Auteursrecht  

IEF 1468

Auteursrecht belicht

Rechtbank Haarlem, 9 november 2004, HA ZA 04-637. Brand en Van Egmond B.V. tegen Harco Loor-Design B.V. Geen auteursrechtelijke bescherming voor 'abstracte vormentaal', wel voor een een 'bepaalde vormentaal die in verschillende specifieke objecten is te vinden'.

Brand en Van Egmond brengen lichtobjecten in de handel die worden gekenmerkt door de toepassing van metalen draadstructuren in verschillende vormen en uitvoeringen en maken bezwaar tegen de lichtobjecten van Harco Loor die ook gekenmerkt worden door toepassing van metalen draadstructuren. Brand en Van Egmond beroepen zich tevergeefs op het auteursrecht.

Ter ondersteuning van haar vordering heeft Brand en Van Egmond een deskundigenrapport in het geding gebracht van Prof.Ir. J.J. Jacobs. "Het  onmiskenbaar is dat de lichtobjecten van Annet van Egmond een eigen en oorspronkelijk karakter hebben en het persoonlijk stempel van de maker Annet van Egmond dragen (...) In de voor dit geschil relevante lichtobjecten van Loor zijn naar mijn mening de oorspronkelijke trekken van de lichtobjecten van Annet van Egmond herkenbaar te vinden.”

Gedaagde Loor voert onder meer aan dat geen auteursrechtelijke bescherming toekomt aan een abstracte vormentaal, een bepaalde (persoonlijke) stijl of het idee van vervlechten van metaaldraad tot lichtobjecten. De Rechtbank is het hiermee eens en oordeelt dat voor bescherming slechts de concrete vormgeving zoals die zich manifesteert in specifiek aan te duiden objecten vatbaar is. De Rechtbank lijkt mee te gaan met het argument van Brand en Van Egmond dat die concrete vormgeving kan bestaan uit een bepaalde vorm (stijl?) van metaal die in verschillende specifieke objecten is terug te vinden. Volgens de Rechtbank moet niet noodzakelijkerwijs één lichtobject van Brand en Van Egmond worden vergeleken met één lichtobject van Loor, maar dat de verschillende objecten van Loor inbreuk kunnen maken op meerdere objecten van Brand en Van Egmond.

Omdat het 3D objecten betreft vindt de rechtbank dat een eventuele inbreuk vastgesteld moet worden door eigen waarneming en komt tot het oordeel dat de grenzen van het toelaatbare niet zijn overschreden. Totaalindrukken verschillen voldoende ('om te beginnen is het ritme van buigen anders).

De draden van de lampen van Harco-Loor zijn, ten opzichte van de lampen van het type Chandelier van Brand en Van Egmond dichter opeen gevlochten en in een ander ritme gebogen. Voorts valt in het bijzonder op het verschil in de ruimtelijkheid. Het gevlochten ritme in de lampen van Brand en Van Egmond zet zich niet alleen in het platte vlak, maar ook van buiten naar binnen voort, waardoor de gehele ruimte wordt gevuld en de driedimensionale vormgeving wordt benadrukt. De lampen van Harco Loor zijn daarentegen gevormd vanuit een platte tweedimensionaal gevlochten mat, die tot een bepaalde geometrische vorm is gebogen en daarvan in zekere zin de schil vormt (…)Tenslotte ogen de lampen van type Chandelier van Brand en Van Egmond robuuster, steviger, terwijl die van Harco Loor juist iets fragiels en lichts hebben.”

Op grond van de negatieve reflexwerking van de Auteurswet kan er volgens de rechtbank ook geen sprake zijn van slaafse nabootsing. Lees het vonnis hier. (Met dank aan Jolette Wiersema, DLA Schutgrosheide).

(De foto links: twee lampen van Brand en Van Egmond, rechts een lamp van Harco Loor.)

IEF 1464

1.000 opzeggingen

Persbericht Koninklijke Horeca Nederland: "Hospitality Music, rechtenvrije muziek die Koninklijk Horeca Nederland voor haar leden beschikbaar stelt, heeft een vliegende start gemaakt. Per 1 januari 2006 hebben ruim 1.000 leden van Koninklijk Horeca Nederland opgezegd bij BUMA en Sena. Dit levert hen een besparing op van minimaal 400.000 euro. Dit maakte voorzitter Hajé de Jager bekend tijdens de nieuwjaarsreceptie van Koninklijk Horeca Nederland te Amsterdam.

