Auteursrecht  

IEF 17257

Mededeling bestrijding illegale online content: naar een grotere verantwoordelijkheid voor online platforms

Brief regering 3 november 2017, Mededeling bestrijding illegale online content, Kamerstukken II, 22 112, 2420. De mededeling formuleert richtsnoeren en uitgangspunten voor online platforms (als Facebook, Twitter, Google/Youtube) om – in samenwerking met nationale autoriteiten in lidstaten en andere relevante belanghebbenden – illegale online content tegen te gaan. Wat offline illegaal is, is dat ook online. Daarbij kan gedacht worden aan het verspreiden van jihadistisch gedachtengoed en aanzetten tot radicalisering, hate speech, pedopornografisch materiaal, het schenden van auteursrechten en het online aanbieden van illegale goederen als wapens en drugs. De mededeling richt zich op het faciliteren en intensiveren van de implementatie van succesvolle werkwijzen om illegale content te voorkomen, op te sporen, te verwijderen en de toegang ertoe onmogelijk te maken; tevens moet dat zorgen voor meer transparantie en bescherming van fundamentele rechten online

IEF 17259

Artikel ingezonden door Frank Rutgers en Ernst-Jan Louwers, Louwers IP|Technology Advocaten

Frank Rutgers en Ernst-Jan Louwers - Aansprakelijkheid van 3D printing platforms (na Pirate Bay-arrest)

[Zie het originele artikel hier]. Op 14 juni 2017 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) uitspraak gedaan in een zaak over The Pirate Bay (TPB). Stichting BREIN eiste dat de betreffende internetproviders TPB moeten blokkeren voor hun abonnees, omdat TPB faciliteert dat illegale bestanden worden gedeeld met het publiek. Tot nog toe was onduidelijk of The Pirate Bay zelf ook inbreuk maakt op auteursrechten. Het gevolg van het arrest van het HvJ-EU is dat dit het geval is. Deze uitspraak kan ook consequenties hebben voor andere online platforms waar creaties worden gedeeld, zoals 3D-printing platforms.

IEF 17258

Vanwege forumkeuzebeding is de Rechtbank Stuttgart exclusief bevoegd

Rechtbank Amsterdam 8 nov 2017, IEF 17258; ECLI:NL:RBAMS:2017:7391 (Daimler tegen Bsur), https://ie-forum.nl/artikelen/vanwege-forumkeuzebeding-is-de-rechtbank-stuttgart-exclusief-bevoegd

Rechtbank Amsterdam 8 november 2017, IEF 17258; ECLI:NL:RBAMS:2017:7391 (Daimler tegen Bsur). Auteursrecht. Incident. Daimler hanteert in haar algemene voorwaarden een forumkeuze voor de rechtbank Stuttgart. Bsur stelt in de hoofdzaak, welke is aangebracht in Stuttgart, dat Daimler inbreuk maakt op haar auteursrecht. De rechtbank in Stuttgart heeft vastgesteld dat het forumkeuzebeding rechtsgeldig is overeengekomen en dat zij bevoegd is kennis te nemen van het geschil. Deze bevoegdheid is, gelet op het forumkeuzebeding, exclusief, dus de rechtbank Amsterdam zal zich onbevoegd verklaren.

IEF 17246

Einde samenwerkingsovereenkomst betekent niet per se einde licentie op software

Rechtbank Gelderland 9 okt 2017, IEF 17246; ECLI:NL:RBGEL:2017:5705 (Lizard Apps tegen Haerst en Autodidact), https://ie-forum.nl/artikelen/einde-samenwerkingsovereenkomst-betekent-niet-per-se-einde-licentie-op-software

