Railpro spooronderhoud zeer gering soortgelijk aan Railpromo treinreizen
Vzr. Rechtbank Den Haag 16 juli 2015, IEF 15119; ECLI:NL:RBDHA:2015:8204 (Voestalpine Railpro tegen Railpromo)
Merkenrecht. Railpro (onder die merknaam) ondersteunt als infralogistiek bedrijf spoorwegbeheerders en -aannemers bij de aanleg en het onderhoud van het spoor. Railpromo organiseert op maat gemaakte reizen voor besloten gezelschappen. De twee extra letters ‘m’ en ‘o’ die samen een extra lettergreep vormen, zijn in auditief opzicht niet gelijk (de klemtoom ligt anders; railpro vs. railpromo). De afzet van de Railpro's railinfra-producten plaatsvindt via een kleine kring van specialisten in de spooraannemerij, wel geteld vier. Er is slechts een zeer geringe soortgelijkheid tussen de waren en diensten waarvoor de merken zijn ingeschreven. De vorderingen ex 2.20 sub a, b en c BVIE worden afgewezen.
4.5. Railpromo c.s. ontkent niet dat er sprake is van enige mate van visuele en auditieve overeenstemming tussen de Railpro-merken en de tekens zoals gebruikt, hoewel zij er terecht op wijst dat er ook verschillen zijn zoals de twee extra letters ‘m’ en ‘o’ die samen een extra lettergreep vormen en in ieder geval in auditief opzicht (de klemtoom ligt anders; railpro vs. railpromo) niet gelijk zijn. Van visuele gelijkenis is te minder sprake voor zover het gaat om een vergelijking tussen de ingeroepen beeldmerken en de tekens waar die worden gebruikt op de in 2.6. en 2.8. bedoelde wijze. Het naar voorlopig oordeel belangrijkste argument dat Railpromo c.s. in het kader van de overeenstemmingsvraag aanvoert is dat de merken en tekens in begripsmatige zin niet overeenstemmen. Het dominante - maar beschrijvende bestanddeel ‘rail’ in merken en tekens betekent spoor. Het bestanddeel ‘pro’ in de merken zal bij het in aanmerking komende publiek, daarover verschillen partijen onderling niet werkelijk van mening, worden begrepen als ‘voor’ (in de zin van : voor het spoor) of ‘professional’. Het bestanddeel ‘promo’ in de door Railpromo c.s. gebruikte tekens zal echter worden begrepen als ‘promotie’, zodat van begripsmatige overeenstemming tussen merken en tekens voorshands niet is uit te gaan. Wat de onderscheidendheid van de Railpro-merken betreft, geldt dat niet is weersproken dat deze door inburgering in elk geval enige mate van onderscheidende kracht hebben gekregen. Daarbij dient dan wel in beschouwing te worden genomen dat, zoals ter zitting duidelijk is geworden, de afzet van de railinfra-producten plaatsvindt via een kleine kring van specialisten in de spooraannemerij, wel geteld vier (of vijf – als Prorail als klant wordt meegeteld). De inburgering zal vooral daar doel hebben getroffen. Het onderscheidend vermogen wordt echter voorshands als gering aangemerkt. De mate van overeenstemming tussen merken en tekens wordt gezien het voorgaande eveneens gering geacht.
4.7. De hiervoor besproken omstandigheden afwegend, kan naar voorlopig oordeel niet worden gezegd dat er bij het in aanmerking komende publiek van de waren en diensten waarvoor de Railpro-merken zijn ingeschreven, i.e. de spooraannemerij, van wie meer oplettendheid mag worden verwacht, sprake is van reëel verwarringsgevaar.
c-grond
4.8. Voor een geslaagd beroep op artikel 2.20 lid 1 sub c BVIE / artikel 9 lid 1 sub c GMVo is onder meer vereist dat het om een bekend merk gaat. Dat de Railpro-merken bekende merken zouden zijn is door Railpromo c.s. (ook voor railinfra-producten) bestreden, terwijl Railpro dit, bijvoorbeeld door het overleggen van gegevens waaruit dit zou kunnen blijken, zoals een marktonderzoek, onvoldoende heeft onderbouwd. Gelet op een en ander is in dit geding van de bekendheid niet uit te gaan. Reeds daarop strandt het beroep.
handelsnaamrecht
4.9. Zoals hiervoor in het kader van het beroep op de Railpro-merken besproken zijn de diensten die Railpromo c.s. aanbiedt (georganiseerd personenvervoer) een geheel andere tak van sport dan de afzetmarkt van de railinfra-producten en goederenvervoer waarvoor de merken zijn ingeschreven. Vertaald naar het handelsnaamrecht betekent dit dat de aard van de beide ondernemingen dusdanig verschillend is dat er bij het relevante publiek geen verwarring als bedoeld in de Handelsnaamwet is te duchten, zodat het beroep op het handelsnaamrecht reeds hierop strandt.
Lees de uitspraak (pdf/html)
Op andere blogs:
www.domjur.nl
Uitspraak ingezonden door Joost Becker en Esther Mommers,
Uitspraak ingezonden door Marc de Boer,
Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Livesafe is eind 2011 opgericht en drijft een onderneming die alarmeringssystemen voor de veiligheid van mensen, dieren en objecten aanbiedt, waarbij gebruik wordt gemaakt van GPS signalen. Het McAfee LiveSafe pakket bevat beveiligingssoftware die bescherming biedt tegen virussen en is door middel van apps uit te breiden en kunnen op apparaten die van GPS zijn voorzien worden getraceerd. De voorzieningenrechter
Uitspraak ingezonden door Douglas Mensink Henk Bethlehem,
Kort geding tot teruggave van in beslag genomen en in bewaring gestelde goederen en tot aanpassing van de handelsnaam. Vorderingen gedeeltelijk toegewezen. verbod tot ondernemersactiviteiten binnen Groningen en Drenthe onder de genoemde handelsnaam met lettercombinatie "hout". Appellante klaagt dat de rechtbank niet heeft toegewezen haar primaire eis dat geïntimeerde geen naam mag voeren met daarin de lettercombinatie “[naam]”. Gesteld noch gebleken is voorts dat geïntimeerde een handelsnaam gebruikt. De lettercombinatie is voldoende onderscheidend ten opzichte van appellante en de belangen zijn vooralsnog voldoende veilig gesteld.
Uitspraak ingezonden door Landine Varela,
Procesrecht. Handelsnaamrecht. Barplanet levert pop-up bars, voorzien van personeel en benodigdheden. Mijn Kroeg exploiteert via een webapplicatie een uitgaansgids, tot voor kort onder de naam ‘Barplanet.com’ en organiseert promotionele activiteiten en ‘beerpongwedstrijden’. Barplanet verzette zich tegen het gebruik van zijn handelsnaam, waarna Mijn Kroeg een Beneluxwoordmerk heeft laten registreren. Een dag voor de mondelinge behandeling in kort geding hebben partijen een gedeeltelijke schikking bereikt: Mijn Kroeg heeft onder meer het merk door laten halen. In feite is het enige belang bij het gevorderde bevel tot nakoming van de vaststellingsovereenkomst dat Barplanet daarmee een executoriale titel verkrijgt om de aangezegde boetes te kunnen executeren. De voorzieningenrechter wijst het gevorderde af, wegens ontbreken van het spoedeisend belang.