Onder de titel Hospitality Music heeft Koninklijk Horeca Nederland op haar website en op CD’s en DVD’s een collectie van 5.000 muzieknummers aan haar 20.000 leden beschikbaar gesteld, die volledig Buma- en SENA-rechtenvrij zijn. Als de ondernemer uitsluitend deze muziek ten gehore brengt, hoeft hij geen auteursrechten meer af te dragen. Hiermee biedt Koninklijk Horeca Nederland haar leden een alternatief om geen auteursrechten te betalen. De 1.000 leden die per 1 januari 2006 hun BUMA- en Sena-licentie hebben opgezegd, draaien in hun horecabedrijf alleen nog maar deze gratis ‘hospitality’ muziek.

“Dit is een succesvolle start voor ons initiatief”, zegt Hajé de Jager. “Wij zijn zeer verheugd dat zoveel leden reeds gekozen hebben voor dit alternatief. We verwachten dat aan het einde van dit nieuwe jaar nog meer leden over zullen stappen. Nu het zo succesvol blijkt, zullen we de collectie van muzieknummers uitbreiden naar 15.000 nummers.”

De rechtenvrije muziek van Hospitality Music bestaat uit 18 genres zoals populair, klassieke muziek, bewerkingen van bekende nummers en speciaal voor dit doel gemaakte muziek. Deze muziek is het meest geschikt als achtergrondmuziek in restaurants, snackbars, kleinere hotels, vergaderbedrijven met avondfunctie, deelruimtes van grotere hotels en in sommige toeristisch-recreatieve bedrijven zoals bijv. sauna’s. Wanneer aangesloten leden besluiten alleen rechtenvrije muziek ten gehore te brengen, besparen zij € 438, - tot ongeveer € 1.000, - per jaar. Meer informatie over Hospitality Music is te vinden op www.hospitalitymusic.nl." Lees persbericht ook hier.

IEF 1462

Pittoresk

Rechtbank Rotterdam, 3 januari 2006, LJN: AU9212. Eisers tegen Fortis Bank N.V. Vonnis dat wel een hooggeleerde noot kan gebruiken. Het is weer eens niet wat het lijkt en dat mag deze keer niet.

Gedaagde heeft van een zogenaamd stockbureau de gebruiksrechten van dia’s gekocht. Ten behoeve van haar website, de brochure “Hypotheken” en de brochure “Schenken en erven” is één van deze dia’s gebruikt. Het betreft een zonnige kleurenafbeelding van een pittoresk wit vrijstaand huis aan de rand van een bos. In de brochure “Hypotheken” wordt boven en aan de linkerrand van deze afbeelding reclame gemaakt voor specifieke kenmerken van de hypotheken zoals die door gedaagde worden verkocht. In de brochure “Schenken en erven” is naast en boven deze afbeelding een tekst afgedrukt.

De brochure bevat bovendien een interview met iemand die uitlegt dat haar ouders het huis aan haar broer en haar wensten te schenken en dat gedaagde, via een hypotheekvariant, behulpzaam is geweest bij de uitkering van de helft van de waarde van het huis aan de geïnterviewde. Maar niet de geïnterviewde, maar de eisers in deze zaak zijn de eigenaars van de buitenplaats, reeds 130 jaar familiebezit, waartoe het afgebeelde huis, een voormalige dienstwoning, behoort.

Gedaagde heeft nooit toestemming gevraagd aan eisers om de afbeelding te mogen gebruiken. Gedaagde heeft aan eisers te kennen gegeven het gebruik van de afbeelding niet te willen staken en daar evenmin een vergoeding voor te willen betalen.

De kantonrechter stelt voorop dat het gebruik van een afbeelding van een zaak, die niet toebehoort aan degene die de afbeelding gebruikt, onrechtmatig jegens de rechthebbende van deze zaak kan zijn. Voor de beoordeling of een dergelijk gebruik als onrechtmatig kan worden geoordeeld dienen alle omstandigheden van het geval in ogenschouw te worden genomen.