Vzr. Rechtbank Gelderland 9 oktober 2017, IEF 17246; IT&R 2399; ECLI:NL:RBGEL:2017:5705 (Lizard Apps tegen Haerst en Autodidact). Lizard Apps is een IT-bedrijf dat verschillende diensten aanbiedt. Autodidact houdt zich onder andere bezig met de ontwikkeling en levering van leermiddelen aan educatieve instellingen en binnen het technisch beroepsonderwijs. De oprichters van Haerst hebben het idee opgevat om een diagnostische camera binnen de psychiatriepraktijk te introduceren en ontwikkelen. Haerst heeft in 2014 Autodidact benaderd voor de ontwikkeling van de hardware van de camera en Lizard Apps voor de ontwikkeling van de software voor de camera, waarbij Haerst zelf als projectleider zou fungeren. Medio 2017 wordt door Haerst de samenwerking met Lizard Apps beëindigd. Lizard Apps vordert schadevergoeding en het staken van het gebruik van de software door haar geleverd. Het einde van de samenwerkingsovereenkomst brengt niet mee dat de licentieovereenkomst eveneens automatisch opgezegd wordt. De licentieovereenkomst heeft te gelden als een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd. Haerst is nimmer overgegaan tot opzegging van de licentieovereenkomst, de aard van de overeenkomst staat er aan in de weg dat Lizard Apps een rechtsgeldige opzegging van de overeenkomst kan doen. De camera functioneert enkel met de software van Lizard Apps en dus moet Haerst in de gegeven omstandigheden dan ook toegestaan worden om de software gedurende enige tijd te blijven gebruiken, zodat zij door een ander bedrijf vervangende software kan laten ontwikkelen. Haerst gebruikt de software ontwikkeld door Lizard Apps dus niet onrechtmatig en maakt daarmee geen inbreuk op de auteursrechten van laatstgenoemde.

IEF 17245

Uitspraak ingezonden door Anke Heezius, LSLegal en Francis van Velsen, FISAL IP

Uiterlijk bulls-eye vloeit voort uit octrooi en valt dus niets creatiefs aan te ontwerpen

Rechtbank Amsterdam 3 nov 2017, IEF 17245; ECLI:NL:RBAMS:2017:8152 (Roxtec tegen Wallmax), https://ie-forum.nl/artikelen/uiterlijk-bulls-eye-vloeit-voort-uit-octrooi-en-valt-dus-niets-creatiefs-aan-te-ontwerpen

Vzr. Rechtbank Amsterdam 3 november 2017, IEF 17244; LS&R 1532; ECLI:NL:RBAMS:2017:8152 (Roxtec tegen Wallmax). Merkenrecht. Octrooirecht. Auteursrecht. Roxtec is wereldwijd actief in de kabel- en pijpafdichtingsoplossingen voor de (middel)zware industrie. Zij was houdster van een, inmiddels verlopen, octrooi betreffende verpakking voor een kabeldoorvoer. Tevens is zij houdster van verschillende Uniemerkregistraties waarin het bulls-eye ontwerp vastgelegd is. Wallmax is actief in dezelfde sector als Roxtec en brengt eveneens afdichtingsmodules op de markt. OTM richt zich met name op het ontwerpen en fabriceren van kabelklemmen en heeft bij een persbericht een foto geplaatst waarop de producten van Wallmax te zien zijn. Roxtec beroept zich op de bescherming van het grafische (figuratieve) bulls-eye ontwerp en niet op de (drie dimensionale) module als zodanig. Er is onvoldoende aannemelijk gemaakt dat OTM inbreuk maakt of dreigt te maken op de IE-rechten van Roxtec. Het verweer van Wallmax dat indien een recht van intellectuele eigendom eenmaal is geëxpireerd het eerder beschermde object in beginsel vrij mag worden gekopieerd is in zijn algemeenheid juist. Door Wallmax zijn voldoende argumenten opgeworpen dat de de technische bepaaldheid van het zogenoemde bulls-eye ontwerp technisch voorgeschreven zijn zoals in het octrooi en er dus niets creatiefs is ontworpen. Ook de merkenrechtelijke vorderingen van Roxtec dienen afgewezen te worden nu zij niet zien op identieke tekens en er geen gevaar voor verwarring bij het desbetreffende publiek aangetoond of te verwachten is. Daarnaast, als al zou zijn dan Wallmax profiteert van de bekendheid en aantrekkingskracht van de Roxtecmerken, heeft te gelden dat dit een gevolg is van het feit dat Wallmax dezelfde techniek gebruikt en mag gebruiken omdat het octrooirecht van Roxtec nu eenmaal is geëxpireerd. De auteursrechtelijke vorderingen worden evenmin gevolgd.

IEF 17232

Uitspraak ingezonden door Victor Bouman, Wieringa Advocaten.

