en onvindbare rechthebbenden. (…)  Toch kleeft ook aan dit model een bezwaar. Er moet vooraf worden betaald voor de licentieovereenkomsten, met als gevolg alsmaar groeiende, moeilijk te verantwoorden fondsvorming bij de rechtenorganisaties. 

De beste en uiteindelijk meest kosteneffectieve aanpak bestaat uit een verfijnde combinatie van het Angelsaksische en het Scandinavische model. Oftewel, het afsluiten van extended collective licenses, maar dan op basis van het opt out-beginsel. De voordelen zijn evident: er is geen zoektocht naar verweesde werken meer nodig, erfgoedinstellingen hebben vooraf inzicht in de mogelijke financiële consequenties en betalen pas als een rechthebbende claimt. Anderzijds blijft diens recht op een vergoeding én op het weigeren van toestemming overeind staan. 

De definitieve oplossing zou zijn een speciale internetparagraaf in de Auteurswet voor niet-commercieel gebruik door erfgoedinstellingen. Zoiets duurt natuurlijk jaren, en daarom is een voorlopige oplossing nu een eerste vereiste. Laat om te beginnen rechtenorganisaties aan erfgoedinstellingen een vrijwaring geven voor niet-aangesloten onvindbare rechthebbenden. Lukt het niet om de financiële aansprakelijkheid die zij daarmee overnemen te herverzekeren, dan ligt het op de weg van de overheid om zich hiervoor garant te stellen. Het is de enige manier om te voorkomen dat de 20ste eeuw in de digitale bibliotheek te boek komt te staan als the missing link.

Lees het gehele artikel hier.

IEF 6008

Het strafrecht zal in stelling worden gebracht

Kamerstukken II, 28684, nr. 133. Naar een veiliger samenleving; Brief van de minister van Justitie over rechtshandhaving en internet

"De strafrechtelijke handhaving komt bij dit onderwerp in beeld indien het algemeen belang dit vordert. Het strafrecht zal in stelling worden gebracht bij zodanig grootschalige piraterij, die de markt ernstig verstoort, dat deze doormiddel van privaat optreden niet voldoende kan worden bestreden, of bij betrokkenheid van georganiseerde criminaliteit. Bij dit laatste gaat het erom dat de inbreuk op het intellectuele eigendomsrecht zodanig is georganiseerd, of zozeer stelselmatig wordt gepleegd, dat het strafrecht als enige zinvol denkbaar correctiemiddel overblijft.

Zoals al is aangegeven in de al eerder vermelde beleidsbrief van 20 december 2007 zal de strafrechtelijke handhaving van het auteursrecht zich concentreren op bestrijding aan de bron van het illegale aanbod op internet, namelijk op degene die grootschalig illegaal ‘uploadt’ en daarmee films, games en muziek in strijd met het auteursrecht via internet aanbiedt. Daarmee zal het illegaal aanbod worden beperkt en het legaal aanbod meer kansen krijgen. De handhaving van het auteursrecht kan mee profiteren van diverse in deze brief aangekondigde maatregelen en onderzoeken, zoals de analyse ten behoeve van de actualisering van het juridisch instrumentarium, de organisatorische voorzieningen zodat politie en justitie op adequate wijze op aangiften van cybercrime reageren en het onderzoek naar publiek-private samenwerking in het kader van een NTD-procedure. Om de zich voordoende mogelijkheden te benutten zal overleg worden bevorderd tussen de belangrijkste betrokken partijen zoals vertegenwoordigers van de filmen muziek industrie en het Openbaar Ministerie, de politie en de FIOD/ECD.
Zoals toegezegd in de brief aan de TK over het auteursrecht, worden in opdracht van het kabinet momenteel de economische en culturele effecten onderzocht van digitale verspreiding van auteursrechterlijk beschermd materiaal. Dit onderzoek zal naar verwachting in het najaar van 2008 gereed zijn."

Lees de gehele brief hier.

IEF 6000

Roze gesloten bloemen met roze donkerrode druppelvormen

r7.gifVzr. Rechtbank ‘s-Gravenhage, 16 april 2008, KG ZA 08-319, Room Seven B.V. tegen Zinos C.V.