Gedaagde voert vergeefs aan dat zij de dia in kwestie heeft betrokken van een stockbureau. Eisers staan immers buiten deze overeenkomst van koop en verkoop van de rechten betreffende de afbeelding. Evenmin is relevant dat gedaagde ervan uit mocht gaan dat het stockbureau auteursrechthebbend is. Het auteursrecht strekt zich immers uitsluitend uit tot de afbeelding en ziet niet op mogelijk (onrechtmatig) gebruik van de afbeelding jegens de rechthebbenden van de afgebeelde zaak.

Tegenover de commerciële insteek van Fortis staan de belangen van eisers. Zij stellen, kort en zakelijk weergegeven en overigens ook onbetwist, dat de woning geen koophuis is, nooit is verhypothekeerd en dat de bancaire context oneigenlijk is, afgezet tegen de historische en familiale achtergrond van de Buitenplaats waarvan de woning deel uitmaakt en die onder de Natuurschoonwet valt. Voorts geldt dat uit de afbeelding, gelet op de kleurstelling van de luiken, blijkt dat de woning deel uitmaakt van deze Buitenplaats. Eisers hebben en willen ook generlei relatie met gedaagde hebben. Zij hebben echter wel een sterke emotionele band met de woning, waaraan zij veel tijd en moeite besteden, zonder dat daar noemenswaardige verdiensten tegenover staan, om deze in stand te houden.

Overwogen wordt dat de afbeelding van de woning door gedaagde commercieel wordt geëxploiteerd terwijl eisers daarover niets in te brengen hebben gehad zodat geen rekening is gehouden met hun belangen. Aan gedaagde kan worden toegegeven dat het feitelijk ondoenlijk is om uit te zoeken of de publicatie van de afbeelding mogelijk onrechtmatig kan zijn. De goede trouw van gedaagde veronderstellend neemt de kantonrechter aan dat zij niet eens wist waar het huis stond en welke specifieke achtergrond speelde. Belangrijker is echter dat gedaagde door de omvang van de verspreiding en de commerciële exploitatie van de afbeelding bewust het risico heeft aanvaard dat de eigenaar van de woning hier aanstoot aan zou nemen. Het komt er op neer dat de eigenaar van een particuliere woning toestemming moet geven voor een dergelijke wijze van verspreiding van de afbeelding van zijn woning.

De redenen hiervoor zijn te scharen onder de termen “eigendom” en “privacy”. De kantonrechter zou het ook niet prettig vinden indien een afbeelding van zijn woning in voormelde zin zou worden geëxploiteerd, zonder enige inspraak, laat staan toestemming.

Voormelde bewuste risicoaanvaarding door gedaagde betekent dat de schade die eisers ondervinden door haar vergoed dient te worden. Dit past ook bij de maatschappelijke positie van partijen: commerciële grootbank versus familie die Buitenplaats in stand probeert te houden en geen enkel voordeel geniet van de publicaties.

Gedaagde betwist echter dat eisers schade hebben ondervonden. Aan haar kan worden toegegeven dat het moeilijk is van een concrete schadepost te spreken. Echter, duidelijk is wel dat gedaagde desgevraagd niet bereid is gebleken het gebruik te staken en dat de afbeelding van de woning commercieel wordt uitgebuit. Duidelijk is derhalve dat gedaagde een belang heeft bij het gebruik van de afbeelding. Dit moet dus op geld waardeerbaar zijn; zie ook de stelling van gedaagde dat zij een fors bedrag heeft betaald aan het stockbureau.

Dit op geld waardeerbare belang behoeft niet synchroon te lopen aan de schade die eisers ondervinden. Terecht wordt door eisers ter zitting aangevoerd dat eigenlijk gekeken dient te worden naar het bedrag dat zij, indien gedaagde om toestemming had gevraagd, hiervoor hadden willen ontvangen. Dit is, vanwege de privacyaspecten die uit de aard der zaak deels van meer emotionele aard zijn, moeilijk rationeel vast te stellen.