Aantasting zuidgevel brengt geen nadeel aan de eer of naam van architect als maker van kantoorpand

Hof Amsterdam 31 okt 2017, IEF 17232; ECLI:NL:GHAMS:2017:4431 (Architect tegen De Vier Jaargetijden), https://ie-forum.nl/artikelen/aantasting-zuidgevel-brengt-geen-nadeel-aan-de-eer-of-naam-van-architect-als-maker-van-kantoorpand

Hof Amsterdam 31 oktober 2017, IEF 17232; ECLI:NL:GHAMS:2017:4431 (Architect D tegen De Vier Jaargetijden). Persoonlijkheidsrechten architect. Zie eerder: [IEF 16422]. D is als architect rechthebbende op de auteursrechtelijke persoonlijkheidsrechten in de zin van art. 25 Aw met betrekking tot het kantoorpand. D gaat in hoger beroep en vordert een staking van de sloopwerkzaamheden en de gevels terug te brengen in de oorspronkelijke toestand. Het hof is van oordeel dat de wijzigingen in de noordgevel dermate beperkt zijn dat daarmee het basisidee van het ontwerp ten aanzien van de gevelindeling gehandhaafd blijft. Het hof verwerpt het standpunt van D dat in geval van aantasting de mogelijkheid van reputatieschade reeds gegeven is, er is geen sprake van reputatieschade en de aantasting zal geen nadeel kunnen toebrengen aan de eer of goede naam. Een maker van een gebouw moet er rekening mee houden dat er in de loop van de tijd in verband met functionele wijzigingen van de bestemming veranderingen nodig zijn die zelfs tot aantasting van het werk kunnen leiden. De Vier Jaargetijden heeft aannemelijk gemaakt dat de aanpassingen aan de zuidgevel/achtergevel uitsluitend zijn gemaakt in het kader van de nieuwe woonfunctie. D heeft niet weersproken dat zijn werk goed is gedocumenteerd. De voorzieningenrechter is op basis van een objectieve toets op goede gronden tot het oordeel gekomen dat gevaar voor reputatieschade zich niet voordoet. Het hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep. 

IEF 17223

Uitspraak ingezonden door Lotte Rutgers en Marga Verwoert, Leeway.

Teveel onduidelijkheden om ontwerper speaker/lamp/wijnkoeler vast te stellen

Rechtbank Noord-Holland 11 okt 2017, IEF 17223; (Nomenta tegen Nikki), https://ie-forum.nl/artikelen/teveel-onduidelijkheden-om-ontwerper-speaker-lamp-wijnkoeler-vast-te-stellen

Vzr. Rechtbank Noord-Holland 11 oktober 2017, IEF 17223 (Nomenta tegen Nikki) Auteursrecht. Rechthebbende. Nomenta verhandelt een speaker/lamp/wijnkoeler, de Asserbo, die via een tussenpersoon bij Nikki zijn gekomen. Sinds juni 2017 koopt Nikki eenzelfde product in bij KIWA. Partijen zijn het eens dat de Lampion een verveelvoudiging van de Asserbo is. Nomenta stelt dat zij rechthebbende is nu haar werknemers ontwerper zijn. Nikki stelt echter dat haar leverancier, KIWA, ontwerper is. Nomenta heeft e-mails aan afnemers bijgevoegd, maar niet gezegd kan worden of deze bijvoorbeeld deel uitmaakten van het ontwerpproces van de Asserbo. Nikki heeft een brief overlegd van KIWA waaruit blijkt dat KIWA beschikt over technische tekeningen, terwijl niet is gebleken dat Nomenta hier over beschikt. De beschikking over technische tekeningen kan dienen ter ondersteuning van de stelling van Nikki. Aan een uitdraai waarvan Nomenta stelt dat deze afkomstig is van de Kamer van Koophandel van Hong Kong, komt maar beperkte betekenis toe nu uit niets blijkt dat dit een overzicht is van een officiële instantie. Eveneens is het onduidelijk of Ryan Leung, waarvan de brief van KIWA afkomstig is, en Ryan Liang, een ex-werknemer van Nomenta, dezelfde persoon zijn. Ook een kort voor de zitting door Nomenta ingediende onvertaalde Chinese productie bewijst niets over de leveranciers van Nomenta. De geleverde bewijsmaterialen van beider partijen bevatten te veel onduidelijkheden om het geschil te beslechten.