Kleurig en fleurig kort geding vonnis over auteursrecht, ongeschreven modelrecht en slaafse nabootsing op en van  kinderbeddengoed. Inbreuk aangenomen op 5 van de 7 prints.

Room Seven ontwerpt, fabriceert en verkoopt o.a. beddengoed voor kinderen. Zinos biedt op haar website www.zinos.nl en in diverse winkels o.a. (kado)artikelen aan op het gebied van de inrichting van kinderkamers.

De door Room Seven ingeroepen model- en auteursrechten op 7 verschillende (in het vonnis afgebeelde) prints worden – desgevraagd - niet betwist, op één print na. Dat betreft de Blue Mini Check print. De voorzieningenrechter is met Zinos van oordeel dat deze print een eigen karakter ontbeert (r.o. 4.6).  Inbreuk wordt aange-nomen bij vijf van de zes overige prints.

White bubbles: De voorzieningenrechter oordeelt dat deze print van Zinos geen andere algemene indruk, dan wel totaalindruk wekt, zowel op basis van het au-teursrecht, als op basis van het ongeschreven Gemeenschapsmodellenrecht.

Om een indruk te geven van de hersengymnastiek van de rechter: “In beide prints is een combinatie te vinden van roze gesloten bloemen met roze donkerrode drup-pelvormen, in combinatie met open bloemen welke open bloemen in beide prints worden gekenmerkt door een roze buitenrand omgeven door rode stippellijnen en een donkerrood hart, dat is omgeven door vijf lichtblauwe druppelvormen welke worden afgewisseld met lichtbruine takjes/blaadjes. In beide prints komen voorts lichtroze kelken voor, alsmede een gestileerde vlinder en een blauw/groene vorm, welke een blad zou kunnen voorstellen. In beide prints is bovendien een halve lichtroze bloem te vinden met een hart dat is omgeven door een cirkel en waaruit donker rode takjes/blaadjes lopen. Ook kennen beide prints een sterbloem en een gestileerde vlinder. De witte ruimten worden in beide prints voorts opgevuld met stippen in diverse afmetingen.” (r.o. 4.10 en 4.11).

Voor de overwegingen m.b.t. de andere prints wordt verwezen naar het vonnis. Heel kort: De Stripe Flower: Beide prints wekken dezelfde totaalindruk (4.13). Multi color stripe: Niet betwist wordt dat print van Zinos identiek is aan die van Room Seven (4.14). Billy: Niet betwist wordt dat de print van Zinos dezelfde totaal indruk wekt (4.15). Het feit dat er nog geen producten met deze print verhandeld zijn, doet niet af aan de inbreuk dreiging (4.16). Ocean dream: Niet betwist wordt dat de print van Zinos dezelfde totaalindruk wekt. Evenals bij de vorige print, wordt dreiging van inbreuk aangenomen (4.17).  Pink blue patchwork quilt: De quilt van Zinos heeft een ander patroon, met ook andere prints. Ondanks dezelfde kleurstelling wordt daarom een andere totaalindruk gewekt. Ook geen sprake van slaafse na-bootsing, nu - gelet op de andere totaalindruk – van verwarring geen sprake zal zijn (4.18).

Nevenvorderingen worden afgewezen bij gebrek aan spoedeisend belang (4.21). Zinos wordt veroordeeld in de kosten (4.22). Nu Room Seven heeft verklaard dat zij BTW kan verrekenen, wordt de BTW in mindering gebracht op het door Room Seven gevorderde bedrag ( € 15.080,80 - €  2.407,86 = € 12.672,94).

Lees het vonnis hier.

IEF 5997

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank ’s-Gravenhage,16 april 2008, KG ZA 08-319, Room Seven B.V. tegen Zinos C.V.