Gelet op de stukken acht de kantonrechter de stelling van eisers aannemelijk dat zij toestemming zouden hebben geweigerd, maar nu zij met deze situatie zijn geconfronteerd, dient als het ware de niet gegeven toestemming bij wijze van schadevergoeding financieel te worden gewaardeerd. De kantonrechter veroordeelt gedaagde aan eisers te voldoen een bedrag van €. 5.000,00.

Lees het vonnis hier.

IEF 1459

Woonde Madonna ooit in Moeskroen? (3)

De Standaard bericht dat "De muziekuitgeverijen Warner, EMI en Sony in beroep gaan tegen de uitspraak van de kortgedingrechter van Bergen (België), die oordeelde dat het nummer 'Frozen' van Madonna plagiaat is. Ze zou haar lied gebaseerd hebben op een nummer dat Salvatore Acquaviva, een man uit Moeskroen, in 1979 componeerde.

Dat heeft Victor-Vincent Dehin, de advocaat van Acquaviva, vandaag meegedeeld. Fabienne Brison, die de belangen van Warner, EMI en Sony in deze zaak verdedigt, wil voorlopig niet reageren." Lees hier  meer. (Eerder bericht hier).

IEF 1456

Goed idee

Creatieve sector wil kluis voor ideeën. Artikel in het FD van gisteren over de economische noodzaak van een betere juridische bescherming van formats en concepten: "'Ik maak het regelmatig mee' , zegt Justus Verkerk, commercieel directeur van FCCE, een distributiemaatschappij van tv- formats en -ideeën. 'Mensen komen langs, maar willen niet vertellen wat hun idee is. Ze zijn als de dood dat de distributeur met het idee aan de haal gaat. Nederlandse televisiemakers zoeken in toenemende mate naar mogelijkheden om hun prille ideeën voor nieuwe programma's te kunnen beschermen.

De bedenker heeft juridisch geen poot om op te staan, blijkt uit nieuw onderzoek van KPMG en FCCE. Pas als het idee is uitgewerkt tot een format is een auteursrecht of octrooi mogelijk. Intussen moet een bedenker wel zijn idee communiceren of uitwerken, vaak via internet, terwijl hij daardoor alle rechten kan kwijtraken. Het is hoog tijd voor een discussie over dat juridische gat, vindt Verkerk. De gebrekkige bescherming staat een vrije stroom van ideeën in de weg. 'Wanneer de overheid de kennisindustrie wil helpen zou hier een juridische oplossing voor moeten komen.' Zowel voor de 425 vrije producenten in Nederland als alle andere mensen die rondlopen met een goed idee en dat op de markt willen brengen.

(...) Hij denkt aan een soort digitale notaris waar iedereen goedkoop en veilig documenten kan registreren. Dat is niet alleen van belang voor de tv-markt, maar voor alle productideeën, ondernemersideeën en zelfs voor het opzeggen van een verzekering. 'We zoeken een Belastingdienstoplossing, maar dan sneller', zegt Verkerk. Als je maar kunt hardmaken wie wat wanneer heeft verstuurd en dat het onveranderd is gebleven.' FCCE heeft met KPMG eerst bestaande registratiediensten in kaart gebracht. Verschillende online diensten als firstuse.com, wricgl.com en Tvtobe.com zijn met het knappen van de internetzeepbel gesneuveld. Op afspraak kan iedereen terecht op de site Ideesafe voor registratie en uitwerking van ideeën. I-depot is een vrij dure dienst van het Benelux Bureau voor Modellen en Tekeningen. Diginotar.nl is een initiatief van het Nederlandse notariaat, maar is niet echt goedkoop.

Betaalbare alternatieven zijn te vinden bij surety.com digistamp.com, mkbjuristen.nl, filereg.com en vanrossum.nl. Veelal zijn ze onpraktisch, onbekend en zonder een vertrouwenwekkende naam, zegt Groot. 'Nodig is nu dat een elektronisch systeem wordt gebouwd. Dat kan door KPMG op veiligheid getest worden. De overheid kan er een schil omheen leggen. We kijken nu naar marktpartijen met een geavanceerde elektronische handtekening.'" Lees hier meer (deze maand gratis).