IEF 17222

Uitspraak ingezonden door Patty de Leeuwe en Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger

Het aanbieden van verkorte hyperlinks naar illegale streams is een ongeoorloofde openbaarmaking

Rechtbank Midden-Nederland 27 okt 2017, IEF 17222; (Stichting BREIN tegen Moviestreamer International), https://ie-forum.nl/artikelen/het-aanbieden-van-verkorte-hyperlinks-naar-illegale-streams-is-een-ongeoorloofde-openbaarmaking

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 27 oktober 2017, IEF 17222; IT 2387; ECLI:NL:RBMNE:2017:5510 (Stichting BREIN tegen Moviestreamer International) Auteursrechtinbreuk door verkort hyperlinken naar beschermde werken. Moviestreamer biedt klanten tegen betaling toegang tot een online aanbod van IPTV-abonnementen. Stichting Brein vordert een staking van het aanbieden van hyperlinks die gebruikers toegang bieden tot illegale (live)streams of ander illegaal aanbod van beschermde werken. Moviestreamer voert aan dat zij slechts een rol heeft als bemiddelaar bij het tot bijeenbrengen van vraag en aanbod inzake IPTV-abonnementen, doordat zij de klant slechts een referral (verkorte url) verstrekt. Vaststaat dat de verkorte unieke hyperlink toegang geeft tot een .m3u bestand, welke toegang geeft tot andere hyperlinks. De voorzieningenrechter oordeelt dat het verstrekken van een unieke hyperlink aan klanten die leidt naar beschermde werken een 'mededeling aan het publiek' is. De content op de desbetreffende websites is aanwezig zonder toestemming van de rechthebbenden. Voldoende is komen vast te staan dat Moviestreamer van het illegale karakter weet of behoort te weten, aangezien zij daarop door Brein is gewezen. Er is sprake van een ongeoorloofde openbaarmaking in de zin van de Aw en de WNR. 

IEF 17220

Uitspraak ingezonden door Joost Becker en Jeroen Lubbers, Dirkzwager advocaten & notarissen

Auteursrechtinbreuk op the Wonder Weeks door overname tekst en structuur in applicatie

Rechtbank Gelderland 27 okt 2017, IEF 17220; (Kiddy World Publishing tegen JL Creations), https://ie-forum.nl/artikelen/auteursrechtinbreuk-op-the-wonder-weeks-door-overname-tekst-en-structuur-in-applicatie

Vzr. Rechtbank Gelderland 27 oktober 2017, IEF 17220 (Kiddy World Publishing tegen JL Creations) Auteursrechtinbreuk. Verstekvonnis. Kiddy World is rechthebbende van de auteursrechten die rusten op de Wonder Weeks-werken. Kiddy World stelt dat JL Creations daarop onrechtmatig inbreuk maakt, door in de applicatie Babyleaps de structuur, opzet en tekst van de Wonder Weeks-werken zonder toestemming van Kiddy World nagenoeg volledig over te nemen. De voorzieningenrechter oordeelt dat er sprake is van auteursrechtinbreuk door het overnemen van tekst en structuur van Kiddy World. JL Creations wordt veroordeeld tot verwijdering van de inbreukmakende content en tot het plaatsen van een rectificatie op haar website, in haar app en in de App Store. Ook dient JL Creations alle inbreukmakende content te verwijderen van alle dragers waartoe JL Creations toegang heeft, en dient zij aan Kiddy World afschrift te verstrekken van het aantal downloads van haar app.

IEF 17205

Martin Senftleben - Recommendation on Measures to Safeguard Fundamental Rights and the Open Internet in the Framework of the EU Copyright Reform

M. Senftleben e.a. The Recommendation on Measures to Safeguard Fundamental Rights and the Open Internet in the Framework of the EU Copyright Reform, SSRN oktober 2017. Samenvatting vanuit het Engels vertaald: Artikel 13 van het Voorstel voor een Richtlijn inzake auteursrechten in de digitale eengemaakte markt en de begeleidende overweging 38 behoren tot de meest controversiële onderdelen van het voorstel van de Europese Commissie tot hervorming van het auteursrecht. Verschillende Lidstaten (België, Tsjechië, Finland, Hongarije, Ierland, Nederland en Duitsland) hebben vragen ingediend waarin zij om meer duidelijkheid verzoeken met betrekking tot aspecten die essentieel zijn voor de bescherming van fundamentele rechten in de EU en voor de toekomst van het internet als een open communicatie medium. Het artikel analyseert deze vragen in het licht van de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU. Het biedt richtsnoeren en achtergrondinformatie om de voorgestelde nieuwe wetgeving te verbeteren.