Auteursrecht en Gemeenschapsmodellen diverse prints kinderbeddengoed. “4.17. Ook met betrekking tot de Ocean dream-print heeft Zinos volstaan met te stellen dat zij geen kopie van deze print op de markt brengt. Zij had weliswaar een dekbedovertrek met de betreffende print op haar kantoor aanwezig, maar ook deze overtrek zou niet in productie zijn genomen. Nu niet is betwist dat de onder 2.5. sub G getoonde print dezelfde totaalindruk maakt als de Ocean dream, gaat de voorzieningenrechter er voorshands, in lijn met hetgeen hiervoor onder 4.16 is overwogen, vanuit dat er ook met betrekking tot de Ocean dream-print van voldoende dreiging van inbreukmakend handelen sprake is om een verbod te rechtvaardigen.”

Lees het vonnis hier.

IEF 5995

Als werken van

gubs.gifRechtbank ’s-Hertogenbosch, 15 april 2008, LJN: BC9375, Strafzaak.

Aardig strafzaak over onder andere artikel31a en b AW. De Rechtbank ’s-Hertogenbosch acht bewezen dat een 58-jarige man uit Eindhoven diverse schilderijen heeft verkocht als werken van de kunstenaar Klaas Gubbels. De man is veroordeeld tot een jaar cel, waarvan zes maanden voorwaardelijk.

De rechtbank acht o.m. bewezen dat  “hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2004 tot en met 29 oktober 2006  in de gemeente(n) Eindhoven en/of Tilburg en/of Arnhem en/of Dieren en/of  Apeldoorn en/of Groesbeek en/of Groningen en/of Hoofddorp, in elk geval in  Nederland, opzettelijk een (zeer) groot aantal schilderijen en/of aquarellen,  althans een of meer schilderij(en) en/of aquarel(len) waarin met inbreuk op  eens anders auteursrecht (te weten van [een kunstschilder]) beeltenissen waren  vervat, openlijk ter verspreiding heeft aangeboden en/of ter verspreiding  voorhanden heeft gehad en/of bewaard heeft uit winstbejag, terwijl hij van het  plegen van dit misdrijf daar toen zijn beroep heeft gemaakt of als bedrijf  heeft uitgeoefend. (art. 31a en b Auteurswet 1912).

“De Eindhovenaar gaf aan niet te hebben geweten dat de schilderijen vals waren. Hij zei ze zelf te hebben gekocht van Johan Dijkstra, een kunsthandelaar uit Arnhem. De rechtbank acht dit niet geloofwaardig, mede omdat niemand uit de kunstwereld deze Johan Dijkstra kent. De Eindhovenaar kon zelf ook geen adres of telefoonnummer van Johan Dijkstra overleggen.

De rechtbank meent dat het handelen van de Eindhovenaar kunstschilder Klaas Gubbels ernstig heeft benadeeld. Daarnaast is door het plegen van de feiten inbreuk gemaakt op de integriteit van de kunsthandel. De rechtbank heeft diverse vorderingen van benadeelde partijen toegewezen voor een totaal bedrag van ruim 76 duizend euro.”

Lees het vonnis hier.

IEF 5990

Incasso veronderstelt repartitie

Kamerstukken II 31200 VI, nr. 128. Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2008; Verslag schriftelijk overleg over de thuiskopievergoeding

"Met de leden van de CDA-fractie meen ik dat de geïnde thuiskopiegelden ten goede moeten komen aan degenen voor wie zij bedoeld zijn, te weten de makers van creatieve werken. Incasso veronderstelt immers repartitie. Uitkering aan, bijvoorbeeld, artiesten en musici is en blijft ook de inzet van mijn beleid en dat van het College van Toezicht. Dat laat onverlet dat als gelden echt onverdeelbaar blijken, nadat Stichting De Thuiskopie en haar verdeelorganisaties hun overheadkosten en andere inhoudingen hebben verricht en alle bij de organisaties bekende rechthebbenden hun billijke vergoeding hebben ontvangen, het redelijk en billijk is om deze – naar achteraf blijkt teveel geïnde gelden – te laten terugvloeien aan de betalingsplichtigen, t.w. de producenten en importeurs van voorwerpen die bestemd zijn voor het thuiskopiëren. Zoals de aan het woord zijnde leden terecht opmerken, verliest een stelsel waarin wel wordt geïnd, maar onvoldoende wordt uitgekeerd, immers zijn legitimatie."

Lees het verslag hier, bijlage hier.