IEF 1453

Niet elektronisch beschikbaar

Brief van de minister van Justitie inzake een afschrift van de brief aan Koninklijke Horeca Nederland. (2e Kamer, niet dossierstuk just051058). "Hierbij zend ik u, naar aanleiding van uw verzoek (kenmerk Just050126), een afschrift van de brief die ik aan Koninklijke Horeca Nederland heb gestuurd in antwoord op een open brief van deze organisatie over de incasso van auteursrechten. (Bijlage niet elektronisch beschikbaar)"
IEF 1441

Klare Taal

Het IVIR haalt de Nederlandse literatuur: In de roman Klare Taal van schrijver Richard Osinga verlieft hoofdpersoon Jacob zich op het meisje Asma, een rechtenstudente aan de UvA

“Als hij haar bekeek en naar haar luisterde dacht hij maar aan een ding: hij wilde met haar naar bed. Hij luisterde geduldig naar haar studieverhalen, naar de overwegingen of ze bedrijfsrecht of civiel recht wilde gaan doen, naar haar gezeur over de onredelijke vragen die ze bij het tentamen Intellectueel Eigendom gesteld hadden. Ze wilde er graag over praten, hij wilde luisteren als wat volgde de moeite waard was.”

Citaat is te vinden op pagina 26. Nader bericht volgt als later in het verhaal nog duidelijk wordt wie de onredelijke vragensteller was. Meer over het boek en de schrijver hier.

IEF 1439

NUVjes

Copyright notice, het blad van het NUV, met nieuws en alle voor uitgevers relevante ontwikkelingen op juridisch terrein, exclusief en gratis voor alle medewerkers van leden van het Nederlands Uitgeversverbond met interesse voor auteursrecht, is nu ook online beschikbaar. Alle nummers vanaf het ontstaan van het blad in 1996 zijn in het online archief te vinden. Als extra service is er ook een jurisprudentie- en een wetgevingsregister aan toegevoegd, met alle voor uitgevers relevante uitspraken en wetsvoorstellen die in Copyright Notice de afgelopen tien jaar zijn behandeld. Het archief en de registers zijn alleen voor leden toegankelijk. Lees hier de inhoud van het meest recente nummer uit december 2005.
IEF 1433

Als bedoeld in de Auteurswet

Kamerstuk 30300 VI, nr. 103, 2e Kamer, 3 januari 2006. Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2006; Gewijzigde motie over vrijstelling van leenrecht voor kleine niet-openbare bibliotheken.

 “De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende, dat een groot aantal kleinere bibliotheken die zich richten op een specifieke doelgroep in hun bestaan worden bedreigd door de vordering van leenrechtvergoedingen, die bovendien met terugwerkende kracht plaatsvindt; overwegende, dat deze bibliotheken hierdoor onevenredig zwaar worden getroffen, mede omdat zij werken met vrijwilligers en zij veelal niet gesubsidieerd worden; overwegende, dat dergelijke vrijwillige initiatieven met het oog op het bevorderen van de eigen verantwoordelijkheid in de samenleving en het beleid van leesbevordering juist ondersteuning verdienen; verzoekt de regering te bevorderen dat hiervoor een oplossing wordt gevonden: – door te beoordelen of er werkelijk sprake is van publiek toegankelijke instellingen als bedoeld in de Auteurswet; – door bijvoorbeeld het schrappen van terugwerkende kracht en/of, indien er sprake is van publiek toegankelijke instellingen, het bevorderen van een gelijkwaardige toegang tot subsidiemogelijkheden in vergelijking met reguliere (openbare) bibliotheken, en gaat over tot de orde van de dag. Van der Staaij Rouvoet Van Haersma Buma.”

IEF 1429

Hartstikke gezond

Het valt allemaal wel mee, althans het gaat de goede kant op. John de Mol in de kerstspecial van Elsevier: “Ik ben in de muziek gestapt toen iedereen riep dat er in die industrie geen cent meer te verdienen was wegens het illegaal kopiëren en downloaden. Maar over twee, drie jaar is de muziekindustrie weer hartstikke gezond. Dat komt door wetgeving en de techniek. Nu kost een liedje illegaal downloaden 99 cent, straks 35 cent. Dan loont illegaal downloaden niet meer.” (Elsevier 2005, nr. 50/51)