Wegens uitgebleven herbezinning (2)
Rechtbank 's-Gravenhage, 8 februari 2006, ZA 05-2233. ACI Adam BV tegen Stichting de Thuiskopie en SONT. Incidenteel vonnis. In de procedure omtrent de hoogte van de thuiskopievergoeding (eerder bericht en dagvaarding hier) vorderde SONT in het bevoegdheidsincicent dat de rechtbank zich onbevoegd zal verklaren van de vorderingen van ACI c.s, voorzover gericht tegen SONT, kennis te nemen dan wel niet ontvankelijk te verklaren.
SONT beroept zich op artikel 16g AW waaruit volgt dat de Rb Den Haag competent is met betrekking tot de thuiskopievergoeding. ACI c.s. verwijzen naar een passage uit de memorie van toelichting met betrekking tot de laatste wetswijziging van 16g Aw waaruit volgt dat “de competentie van de rechtbank niet beperkt dient te zijn tot geschillen omtrent de hoogte van de tegemoetkoming, maar zich ook kan uitstrekken tot geschillen omtrent de grondslag van de tegemoetkoming”.
5.3. Uit de tekst van de artikel 16g Aw en voormeld citaat valt af te leiden dat er geen beperking is gesteld aan de bevoegdheid van de rechtbank om te oordelen omtrent enig geschil inzake de Thuiskopie-vergoeding, of dit nu gaat om de hoogte dan wel om de grondslag(en) van die vergoeding. Nu de in deze zaak ingestelde vordering daarop betrekking heeft, is deze rechtbank in beginsel bevoegd daarvan kennis te nemen, tenzij zich bijzondere, aan die bevoegdheid derogerende omstandigheden zouden voordoen.
De beroepen van SONT op dergelijke bijzondere omstandigheden (artikel 2:15 BW en artikel 11 van de statuten van SONT) worden afgewezen.
5.4 SONT betoogt dat daarvan inderdaad sprake is, en heeft daartoe in de eerste plaats gewezen op de voor ACI c.s. openstaande mogelijkheid om op basis van artikel 2:15 BW vernietiging van besluiten van het bestuur van SONT respectievelijk haar voorzitter te vorderen.Dat betoog gaat echter niet op. De enkele omstandigheid dat aan ACI c.s. als belanghebbenden (inderdaad) de bevoegdheid toekomt om vernietiging van dergelijke besluiten na te streven, betekent nog niet dat daarmee de rechtbank onbevoegd is geworden om van anders geformuleerde vorderingen inzake de hoogte en/of grondslag van de Thuiskopie-vergoeding kennis te nemen en evenmin dat wie een dergelijke anders geformuleerde vordering aanhangig maakt, daarin om die reden op voorhand niet kan worden ontvangen. De vraag in hoeverre er een verband bestaat tussen de diverse mogelijkheden voor belanghebbenden om omtrent hoogte en grondslag van vastgestelde en nog vast te stellen Thuiskopie vergoedingen de rechtbank te adiëren raakt niet de bevoegdheid van de rechtbank, doch heeft betrekking op de toewijsbaarheid van de diverse vorderingen en dient daarmee in hoofdzaak aan de orde te komen.
5.5. Een tweede reden waarom de rechtbank zich onbevoegd zou moeten verklaren van de vordering kennis te nemen is volgens SONT gelegen in de in artikel 11 van haar statuten neergelegde regeling omtrent de besluitvorming. Die regeling valt, aldus SONT, aan te merken als een vaststellingsovereenkomst op basis waarvan partijen als ACI c.s. zich hebben onderworpen aan een bindend advies van de Voorzitter van SONT. Ook deze stelling van SONT gaat niet op. Indien al sprake zou zijn van een vaststellingsovereenkomst in de door SONT bedoelde zin -hetgeen door ACI c.s. gemotiveerd is betwist-, dan brengt dat nog niet met zich dat de rechtbank slechts bevoegd zou zijn kennis te nemen van een vordering die ziet op vernietiging van een op basis van die vaststellingsovereenkomst uitgebracht bindend advies, en zich onbevoegd zou moeten verklaren kennis te nemen van iedere andere vordering die betrekking heeft op de hoogte en/of grondslag van de Thuiskopie-vergoeding. Evenmin zou dat voor wat betreft een dergelijke (andere) vordering noodzakelijkerwijs leiden tot niet-ontvankelijkheid bij wege van incidenteel vonnis nog voordat ten gronde verweer is gevoerd. Ook hier geldt dat de verhouding tussen dergelijke vorderingen in de hoofdzaak zal moeten worden beoordeeld. De vraag of er wel of niet sprake is van een vaststellingsovereenkomst behoeft in het kader van dit incident dan ook niet te worden beantwoord.
Lees het vonnis hier
"In deze brochure willen we u wijzen op de gevaren die piraterij met zich meebrengt voor uw bedrijf en geven we u een aantal handvatten om piraterij binnen uw bedrijf te voorkomen."
De Gooi- en Eemlander bericht dat Conamus niet meer bestaat. "Voortaan gaat deze instantie, die de Nederlandse muziek ondersteunt en promoot, verder als Buma Cultuur. Directeur Jerney Kaagman van Conamus heeft dat gezegd tijdens de uitreiking van de Zilveren en Gouden Harpen in Spant! Bussum.
In aansluiting op
De telegraaf bericht dat Acda, De Munnik en Bløf boos zijn op het CDA. In de Zendtijd voor Politieke Partijen gebruikt het CDA ongevraagd het nummer "De glimlach van een kind" in de uitvoering van Acda en De Munnik. Paul de Munnik: "Ik vind het niet helemaal kloppen. Zoiets hoort overlegd te worden. Ik ben verontrust dat dit zomaar kan. Als wij ons aan een product of een partij liëren, dan ben je niet meer blanco op het podium, dus dat moet je niet doen. "
Rechtbank ’s-Gravenhage, 7 februari 2006, KG ZA 05-1655. Nokia Corporation Tegen Erhan Telecom. Namaak Nokia-batterij Gedaagde moet inbreuk op de merk- en auteursrechten Nokia staken en gestaakt te houden, geen toewijzing schadevergoeding (niet spoedeisend) en niet nader genoemde nevenvorderingen (kader van kort geding te buiten gaand).
Persbericht: Platenmaatschapij Katie Melua ontdekt namaak cd’s in Nederland (eerder bericht